WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-3
1
23
4
5
6
7
8
9
10
11
12
DAU11447
Waarschuwingslampje koelvloeistof-
temperatuur “ ”
Dit waarschuwingslampje gaat branden als
de motor oververhit raakt. Zet in zo’n geval
de motor onmiddellijk af en geef deze de tijd
om af te koelen.
Het elektrisch circuit voor het waarschu-
wingslampje controleert u door de sleutel
naar “ON” te draaien. Het waarschu-
wingslampje moet enkele seconden oplich-
ten en dan uitgaan.
Licht het waarschuwingslampje niet meteen
op wanneer u de sleutel naar “ON” draait of
blijft het lampje branden, laat het elektrisch
circuit dan door een Yamaha dealer contro-
leren.LET OP
DCA10022
Laat de motor niet draaien terwijl dezeoververhit is.OPMERKING
Bij machines met een of meer radiator-
koelvinnen schakelt de radiatorkoelvin
automatisch in of uit op basis van de
koelvloeistoftemperatuur in de radia-
tor.
Als de motor oververhit raakt, staan op
pagina 6-42 nadere instructies ver-meld.
DAU11535
Waarschuwingslampje motorstoring
“”
Dit waarschuwingslampje gaat branden of
knipperen wanneer er een probleem wordt
aangegeven in het elektrisch circuit dat de
motor controleert. Vraag in dat geval een
Yamaha dealer het zelfdiagnosesysteem te
controleren. (Zie pagina 3-7 voor uitleg over
de werking van het zelfdiagnosesysteem.)
Het elektrisch circuit voor het waarschu-
wingslampje controleert u door de sleutel
naar “ON” te draaien. Het waarschu-
wingslampje moet enkele seconden oplich-
ten en dan uitgaan.
Licht het waarschuwingslampje niet meteen
op wanneer u de sleutel naar “ON” draait of
blijft het lampje branden, laat het elektrisch
circuit dan door een Yamaha dealer contro-
leren.
DAU45279
Multifunctioneel display
WAARSCHUWING
DWA12313
Zet de machine stil voordat u wijzigingen
aanbrengt in de instellingen van het mul-
tifunctionele display. Het aanbrengen
van wijzigingen tijdens het rijden kan u
afleiden en vergroot het risico op eenongeval.1. “RESET”-toets
2. “SELECT 1”-toets
3. “SELECT 2”-toets
4. Klok/stopwatch
5. Snelheidsmeter
6. Kilometerteller/ritteller/ritteller brandstofreserve
123
4
5
6
32D-9-DD.book 3 ページ 2014年7月9日 水曜日 午後4時48分
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-15
1
2
3
4
56
7
8
9
10
11
12
3. Als de koelvloeistof bij of beneden de merkstreep voor minimumniveau
staat, verwijder dan het paneel C (Zie
pagina 6-8.), verwijder de koelvloei-
stofreservoirdop, vul koelvloeistof bij
tot de merkstreep voor maximumni-
veau en breng de reservoirdop en het
paneel weer aan. WAARSCHUWING!
Verwijder alleen de dop van het
koelvloeistofreservoir. Probeer
nooit om de radiatorvuldop te ver-
wijderen als de motor koud
is.
[DWA15162]
LET OP: Als er geen koel-
vloeistof aanwezig is, gebruik dan
in plaats daarvan gedistilleerd wa-
ter of onthard leidingwater. Gebruik
geen hard water of zout water, dit is
schadelijk voor de motor. Als er in plaats van koelvloeistof water is ge-
bruikt, vervang dit dan zo snel mo-
gelijk door koelvloeistof, anders is
het systeem niet beschermd tegen
vorst en corrosie. Als er water aan
de koelvloeistof is toegevoegd, laat
dan een Yamaha dealer zo snel mo-
gelijk het antivriesgehalte van de
koelvloeistof controleren om te
voorkomen dat de effectiviteit van
de koelvloeistof afneemt.
[DCA10473]
DAU45157
Om de koelvloeistof te verversen1. Zet de machine op een vlakke onder- grond en laat het motorblok indien no-
dig afkoelen.
2. Verwijder de panelen A en C. (Zie pagina 6-8.)
3. Schuif een opvangbak onder de motor
om de gebruikte koelvloeistof op te
vangen.
4. Verwijder de borgbout voor de radia-
torvuldop en de vuldop zelf.
WAARSCHUWING! Probeer nooit
om de radiatorvuldop te verwijde-
ren als de motor warm is.
[DWA10382]
5. Verwijder het koelvloeistofreservoirdoor de bouten los te halen.
1. Merkstreep maximumniveau
2. Merkstreep minimumniveau
1
2
1. Dop koelvloeistofreservoirInhoud koelvloeistofreservoir (tot
aan de merkstreep voor maximumni-
veau): 0.25 L (0.26 US qt, 0.22 Imp.qt)
1
1. Radiatorvuldop
2. Borgbout radiatorvuldop
2
1
32D-9-DD.book 15 ページ 2014年7月9日 水曜日 午後4時48分
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-16
1
2
3
4
567
8
9
10
11
12
6. Verwijder de dop van het koelvloeistof- reservoir.
7. Tap de koelvloeistof uit het reservoir af door het reservoir om te keren.
8. Monteer het koelvloeistofreservoir
door dit in de oorspronkelijke stand te plaatsen en dan de bouten aan te
brengen.
9. Verwijder de aftapplug voor koelvloei- stof en de pakking om het koelsy-
steem af te tappen.
10. Spoel het koelsysteem nadat alle koel- vloeistof is uitgestroomd grondig door
met schoon leidingwater.
11. Monteer de aftapplug voor koelvloei- stof met een nieuwe pakking en zet de
plug dan vast met het voorgeschreven
aanhaalmoment.
12. Giet de voorgeschreven hoeveelheid van de gespecificeerde
koelvloeistof in
de koelvloeistofradiator en in het re-
servoir.
13. Breng de dop van het koelvloeistofre- servoir aan.
14. Breng de radiatorvuldop weer aan.
15. Start de motor, laat hem een paar mi-
nuten stationair draaien en zet hem
dan uit.
16. Verwijder de radiatorvuldop om het
koelvloeistofniveau in de radiator te
controleren. Vul indien nodig koelvloei-
stof bij totdat het niveau bovenin de
koelvloeistofradiator staat en breng
dan de radiatorvuldop en zijn borgbout
aan.
17. Controleer het koelvloeistofniveau in het reservoir. Verwijder indien nodig
de dop van het koelvl oeistofreservoir,1. Bout
2. Koelvloeistofreservoir
1. Dop koelvloeistofreservoir
1 2
1
1. Aftapplug koelvloeistof
2. PakkingAanhaalmoment:
Aftapplug koelvloeistof:
10 Nm (1.0 m·kgf, 7.2 ft·lbf)
1
2
Mengverhouding antivries/water:
1:1
Aanbevolen antivries:
Hoogwaardige ethyleenglycol anti-
vries met corrosieremmers voor alu-
minium motoren
Hoeveelheid koelvloeistof: Radiator (inclusief alle leidingen):0.90 L (0.95 US qt, 0.79 Imp.qt)
Koelvloeistofreservoir (tot aan de
merkstreep voor maximumniveau): 0.25 L (0.26 US qt, 0.22 Imp.qt)
32D-9-DD.book 16 ページ 2014年7月9日 水曜日 午後4時48分
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-33
1
2
3
4
56
7
8
9
10
11
12
Regulated Lead Acid)-accu is een speci-
ale acculader (met constante spanning)
vereist. Bij gebruik van een conventione-le acculader raakt de accu beschadigd.
Om de accu op te bergen 1. Verwijder de accu als het model langer
dan een maand niet wordt gebruikt,
laad hem volledig bij en zet dan weg
op een koele en droge plek. LET OP:
Draai voordat u de accu verwijdert
de sleutel naar “OFF” en haal dan
eerst de negatieve kabel en daarna
de positieve kabel los.
[DCA16303]
2. Als de accu langer dan twee maanden wordt weggeborgen, moet deze min-
stens eenmaal per maand worden ge-
controleerd; laad de accu dan indien
nodig steeds volledig bij.
3. Laad de accu volledig bij alvorens te installeren. LET OP: Draai voordat u
de accu plaatst de sleutel naar
“OFF” en sluit vervolgens eerst de
positieve kabel en daarna de nega-
tieve kabel aan.
[DCA16841]
LET OP
DCA16531
Houd de accu steeds opgeladen. Stallen
van een ontladen accu kan leiden totpermanente accuschade.
DAU23543
Zekeringen vervangenDe hoofdzekering bevindt zich achter pa-
neel D. (Zie pagina 6-8.)
Het zekeringenkastje met de zekeringen
voor afzonderlijke circuits bevindt zich ach-
ter paneel C. (Zie pagina 6-8.) Vervang een zekering als volgt als deze is
doorgebrand.
1. Draai de contactsleutel naar “OFF” en
schakel het betreffende elektrische cir-
cuit uit.
2. Verwijder de doorgebrande zekering
en breng een nieuwe zekering met de
voorgeschreven am pèrewaarde aan.
WAARSCHUWING! Gebruik geen
zekeringen met een hogere ampera-
ge dan aanbevolen om ernstige
schade aan het elektrische systeem
en mogelijk brand te voorko-1. Hoofdzekering
2. Reservehoofdzekering
2 1
1. Zekering brandstofinjectiesysteem
2. Zekering radiatorkoelvinmotor
3. Backup-zekering
4. Zekering ontstekingssysteem
5. Zekering signaleringssysteem
6. Koplampzekering
7. Reservezekering
7
123456
32D-9-DD.book 33 ページ 2014年7月9日 水曜日 午後4時48分
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-34
1
2
3
4
567
8
9
10
11
12
men.
[DWA15132]
3. Draai de contactsleutel naar “ON” en schakel het betreff ende elektrische cir-
cuit in om te zien of de apparatuur
werkt.
4. Als een zekering direct opnieuw door- brandt, vraag dan een Yamaha-dealer
het elektrisch systeem te controleren.
DAU45217
Koplampgloeilamp vervangenDe koplamp op dit model heeft een halo-
geen gloeilamp. Vervang de koplampgloei-
lamp als volgt als deze is doorgebrand.LET OP
DCA10661
Raak het glas van de koplampgloeilamp
niet aan zodat dit vetvrij blijft, anders kan
de doorzichtigheid van het glas, de lich-
tintensiteit en de levensduur nadelig
worden beïnvloed. Wrijf eventuele ver-
ontreinigingen en vingerafdrukken op
het gloeilampglas weg met een doekjegedrenkt in alcohol of thinner.
1. Verwijder het koplamppaneel samen met de koplampunit door de bouten te
verwijderen en het geheel omhoog te trekken zoals afgebeeld.
2. Maak de koplampstekker los en ver- wijder dan de gloeilampkap.
3. Haak de gloeilamphouder los en ver- wijder dan de defecte gloeilamp.
Voorgeschreven zekeringen:
Hoofdzekering: 30.0 A
Zekering ontstekingssysteem:
7.5 A
Zekering signaleringssysteem: 10.0 A
Koplampzekering: 15.0 A
Zekering radiatorkoelvin:
7.5 A
Backup-zekering: 7.5 A
Zekering brandstofinjectiesysteem: 7.5 A1. Raak het glas van de gloeilamp niet aan.
1. Bout
1. Koplampstekker
2. Gloeilampkap
1
1
1
2
32D-9-DD.book 34 ページ 2014年7月9日 水曜日 午後4時48分
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-42
1
2
3
4
567
8
9
10
11
12
Oververhitte motor
WAARSCHUWING
DWA10401
Verwijder de koelvloeistofradiatorvuldop niet terwijl de motor en de koelvloeistofradiator nog heet zijn. Hete vloeistof en
stoom kan naar buiten spuiten en zo ernstige brandwonden veroorzaken. Wacht tot de motor is afgekoeld.
Breng na verwijderen van de borgbout voor de radiatorvuldop een dikke doek, bijvoorbeeld een handdoek, aan over de ra-
diatorvuldop en draai deze dan langzaam linksom tegen de aanslag zodat de nog aan wezige druk kan ontsnappen. Druk dedop omlaag zodra het sisgeluid stopt en draai deze linksom en verwijder de dop.
OPMERKINGAls geen koelvloeistof beschikbaar is, kan tijdelijk leidingwater worden gebruikt, maar dit moet wel zo snel mogelijk door de voorgeschre-ven koelvloeistof worden vervangen.
Wacht tot de
motor is afgekoeld.
Controleer het
koelvloeistofniveau in het
reservoir en in de radiator.
Het koelvloeistofniveau is
in orde.
Het koelvloeistofniveau is
laag. Controleer het
koelsysteem op lekkage.
Vraag een Yamaha dealer het
koelsysteem te controleren en te
repareren.Vul koelvloeistof bij.
(Zie OPMERKING.)
Start de motor. Vraag een Yamaha dealer het koelsysteem
te controleren en te repareren als de motor opnieuw
oververhit raakt.
Er is lekkage.
Er is geen
lekkage.
32D-9-DD.book 42 ページ 2014年7月9日 水曜日 午後4時48分
8-1
1
2
3
4
5
6
78
9
10
11
12
SPECIFICATIES
DAU5091P
Afmetingen:Totale lengte: 2180 mm (85.8 in)
Totale breedte: 810 mm (31.9 in)
Totale hoogte: 1230 mm (48.4 in)
Zadelhoogte:
930 mm (36.6 in)
Wielbasis: 1420 mm (55.9 in)
Grondspeling: 300 mm (11.81 in)
Kleinste draaicirkel:
2300 mm (90.6 in)Gewicht:Rijklaar gewicht:134 kg (295 lb)Motor:Type motor:Vloeistofgekoeld, 4-takt, DOHC
Cilinderopstelling: 1-cilinder
Slagvolume:
250 cm
3
Boring slag:
77.0 53.6 mm (3.03 2.11 in)
Compressieverhouding: 11.8 : 1
Startsysteem:
Elektrische startmotor
Smeersysteem: Wet sump
Motorolie:Aanbevolen merk:
YAMALUBE
Type: SAE 10W-30, 10W-40, 10W-50, 15W-40,
20W-40 of 20W-50
Aanbevolen kwaliteit motorolie: Type API service SG of hoger, JASO MA
norm
Hoeveelheid motorolie: Zonder vervanging van oliefilterelement:
1.30 L (1.37 US qt, 1.14 Imp.qt)
Met vervanging van oliefilterelement: 1.40 L (1.48 US qt, 1.23 Imp.qt)Hoeveelheid koelvloeistof:Koelvloeistofreservoir (tot aan de merkstreep
voor maximumniveau):
0.25 L (0.26 US qt, 0.22 Imp.qt)
Radiator (inclusief alle leidingen):
0.90 L (0.95 US qt, 0.79 Imp.qt)
Luchtfilter:Luchtfilterelement:Nat elementBrandstof:Aanbevolen brandstof:Loodvrije superbenzine (Gasohol (E10) ac-
ceptabel)
Inhoud brandstoftank: 8.0 L (2.11 US gal, 1.76 Imp.gal)
Hoeveelheid reservebrandstof:
2.1 L (0.55 US gal, 0.46 Imp.gal)Brandstofinjectie:Gasklephuis:Het teken van identificatie: 3D71 10Bougie(s):Fabrikant/model:
NGK/CR9EK
Elektrodenafstand: 0.6–0.7 mm (0.024–0.028 in)Koppeling:Type koppeling:
Nat, meervoudige plaatVersnellingsbak:Primaire reductieverhouding:3.120 (78/25)
Eindoverbrenging:
Ketting
Secundaire redu ctieverhouding:
3.308 (43/13)
Type versnellingbak: Constant mesh, 6 versnellingen
Bediening:
Bediening met linkervoet
–20 –10 0 1020 30 40 50 C
10 30 50 70 90 110
0 130 F
SAE 10W-30
SAE 15W-40SAE 20W-40SAE 20W-50
SAE 10W-40SAE 10W-50
32D-9-DD.book 1 ページ 2014年7月9日 水曜日 午後4時48分
SPECIFICATIES
8-3
1
2
3
4
5
6
78
9
10
11
12
Koplamp:Type gloeilamp: HalogeenlampGloeilampen voltage, wattage aantal:Koplamp:
12 V, 60.0 W/55.0 W
Achterlicht/remlicht unit:
LED
Voorste richtingaanwijzer: 12 V, 10.0 W 2
Achterste richtingaanwijzer: 12 V, 10.0 W 2
Parkeerlicht:
12 V, 5.0 W 1
Kentekenverlichting: 12 V, 5.0 W 1
Instrumentenverlichting: EL (ElektroLuminescent)
Controlelampje vrijstand:
LED
Controlelampje grootlicht: LED
Controlelampje richtingaanwijzers: LED
Controlelampje brandstofniveau:
LED
Waarschuwingslampje koelvloeistoftempera-
tuur:
LED
Waarschuwingslamp je motorstoring:
LED
Zekeringen:Hoofdzekering:
30.0 A
Koplampzekering: 15.0 A
Zekering signaleringssysteem: 10.0 A
Zekering ontstekingssysteem:
7.5 A
Zekering radiatorkoelvin: 7.5 A
Zekering brandstofinjectiesysteem: 7.5 A
Backup-zekering:
7.5 A
32D-9-DD.book 3 ページ 2014年7月9日 水曜日 午後4時48分