PortierenPortieren
2.4GEBRUIKERSHANDLEIDING MODEL S
Portiergrepen buitenzijde
Druk licht tegen een portiergreep en de portiergrepen komen automatisch naar buiten als er een sleutel binnen het bereik van de auto wordt geconstateerd.
Als de auto is uitgerust met het optionele Te c h - p a k k e t , k o m e n d e p o r t i e r g r e p e n automatisch naar buiten als u met de sleutel in uw bezit naar het bestuurdersportier loopt. Kies Controls > Settings > Auto-Present Handles > On op het touchscreen.
Tr e k a a n d e p o r t i e r g r e e p o m h e t p o r t i e r te openen.
De portiergrepen schuiven automatisch naar binnen als ze niet binnen één minuut na het uitschuiven gebruikt worden. De Model S is niet vergrendeld--druk op een portiergreep om deze weer naar buiten te laten komen. Een minuut na het sluiten van het laatste portier, als de auto gaat rijden en als u de auto vergrendelt, schuiven de grepen ook naar binnen.
OPMERKING: Als "Auto-Present Handles" is ingeschakeld zal de auto de aanwezigheid van een sleutel detecteren tot maximaal 24 uur na het verlaten van de auto. Als er niet binnen 24 uur een sleutel wordt waargenomen, komen de portiergrepen niet automatisch naar buiten, druk op de greep om ze naar buiten te laten komen. Deze instelling hoeft u niet opnieuw te doen. Als u de volgende keer wel binnen 24 uur met een sleutel de auto nadert, zullen de portiergrepen automatisch naar buiten komen.
Als een portier open is, gaat het controlelampje op het instrumentenpaneel branden. Op het scherm “Controls” van het touchscreen wordt aangegeven welk portier of de achterklep open is.
Portiergrepen binnenzijde
Tr e k d e p o r t i e r g r e e p a a n d e b i n n e n z i j d e n a a r utoe om het portier te openen.
OPMERKING: Gebruik de kindersloten om te voorkomen dat kinderen achterin de portieren van binnenuit openen, u kunt de kindersloten via het touchscreen (Controls > Settings > Child Protection Locks) inschakelen (zie blz 2.5).
Vergrendelen en ontgrendelen
van binnenuit
U kunt de portieren en de bagageruimte voor- en achterin via het touchscreen vergrendelen en ontgrendelen mits er een geldige sleutel in de auto is. Tik op Controls > Lock/Unlock. De actuele status van de sloten wordt aan de onderzijde op het instrumentenpaneel aangegeven.
OPMERKING: Als een portier of de voor- of achterklep nog open is als u de auto vergrendelt, wordt dit vergrendeld op het moment dat u het desbetreffende portier of achterklep sluit.
Portieren
OPENEN EN SLUITEN2.5
Kindersloten
De Model S is uitgerust met kindersloten op de achterportieren en de achterklep om te voorkomen dat kinderen deze van binnenuit openen. Het in- en uitschakelen van de kindersloten gebeurt via het touchscreen. Tik op Controls > Settings > Child Protection Locks.
OPMERKING: Gebruik de kindersloten altijd als er kinderen achterin worden meegenomen.
Drive-away vergrendeling
De Model S kan de portieren en de achterklep automatisch vergrendelen zodra u harder rijdt dan 8 km/h. Tik op Controls > Settings > Drive-Away Door Lock om deze functie in- en uit te schakelen.
Wa l k - aw a y ve r g r e n d e l i n g
Als de auto is uitgerust met het optionele Te c h - p a k k e t , k u n t u d e p o r t i e r e n e n d e bagageruimte voor- en achterin automatisch laten vergrendelen als u met de sleutel in uw bezit wegloopt van de auto.
Tik op Controls > Settings > Walk-Away Door Lock om deze functie in- en uit te schakelen.
OPMERKING: Als de walk-away vergrendeling is ingeschakeld en u ontgrendelt de auto met de sleutel, dan wordt de automatische vergrendeling uitgeschakeld tot u de sleutel gebruikt om de auto te vergrendelen. Zo kunt u de auto neerzetten zonder deze af te sluiten.
Ontgrendelen als batterij
afstandsbediening leeg is
Als de auto niet wordt ontgrendeld als u er naartoe loopt, of als u de toets op de sleutel indrukt, dan kan het zijn dat de batterij van de sleutel leeg is. Ook als dat het geval is, kunt u de auto toch ontgrendelen en er mee rijden.
Houd de sleutel aan de onderzijde bij de ruitenwisser aan passagierszijde, zoals in de afbeelding is aangegeven om de auto te ontgrendelen (en het alarm uit te schakelen).
Om met de auto te kunnen rijden, moet u de sleutel op de middenconsole, direct onder het 12V-stopcontact, plaatsen. Trap vervolgens op het rempedaal om de auto in te schakelen.
Kijk voor meer informatie over het vervangen van de batterij van de sleutel op blz 2.3.
OPMERKING: Als de auto op deze manier ontgrendeld wordt, wordt de walk-away vergrendeling uitgeschakeld. U moet de walk-away vergrendeling na het vervangen van de batterij in de sleutel handmatig opnieuw inschakelen.
Touchscreen - Bedieningsorganen
TOUCHSCREEN5.5
1.Close
Tik op het kruisje in de cirkel aan de linker bovenzijde om het venster te sluiten. U kunt het venster ook sluiten door ergens buiten het venster op het scherm te tikken.
2.Sunroof
Tik op dit icoon om de stand het het open dak (indien aanwezig) in te stellen (zie blz. 2.12).
3.Driving
•Suspension
Tik op dit icoon om, als de auto is uitgerust met actieve luchtvering, de hoogte van de auto handmatig aan te passen (zie blz. 5.12). U moet het rempedaal intrappen om de instelling van de vering te kunnen veranderen. Auto's met actieve luchtvering hebben een automatische niveauregeling die ook werkt als de auto is uitgeschakeld. Deze niveauregeling moet uitgeschakeld worden als de auto wordt opgetakeld of gesleept (zie blz. 7.26 en 9.3).
•Steering mode
Vo o r h e t i n s te l l e n va n d e k ra c h t wa a r m e e het stuurwiel verdraaid moet worden. Sport geeft een betere respons terwijl Comfort zorgt voor een lichtere besturing en extra gemak bij het inparkeren (zie blz. 4.3).
•Regenerative braking
Als het gaspedaal wordt losgelaten, zal de auto snelheid verliezen door het regeneratief remmen. De energie die daarbij wordt opgewekt, wordt gebruikt om de batterij weer op te laden. Selecteer Low om het remmende effect te beperken, dit gaat echter wel ten koste van de actieradius (zie blz. 4.25).
OPMERKING: Ongeacht de instellingen is de hoeveelheid energie die met regeneratief remmen wordt herwonnen kleiner als de batterij vol is, of als het heel heet of heel heet is (de extra energie wordt gebruikt om de batterij te koelen of te verwarmen).
•Tr a c t i o n C o n t r o l
Als de Traction Control wordt uitgeschakeld, verschijnt er een waarschuwing op het instrumentenpaneel. Het systeem wordt
aan het einde van elke rit automatisch weer ingeschakeld (zie blz. 4.26).
•Creep
Selecteer ON als u wilt dat de auto in stand D (Rijden) en R (Achteruit) kruipt als u het rempedaal loslaat (net als bij een conventionele automatische transmissie). Om deze instelling te kunnen veranderen moet de selectiehendel in stand P (Parkeren) staan.
4.Cold weather-pakket
Als de Model S is uitgerust met het optionele Cold Weather-pakket beschikt u over stoelverwarming en verwarmde ruitenwissers. U kunt de verwarming van de beide voorstoelen ook instellen via het bedieningspaneel van de airco aan de onderzijde van het touchscreen (zie blz. 5.8).
5.Tr i p s
Het bekijken en resetten van de dagteller (zie blz. 4.22).
6.Displays
Vo o r h e t h a n d m a t i g i n s t e l l e n va n d e lichtsterkte en het selecteren van dag- (lichte achtergrond) of nachtweergave (donkere achtergrond). Als het scherm op Auto staat, wisselt het touchscreen automatisch tussen dag- en nachtweergave waarbij de lichtsterkte afhankelijk is van de hoeveelheid licht.
7.E-Brake & Power Off
U kunt handmatig:
•De parkeerrem vastzetten en lossen (blz. 4.24).
•Uitschakelen (zie blz. 4.7)
•De Model S in Neutraal laten staan door de Tow-stand in te schakelen (zie blz. 9.3).
8.Doors & locks (zie blz. 2.4)
9.Control lights (zie blz. 4.13)
WA A R S C H U W I N G : K i j k n i e t n a a r het touchscreen onder het rijden. Dit vergroot de kans op een aanrijding. Alles wat van belang is tijdens het rijden wordt op het instrumentenpaneel weergegeven.
Touchscreen - Instellingen
TOUCHSCREEN5.7
1.Hier stelt u de voorkeuren van de geïnstalleerde apps instellen. Apps waarvan u de instellingen niet kunt instellen, worden in het grijs weergegeven.
2.Driver profiles (zie blz. 4.2)
3.Language & Units
Vo o r h e t i n s te l l e n va n d e we e rg ave va n :
•Taal: Voor het instellen van de taal waarin waarschuwingen, berichten en navigatie-aanwijzingen (indien van toepassing) worden weergegeven.
OPMERKING: Als u de taal verandert, zal het touchscreen even sluiten en opnieuw opstarten.
•Regio: Voor het selecteren van een regio voor het formaat van datum en (mm dd jj/dd-mm-jj, enz,) en de weergave van decimalen (5.123, 5,123 enz.).
•Afstand: Eenheden voor de actieradius (mijl of km), snelheidsmeter, energiegrafiek, dagteller en Google map zoekfuncties en navigatieroutes.
•Tijd: 12- of 24-uursnotatie.
•Te m p e r a t u u r : oF of oC.
•Laadeenheden: Weergave van energie (kWh) of afstand (mijl/km).
•Actieradius: Berekende actieradius (op basis van ECE R101) of Ideale actieradius (op basis van ideale omstandigheden zoals rijden met een constante snelheid van 89 km/h op een vlakke weg, zonder extra verbruikers (stoelverwarming, airconditioning enz.).
4.Ve h i c l e
•Drive-away vergrendeling: Als deze optie op ON staat, worden alle portieren vergrendeld als de auto een snelheid van meer dan 8 km/h bereikt (zie blz. 2.5).
•Walk-away vergrendeling: Als deze optie op ON staat, worden alle portieren vergrendeld als u van de auto wegloopt en de sleutel meeneemt (zie blz. 2.5). Alleen beschikbaar als de auto is uitgerust met het optionele Tech-pakket.
•Child-Protection Locks: A l s d e z e o p t i e o p ON staat, kunnen de achterportieren en de achterklep niet van binnenuit geopend worden.
•Auto-Present Handels: Als deze optie op ON staat komen de portiergrepen automatisch naar buiten als u met een afstandsbediening naar de auto loopt, ongeacht of de auto vergrendeld is of niet (zie blz. 2.4).
•Mirrors Auto-Tilt: Als deze optie op ON staat, kantelen de buitenspiegels automatisch omlaag bij het inschakelen van de achteruit (zie blz. 4.6). Alleen beschikbaar als de auto is uitgerust met het optionele Tech-pakket.
•Headlights After Exit Als deze optie op ON staat, blijven de koplampen nog 2 minuten na het verlaten van de auto branden of tot u de auto vergrendelt (zie blz. 4.16).
•Range mode: Als deze optie op ON staat, wordt het vermogen van de airconditioning beperkt om energie te besparen. De verwarming/airconditioning kan dan minder effectief zijn.
5.Safety & Security
Voor het in- of uitschakelen van veiligheidsfuncties:
•Passagiersairbag (zie blz. 3.17).
•Alarminstallatie en veiligheidsopties van de auto (zie blz. 5.25).
•To e g a n g o p a f s t a n d t o t m o b i e l e a p p s v a n Te s l a ( z i e b l z . 5 . 2 8 ) .
6.HomeLink
Gebruik HomeLink voor radiografisch werkende bediening van garagedeuren, verlichting of beveiligingssystemen (zie blz. 5.26).
WA A R S C H U W I N G : K i j k n i e t n a a r h e t touchscreen onder het rijden. Dit vergroot de kans op een aanrijding. Alles wat van belang is tijdens het rijden wordt op het instrumentenpaneel weergegeven.