WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-1
3
DAU10462
Contactslot/stuurslotVia het contactslot/stuurslot worden het
ontstekingssysteem en de verlichtingssy-
stemen bediend en wordt het stuur ver-
grendeld. De diverse standen worden
hierna beschreven.
DAU62480
(aan)
Alle elektrische circuits worden voorzien
van stroom; de instrumentenverlichting, het
achterlicht, de kentekenverlichting en het
parkeerlicht gaan branden en de motor kan
worden gestart. De sleutel kan niet worden
uitgenomen.
OPMERKINGDe koplamp gaat automatisch branden als
de motor wordt gestart en blijft aan totdat
de sleutel naar “ ” wordt gedraaid, zelfs
als de motor afslaat.
DAU54301
(uit)
Alle elektrische systemen zijn uitgescha-
keld. De sleutel kan worden uitgenomen.
WAARSCHUWING
DWA16371
Draai de sleutel on der het rij den nooit
naar “ ” of “LOCK”. Hier door wor den
d e elektrische systemen uit geschakel d,
wat mo gelijk kan lei den tot verlies van
d e controle of een on geval.
DAU60860
LOCK
Het stuur is vergrendeld en alle elektrische
systemen zijn uitgeschakeld. De sleutel kan
worden uitgenomen. Om het stuur te vergrendelen
1. Draai het stuur helemaal naar links.
2. Druk de sleutel in vanuit de stand “ ”
en draai deze dan naar “LOCK”, waar-
bij u deze ingedrukt houdt.
3. Neem de sleutel uit.
ON
OFF
LOCK
1. Drukken.
2. Draaien.12
UB02D0D0.book Page 1 Thursday, January 15, 2015 5:31 PM