Page 100 of 307
98Instrumenten en bedieningsorganenInstrumenten en
bedieningsorganenBedieningsorganen ......................98
Waarschuwingslampen, meters
en controlelampen .....................106
Informatiedisplays ......................119
Boordinformatie ......................... 125
Tripcomputer .............................. 129
Persoonlijke instellingen ............132Bedieningsorganen
Stuurwielverstelling
Hendel omlaagbewegen, stuurwiel
instellen, hendel omhoogbewegen en
vergrendelen.
Stuurwiel uitsluitend bij stilstaande
auto en ontgrendeld stuurslot verstel‐ len.
Stuurbedieningsknoppen
U kunt het infotainment-systeem, be‐
paalde bestuurdersondersteunings‐
systemen en een aangesloten mo‐
biele telefoon bedienen met de knop‐ pen op het stuurwiel.
Meer informatie staat in de handlei‐
ding van het infotainment-systeem.
Bestuurdersondersteuningssyste‐
men 3 181.
Page 124 of 307

122Instrumenten en bedieningsorganen
Dagteller 2 en digitale snelheid zijn
alleen beschikbaar op auto's met
Uplevel-Combi-display.
Zet de dagteller terug door gedu‐
rende enkele seconden op de knop
SET/CLR op de richtingaanwijzer‐
hendel te drukken of door met inge‐
schakeld contact op de terugzetknop
tussen de snelheidsmeter en het Dri‐
ver Information Center te drukken.
Bij auto’s met een boordcomputer zijn
meer submenu’s beschikbaar.
Selectie en aanduiding kunnen afwij‐
ken in Midlevel- en Uplevel-Combi-
display.
Informatiemenu dagteller/brandstof,
tripcomputer 3 129.
Informatiemenu ECO Druk op MENU om s op de bo‐
venste regel van het Uplevel-Combi-
display te selecteren.
Draai aan het stelwiel om een sub‐
menu te selecteren. Druk ter bevesti‐
ging op de toets SET/CLR.Submenu's zijn:
■Schakelindicatie : de huidige ver‐
snelling verschijnt in een pijltje. Het
cijfer erboven geeft aan dat de be‐
stuurder omwille van het brandstof‐ verbruik moet opschakelen.
Eco-indexdisplay : Het huidige
brandstofverbruik wordt weergege‐
ven op een gesegmenteerd dis‐
play. Pas omwille van een zuinig
verbruik uw rijstijl zodanig aan dat
de gevulde segmenten binnen de
Eco-zone blijven. Hoe meer seg‐
menten er gevuld zijn, hoe hoger
het brandstofverbruik. Tegelijkertijd
wordt de huidige verbruikswaarde weergegeven.
■ Grootverbruikers : lijst met grootste
momenteel ingeschakelde comfort‐ gebruikers verschijnt in aflopende
volgorde. De mogelijke brandstof‐
besparing wordt weergegeven.
Een uitgeschakelde verbruiker ver‐
dwijnt van de lijst en de consump‐
tiewaarde wordt aangepast.
Onder bepaalde omstandigheden
activeert de motor de achterruitver‐ warming automatisch om de motorzwaarder te belasten. In dat gevalwordt de achterruitverwarming
aangeduid als een van de grootste
Page 131 of 307

Instrumenten en bedieningsorganen129
■ Na het inschakelen van de achter‐uitversnelling en het uittrekken van
de achterdrager.
■ Als het roetfilter de maximale ver‐ zadigingsgraad bereikt.
■ Als er AdBlue moet worden bijge‐ tankt.
Bij het parkeren van de auto en/ of het openen van hetbestuurdersportier ■ Als de contactsleutel nog in het contactslot steekt.
■ Bij ingeschakelde buitenverlichting.
Tijdens een Autostop ■ Als het bestuurdersportier geopend
is.
Batterijspanning
Wanneer de accuspanning laag is,
verschijnt er een waarschuwingsbe‐
richt of waarschuwings code 174 op
het Driver Information Center.
1. Schakel onmiddellijk alle elektri‐ sche verbruikers uit die niet nodigzijn voor een veilige rit, bijv. destoelverwarming, achterruitver‐
warming of andere hoofdverbrui‐
kers.
2. Laad de accu op door een tijdje te
rijden of door een oplaadapparaat
te gebruiken.
Het waarschuwingsbericht of de
waarschuwingscode verdwijnen na‐
dat de motor twee keer na elkaar is
gestart zonder een spanningsval.
Als de accu niet kan worden opgela‐
den, moet u de oorzaak van de sto‐
ring in een werkplaats laten verhel‐
pen.Tripcomputer
U selecteert de menu's en functies met de toetsen op de richtingaanwij‐
zerhendel 3 119.
Druk op MENU om de
Informatiemenu dagteller/brandst. te
selecteren, of selecteer W op het
Uplevel-Combi-display.
Page 132 of 307
130Instrumenten en bedieningsorganen
Informatiemenu dagteller/brandst. op
Uplevel-Combi-display
Draai aan het stelwiel om de subme‐
nu's te kiezen:
■ Dagteller 1
■ Gemiddeld verbruik 1
■ Gemiddelde snelheid 1
■ Dagteller 2
■ Gemiddeld verbruik 2
■ Gemiddelde snelheid 2
■ Digitale snelheid
■ Actieradius
■ Momentaan verbruik
■ Routebegeleiding
Dagteller 1 en 2
De informatie van twee tripcomputers kan afzonderlijk worden teruggezet
voor de kilometerteller, het gemid‐ delde verbruik en de gemiddelde
snelheid met de knop SET/CLR. Zo
kunnen er verschillende tripgegevens
voor verschillende bestuurders wor‐
den weergegeven.
Page 306 of 307

304
Toerenteller ............................... 106
Top-Tether-bevestigingsogen ......65
Traction Control .........................178
Traction Control-systeem UIT..... 116
Trekhaak............................. 223, 224
Trekstang.................................... 223
Tripcomputer ............................. 129
Typeplaatje ................................ 278
U Uitlaatgassen ............................. 166
Uitrol-brandstofafsluiter .............162
Uitstapverlichting .......................149
Ultrasoonparkeerhulp ................115
Uw autogegevens ..........................3
V Van banden- en velgmaat veranderen ............................. 257
Vaste luchtroosters ....................158
Veiligheidsgordel ...........................8
Veiligheidsgordels .......................51
Veiligheidsnet .............................. 92
Velgen en banden .....................252
Ventilatie ..................................... 151
Verbanddoos ............................... 94
Vergrendelingssysteem ...............27
Verkeersbordherkenning ............208
Verlichting middenconsole ........149
Verlichtingsfuncties..................... 149Verlichting zonneklep ................149
Versnellingsbak ........................... 16
Versnellingsbakdisplay ..............171
Verstelbare luchtroosters ........... 157
Vertraagde uitschakeling stroom 161
Verwarmde spiegels ....................30
Verwarmd stuurwiel .....................99
Verwarming ................................. 45
Verwarmings- en ventilatiesysteem .................... 151
Verwerking van sloopauto .........229
Verzorging .................................. 271
Verzorging exterieur ..................271
Verzorging interieur ...................273
Vloerafdekking bagageruimte ......85
Voertuiggewicht .........................289
Voertuigidentificatienummer ......278
Voordat u wegrijdt ........................ 17 Voorligger gedetecteerd .............118
Voorruit ......................................... 31
Voorstoelen .................................. 39
Voorverwarming ........................116
W
Waarschuwingslampen ..............106
Werkzaamheden uitvoeren .......229
Wieldoppen ................................ 258
Wiel verwisselen ........................261
Winterbanden ............................ 252
Wis-/wasinstallatie .......................14Wis-/wasinstallatie achterruit .....101
Wis-/wasinstallatie voorruit ........100
Wisserblad vervangen ...............236
Z
Zekeringen ................................. 245 Zekeringenkast in bagageruimte 250
Zekeringenkast in motorruimte ..246
Zekeringenkast instrumentenpaneel ...............248
Zitplaatsen derde zitrij .................50
Zitplaatsen tweede zitrij ...............45
Zitrijen achterin ............................. 45
Zonnekleppen .............................. 34
Zijdelings airbagsysteem .............57
Zijmarkeringslichten.................... 138 Zijrichtingaanwijzers ..................243