Page 10 of 416
8
308_nl_Chap00b_aide-visuelle_ed01-2015
Alarmknipperlichten 195
Vergrendelen/ontgrendelen vanuit het interieur
6
8
Verlichting
181-187
Richtingaanwijzers
195
Instrumentenpaneel
1
2-13
Verklikkerlampjes
13-27
Meters
28-33
Opschakelindicator
1
30
PEUGEOT i- Cockpit
7
9
Stuurwiel verstellen
7
9
Claxon
19
6
Koplampverstelling
188
Opslaan van snelheden
1
39
Snelheidsbegrenzer
140-142
Snelheidsregelaar
143-145
Actieve snelheidsregelaar
1
46-153 Ruitenwissers
189-192
Boordcomputer
35-38
Cockpit (vervolg)
Boordcomputer 3
5-36, 38
Boordcomputer (Touchscreen) 3 7, 38
Datum/tijd instellen (Touchscreen)
4
6
Datum/tijd instellen (displays C, A, A zonder autoradio)
4
7- 49
Achteruitrijcamera
169
Weergave van de afstand in tijd tot de voorligger
1
54-157
Waarschuwing bij kans op aanrijding
1
58 -162
Automatisch noodremsysteem
1
61-162
Stop & Start-systeem
1
36 -138
Alarm
69-72
Visuele index
Page 14 of 416
12
308_nl_Chap01_controle-de-marche_ed01-2015
Instrumentenpaneel
1. Brandstofniveaumeter.
2. A naloge snelheidsmeter (km/h of mph).
3.
Motorolieniveaumeter.
4.
O
pschakelindicator.
I
ngeschakelde versnelling automatische
transmissie.
5.
D
igitale snelheidsmeter (km/h of mph).
6.
A
anwijzingen van de snelheidsregelaar of
de snelheidsbegrenzer. A. D
immer verlichting.
B. R esetten van de dagteller.
T
ijdelijk weergegeven informatie:
-
onderhoud,
-
ac
tieradius brandstofadditief.
7. O
nderhoudsindicator en vervolgens
kilometerteller (km of miles).
D
eze functies worden achtereenvolgend
weergegeven na het aanzetten van het
contact.
8.
D
agteller (km of miles).
9.
T
oerenteller (x 1000 t /min of rpm),
schaalverdeling afhankelijk van de
motoruitvoering (benzine of diesel).
10.
Koelvloeistoftemperatuurmeter.
Meters en displays Bedieningstoetsen
Controle tijdens het rijden
Page 16 of 416

14
308_nl_Chap01_controle-de-marche_ed01-2015
Verklikkerlampjes ingeschakelde functies
De volgende verklikkerlampjes op het instrumentenpaneel en/of op het display van het instrumentenpaneel geven aan dat de desbetreffende functie is ingeschakeld.
ControlelampjeStatusOorzaak Acties / Opmerkingen
Richtingaanwijzer
links knippert, met
geluidssignaal. Als u de lichtschakelaar omlaag
beweegt.
Richtingaanwijzer
rechts knippert, met
geluidssignaal. Als u de lichtschakelaar omhoog
beweegt.
Parkeerlichten permanent. De lichtschakelaar staat in de stand
"Parkeerlichten".
Dimlicht permanent. De lichtschakelaar staat in de stand
" D imlic ht ".
Grootlicht permanent. Als u de lichtschakelaar naar u toe
trekt. Trek aan de lichtschakelaar om terug te schakelen
naar dimlicht.
Mistlampen vóór permanent. De mistlampen vóór zijn
ingeschakeld. Draai de ring twee standen naar achteren om de
mistlampen vóór uit te schakelen.
Raadpleeg voor meer informatie over de lichtschakelaar de desbetreffende rubriek.
Controle tijdens het rijden
Page 19 of 416

17
308_nl_Chap01_controle-de-marche_ed01-2015
Verklikkerlampjes uitgeschakelde functies
De volgende verklikkerlampjes geven aan dat de desbetreffende functie handmatig is uitgeschakeld.
Soms klinkt er ook een geluidssignaal en verschijnt er een melding.Controlelampje StatusOorzaak Acties / Opmerkingen
Airbag vóór aan
passagierszijde permanent, op
het display van de
verklikkerlampjes voor
de veiligheidsgordels
en de airbag vóór aan
passagierszijde. De schakelaar op de zijkant van het
dashboard aan passagierszijde staat
in de stand "
OFF".
De airbag vóór aan passagierszijde is
uitgeschakeld.
U kunt een kinderzitje met
de rug in de rijrichting op de
voorpassagiersstoel plaatsen. Zet de schakelaar in de stand "
ON" om de airbag vóór
aan passagierszijde in te schakelen. Bevestig in dit
geval op deze zitplaats geen kinderzitje met de rug in
de rijrichting.
Elektronisch
stabiliteitsprogramma
( CDS/ASR )permanent. De toets is ingedrukt en het
verklikkerlampje brandt.
De functie CDS/ASR is
uitgeschakeld.
CDS: dynamische stabiliteitscontrole.
ASR: antislipregeling. Druk op de toets om de functie CDS/ASR in te
schakelen. Het verklikkerlampje dooft.
De functie CDS/ASR wordt automatisch ingeschakeld
als de motor wordt gestart.
Na uitschakelen van het systeem wordt het
automatisch opnieuw ingeschakeld bij snelheden
hoger dan ongeveer 50
km/h.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over de functie CDS/ASR.
1
Controle tijdens het rijden
Page 27 of 416
25
308_nl_Chap01_controle-de-marche_ed01-2015
Pictogram in het display
van het instrumentenpaneelStatusOorzaak Acties / Opmerkingen
Een of meer
portier en
geopend
permanent, in combinatie
met een melding die het
desbetreffende portier
aangeeft, bij een snelheid
lager dan 10
km/h.Een portier of de achterklep is niet
goed gesloten. Sluit het desbetreffende carrosseriedeel.
permanent, in combinatie
met een melding die
het desbetreffende
portier aangeeft en een
geluidssignaal, bij een
snelheid hoger dan
10
km/h.
1
Controle tijdens het rijden
Page 28 of 416

26
308_nl_Chap01_controle-de-marche_ed01-2015
Additief AdBlue®
(BlueHDi-
dieselmotor) permanent zodra het
contact is aangezet,
in combinatie met een
geluidssignaal en een
melding van het aantal
kilometers dat u nog
kunt rijden. De actieradius ligt tussen de 600
en
2400 km. Laat het AdBlue®-reservoir snel bijvullen: neem
contact op met het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats of vul zelf het reservoir bij.
Raadpleeg daarvoor de desbetreffende rubriek.
+ knippert, in combinatie
met het branden van
het verklikkerlampje
SERVICE, een
geluidssignaal en een
melding van het aantal
kilometers dat u nog
kunt rijden.De actieradius ligt tussen de 0
en
600
km. Laat het AdBlue
®-reservoir zo snel mogelijk bijvullen
om storingen te voorkomen : neem contact op
met het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats of vul zelf het reservoir bij. Raadpleeg
daarvoor de desbetreffende rubriek.
knippert, in combinatie
met het branden van
het verklikkerlampje
SERVICE, een
geluidssignaal en een
melding dat starten
niet is toegestaan. Het AdBlue
®-reservoir is leeg:
het starten van de motor wordt
geblokkeerd door het wettelijk
verplichte startblokkeringssysteem. Om de motor te kunnen starten moet
u het AdBlue®-
reservoir (laten) bijvullen: neem contact op met het
PEUGEOTnetwerk of een gekwalificeerde werkplaats
of vul zelf het reservoir bij. Raadpleeg daarvoor de
desbetreffende rubriek.
U moet het additiefreservoir bijvullen met minimaal
3,8
liter AdBlue
®.
Pictogram in het display van
het instrumentenpaneelStatus Oorzaak Acties / Opmerkingen
Controle tijdens het rijden
Page 29 of 416

27
308_nl_Chap01_controle-de-marche_ed01-2015
Pictogram in het display
van het instrumentenpaneelStatusOorzaak Acties / Opmerkingen
+
+
SCR-
emissieregelsysteem
(BlueHDi-
dieselmotor)permanent zodra het
contact is aangezet,
in combinatie met
het branden van het
verklikkerlampje SERVICE
en het verklikkerlampje
zelfdiagnose motor, een
geluidssignaal en een
melding. Er is een storing in het SCR-
emissieregelsysteem.
Deze waarschuwing verdwijnt zodra de uitstoot
van uitlaatgassen weer aan de normen voldoet.
knippert zodra het contact
is aangezet, in combinatie
met het branden van het
verklikkerlampje SERVICE
en het verklikkerlampje
zelfdiagnose motor, een
geluidssignaal en een
melding met betrekking tot
de actieradius. Na bevestiging van de storing in
het emissieregelsysteem kunt u
maximaal 1100
km afleggen voordat
het systeem het starten van de motor
blokkeert. Raadpleeg zo snel mogelijk h et PEU G EOT-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats om
storingen te voorkomen
.
knippert zodra het contact
is aangezet, in combinatie
met het branden van het
verklikkerlampje SERVICE
en het verklikkerlampje
zelfdiagnose motor, een
geluidssignaal en een
melding. U hebt de actieradius overschreden
die is toegestaan na de
bevestiging van de storing in het
emissieregelsysteem: het starten van
de motor wordt geblokkeerd door het
startblokkeringssysteem.
Neem verplicht
contact op met het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats om de
motor weer te kunnen starten.
1
Controle tijdens het rijden
Page 30 of 416

28
308_nl_Chap01_controle-de-marche_ed01-2015
Koelvloeistoftemperatuurmeter
Als bij draaiende motor de wijzer zich bevindt
in:
- zone A, is de temperatuur in orde,
-
zone B, is de temperatuur te
hoog. Het waarschuwingslampje
maximumtemperatuur en het
waarschuwingslampje STOP
gaan branden, in combinatie
met een geluidssignaal en een
waarschuwingsmelding op het display.
Stop zo snel mogelijk op een veilige plaats.
Wacht enkele minuten voordat u de motor
afzet.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats. De temperatuur en de druk in het koelcircuit
beginnen na enkele minuten rijden te stijgen.
Om koelvloeistof bij te vullen:
F
w
acht tot de motor is afgekoeld,
F
d
raai de dop iets los om de druk te laten
dalen,
F
v
erwijder vervolgens de dop,
F
v
ul bij tot aan het merkteken "MA XI".Wees voorzichtig bij het bijvullen
van de koelvloeistof: kans op
brandwonden. Vul niet bij tot boven het
maximumniveau (aangegeven op het
reservoir).
Meters
Controle tijdens het rijden