101
Bipper_nl_Chap05_technologie_ed02-2014
GESPROKEN COMMANDO'S
De gesproken commando's zijn in drie niveaus te onderscheiden (niveau 1\
, 2 en 3).
W anneer een commando van niveau 1 wordt uitgesproken, komen de commando's van niveau 2 beschikbaar; door vervolgens
een commando van niveau 2
uit te spreken, komen de commando's van niveau 3 beschikbaar.
Instellingen / koppelen
Niveau 1Niveau 2Niveau 3 Acties
Settings
Adjust
Configure User data Activeren van het menu S
e TTINGS van het handsfree systeem.
Activeren van het menu US
e R DATA.
Delete users Wissen van de opgeslagen gegevens van alle gebruikers.
Delete contacts /
Delete directory /
Delete numbers Wissen van de gegevens in de contactenlijst.
Copy phone book /
Copy phonebook /
Copy numbers
k
opiëren van de contactenlijsten van uw mobiele telefoon naar
de handsfree set (beschikbaarheid functie afhankelijk van type
mobiele telefoon).
Add contacts
kopiëren van de contactpersonen van uw mobiele telefoon naar de handsf\
ree
set (beschikbaarheid functie afhankelijk van type mobiele telefoon).
Delete all Wissen van de opgeslagen gegevens en de telefoonindexen/
contactpersonen van alle opgeslagen telefoons, waarbij het
handsfree-systeem weer terugkeert naar de standaardinstellingen.
Pairing Activeren van de procedure voor het opslaan van een nieuwe
mobiele telefoon.
Advanced options Activeren van het menu ADVANC
e D OPTIONS.
TeCHNOlOGIe aan BOORD
Bluetooth handsfree systeem
5
102
Bipper_nl_Chap05_technologie_ed02-2014
De gesproken commando's zijn in drie niveaus te onderscheiden (niveau 1\
, 2 en 3).
W anneer een commando van niveau 1 wordt uitgesproken, komen de commando's van niveau 2 beschikbaar; door vervolgens
een commando van niveau 2
uit te spreken, komen de commando's van niveau 3 beschikbaar.
GESPROKEN COMMANDO'S
Mobiele
telefoon met handsfree functies
Niveau 1 Niveau 2Niveau 3 Acties
Dial/Dial a number One, Two, ..., Plus,
Star, Pound
Call / DialInvoeren van cijfers of symbolen om het telefoonnummer te kiezen.
Delete / Correct Wissen van de laatste groep ingevoerde cijfers.
Start over Wissen van alle groepen ingevoerde cijfers met de mogelijkheid om
een nieuw nummer in te voeren.
Repeat Herhalen van het ingevoerde en door het handfree-systeem
herkende nummer.
Cancel Annuleren van het kiezen van een nummer.
Doorschakelen van het gesprek naar het ingesproken nummer.
Call [ Naam ]Yes / No
Opbellen van de in de index van het systeem opgeslagen contactpersoon.
Mobile Opbellen van de contactpersoon met omschrijving als er meerdere
nummers in het systeem zijn opgeslagen.
Home
Work / Office
Redial Opbellen van de contactpersoon die u als laatste hebt gebeld.
Callback Opbellen van de contactpersoon die het laatst heeft gebeld.
Bluetooth handsfree systeem
105
Bipper_nl_Chap05_technologie_ed02-2014
GESPROKEN COMMANDO'S
Oplezen
sms-berichten
De gesproken commando's zijn in drie niveaus te onderscheiden (niveau 1\
, 2 en 3).
W anneer een commando van niveau 1 wordt uitgesproken, komen de commando's van niveau 2 beschikbaar; door vervolgens
een commando van niveau 2
uit te spreken, komen de commando's van niveau 3 beschikbaar.
Niveau 1 Niveau 2Niveau 3 Acties
Message reader/
Messages Messages received /
Received Activeren van het menu M
e SS. R e AD e R.
Toegang tot de lijst van ontvangen sms-berichten.
Read / read again Oplezen van het in de lijst geselecteerde sms-bericht.
CA
ll
Bellen van de afzender van het sms-bericht.
Delete Annuleren van het bellen van de afzender van het sms-bericht of
wissen van het sms-bericht dat wordt opgelezen.
Back / Next / N
e XT Verdergaan naar het volgende sms-bericht in de lijst.
Back / PR
e VIOUS Teruggaan naar het vorige sms-bericht in de lijst.
Read last / Read last message / Read message Oplezen van het laatst ontvangen sms-bericht.
Delete all / Delete messages / Delete Wissen van alle sms-berichten na bevestiging.
TeCHNOlOGIe aan BOORD
Bluetooth handsfree systeem
5
107
Bipper_nl_Chap05_technologie_ed02-2014
Het systeem kan audiobestanden in het
formaat .mp3, .wma en .wav en speellijsten
in het formaat .wpl afspelen.Selecteren van bestanden
DRAAGBARE AUDIOSPELER
Automatisch afspelen
USB-aansluiting Sluit het apparaat rechtstreeks of met
een geschikte kabel (niet bijgeleverd)
aan op de USB-aansluiting.
Als het contact aan staat: -
maakt het systeem verbinding met
de speler en wordt automatisch de
afspeellijst opgestart,
-
of begint het systeem automatisch met
afspelen als het hierop is ingesteld.
Selecteer anders een af te spelen
bestand via het menu. Activeer het hoofdmenu.
Selecteer achtereenvolgens
S
e TTINGS, M e DIA P l AY e R en
TRAC
k P l AY.
Bevestig.
Selecteer ON of R
e AD e R OFF.
Bevestig. Activeer het hoofdmenu.
Selecteer M
e DIA P l AY e R.
Bevestig.
Selecteer een van de volgende
selectiecriteria:
FO
l D e RS, ARTISTS, G e NR e S,
A
l BUMS, P l AY l ISTS, SHUFF le
(willekeurig afspelen van de
bestanden van de afspeellijst).
Zeg "
M
edia player" en vervolgens
"USB options" en kies daarna
"
Folders", "artists", ...
Met de functie
PLA
y ALL
kan de
volledige inhoud van een selectiecriterium
(folders, artists, ...) worden afgespeeld.
TeCHNOlOGIe aan BOORD
Bluetooth handsfree systeem
5
108
Bipper_nl_Chap05_technologie_ed02-2014
Weergeven van informatie over het bestandVorige bestand
Bevestig.
Onderbreken/hervatten van het afspelenVolgende bestand Wijzigen van de geluidsbron
Selecteer het bestand.
Begin met afspelen.
Deze functie kan uitsluitend via gesproken
commando's worden gebruikt. Indrukken:
-
binnen 3
seconden na het begin van het
afspelen: om het vorige bestand af te
spelen.
-
na 3
seconden: om terug te gaan naar het
begin van het huidige bestand.
"Previous".
Indrukken om naar het volgende
bestand te gaan.
"Next".
Zeg "Stop" om het afspelen te onderbreken
en " P
lay" om het afspelen te hervatten.
Indrukken om de audiobron
(radio, CD, media player)
te selecteren.
Indrukken om het afspelen te
onderbreken of te hervatten
Zeg "
T
rack info". Het gesproken commando
"
Play"
kan
alleen worden gebruikt als het afspelen
met het commando "
Stop"
was
onderbroken.
Bluetooth handsfree systeem
109
Bipper_nl_Chap05_technologie_ed02-2014
GESPROKEN COMMANDO'S
Draagbare audiospeler
Niveau 1Acties
Player / Multimedia player / Media player Activeren van het menu M
e DIA P l AY e R.
Play / Play the track / Play the multimedia file Beginnen met afspelen.
Stop / Stop music / Stop the multimedia file Onderbreken van het afspelen van het huidige bestand.
Next / Next track Naar het volgende menu of het volgende bestand.
Previous / Previous track / Back Naar het vorige menu of het vorige bestand.
Shuffle on / Random play on Activeren in willekeurige volgorde afspelen van de bestanden.
Shuffle off / Random order off Deactiveren in willekeurige volgorde afspelen van de bestanden.
Track repeat on / Repeat on / Repeat Activeren van het herhalen van bestanden.
Track repeat off / Repeat off Deactiveren van het herhalen van bestanden.
Now playing / Track information / What is playing / What is this? Weergeven van informatie over het bestand dat wordt afgespeeld.
USB media settings / USB settings Activeren van het menu Instellingen van de M
e DIA P l AY e R.
Activate automatic play Activeren van het automatisch afspelen als de draagbare speler
wordt aangesloten.
Deactivate automatic play Deactiveren van het automatisch afspelen als de draagbare speler
wordt aangesloten.
Shuffle / Any / Random Activeren in willekeurige volgorde afspelen van de bestanden.
De gesproken commando's zijn in drie niveaus te onderscheiden (niveau 1\
, 2
en 3).
Wanneer een commando van niveau 1 wordt uitgesproken, komen de commando's van niveau 2 beschikbaar; door vervolgens
een commando van niveau 2 uit te spreken, komen de commando's van niveau 3 beschikbaar.
TeCHNOlOGIe aan BOORD
Bluetooth handsfree systeem
5
11 8
Bipper_nl_Chap06_securite_ed02-2014
VEILIGHEIDSGORDELS VÓÓR
De voorstoelen zijn voorzien van
veiligheidsgordels met pyrotechnische
gordelspanners en gordelkrachtbegrenzers.
Vastmaken
Trek aan de gordel en steek de gesp in de
gordelsluiting.
Trek aan de gordel om de vergrendeling
van de gesp te controleren.
De heupgordel moet zo laag mogelijk op het
bekken worden gebracht. De schoudergordel
moet langs het holle gedeelte van de
schouder worden geplaatst.
Veiligheidsgordels met oprolautomaat
Deze zijn voorzien van een automatische
blokkeerinrichting die in werking treedt bij
een aanrijding of een noodstop.
Dankzij de toepassing van
veiligheidsgordels met gordelspanners en
gordelkrachtbegrenzers is de veiligheid
van de inzittenden bij frontale aanrijdingen
nog verder verbeterd. De gordelspanners
dienen om, afhankelijk van de kracht van de
aanrijding, de autogordels stevig tegen de
lichamen van de inzittenden te trekken.
De veiligheidsgordels met gordelspanners
werken alleen als het contact is aangezet.
De gordelkrachtbegrenzer beperkt de kracht
waarmee de gordel tegen het lichaam van
de inzittende getrokken wordt.
Waarschuwingslampje
veiligheidsgordel bestuurder
Als de bestuurder zijn veiligheidsgordel
niet heeft vastgemaakt, gaat
bij het starten van de motor het
waarschuwingslampje branden.
VEILIGHEIDSGORDELS ACHTER (COMBI)
De driezitsbank is voorzien van driepunts
veiligheidsgordels met oprolautomaat en
spankrachtbegrenzer.
De middelste zitplaats is voorzien van een
gordelgeleider en een oprolautomaat die zijn
bevestigd aan de rugleuning.
Als een veiligheidsgordel niet wordt
gebruikt, kunt u de gesp ervan
opbergen in de daarvoor bestemde
uitsparing in de zitting.
Als de bestuurder zijn veiligheidsgordel
niet heeft vastgemaakt, werkt de
START-stand van het Stop & Start-systeem
niet. In dat geval kan de motor alleen met de
sleutel worden gestart.
Veiligheidsgordels
11 9
Bipper_nl_Chap06_securite_ed02-2014
Gebruiksvoorschrift
De bestuurder moet ervan verzekerd zijn dat
alle passagiers op de juiste manier gebruik
maken van hun veiligheidsgordel.
Zorg ervoor dat alle inzittenden tijdens het
rijden hun veiligheidsgordel dragen, ook al
betreft het een korte rit.
De veiligheidsgordels zijn voorzien van een
oprolautomaat die ervoor zorgt dat de lengte
van de gordel automatisch wordt aangepast
aan uw lichaamsbouw. De gordel wordt
automatisch opgerold als deze niet wordt
gebruikt.
Controleer zowel voor en na het gebruik van
de gordel of deze goed is opgerold.
Controleer na het neerklappen of
verplaatsen van een stoel of de gordel goed
is opgerold en de gordelsluiting zich op de
juiste plaats bevindt.De gordelkrachtbegrenzer beperkt de kracht
waarmee de gordel tegen het lichaam
van de inzittenden getrokken wordt. De
gordelspanners en gordelkrachtbegrenzers
werken alleen als het contact is aangezet.
De oprolautomaten zijn voorzien van een
automatische blokkeerinrichting die in werking
treedt bij een aanrijding of een noodstop.
Als de gordelspanners
zijn geactiveerd, licht het
verklikkerlampje airbag op.
Raadpleeg het P
e UG e OT-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
De gordelspanners van de autogordels vóór
kunnen, afhankelijk van de aard en de kracht
van de aanrijding, onafhankelijk van de
airbags afgaan. De gordelspanners trekken
de veiligheidsgordels direct stevig tegen het
lichaam van de inzittenden.
Het afgaan van de gordelspanners gaat
gepaard met lichte onschadelijke rookvorming
en een geluid als gevolg van het activeren
van de pyrotechnische lading in het systeem. Voor een effectieve werking van de
veiligheidsgordel:
-
mag deze door niet meer dan één persoon
worden gedragen,
-
moet worden voorkomen dat de gordel
gedraaid raakt en moet de gordel in een
vloeiende beweging naar voren worden
getrokken,
-
dient deze strak om het lichaam te worden
gedragen.
De schoudergordel moet langs het holle gedeelte
van de schouder worden geplaatst.
De heupgordel moet zo laag mogelijk op het
bekken worden geplaatst.
Draai de gespen van de veiligheidsgordels niet
om; de gordels zijn dan niet voldoende effectief.
Als de zitplaatsen zijn voorzien van armsteunen,
moet de heupgordel altijd onder de armsteun door
worden geleid.
Controleer of de gordel goed is vastgemaakt door
even aan de riem te trekken. Voorschriften voor kinderen:
-
maak voor kinderen tot 12 jaar of kleiner
dan 1,50 m gebruik van een geschikt
kinderzitje.
-
laat nooit een kind op schoot zitten
tijdens het rijden. De veiligheidsgordel
mag door niet meer dan één persoon
gedragen worden.
Raadpleeg voor meer informatie over
kinderzitjes de rubriek "Veiligheid -
"
k inderen aan boord".
Vanwege de wettelijke veiligheidsvoorschriften
moeten werkzaamheden aan de
veiligheidsgordels worden uitgevoerd door
een gekwalificeerde werkplaats waarvan het
personeel over de noodzakelijke kennis beschikt
en die is voorzien van de geschikte apparatuur.
Het P
e UG e OT-netwerk voldoet aan deze eisen.
l
aat de veiligheidsgordels van uw auto regelmatig
(ook na een kleine aanrijding) controleren door het
PEUGEOT-netwerk of door een gekwalificeerde
werkplaats: de gordels mogen geen slijtagesporen
en scheuren vertonen en er mogen geen
wijzigingen aan de gordels zijn aangebracht.
Reinig de veiligheidsgordels met
zeepsop of een reinigingsmiddel voor
textiel, verkrijgbaar bij het P
e UG e OT-
netwerk.
6
VEILIGHEID
Veiligheidsgordels