Praktische informatie169
208_nl_Chap07_informations-pratiques_ed01-2016
Dit overzicht is een hulpmiddel bij het controleren
van de verschillende vloeistofniveaus, het
vervangen van bepaalde onderdelen en het
ontluchten van het brandstofcircuit.
Diesel
1. Reservoir ruitensproeiervloeistof.
2. Reservoir koelvloeistof.
3.
R
eservoir remvloeistof.
4.
A
ccu/zekeringen.
5.
Zekeringkast.
6.
Luchtfilter.
7.
Oliepeilstok.
8.
M
otorolie (bij)vullen.
9.
H
andopvoerpomp (volgens
motoruitvoering).
Het reservoir van het additief AdBlue
® bevindt
zich in de bagageruimte, onder het reservewiel.
Let bij werkzaamheden onder de
motorkap goed op, want bepaalde
delen van de motor kunnen zeer
heet zijn (kans op brandwonden) en
de koelventilator kan ieder moment
aanslaan (zelfs bij afgezet contact).
Niveaus controleren
Controleer de niveaus regelmatig en neem
de voor waarden zoals vermeld in het
onderhoudsschema van de fabrikant in acht.
Vul indien nodig bij, tenzij anders aangegeven.
Laat in het geval van een sterk gedaald
niveau het desbetreffende circuit controleren
door het PEUGEOT-netwerk of door een
gekwalificeerde werkplaats.
7
Praktische informatie
174
208_nl_Chap07_informations-pratiques_ed01-2016
BlueHDi
en additief AdBlue
®
Technologie SCR
AdBlue® is de merknaam van een vloeistof die
noodzakelijk is voor de goede werking van het
SCR-systeem.
Auto's met een BlueHDi-motor zijn voorzien
van een specifiek reservoir voor de AdBlue
®
met een inhoud van 17
liter .
Het AdBlue
®-reservoir kan worden bijgevuld
met bidons van 5 of 10 liter of flacons van
1,8 9
l.
De BlueHDi-technologie verlaagt de uitstoot
van NOx (stikstofoxide) met wel 90% dankzij
een systeem dat de NOx omzet in waterdamp
en stikstof met behulp van een specifieke SCR-
katalysator (Selective Catalytic Reduction).
Hiermee voldoet de auto aan de Euro
6 -emissienormen van de Europese Unie.
Deze normen zijn bedoeld om de uitstoot van
schadelijke stoffen door verbrandingsmotoren
te beperken.
De SCR-technologie van de BlueHDi-
dieselmotoren maakt gebruik van de inspuiting
van de vloeistof AdBlue
® in het uitlaatsysteem. Controleer of de houdbaarheidsdatum niet is
verstreken.
Lees de aanwijzingen op het etiket.
Als u zelf het AdBlue
®-reservoir wilt bijvullen,
zorg er dan voor dat u over de juiste vulslang
beschikt (al dan niet meegeleverd met de
b i d o n).
U kunt het reservoir natuurlijk ook laten
bijvullen door het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Praktische informatie175
208_nl_Chap07_informations-pratiques_ed01-2016
Praktische informatie
Als er voldoende AdBlue®-vloeistof in het
reservoir aanwezig is, wordt er geen informatie
weergegeven op het instrumentenpaneel.
Als echter een resterende actieradius van
2400
km (1500
mijl) wordt bereikt, wordt u
op verschillende manieren gewaarschuwd
(verklikkerlampje, melding, geluidssignaal).
Deze waarschuwingen worden steeds vaker
herhaald, naar gelang de actieradius afneemt,
tot ze permanent worden weergegeven.
Als het AdBlue
®-reservoir leeg is, kan de motor
niet meer worden gestart. Afhankelijk van de resterende actieradius
worden verschillende waarschuwingsniveaus
geactiveerd.
Elke keer dat een nieuwe grenswaarde van
de actieradius wordt bereikt, wordt u opnieuw
gewaarschuwd. Deze waarschuwingen worden
steeds vaker herhaald tot ze permanent worden
weergegeven.
-
D e eerste grenswaarde wordt bereikt bij
een resterende actieradius van 2400
km
(1500
mijl).
-
D
e tweede wordt bereikt bij een resterende
actieradius van 600
km (375 mijl).
Bij een resterende actieradius van 0
km kan de
motor na het afzetten niet meer worden gestart.
Actieradiusindicatoren
Wacht niet tot de waarschuwingen
steeds vaker worden herhaald, maar vul
het AdBlue
®-reservoir zo snel mogelijk
bij.
Actieradius
Druk op deze knop om de actieradius tijdelijk
weer te geven.
Met touchscreen:
Bij een actieradius van meer dan 5000
km
(3100
mijl) wordt geen getal weergegeven.-
s
electeer het menu
"Rijhulpsysteem",
-
se
lecteer "Diagnose",
-
s
electeer CHECK.
7
Praktische informatie
176
208_nl_Chap07_informations-pratiques_ed01-2016
Zodra het contact wordt aangezet, gaat
dit verklikkerlampje branden in combinatie
met een geluidssignaal en een melding
(bijvoorbeeld "Vul brandstofadditief bij: Starten
geblokkeerd binnen 1500 km") die aangeeft
hoeveel kilometer of mijl u nog kunt rijden met
de resterende hoeveelheid additief.
Tijdens het rijden wordt de melding elke
300
km weergegeven zolang er geen additief
is bijgevuld.
Neem contact op met het PEUGEOT-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats om het
additief AdBlue
® te laten bijvullen.
U kunt het bijvullen ook zelf uitvoeren.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over het bijvullen van het
additief AdBlue
®. Zodra het contact wordt aangezet, knippert
dit verklikkerlampje in combinatie met een
geluidssignaal en een melding (bijvoorbeeld
"Vul brandstofadditief bij: Starten geblokkeerd
binnen 600
km") die aangeeft hoeveel
kilometer of mijl u nog kunt rijden met de
resterende hoeveelheid additief.
Tijdens het rijden wordt de melding elke
30
seconden weergegeven zolang er geen
additief is bijgevuld.
Neem contact op met het PEUGEOT-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats om het
additief AdBlue
® te laten bijvullen.
U kunt het bijvullen ook zelf uitvoeren.
Als niet op tijd additief wordt bijgevuld, kan de
motor niet meer worden gestart.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer informatie over het bijvullen van het additief
AdBlue
®. Als het contact wordt aangezet, knippert
dit verklikkerlampje in combinatie met
een geluidssignaal en de melding " Vul
brandstofadditief bij: Starten geblokkeerd".
Het AdBlue
®-reservoir is leeg: het wettelijk
verplichte startblokkeringssysteem voorkomt
dat de motor opnieuw wordt gestart.
Actieradius tussen 600
en 2400
km
Actieradius tussen 0
en 600
km
Storing in verband met een te laag AdBlue®
-niveau
Om de motor weer opnieuw te kunnen
starten, raden wij u aan contact op te
nemen met het PEUGEOT-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats om de
benodigde hoeveelheid additief te laten
bijvullen.
Als u zelf additief bijvult, moet het
reservoir met minimaal 3,8
liter AdBlue
®
worden gevuld.
Praktische informatie
178
208_nl_Chap07_informations-pratiques_ed01-2016
Bijvullen
Als spatten van de vloeistof AdBlue op
u terecht zijn gekomen, spoel deze dan
onmiddellijk met koud water weg of veeg
ze af met een schone, vochtige doek.
Als het additief is gekristalliseerd,
ver wijder het dan met een spons en
warm water.
Voorschriften
Gebruik uitsluitend additief AdBlue® dat aan de
norm ISO 22241
voldoet.
Het additief AdBlue
® is een oplossing op
ureumbasis.
Deze vloeistof is onontvlambaar, kleurloos en
geurloos.
Bewaar de vloeistof op een koele plaats. Houd u na het vullen van het additiefreservoir
aan de volgende regels:
-
Zet het contact aan zonder de motor te starten.- Wacht 10 seconden alvorens de motor te
starten.
Voer de lege AdBlue
®-bidons/flacons
niet als huisvuil af.
Deponeer ze in de daartoe bestemde
containers of breng ze naar uw
verkooppunt. Controleer of de auto op een vlakke en
horizontale ondergrond staat.
Parkeren
F Zet het contact af en ver wijder de sleutel.
Als vloeistof is gemorst, veeg dan de omtrek
van de opening van de vulpijp met een vochtige
doek af.
Controleer 's winters of de
omgevingstemperatuur van de auto
hoger is dan -11°C. Als het kouder is,
bevriest het AdBlue
® waardoor u het
niet in het reservoir kunt gieten. Laat
uw auto enkele uren op een warmere
plaats staan en vul vervolgens het
reservoir bij.
Praktische informatie179
208_nl_Chap07_informations-pratiques_ed01-2016
Vullen
F Giet de inhoud van de flacon in het AdBlue®-reservoir van uw auto.
Belangrijk: als het AdBlue
®-
reservoir van uw auto helemaal leeg
is - dit wordt aangegeven door de
waarschuwingsmeldingen en u kunt in
dat geval de motor niet meer starten -
moet u het reservoir vullen met
minimaal 3,8
liter additief (twee flacons
van 1,89
liter).
Spoel gemorst additief onmiddellijk weg
met koud water of veeg het weg met
een vochtige doek.
Als het additief is gekristalliseerd, verwijder
het dan met een spons en warm water.
F Veeg met behulp van een vochtige doek eventuele vloeistofsporen van de rand van
de vulopening van het reservoir.
Sluiten
F Breng de blauwe dop aan op de vulopening van het reservoir en draai de dop een
zesde omwenteling rechtsom tot hij stuit.
F
B
reng de zwarte dop aan en draai hem
een kwart omwenteling rechtsom zonder
er druk op uit te oefenen. Zorg ervoor dat
het merkteken op de dop in lijn staat met
merkteken op de steun.
F
L
eg het reservewiel en/of de opbergbak
(volgens uitvoering) terug op de bodem van
de bagageruimte.
F
P
laats de vloerbekleding van de
bagageruimte terug en sluit de achterklep.
Toegang
F Til voor toegang tot het AdBlue®-reservoir
de vloerbekleding van de bagageruimte op
en verwijder vervolgens het reservewiel of
de opbergbak (volgens uitvoering).
Openen
F Draai de zwarte dop een kwart omwenteling linksom zonder er druk op uit
te oefenen en trek hem omhoog om hem te
verwijderen.
F
D
raai de blauwe dop een zesde
omwenteling linksom.
F
T
rek de knop omhoog om hem te
verwijderen.
7
Praktische informatie
180
208_nl_Chap07_informations-pratiques_ed01-2016
Belangrijk: als u additief hebt
bijgevuld nadat het reser voir leeg
is geraakt , aangegeven door de
melding " Vul brandstof- additief bij:
Starten verboden", dient u ongeveer
5
minuten te wachten voordat u het
contact weer aanzet, zonder het
bestuurderspor tier te openen, de
auto te ontgrendelen en de sleutel in
het contactslot te steken .
Zet vervolgens het contact aan en start
na 10
seconden wachten de motor.
Bewaar AdBlue
® buiten het bereik van
kinderen, in de originele flacon.
Als het AdBlue
® niet in de originele
flacon wordt bewaard, verliest het zijn
zuiverheid.
Verdun het additief nooit met water.
Giet nooit additief in de brandstoftank.
Bewaar de bidons/flacons AdBlue
® niet
in uw auto.
Voorschriften voor opslag
Het SCR-systeem is voorzien van een
verwarmingssysteem voor het AdBlue®-
reservoir zodat uw auto onder normale
omstandigheden kan functioneren.
In uitzonderlijke omstandigheden,
als de omgevingstemperatuur van de
auto bijvoorbeeld lange tijd lager is
geweest dan -15°C (5°F), kan door
bevriezing van het additief AdBlue
® een
storing in de emissieregeling worden
weergegeven.
Stal uw auto gedurende enkele uren in
een ruimte met een hogere temperatuur
tot het additief weer vloeibaar is.
De waarschuwing van de storing in het
emissieregelsysteem verdwijnt niet direct,
maar pas na enkele kilometers rijden.
Bevriezen van het additief
AdBlue®
AdBlue® bevriest bij temperaturen lager
dan ongeveer -11°C (12,2°F) en verliest
zijn kwaliteit bij temperaturen vanaf 25°C.
Het is raadzaam de bidons/flacons koel
en buiten direct zonlicht te bewaren.
Onder deze omstandigheden is het
additief ten minste één jaar houdbaar.
Additief dat bevroren is geweest, kan
weer worden gebruikt nadat het bij
kamertemperatuur is ontdooid.
Praktische informatie
Storingen verhelpen
214
208_nl_Chap08_cas-de-panne_ed01-2016
Bij auto's met dieselmotor is het in het geval
van een lege brandstoftank noodzakelijk om
het brandstofsysteem te ontluchten.
Raadpleeg voor alle uitvoeringen, uitgezonderd
die met een BlueHDi-motor, de afbeelding van
de desbetreffende motorruimte.
Brandstoftank leeg (diesel)
Raadpleeg de desbetreffende
rubriek voor meer informatie over de
dieseltankbeveiliging.
1.6 HDi-motor
(behalve BlueHDi)
F
V ul de brandstoftank met minimaal 5 liter
diesel.
F
O
pen de motorkap.
F
M
aak indien nodig de sierkap los om de
handopvoerpomp te kunnen bereiken.
F
B
edien de handopvoerpomp totdat er
weerstand wordt gevoeld (de eerste keer
indrukken kan zwaar zijn).
F
B
edien de startmotor om de motor te
starten (als de motor niet gelijk aanslaat,
wacht dan ongeveer 15
seconden en start
de motor opnieuw).
F
A
ls de motor na meerdere pogingen niet
aanslaat, bedien dan de handopvoerpomp
en vervolgens de startmotor opnieuw.
F
P
laats de sierkap terug en klem deze vast.
F
S
luit de motorkap.
Overige motoren
F Vul de brandstoftank met minimaal 5 liter
diesel.
F
O
pen de motorkap.
F
M
aak indien nodig de sierkap los om de
handopvoerpomp te kunnen bereiken.
F
B
edien de handopvoerpomp totdat er
weerstand wordt gevoeld (de eerste keer
indrukken kan zwaar zijn).
F
B
edien de startmotor om de motor te
starten (als de motor niet gelijk aanslaat,
wacht dan ongeveer 15
seconden en start
de motor opnieuw).
F
A
ls de motor na meerdere pogingen niet
aanslaat, bedien dan de handopvoerpomp
en vervolgens de startmotor opnieuw.
F
P
laats de sierkap terug en klem deze vast.
F
S
luit de motorkap.
BlueHDi-motor
F Vul de brandstoftank met minimaal 5 liter
diesel.
F
Z
et het contact aan (zonder de motor te
st a r te n).
F
W
acht ongeveer 6 seconden en zet het
contact af.
F
H
erhaal de handelingen 10
keer.
F
B
edien de startmotor om de motor te
starten. Als de motor niet direct aanslaat,
beëindig dan uw startpoging en herhaal
de procedure.