77
2008_nl_Chap04_amenagements_ed01-2015
Gevarendriehoek (opbergen)
Schakel voordat u uit de auto stapt om
de gevarendriehoek uit te vouwen en te
plaatsen de alarmknipperlichten in en
trek uw reflecterende veiligheidsvest
aan.
De opgevouwen gevarendriehoek (of de koker)
moet de volgende afmetingen hebben:
-
A : l
engte = 438 mm,
-
B : h
oogte = 56 mm,
-
C : b
reedte = 38 mm.Op de weg plaatsen van de
gevarendriehoek
F Plaats de gevarendriehoek achter de auto. Houd u hierbij aan de in het land geldende
wettelijke voorschriften.
Onder de voorstoel of onder de bekleding van de bagageruimte (volgens uitvoering) is plaats voor een opgevouwen gevarendriehoek, al dan niet in een
ko ke r.
De gevarendriehoek is leverbaar als
accessoire, raadpleeg het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Raadpleeg voor gebruik van de
gevarendriehoek de gebruiksaanwijzing
van de fabrikant.
4
Indelingen
128
2008_nl_Chap07_securite_ed01-2015
Richtingaanwijzers
F Links: duw de hendel helemaal omlaag.
F R echts: duw de hendel helemaal omhoog.
Drie keer knipperen
Beweeg de hendel iets omhoog of omlaag,
zonder het zware punt te passeren; de
desbetreffende richtingaanwijzers knipperen
vervolgens drie keer.
Wanneer de richtingaanwijzers na
meer dan 20
seconden nog niet zijn
uitgeschakeld, wordt bij een snelheid
van meer dan 60
km/h automatisch het
knippergeluid versterkt.
Alarmknipperlichten
F Druk deze knop in: de richtingaanwijzers knipperen tegelijkertijd.
De alarmknipperlichten werken ook als het
contact is afgezet.
Deze functie kunt u bij elke snelheid
gebruiken, maar komt vooral van pas bij
het wisselen van rijstrook op wegen met
meerdere rijstroken per rijbaan. Gebruik de alarmknipperlichten om het overige
verkeer te waarschuwen in het geval van file,
pech, slepen of een ongeval.
Automatisch inschakelen
van de alarmknipperlichten
Bij een noodstop worden de
alarmknipperlichten, afhankelijk van de mate
van remvertraging, automatisch ingeschakeld.
Zodra er weer gas wordt gegeven gaan de
alarmknipperlichten uit.
F
U k
unt de alarmknipperlichten echter ook
uitschakelen door de knop in te drukken.
Veiligheid
194
2008_nl_Chap09_info-pratiques_ed01-2015
Zekeringen dashboard
De zekeringkast bevindt zich aan de onderzijde
van het dashboard (linkerzijde).
Toegang tot de zekeringen
F Zie de paragraaf "Toegang tot het gereedschap".
ZekeringnummerStroomsterkteFuncties
F2 5
A Buitenspiegels, koplampen, diagnoseaansluiting.
F9 5
A Alarm.
F10 5
A
Afzonderlijke telematica-eenheid, servicecentrale trekhaakaansluiting.
F11 5 AElektrochromatische binnenspiegel, extra verwarming.
F13 5
AHifi-versterker, parkeerhulp.
F16 15
A12V-aansluiting vóór.
F17 15
AAutoradio, autoradio (montage achteraf).
F18 20
ATouchscreen.
Overzicht zekeringen
Praktische informatie
204
2008_nl_Chap09_info-pratiques_ed01-2015
Slepen van uw autoSlepen van een andere auto
F Maak het klepje in de voorbumper los door
het platte uiteinde van het sleepoog in de
gleuf aan de onderkant van het klepje te
steken.
F
D
raai het sleepoog vast tot de aanslag.
F
Be
vestig de sleepstang. F
M aak het klepje in de achterbumper los
door op de onderkant ervan te drukken.
F
D
raai het sleepoog vast tot de aanslag.
F
Be
vestig de sleepstang.
F
S
chakel de alarmknipperlichten van de
twee auto's in.
F
R
ijd voorzichtig weg en houd zowel
de snelheid als het af te leggen traject
beperkt.
F
Z
et de versnellingshendel in
de neutraalstand (stand N bij
de 2Tronic versnellingsbak of
automatische transmissie).
H
et niet opvolgen van dit voorschrift
kan er toe leiden dat bepaalde
componenten (remsysteem,
transmissie...) beschadigd raken
en dat de rembekrachtiger na het
starten mogelijk niet meer werkt.
F O ntgrendel de stuurinrichting door
de sleutel in het contact één stand te
verdraaien en zet de handrem vrij.
F
S
chakel de alarmknipperlichten van beide
auto's in.
F
R
ijd voorzichtig weg en houd zowel
de snelheid als het af te leggen traject
beperkt.
Praktische informatie
208
2008_nl_Chap09_info-pratiques_ed01-2015
Accessoires
Een ruime keuze aan accessoires en originele onderdelen wordt u aangeboden door het
PEUGEOT-netwerk.
Deze accessoires en onderdelen zijn volledig aangepast aan uw auto, zijn voorzien van een
artikelnummer en beschikken over de garantie van PEUGEOT.
Ombouwsets
Het is mogelijk om sets te bestellen genaamd
"Entreprise" voor het ombouwen van een
personenauto naar een bedrijfsauto.
"Comfort":
windgeleiders, zonneschermen opzij
en zonnescherm achter, aansteker,
bagagestoppers, kledinghanger voor
bevestiging aan de hoofdsteun, parkeerhulp
voor en achter, ...
"Transportoplossingen":
bak voor de bagageruimte, bagagenet,
allesdragers, fietsendrager voor bevestiging op
de trekhaak, fietsendrager voor bevestiging op de
allesdragers, skidrager, dakkoffer, trekhaken, ...*
O
m te voorkomen dat de pedalen blijven
hangen:
-
c
ontroleer of de mat goed op zijn plaats
ligt en goed is bevestigd,
-
l
eg nooit meerdere matten boven op
elkaar.
"Styling":
pookknop, lichtmetalen velgen, wieldoppen,
verchroomde buitenspiegelkappen, stylingsets
buitenspiegels, sierdoppen voor velgen en
stickersets voor de carrosserie...
"Veiligheid":
inbraakalarm, graveren van ruiten, wielbouten
met slot, zitverhogingen en kinderzitjes,
alcolholtest, verbandtrommel, gevarendriehoek,
veiligheidsvest, lokalisatiesysteem gestolen
auto, bandenreparatieset, sneeuwkettingen,
sneeuwsokken, mistlampen vóór, hondenrek, ...
"Bescherming":
matten*, stoelhoezen geschikt voor stoelen met
zij-airbags, spatlappen, portierdorpellijsten,
bumperbeschermlijsten, aluminium voetsteun, ...
De trekhaak moet door het PEUGEOT-
netwerk of door een gekwalificeerde
werkplaats worden gemonteerd.
Praktische informatie
232
2008_nl_Chap12a_BTA_ed01-2015
Urgence-oproep
Peugeot Connect SOS
Bij het aanzetten van het contact gaat
het lampje gedurende 3 seconden
groen branden om aan te geven dat een
oproep kan worden verzonden.
Werking : "Noodoproep".
Houd de toets langer dan 2
seconden ingedrukt
om de oproep naar de alarmcentrale van
"Peugeot Connect SOS" te versturen.
-
H
et lampje gaat groen knipperen.
-
D
e ontvangst van de oproep wordt
bevestigd door een gesproken bericht.
Het lampje blijft groen branden wanneer de
verbinding tot stand is gebracht. Aan het einde
van het gesprek gaat het lampje uit. In beide gevallen kan er mogelijk geen
noodoproep of pechhulpoproep worden verstuurd.
Raadpleeg zo snel mogelijk het PEUGEOT-
netwerk. Neem contact op met het PEUGEOT-
netwerk als het lampje:
- oranje knippert en vervolgens
uitgaat, dit duidt op een storing in het
systeem.
- oranje blijft branden, dit geeft aan dat de noodbatterij moet
worden vervangen. De alarmcentrale van "Peugeot Connect
SOS" lokaliseert onmiddellijk uw auto, spreekt
u toe in uw landstaal* en roept afhankelijk
van de situatie de hulp in van de bevoegde
hulpdiensten*.
Test van de activering:
Gebruiksvoorwaarden:
-
I
n landen waar geen alarmcentrale
beschikbaar is, of waar lokalisering van de
auto niet is toegestaan, wordt de oproep
doorgeschakeld naar het alarmnummer
(112) . 112
is in alle landen van de Europese
Unie het landelijke alarmnummer dat
gebeld moet worden in noodsituaties.
-
D
e werking van de dienst "Peugeot
Connect SOS" is afhankelijk van de
algemene gebruiksvoor waarden, die u
bij uw verkooppunt kunt opvragen, en de
technische beperkingen van het systeem.
Per ongeluk indrukken:
-
a
ls u de toets indrukt, gaat het lampje
groen branden.
-
a
ls u de toets onmiddellijk nogmaals
indrukt, wordt de oproep geannuleerd.
Dit wordt bevestigd door een gesproken
bericht.
-
a
ls de verbinding al tot stand is gebracht,
zeg de telefonist dan dat het om een
vergissing gaat. Aan het einde van het
gesprek gaat het groene lampje uit.
* Afhankelijk van de geografische dekking van
"Peugeot Connect Assistance" en "Peugeot
Connect SOS" en van de officiële landstaal die
door de eigenaar van de auto is gekozen.
De lijst van de landen waar het systeem werkzaam
is en de lijst van beschikbare PEUGEOT
CONNECT-diensten kunt u bij uw verkooppunt
opvragen of op www.peugeot.nl bekijken.
Bij een storing in het systeem kan er
wel met de auto worden gereden.
Audio en telematica
329
2008_nl_Chap13_index-alpha_ed01-2015
Aanhanger..................................................... 205
Aanhangergewichten ........................... 2
22, 226
Aansluiting 12V
............................................... 71
A
ccessoires ................................................... 208
Accu
.............................................. 198 -20 0, 217
Accu laden
.................................................... 200
Achterruitverwarming
..................................... 69
Achteruitrijlicht
...................................... 189, 191
AdBlue
® ............................... ..........................16 4
AdBlue®-niveau ............................................. 16 4
AdBlue®-reservoir ................................. 16 4, 169
Additief AdBlue ............................... 24, 16 4 , 168
Afmetingen
.................................................... 2
29
Afstandsbediening
.............................. 42, 43 , 46
Afzetten van de motor
..................................... 79
A
irbags
.................................................... 27, 141
Airbags vóór
...............................
...........141, 14 4
Airconditioning
...............................
.................12
Airconditioning (handbediend)
...........62- 64, 69
Airconditioning met gescheiden regeling
.......69
Alarmknipperlichten
................................ 77, 128
Alarmsysteem
........................................... 42, 51
Allesdragers
.................................................. 207
Antiblokkeersysteem (ABS)
.......................... 13
3
Antispinregeling (ASR)
........................... 23, 13 3
Apple
®-speler ................................................ 266
Audio-aansluitingen ................................ 72, 322
Audiokabel
.................................................... 264
Automatische airconditioning
............ 62
, 63, 66
Automatische ruitenwissers
..................120, 12 2
Automatische transmissie
........12, 90 , 200 , 218
Automatisch inschakelen alarmknipperlichten
.................................... 128
Automatisch inschakelen verlichting
.....112 , 117
Autoradio
....................................................... 317
AUX-aansluiting
............................................ 264
Aux-aansluitingen
...............................
..........322
Aux-ingang
...............................
.....................264CD
.................................................................264
CD MP3
.........................................264, 302-304
CD-/MP3 -speler
...........................264, 302-304
Centrale vergrendeling
.............................43, 50Eco-mode
......................................................201
Eco-rijden (adviezen)
......................................12
Electronic Stability Program (ESC)
....................................23, 13 3 , 13 5, 13 6
Elektronische remdrukregelaar (REF)
.........13 3
DAB (Digital Audio Broadcasting) -
Digitale radio ....................................... 262, 263
Dagrijverlichting
....................................
115, 187
Dagteller
..........................................................
40
Dashboardkastje
...............................
..............
71
Datum instellen
...............................................
41
Derde remlicht
............................................... 19
1
Detectie te lage bandenspanning
.........................
13 0, 132 , 176
Dieselmotor
..................
162, 163 , 213, 224 , 226
Digitale radio - DAB (Digital Audio Broadcasting) ...............262, 263
Dimlicht
................................................. 111,
18 6
Dimmer dashboardverlichting
.......................
124
Display instrumentenpaneel ..............14, 15 , 37, 38 , 94
AB
C
E
D
Claxon ........................................................... 129
Contact ............................................................ 80
Controle motorolieniveau ................................31
Controles
................................ 212, 213 , 217, 218
Bagageafdekking ...............................
............. 76
Bagagenet voor hoge belading .......................75
Bagageruimte
............................................ 49, 74
Banden
............................................................ 12
Bandenspanning
............................. 12, 176 , 230
Bandenspanningscontrole (met set)
............. 172
Bandenspanning te laag (detectie)
............... 13
0
Batterij afstandsbediening
........................ 45,
46
Batterij afstandsbediening vervangen
............ 45
Bediening autoradio aan stuurkolom
............ 238
Bekerhouder
................................................... 70
Beladen
................................................... 12, 207
Benzinemotor
....................... 162, 212 , 220 , 222
Binnenspiegel
................................................. 60
BlueHDi
......................................................... 16 4
Bluetooth (handsfree set)
............ 28
4 , 285 , 306
Bluetooth (telefoon)
.............................. 284, 285
Bluetooth-verbinding
............................ 284, 285
Bochtverlichting
............................................ 11
9
Boordcomputer
.......................................... 37- 3 9
Brandstof
................................................. 12, 162
Brandstofniveaumeter
................................... 15
9
Brandstoftank
........................................ 159, 161
Brandstof tanken
........................... 159, 161 , 162
Brandstoftank leeg (diesel)
........................... 163
Brandstofverbruik
........................................... 12
Brandstofvulklep
................................... 15
9 , 161
Buitenspiegels ................................................. 59
.
Index