Page 4 of 240

.
.
Instrumentenpaneel 10
Verklikkerlampjes
11
Onderhoudsindicator
2
0
Kilometertellers
2
2
Datum en tijd instellen
2
3
Boordcomputer
24
Monochroom display C (Autoradio / Bluetooth)
2
6
Controle tijdens het rijdenOverzicht
Sleutel met afstandsbediening 3
0
Alarm
3
4
Portieren
36
Achterklep
37
Ruitbediening
39
Toegang tot de auto
Voor stoelen 40
Achterbank
42
Spiegels
43
Stuurwielverstelling
4
5
Ventilatie
46
Verwarming
48
Handbediende airconditioning (zonder display)
4
8
Elektronische airconditioning (met display)
5
0
Ontwasemen - Ontdooien voorzijde
5
3
Achterruitverwarming
54
Comfort
Rijadviezen 60
Starten - afzetten van de motor
6
1
Parkeerrem
64
Handgeschakelde versnellingsbak
6
5
Elektronisch gestuurde versnellingsbak
6
6
Automatische transmissie
7
0
Opschakelindicator
74
Snelheidsbegrenzer
75
Snelheidsregelaar
77
Parkeerhulp achter
7
9
Rijden
Lichtschakelaar 81
Koplampen verstellen
8
6
Ruitenwisserschakelaar
87
Plafonniers
89
Zicht
Eco-rijden
Indeling van het interieur 5
5
Voorzieningen bagageruimte
5
8
Indelingen
Inhoud
Page 5 of 240

.
.
Richtingaanwijzers 90
Alarmknipperlichten
90
Claxon
9
0
Bandenspanningscontrolesysteem
91
Hulpsystemen bij het remmen
9
4
Stabiliteitscontrolesystemen
95
Veiligheidsgordels
9
6
Airbags
9
9
Veiligheid
Kinderzitjes 103
Uitschakelen van de airbag vóór aan passagierszijde
106
ISOFIX-bevestigingen
1
12
Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
1
17
Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
Brandstoftank 118
Vulpistoolrestrictie (diesel)
1
19
Brandstoftank leeg (diesel)
1
21
Bandenreparatieset
122
Wiel verwisselen
1
28
Sneeuwkettingen
135
Een lamp vervangen
1
36
Zekering vervangen
1
42
12V- ac c u
1
47
Ec o - mode
150
Wisserbladen vervangen
1
51
Slepen van de auto
1
52
Trekken van een aanhanger
1
54
Sneeuwscherm(en)
1
56
Onderhoudstips
157
Accessoires
157
Matten
159
Allesdragers
160
Praktische informatie
Benzinemotoren 1 71
Gewichten (benzine)
1
72
Dieselmotor
173
Gewichten (diesel)
1
74
Afmetingen
175
Identificatie 176
Technische gegevens
Autoradio / Bluetooth 1 77
Autoradio
209
Audio en telematica
Visuele index Index
Onderhoud
Motorkap
162
Benzinemotoren
163
Dieselmotor
164
Niveaus controleren
1
65
Controles
1
69
Inhoud
Page 8 of 240
6
301_nl_Chap00b_vue-ensemble_ed01-2014
Cockpit
1. Schakelaars snelheidsregelaar/-begrenzer.
2. Hendel stuurwielverstelling.
3.
S
chakelaar verlichting en
richtingaanwijzers.
4.
I
nstrumentenpaneel.
5.
A
irbag bestuurder en claxon.
6.
A
ansteker / 12V-aansluiting.
USB-/Jack-aansluiting.
7.
S
chakelaar stoelverwarming.
8.
H
endel brandstofvulklep
Hendel ontgrendeling achterklep*.
9.
H
endel motorkapontgrendeling.
10.
Zekeringenkast.
11.
Koplampverstelling.
12 .
K
nop dynamische stabiliteitscontrole
(ESP/ASR)
K
nop openen achterklep*
V
erklikkerlampje alarm.
13.
B
ediening verstelling buitenspiegels.
14 .
V
erstelbaar en afsluitbaar
zijventilatierooster.
15.
Z
ijruitontwaseming vóór.
* Volgens uitvoering.
Overzicht
Page 9 of 240
7
301_nl_Chap00b_vue-ensemble_ed01-2014
Cockpit
1. Stuur- en contactslot.
2. Schakelaar ruitenwissers en
ruitensproeiers/boordcomputer.
3.
K
nop centrale vergrendeling /
ontgrendeling.
4.
O
pen opbergvak.
of
M
onochroom display C (Autoradio /
Bluetooth).
5.
M
iddelste verstelbare en afsluitbare
ventilatieroosters.
6.
Voorruitontwaseming.
7.
Passagiersairbag.
8.
Dashboardkastje
U
itschakeling passagiersairbag.
9.
S
chakelaar alarmknipperlichten.
10.
Autoradio.
11.
B
ediening verwarming / airconditioning.
12 .
A
sbak / bekerhouder.
13.
B
ediening elektrische ruitbediening.
14 .
Versnellingshendel.
15.
H
andrem.
.
Overzicht
Page 36 of 240

34
301_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2014
Dit systeem beveiligt uw auto tegen inbraak en
diefstal en bestaat uit een omtrekbeveiliging en
een automatische beveiliging.
Alarm
Omtrekbeveiliging
Dit systeem houdt de te openen
carrosseriedelen van de auto in de gaten.
Het alarm gaat af als iemand een portier, de
achterklep of de motorkap probeert te openen.
Automatische
beveiligingsfunctie
Dit systeem treedt in werking als iemand
probeert het alarm te saboteren.
Het alarm gaat af als iemand probeert
de accu, de bedieningseenheid of de
kabels van de sirene uit te schakelen of
te beschadigen.
Vergrendelen van de auto met
inschakelen van het alarm
Inschakelen
F Zet het contact af en verlaat de auto.F
D
ruk op de vergrendelknop van
de afstandsbediening.
De omtrekbeveiliging wordt 5
seconden nadat
de vergrendelknop van de afstandsbediening is
ingedrukt, geactiveerd.
Indien een portier of de achterklep niet goed is
gesloten, wordt de auto niet vergrendeld, maar
wordt het alarm wel ingeschakeld.
F
D
ruk op de ontgrendelknop van
de afstandsbediening.
Uitschakelen
Het alarm wordt uitgeschakeld; het
verklikkerlampje gaat uit.
Het alarm wordt geactiveerd: een
verklikkerlampje op de rij schakelaars
links van het stuur wiel zal één keer
per seconde knipperen.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats
alvorens wijzigingen aan het
alarmsysteem aan te brengen.
Toegang tot de auto
Page 37 of 240
35
301_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2014
Afgaan van het alarmVergrendelen van de auto zonder
het alarm in te schakelen
F Vergrendel de auto met de sleutel.
Storing afstandsbediening
Om de alarmsystemen uit te schakelen:
F
O
ntgrendel de auto met de sleutel.
F
O
pen het portier; het alarm gaat af.
F
Z
et het contact aan; het alarm stopt.
Storing
Als het alarm afgaat, treedt de sirene in
werking en knipperen de richtingaanwijzers
gedurende dertig seconden.
Als bij het aanzetten van het contact het
verklikkerlampje blijft branden, duidt dit op een
storing in het systeem.
Laat het systeem controleren door
het PEUGEOT-netwerk of door een
gekwalificeerde werkplaats.
Als het verklikkerlampje snel knippert
bij het ontgrendelen van de auto met
de afstandsbediening, is het alarm
tijdens uw afwezigheid afgegaan. Het
lampje stopt met knipperen als het
contact wordt aangezet.
2
Toegang tot de auto
Page 92 of 240

90
301_nl_Chap07_securite_ed01-2014
Richtingaanwijzers
Gebruik de richtingaanwijzers om een
verandering van rijrichting of rijstrook aan te
geven.
F
L
inks: duw de hendel helemaal omlaag, tot
voorbij de weerstand.
F
R
echts: duw de hendel helemaal omhoog,
tot voorbij de weerstand.
Drie keer knipperen
F Beweeg de schakelaar kort omhoog of omlaag, zonder deze door de
weerstand te drukken. De desbetreffende
richtingaanwijzers zullen drie keer
knipperen.
Alarmknipperlichten
Automatisch inschakelen
van de alarmknipperlichten
Bij een noodstop worden de
alarmknipperlichten, afhankelijk van de mate
van remvertraging, automatisch ingeschakeld.
Zodra er weer gas wordt gegeven gaan de
alarmknipperlichten uit.
F
U k
unt de alarmknipperlichten echter ook
uitschakelen door de knop in te drukken.
F
D
ruk deze knop in: de richtingaanwijzers
knipperen tegelijkertijd.
De alarmknipperlichten werken ook als het
contact is afgezet.
Claxon
F Druk op het middelste gedeelte van het stuurwiel.
Systeem om uw medeweggebruikers met een
geluidssignaal te waarschuwen voor direct
g eva a r.
Gebruik de alarmknipperlichten om het overige
verkeer te waarschuwen in het geval van file,
pech, slepen of een ongeval.
Veiligheid
Page 146 of 240
144
301_nl_Chap09_info-pratiques_ed01-2014
Zekeringen
dashboard
De zekeringkast bevindt zich aan de onderzijde
van het dashboard (linkerzijde).
Toegang tot de zekeringen
F Zie de paragraaf "Toegang tot het gereedschap".
ZekeringnummerStroomsterkteFuncties
F02 5
A Hoogteverstelling koplampen, diagnoseaansluiting,
bedieningspaneel airconditioning.
F09 5
A Alarm, alarm (montage achteraf).
F11 5
A Extra verwarming.
F13 5
A Parkeerhulp, parkeerhulp (montage achteraf).
F14 10
A Bedieningspaneel airconditioning.
F16 15
A Aansteker, 12V-aansluiting.
F17 15
A Autoradio, autoradio (montage achteraf).
F18 20
A Autoradio / Bluetooth, autoradio (montage achteraf).
F19 5
A Monochroom display C.
F23 5
A Plafonniers, kaartleeslampen.
F26 15
A Claxon.
F27 15
A Ruitensproeierpomp.
F28 5
A Stuurslot.
Overzicht zekeringen
Praktische informatie