Page 65 of 94

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-24
6
4. Stel de spanning van de ketting als
volgt bij als deze niet correct is.
DAU34318
Om de spanning van de aandrijfketting
af te stellen
Raadpleeg een Yamaha dealer voordat u
de spanning van de aandrijfketting afstelt.
1. Draai de wielasmoer los en draai dan
de borgmoeren los aan beide zijden
van de achterbrug.2. Draai om de aandrijfketting strakker te
stellen de stelbout aan beide uiteinden
van de achterbrug in de richting (a).
Stel de ketting losser door de stelbout
aan beide uiteinden van de achterbrug
in de richting (b) te draaien en dan het
achterwiel naar voren te drukken. LET
OP: Een onjuiste kettingspanning
leidt tot overbelasting van de motor
en andere essentiële onderdelen
van de machine en kan resulteren in
overslaan of breken van de ketting.
Houd om dit te voorkomen de ket-
tingspanning binnen de gespecifi-
ceerde waarden.
[DCA10572]
OPMERKINGGebruik voor een goede wieluitlijning de
uitlijnmerktekens aan beide zijden van de
achterbrug om zeker te zijn dat beide ket-
tingspanners dezelfde positie hebben.3. Trek de asmoer en daarna de borg-
moeren aan met de voorgeschreven
aanhaalmomenten.
4. Zorg ervoor dat de kettingspanners in
dezelfde stand staan, dat de spanning
van de aandrijfketting correct is en dat
de aandrijfketting soepel beweegt.
1. Spanning aandrijfkettingZAUM1233
1. Wielasmoer
2. Stelbout spanning aandrijfketting
3. Borgmoer
4. UitlijnmerktekensZAUM1183
Aanhaalmomenten:
Wielasmoer:
85 Nm (8.5 m·kgf, 61 ft·lbf)
Borgmoer:
16 Nm (1.6 m·kgf, 12 ft·lbf)
U5D7D4D0.book Page 24 Monday, July 7, 2014 4:16 PM
Page 66 of 94

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-25
6
DAU23026
Aandrijfketting reinigen en sme-
renDe aandrijfketting moet worden gereinigd
en gesmeerd volgens de intervalperioden
zoals voorgeschreven in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema, anders zal
de ketting snel slijten, met name in vochtige
of stoffige gebieden. Onderhoud de ketting
als volgt.LET OP
DCA10584
De aandrijfketting moet worden ge-
smeerd nadat de motorfiets is gewassen
of ermee in de regen of in vochtige ge-
bieden is gereden.1. Reinig de aandrijfketting met petrole-
um en een zacht borsteltje. LET OP:
Reinig de aandrijfketting niet met
stoomreinigers, hogedrukreinigers
of ongeschikte oplosmiddelen om
schade aan de O-ringen te voorko-
men.
[DCA11122]
2. Wrijf de aandrijfketting droog.
3. Smeer de aandrijfketting grondig met
speciale smering voor o-ringkettin-
gen. LET OP: Breng geen motorolie
of andere smeermiddelen aan op deaandrijfketting, deze kunnen stof-
fen bevatten die de O-ringen kun-
nen beschadigen.
[DCA11112]DAU23098
Kabels controleren en smerenDe werking van alle bedieningskabels en
de conditie van alle kabels moet vooraf-
gaand aan elke rit worden gecontroleerd en
de kabel en kabeleinden moeten indien no-
dig worden gesmeerd. Vraag een Yamaha
dealer een kabel te controleren of te ver-
vangen wanneer deze is beschadigd of niet
soepel beweegt. WAARSCHUWING!
Schade aan de buitenbehuizing van ka-
bels kan leiden tot interne roestvorming
en storing veroorzaken met de bewe-
ging van kabels. Vervang beschadigde
kabels zo snel mogelijk om onveilige
omstandigheden te voorkomen.
[DWA10712]
Aanbevolen smeermiddel:
Yamaha-kabelsmeermiddel of een
ander geschikt kabelsmeermiddel
U5D7D4D0.book Page 25 Monday, July 7, 2014 4:16 PM
Page 67 of 94

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-26
6
DAU23115
Controleren en smeren van gas-
greep en gaskabelDe werking van de gasgreep hoort vooraf-
gaand aan elke rit te worden gecontroleerd.
Daarnaast moet de kabel door een Yamaha
dealer worden gesmeerd volgens de inter-
valperioden vermeld in het periodieke on-
derhoudsschema.
De gaskabel is voorzien van een rubber af-
dekking. Zorg ervoor dat de afdekking ste-
vig is aangebracht. Zelfs als de afdekking
correct is aangebracht, is de kabel niet vol-
ledig beschermd tegen binnendringend
water. Let er daarom op dat er geen water
direct op de afdekking of kabel komt bij het
wassen van de machine. Als de kabel of de
afdekking vies wordt, wrijf deze dan
schoon met een vochtige doek.
DAU23144
Rem- en koppelingshendels con-
troleren en smerenDe werking van de rem- en de koppelings-
hendel moet voorafgaand aan elke rit wor-
den gecontroleerd en de
hendelscharnierpunten moeten indien no-
dig worden gesmeerd.
Remhendel
KoppelingshendelZAUM1184
I
NFOINFO
Aanbevolen smeermiddelen:
Remhendel:
Siliconenvet
Koppelingshendel:
Lithiumvet
U5D7D4D0.book Page 26 Monday, July 7, 2014 4:16 PM
Page 68 of 94

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-27
6
DAU23185
Rempedaal controleren en sme-
renDe werking van het rempedaal moet voor-
afgaand aan elke rit worden gecontroleerd
en het pedaalscharnierpunt moet indien
nodig worden gesmeerd.
DAU23203
Zijstandaard controleren en
smerenDe werking van de zijstandaard moet voor-
afgaand aan elke rit worden gecontroleerd
en het scharnierpunt en de metaal-op-me-
taal contactvlakken moeten indien nodig
worden gesmeerd.
WAARSCHUWING
DWA10732
Als de zijstandaard niet soepel omhoog
en omlaag beweegt, vraag dan een
Yamaha dealer deze te controleren of te
repareren. Een slecht functionerende
zijstandaard kan het wegdek raken en u
afleiden, waardoor u de controle over de
machine kunt verliezen.
DAUM1653
Achterbrugscharnierpunten
smerenDe achterbrugscharnierpunten moeten
worden gesmeerd door een Yamaha dealer
volgens de intervalperioden vermeld in het
periodieke smeer- en onderhoudsschema.
Aanbevolen smeermiddel:
Lithiumvet
ZAUM1234
Aanbevolen smeermiddel:
LithiumvetZAUM1211
Aanbevolen smeermiddel:
Lithiumvet
U5D7D4D0.book Page 27 Monday, July 7, 2014 4:16 PM
Page 69 of 94

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-28
6
DAU23273
Voorvork controlerenDe conditie en de werking van de voorvork
moeten als volgt worden gecontroleerd vol-
gens de intervalperioden vermeld in het pe-
riodieke smeer- en onderhoudsschema.
Om de conditie te controleren
Controleer de binnenste vorkbuizen op
krassen, beschadigingen en overmatige
olielekkage.
Om de werking te controleren
1. Zet de machine op een vlakke onder-
grond en houd deze rechtop.
WAARSCHUWING! Ondersteun de
machine zorgvuldig om omvallen
en mogelijk letsel te voorkomen.
[DWA10752]
2. Bekrachtig de voorrem en druk het
stuur een paar keer stevig naar bene-
den om te controleren of de voorvork
soepel in- en uitveert.
LET OP
DCA10591
Als schade wordt gevonden of de voor-
vork niet soepel beweegt, vraag dan een
Yamaha dealer te repareren of te con-
troleren.
DAU23284
Stuursysteem controlerenLosse of versleten balhoofdlagers kunnen
gevaarlijk zijn. De werking van het stuursy-
steem moet als volgt worden gecontroleerd
volgens de intervalperioden vermeld in het
periodieke smeer- en onderhoudsschema.
1. Plaats een standaard onder de motor
zodat het voorwiel los is van de grond.
(Zie pagina 6-35 voor meer informa-
tie.) WAARSCHUWING! Ondersteun
de machine zorgvuldig om omval-
len en mogelijk letsel te voorkomen.
[DWA10752]
2. Houd de voorvorkpoten aan het on-
derste uiteinde beet en probeer ze
naar voren en achteren te bewegen.
Als speling wordt gevoeld, vraag dan
een Yamaha dealer het stuursysteem
te inspecteren of repareren.
ZAUM1212
YA M A H A
ZAUM1213
U5D7D4D0.book Page 28 Monday, July 7, 2014 4:16 PM
Page 70 of 94

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-29
6
DAU23292
Controleren van wiellagersDe voor- en achterwiellagers moeten wor-
den gecontroleerd volgens de intervalperi-
oden voorgeschreven in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema. Als de wiel-
naaf speling vertoont of het wiel niet soepel
draait, vraag dan een Yamaha dealer de
wiellagers te controleren.
DAU23315
AccuEen slecht onderhouden accu zal gaan cor-
roderen en verliest zijn lading snel. Het
elektrolytniveau, de aansluitpolen voor de
accukabels en de ligging van de ontluch-
tingsslang moeten worden gecontroleerd
voor iedere rit en volgens de intervalperio-
den voorgeschreven in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema.
WAARSCHUWING
DWA10771
Elektrolyt is giftig en gevaarlijk om-
dat het zwavelzuur bevat, een stof
die ernstige brandwonden veroor-
zaakt. Vermijd contact met de huid,
ogen of kleding en bescherm uw
ogen altijd bij werkzaamheden na-
bij accu’s. Voer als volgt EERSTE
HULP uit als er lichamelijk contact
is geweest met elektrolyt.
UITWENDIG: Spoel overvloedig
met water.
INWENDIG: Drink grote hoeveel-
heden water of melk en roep di-
rect de hulp in van een arts.
OGEN: Spoel gedurende 15 mi-
nuten met water en roep direct
medische hulp in.Accu’s produceren het explosieve
waterstofgas. Houd daarom von-
ken, open vuur, sigaretten e.d. uit
de
buurt van de accu en zorg voor
voldoende ventilatie bij acculaden
in een afgesloten ruimte.
Zorg dat geen elektrolyt wordt ge-
morst op de aandrijfketting. Deze
raakt hierdoor aangetast, wat de le-
vensduur reduceert en tot ongeval-
len kan leiden.
HOUD DEZE EN ALLE ACCU’S BUI-
TEN BEREIK VAN KINDEREN.
Om het elektrolytniveau te controleren
1. Zet de machine op een vlakke onder-
grond en houd deze rechtop.OPMERKINGZorg dat de machine rechtop staat bij het
controleren van het elektrolytniveau.2. Controleer het elektrolytniveau in de
accu.OPMERKINGHet elektrolytniveau moet tussen de merk-
strepen voor minimum- en maximumniveau
staan.
U5D7D4D0.book Page 29 Monday, July 7, 2014 4:16 PM
Page 71 of 94

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-30
6
3. Als de elektrolyt bij of beneden de
merkstreep voor minimumniveau
staat, vul dan gedistilleerd water bij tot
de merkstreep voor maximumniveau.
LET OP: Gebruik uitsluitend gedis-
tilleerd water, aangezien kraanwa-
ter mineralen bevat die schadelijk
zijn voor de accu.
[DCA10612]
4. Controleer de aansluitingen van de
accukabels, zet ze indien nodig vast
en corrigeer de ligging van de ontluch-
tingsslang.
Om de accu op te bergen
1. Verwijder de accu als de machine lan-
ger dan een maand niet wordt ge-
bruikt, laad de accu volledig bij en zet
deze dan weg op een koele en drogeplek. LET OP: Draai voordat u de
accu verwijdert de sleutel naar
“OFF” en haal dan eerst de negatie-
ve kabel en daarna de positieve ka-
bel los.
[DCA16303]
2. Als de accu langer dan twee maanden
wordt opgeborgen, moet het soortelijk
gewicht van de elektrolyt minstens
eens per maand worden gecontro-
leerd; laad de accu dan indien nodig
steeds volledig bij.
3. Laad de accu volledig bij alvorens te
installeren. LET OP: Draai voordat u
de accu plaatst de sleutel naar
“OFF” en sluit vervolgens eerst de
positieve kabel en daarna de nega-
tieve kabel aan.
[DCA16841]
4. Controleer na installatie of de accuka-
bels correct zijn aangesloten op de
accupolen en kijk of de ontluchtings-
slang de juiste ligging heeft, in goede
conditie verkeert en niet verstopt of af-
gekneld is. LET OP: Als het ontluch-
tingsslangetje zo wordt geplaatst
dat het frame wordt blootgesteld
aan elektrolyt of gas uit de accu,
kan externe en structurele schade
aan het frame ontstaan.
[DCA10602]DAUM3460
De zekeringen vervangenDe zekeringenkastjes met de zekeringen
voor afzonderlijke circuits bevinden zich
onder het bestuurderszadel. (Zie pagina
3-17.)
Vervang een zekering voor de afzonderlijke
circuits als volgt als deze is doorgebrand.
1. Draai de contactsleutel naar “OFF” en
schakel het betreffende elektrische
circuit uit.
2. Verwijder de doorgebrande zekering
en breng een nieuwe zekering met de
voorgeschreven ampèrewaarde aan.
WAARSCHUWING! Gebruik geen
zekeringen met een hogere ampe-
rage dan aanbevolen om ernstige
schade aan het elektrische systeem
en mogelijk brand te voorkomen.
[DWA15132]
1. Merkstreep maximumniveau
2. Merkstreep minimumniveau1
2
+
UPPER
LOWER
ZAUM0106
1. ZekeringenkastjeZAUM1188
U5D7D4D0.book Page 30 Monday, July 7, 2014 4:16 PM
Page 72 of 94

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-31
6
OPMERKINGDe boordgereedschapsset bevat een zeke-
ringentang. Gebruik de tang om een zeke-
ring te verwijderen en te plaatsen.MT125MT125A
3. Draai de contactsleutel naar “ON” en
schakel het betreffende elektrische
circuit in om te zien of de apparatuur
werkt.
4. Als de zekering direct opnieuw door-
brandt, vraag dan een Yamaha dealer
het elektrisch systeem te controleren.1. Koplampzekering
2. Zekering signaleringssysteem
3. Zekering ontstekingssysteem
4. Zekering radiatorkoelvinmotor
5. Hoofdzekering
6. Backup-zekering
7. ReservezekeringZAUM1189
10
10
15
7.5
5
20
7.5 7.5
15 20
5
7
1
2
3
45
6
1. Koplampzekering
2. Zekering signaleringssysteem
3. Zekering ontstekingssysteem
4. Zekering radiatorkoelvinmotor
5. Hoofdzekering
6. Zekering ABS-regeleenheid
7. Reservezekering
8. Backup-zekering
9. Zekering van de ABS-solenoïdeklep
10.Zekering ABS-motorZAUM1231
1030
30
20
7
8
9
10
10
15
7.5
20
7.5 7.5
15
5 20
5
7
1
2
3
45
6
Voorgeschreven zekeringen:
Hoofdzekering:
20.0 A
Zekering ontstekingssysteem:
7.5 A
Zekering signaleringssysteem:
7.5 A
Koplampzekering:
15.0 A
Zekering radiatorkoelvin:
5.0 A
Zekering ABS-regeleenheid:
MT125A 10.0 A
Zekering ABS-motor:
MT125A 30.0 A
Zekering van de ABS-solenoïde-
klep:
MT125A 20.0 A
Backup-zekering:
10.0 A
U5D7D4D0.book Page 31 Monday, July 7, 2014 4:16 PM