Page 89 of 104

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-40
6
2. Breng de aandrijfketting aan op hetachtertandwiel.
3. Breng de stelplaat van de spanning van de aandrijfketting, de onderle-
gring en de wielasmoer aan.
4. Laat het achterwiel tot op de grond zakken en klap daarna de zijstandaard
omlaag.
5. Stel de spanning van de aandrijfket- ting af. (Zie pagina 6-22.)
6. Draai de wielasmoer vast en zet daar-
na de borgmoeren vast met de voor-
geschreven aanhaalmomenten.
DAU25872
Prob lemen oplossenYamaha motorfietsen ondergaan een gron-
dige inspectie voordat ze vanaf de fabriek
op transport gaan, maar tijdens gebruik
kunnen toch storingen optreden. Proble-
men in de brandstof-, compressie- of ont-
stekingssystemen kunnen bijvoorbeeld de
oorzaak zijn van slecht starten of een afna-
me in motorvermogen.
In de volgende storingzoekschema’s is een
snelle en gemakkelijke werkwijze weerge-
geven om deze vitale systemen zelf te kun-
nen controleren. Ga met uw motorfiets
echter wel naar een Yamaha dealer als re-
paraties nodig zijn, hier zijn vakkundige
monteurs aanwezig die beschikken over
het benodigde gereedschap en de ervaring
en vakkennis om het nodige onderhoud
aan de motorfiets correct te verrichten.
Gebruik uitsluitend originele Yamaha ver-
vangingsonderdelen. Niet-originele onder-
delen lijken misschien op Yamaha
onderdelen maar zijn toch vaak van minde-
re kwaliteit en hebben een kortere levens-
duur, zodat dan later mogelijk toch dure
reparaties nodig zijn.
WAARSCHUWING
DWA15142
Rook niet tij dens het controleren van het
b ran dstofsysteem en let erop d at er
g een open vuur of vonken in d e omge-
vin g zijn, inclusief waakvlammen van
g eisers of ovens. Benzine en benzine-
d ampen kunnen vlam vatten of explo de-
ren, met ernsti g letsel of scha de aan
ei gen dommen tot g evolg.
1. Kettingspanner
2. PijltekenAanhaalmomenten:
Wielasmoer:105 Nm (10.5 m·kgf, 76 ft·lbf)
Borgmoer: 16 Nm (1.6 m·kgf, 12 ft·lbf)
2
1
U1WSD2D0.book Page 40 Friday, October 3, 2014 1:09 PM
Page 90 of 104

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-41
6
DAU42365
Storingzoekschema’sStartpro blemen of slechte werkin g van de motor
Controleer het
brandstofniveau in de
brandstoftank.1. Brandstof
Er is voldoende brandstof aanwezig.
Er is geen brandstof aanwezig.
Controleer de accu.
Vul brandstof bij.
De motor start niet.
Controleer de accu.
Bedien de elektrische
startknop.4. Compressie
Er is compressie.
Er is geen compressie.
Verwijder de bougies en
controleer de elektroden.3. Ontsteking
Schoonvegen met een droge doek. Stel de
elektrodenafstand van de bougies af of vervang de bougies. Vraag een Yamaha dealer de machine te controleren.
Vraag een Yamaha dealer de machine te controleren.
De motor start niet.
Controleer de compressie.
De motor start niet.
Vraag een Yamaha dealer de machine te controleren.
De motor start niet.
Controleer de ontsteking.
Bedien de elektrische
startknop.2. Accu
De motor draait snel rond.
De motor draait langzaam rond.
De accu is in orde.Controleer de aansluitingen van de
accukabels en vraag indien nodig een
Yamaha dealer om de accu te laden.
DroogNat
Bedien de elektrische startknop.
U1WSD2D0.book Page 41 Friday, October 3, 2014 1:09 PM
Page 91 of 104

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-42
6
Oververhitte motor
WAARSCHUWING
DWA10401
Verwij der de koelvloeistofra diatorvuld op niet terwijl de motor en de koelvloeistofra diator no g heet zijn. Hete vloeistof en
stoom kan naar buiten spuiten en zo ernsti ge bran dwon den veroorzaken. Wacht tot de motor is af gekoel d.
Bren g na verwij deren van de bor gbout voor d e radiatorvul dop een d ikke doek, bijvoor beel d een han ddoek, aan over d e ra-
d iatorvul dop en d raai deze dan lan gzaam linksom te gen de aansla g zo dat de no g aanwezi ge druk kan ontsnappen. Druk
d e dop omlaa g zo dra
het sis gelui d stopt en d raai deze linksom en verwijd er de dop.
OPMERKINGAls geen koelvloeistof beschikbaar is, kan tijdelijk leidingwater worden gebruikt, maar dit moet wel zo snel mogelijk door de voorgeschre-
ven koelvloeistof worden vervangen.
Wacht tot de
motor is afgekoeld.
Controleer het
koelvloeistofniveau in het
reservoir en in de radiator.
Het koelvloeistofniveau is
in orde.
Het koelvloeistofniveau is
laag. Controleer het
koelsysteem op lekkage.
Vraag een Yamaha dealer het
koelsysteem te controleren en te
repareren.Vul koelvloeistof bij.
(Zie OPMERKING.)
Start de motor. Vraag een Yamaha dealer het koelsysteem
te controleren en te repareren als de motor opnieuw
oververhit raakt.
Er is lekkage.
Er is geen
lekkage.
U1WSD2D0.book Page 42 Friday, October 3, 2014 1:09 PM
Page 92 of 104

VERZORGING EN STALLING VAN DE MOTORFIETS
7-1
7
DAU37834
Matkleur, let opLET OP
DCA15193
Sommige mo dellen zijn uit gerust met
matkleuri ge on der delen. Raa dplee g een
Yamaha dealer voor a dvies over wat
voor prod ucten geb ruikt moeten wor den
om het voertui g te reini gen. Het g eb ruik
van een b orsteltje, chemische pro duc-
ten of reini gin gsmi ddelen tij dens het rei-
ni gen van d eze onder delen kan het
oppervlak bekrassen of beschad ig en.
Ook was moet niet word en aangeb racht
op een van de matkleuri ge on der delen.
DAU26015
Verzor gin gDe open constructie van een motorfiets
maakt de fraaie techniek beter zichtbaar,
maar de machine is hierdoor ook kwets-
baarder. Er kan roestvorming en corrosie
optreden, ook al zijn hoogwaardige com-
ponenten gebruikt. Een roestige uitlaatpijp
valt bij een auto niet zo op, maar doet bij
een motorfiets afbreuk aan het algehele ui-
terlijk. Regelmatige en correcte verzorging
is niet alleen vereist volgens de garantiebe-
palingen, maar zorgt ook dat de motorfiets
er langer mooi uit blijft zien, verlengt de le-
vensduur en verbetert de prestaties.
Alvorens te reini gen
1. Dek de uitlaatdemperopening af met
een plastic zak nadat de motor is af-
gekoeld.
2. Controleer of alle doppen en afdek-
pluggen, ook de bougiedoppen, en
alle elektrische stekkers en aansluitin-
gen stevig zijn bevestigd.
3. Verwijder hardnekkige vervuiling, zo- als verbrande olie op het carter, met
een ontvetter en een borstel, maar ge-
bruik dergelijke producten nooit op af-
dichtingen, pakkingen, tandwielen, de
aandrijfketting en de wielassen. Spoel
vuil en ontvetter altijd af met water. Reini
gen
LET OP
DCA10773
Vermij d het g eb ruik van sterke en
b ijten de wielreini gin gsmi ddelen,
vooral bij spaakwielen. Als der gelij-
ke pro ducten toch wor den geb ruikt
om har dnekki g vuil los te maken,
laat het reini gin gsmi ddel dan niet
lan ger inwerken dan is vermel d in
d e geb ruiksinstructies. Spoel ver-
vol gens gron dig na met water, laat
d irect dro gen en bren g d aarna een
corrosieweren de spray aan.
Bij verkeer d reini gen kunnen kunst-
stof delen (zoals stroomlijnpanelen,
framepanelen, kuipruiten, kop-
lamplenzen, lenzen van d e instru-
mentenverlichtin g enz.) en de
ui
tlaatd empers bescha digd raken.
Ge bruik alleen een zachte, schone
d oek of een spons met water om
kunststof delen te reini gen. Als d e
kunststof delen met water niet af-
d oen de kunnen wor den gereini gd,
kan een mil d reini gin gsmi ddel met
water wor den geb ruikt. Spoel reini-
g in gsmi ddelresten zor gvul dig af
met grote hoeveelhed en water,
aan gezien ze de kunststof delen
kunnen beschad ig en.
U1WSD2D0.book Page 1 Friday, October 3, 2014 1:09 PM
Page 93 of 104

VERZORGING EN STALLING VAN DE MOTORFIETS
7-2
7
Gebruik geen bijten de chemische
reini gin gsmi ddelen op kunststof
d elen. Vermijd het geb ruik van d oe-
ken of sponzen d ie in contact zijn
g eweest met bijten de of schuren de
reini gin gsmi ddelen, oplosmi ddelen
of thinner, b randstof ( benzine),
roestverwij derin gsmi ddelen of cor-
rosieremmers, remvloeistof, anti-
vries of elektrolyt.
Gebruik geen ho ged rukreini gers of
stoomreini gers, om dat dan op de
vol gen de plaatsen water kan door-
d rin gen en zo scha de kan ontstaan:
af dichtin gen (van wiel- en achter-
b ru gla ge
rs, voorvork en remmen),
elektrische componenten (ka bel-
stekkers, messtekkers, instrumen-
ten, schakelaars en verlichtin g),
b eluchting s- en ontluchtin gsslan-
g en.
Bij motorfietsen met een kuipruit:
Gebruik geen bijten de reini gin gs-
mi ddelen of har de sponzen, deze
veroorzaken dofhei d en laten kras-
jes achter. Sommi ge reini gin gsmi d-
d elen voor kunststof laten
eveneens krasjes achter op de
kuipruit. Test het pro duct op een
klein, niet-zicht baar ged eelte van
d e kuipruit om zeker te zijn dat g
een sporen achter blijven op d e
kuipruit. Als de kuipruit krasjes ver-
toont, bren g d an na wassen een
hoo gwaar dig e polish voor g eb ruik
op ku
nststof aan.
Na normaal gebruikVerwijder vuil met warm water, een mild rei-
nigingsmiddel en een zachte, schone
spons en spoel dan grondig met schoon
water. Gebruik een tandenborstel of fles-
senborstel voor moeilijk bereikbare plek-
ken. Hardnekkig vastzittend vuil en
insectenresten laten gemakkelijker los als
de bewuste plek alvorens te reinigen een
paar minuten met een vochtige doek wordt
bedekt.
Na rijden in regen, aan de kust of op bepe-kelde wegenZeelucht en wegenzout waarmee wegen in
de winter worden bestrooid hebben in
combinatie met water een zeer corrosieve
werking; handel daarom als volgt na een rit
in een regenbui, nabij de kust of op bepe-
kelde wegen.OPMERKINGIn de winter gestrooid wegenzout kan nog
tot in de lente aanwezig blijven.
1. Reinig de motorfiets met koud water
en een mild reinigingsmiddel nadat de
motor is afgekoeld. LET OP: Gebruik
g een warm water, dit versnelt de
corrosieve werkin g van het zout.
[DCA10792]
2. Breng met een spuitbus een corrosie-
werend middel aan op alle metalen
delen, ook op verchroomde en vernik-
kelde componenten, om zo corrosie
te voorkomen.
Na reini gin g
1. Droog de motorfiets met een zeemle- ren lap of een vochtabsorberende
doek.
2. Laat de aandrijfketting direct drogen en smeer hem om roestvorming te
voorkomen.
3. Gebruik een chroompolish om ver- chroomde, aluminium en roestvrijsta-
len delen te doen glanzen, ook het
uitlaatsysteem. (Zelfs thermische ver-
kleuringen op roestvrijstalen uitlaatsy-
stemen kunnen door oppoetsen
worden verwijderd.)
4. Het is aan te bevelen om met een
spuitbus een corrosiewerend middel
aan te brengen op alle metalen delen,
U1WSD2D0.book Page 2 Friday, October 3, 2014 1:09 PM
Page 94 of 104

VERZORGING EN STALLING VAN DE MOTORFIETS
7-3
7
ook op verchroomde en vernikkelde
componenten, om zo corrosie te voor-
komen.
5. Gebruik oliespray als universeel schoonmaakmiddel om nog achter-
gebleven vuil te verwijderen.
6. Werk kleine lakbeschadigingen door steenslag e.d. bij.
7. Zet alle gelakte oppervlakken in de was.
8. Laat de motorfiets volledig drogen al-
vorens deze te stallen of af te dekken.WAARSCHUWING
DWA11132
Verontreini gin g van d e remmen of ban-
d en kan lei den tot verlies van de controle
over de machine.
Controleer of er g een olie of was op
d e remmen of ban den zit.
Reini g d e remschijven en remvoe-
rin gen in dien no dig met een norma-
le remschijfreini ger of aceton en
spoel de ban den schoon met lauw
water en een mil d reini gin gsmi ddel.
Test de remwerkin g en het wegge-
d ra g van d e machine in bochten
voor dat u met ho ge snelhed en gaat
rij den.
LET OP
DCA10801
Bren g een g eringe hoeveelhei d
oliespray en was aan en verwijd er
overtolli ge hoeveelhed en.
Bren g oliespray of was nooit aan op
ru bber of kunststof d elen, behan del
d eze met een d aartoe bestem d ver-
zor gin gsmi ddel.
Vermij d het g eb ruik van schuren de
poetsmi ddelen, deze tasten d e lak
aan.OPMERKING Vraag een Yamaha dealer om advies
over de te gebruiken producten.
Door wassen, regenachtig weer of een
vochtig klimaat kan de koplamplens
beslagen raken. Inschakelen van de
koplamp gedurende een korte periode
zal helpen bij de verwijdering van het
vocht.
DAU26183
Stallin gKorte termijn
Stal uw motorfiets steeds op een koele en
droge plek en bescherm indien nodig tegen
stof met een luchtdoorlatende stallinghoes.
Zorg ervoor dat de motor en het uitlaatsy-
steem zijn afgekoeld alvorens de motorfiets
af te dekken.LET OP
DCA10811
Als de motorfiets wor dt gestal d in
een slecht geventileer de ruimte of
in vochti ge toestan d wor dt af ge-
d ekt met een hoes of een dekzeil,
zal water en vocht kunnen binnen-
d rin gen en roestvormin g veroorza-
ken.
Voorkom corrosie door de machine
niet te stallen in een vochti ge kel-
d er, een stal (i.v.m. de aanwezi g-
hei d van ammoniak damp) en in een
opsla gruimte voor sterke chemica-
liën.Lang e termijn
Alvorens uw motorfiets gedurende meer-
dere maanden aaneen te stallen: 1. Volg alle instructies op in de paragraaf “Verzorging” in dit hoofdstuk.
U1WSD2D0.book Page 3 Friday, October 3, 2014 1:09 PM
Page 95 of 104

VERZORGING EN STALLING VAN DE MOTORFIETS
7-4
7
2. Vul de brandstoftank en voeg een sta-bilisatoradditief (indien verkrijgbaar)
toe om roestvorming in de tank en
achteruitgang van de brandstof te
voorkomen.
3. Voer de volgende stappen uit om de cilinders, de zuigerveren etc. te be-
schermen tegen corrosie.a. Verwijder de bougiedoppen en de bougies.
b. Giet een theelepel motorolie in elk
bougiegat.
c. Breng de bougiedoppen aan op de bougies en leg dan de bougies
zodanig op de cilinderkop dat de
elektroden aan massa liggen. (Dit
voorkomt vonken tijdens de vol-
gende stap.)
d. Laat de motor een paar keer rond- draaien op de startmotor. (De cilin-
derwanden worden zo geolied.)
WAARSCHUWING! Ver bin d de
b ou gie-elektro des met de mas-
sa bij het ron ddraaien van d e
motor om scha de of letsel d oor
vonkvormin g te voorkomen.
[DWA10952]
e. Haal de bougiedoppen los van de
bougies en breng dan de bougies
en de bougiedoppen weer aan. 4. Smeer alle bedieningskabels en
scharnierpunten van alle hendels en
pedalen en van de zijstandaard/mid-
denbok.
5. Controleer de bandenspanning, corri-
geer deze indien nodig en breng dan
de motorfiets omhoog, zodat beide
wielen los van de grond zijn. Een an-
dere mogelijkheid is de wielen elke
maand iets te draaien, zodat de ban-
den niet op één gedeelte sterker ach-
teruitgaan.
6. Dek de uitlaatdemper af met een plas- tic zak om te voorkomen dat vocht
kan binnendringen.
7. Verwijder de accu en laad deze volle- dig bij. Berg de accu op een koele en
droge plek op en laad deze eens per
maand bij. Berg de accu niet op een
overmatig koude of warme plek op
[onder 0 °C (30 °F) of boven 30 °C
(90 °F)]. Zie pagina 6-29 voor meer in-
formatie over het opbergen van de ac-
cu.
OPMERKINGVoer eventueel benodigde reparaties uit
voordat u uw motorfiets stalt.
U1WSD2D0.book Page 4 Friday, October 3, 2014 1:09 PM
Page 96 of 104

SPECIFICATIES
8-1
8
Afmetingen:Totale lengte:
2085 mm (82.1 in)
Totale breedte:
745 mm (29.3 in)
Totale hoogte: 1090 mm (42.9 in)
Zadelhoogte: 805 mm (31.7 in)
Wielbasis:
1400 mm (55.1 in)
Grondspeling: 140 mm (5.51 in)
Kleinste draaicirkel: 2694 mm (106.1 in)Gewicht:Rijklaar gewicht:MT07 179 kg (395 lb)
MT07A 182 kg (401 lb)Motor:Type motor:Vloeistofgekoeld, 4-takt, DOHC
Cilinderopstelling:
2-cilinder lijnmotor
Slagvolume: 689 cm3
Boring × slag:
80.0 × 68.6 mm (3.15 × 2.70 in)
Compressieverhouding:
11.5 : 1
Startsysteem: Elektrische startmotor
Smeersysteem: Wet sump
Motorolie:Aanbevolen merk:YAMALUBE
Type:
SAE 10W-30, 10W-40, 10W-50, 15W-40,
20W-40 of 20W-50
Aanbevolen kwaliteit motorolie: Type API service SG of hoger, JASO MA
norm
Hoeveelheid motorolie:
Zonder vervanging van oliefilterpatroon: 2.30 L (2.43 US qt, 2.02 Imp.qt)
Met vervanging van oliefilterpatroon:
2.60 L (2.75 US qt, 2.29 Imp.qt)Hoeveelhei d koelvloeistof:Koelvloeistofreservoir (tot aan de merkstreep
voor maximumniveau):
0.25 L (0.26 US qt, 0.22 Imp.qt)
Radiator (inclusief alle leidingen): 1.60 L (1.69 US qt, 1.41 Imp.qt)Luchtfilter:Luchtfilterelement:Papieren element met oliecoating
Bran dstof:Aanbevolen brandstof:
Loodvrije superbenzine (Gasohol (E10)
acceptabel)
Inhoud brandstoftank: 14 L (3.70 US gal, 3.08 Imp.gal)
Hoeveelheid reservebrandstof:
2.7 L (0.71 US gal, 0.59 Imp.gal)Bran dstofinjectie:Gasklephuis:
Het teken van identificatie: MT07 1WS1 00
MT07 (35 kW) 1WS2 20
MT07A 1WS1 00
MT07A (35 kW) 1WS2 20Bou gie(s):Fabrikant/model:
NGK/LMAR8A-9
Elektrodenafstand: 0.8–0.9 mm (0.031–0.035 in)Koppelin g:Type koppeling:
Nat, meervoudige plaatVersnellin gsb ak:Primaire reductieverhouding:
1.925 (77/40)
Eindoverbrenging:
Ketting
Secundaire reductieverhouding: 2.688 (43/16)
Type versnellingbak: Constant mesh, 6 versnellingen
Bediening:
Bediening met linkervoet
–20 –10 0 1020 30 40 50 C
10 30 50 70 90 110
0 130 F
SAE 10W-30
SAE 15W-40SAE 20W-40SAE 20W-50
SAE 10W-40SAE 10W-50
U1WSD2D0.book Page 1 Friday, October 3, 2014 1:09 PM