42Navigatie
Als routebegeleiding actief is, ver‐
schijnt de volgende informatie:
■ Op de bovenste regel: informatie over de momenteel actieve audio‐
bron en de tijd.
■ Onder de bovenste regel: symbool GPS .
■ Onder de bovenste regel: naam van de straat die na de volgende
kruising moet worden gevolgd.
■ In de linkerbovenhoek: een kom‐ passymbool dat het noorden aan‐
geeft.
■ Kaartdisplay van het gebied rond de huidige positie.
■ Huidige positie: aangegeven door een rode driehoek in een grijze cir‐
kel.
■ Route: aangegeven met een blauwe lijn.
■ Eindbestemming: aangegeven met
een zwarte geblokte vlag.
■ Viapunt (tussenbestemming): aan‐ gegeven met een rode diamant.■ Markante punten (POI), bijv. tank‐stations, parkeerterreinen of res‐
taurants: aangegeven met bijbeho‐
rende symbolen (indien geacti‐
veerd).
■ Verkeersincidenten, bijv. file: aan‐ gegeven met bijbehorende symbo‐
len (indien geactiveerd).
■ Links: richtingspijl en afstand tot de
volgende manoeuvre.
■ Links: resterende afstand tot de eindbestemming of tot het vol‐
gende viapunt.
■ Links: geschatte aankomsttijd of resterende reistijd.
■ Op de onderste regel: straatnaam van de huidige positie.
Kaart manipuleren
Zichtbaar kaartgedeelte verschuiven
U kunt het zichtbare kaartgedeelte op het kaartscherm met de toets met
acht richtingen willekeurig in alle rich‐
tingen verschuiven.
U kunt de toets met acht richtingen in het midden van de multifunctionele
knop in alle richtingen kantelen.Kantel de toets naar één kant. Het
zichtbare gedeelte beweegt in de be‐
treffende richting.
Druk voor het opnieuw weergeven van de kaart rondom de huidige loca‐
tie op de toets BACK.
Schaal van kaart wijzigen
Draai wanneer de kaart wordt weer‐
gegeven aan de multifunctionele
knop om een schaalverdeling onder‐
aan het scherm weer te geven.
Draai nogmaals aan de multifunctio‐
nele knop om de schaal naar wens
aan te passen.
Kaartweergave wijzigen
De kaart kan op drie (routebegelei‐
ding niet actief), respectievelijk vijf
(routebegeleiding actief) verschil‐
lende manieren worden weergege‐
ven, zie "Kaart instellen" onder‐
staand.
Druk steeds op de toets NAV om tus‐
sen de verschillende kaartweergaven om te schakelen.
Navigatie55
Er verschijnt een bevestigingsmenu.
Selecteer voor het starten van de rou‐
tebegeleiding de menuoptie
Begeleiding starten .
Opgeslagen bestemmingen
wissen Druk voor het wissen van bestemmin‐
gen uit het systeem op de toets
CONFIG , selecteer de menuoptie
Navigatie-instellingen en vervolgens
Opgeslagen bestemmingen
verwijderen . Er verschijnt een sub‐
menu.
Activeer de menuopties van de op‐
slaglocatie die u wilt wissen.
Selecteer de knop Verw. op het
scherm. De geselecteerde opslaglo‐
caties worden gewist.
Begeleiding
Routebegeleiding starten en
annuleren
Routebegeleiding starten
Gewenst adres invoeren of selecte‐
ren.Er verschijnt een bevestigingsmenu.
Selecteer menuoptie Begeleiding
starten om de routebegeleiding te
starten.
Routebegeleiding annuleren
Druk bij actieve routebegeleiding op
de toets DEST / NAV om
Routemenu weer te geven.
Selecteer de menuoptie Route
annuleren om de huidige navigatie‐
sessie te annuleren.
Begeleidingsinstructies
Routebegeleiding wordt uitgevoerd
met gesproken instructies en visuele instructies op de kaart (indien geacti‐
veerd).
Gesproken instructies
Gesproken navigatie-instructies ge‐
ven bij het naderen van een kruising aan welke richting u moet volgen.
Druk op de toets CONFIG en selec‐
teer vervolgens de menuoptie
Navigatie-instellingen .
Selecteer de menuoptie Gesproken
instructie om het betreffende sub‐
menu weer te geven.
Als u wilt dat het systeem de volgende afslagmanoeuvre hoorbaar aangeeft,
activeer dan Gesproken instructies
navigatiesysteem .
Als u wilt dat verkeerswaarschuwin‐
gen worden voorgelezen, activeer
dan Waarschuwingen verkeersinfor‐
matie .
56Navigatie
Selecteer de menuoptie
Navigatievolume om het volume tij‐
dens gesproken instructies aan te
passen. Het betreffende submenu
verschijnt.
Selecteer voor het aanpassen van
het volume van gesproken instructies Bekendmaking en pas de instelling
naar wens aan.
Selecteer voor het aanpassen van
het volume van de mogelijke audio‐
bron op de achtergrond Achtergr. en
pas de instelling naar wens aan.
Selecteer Volumetest voor een audi‐
ovoorbeeld van de instellingen.
Begeleidingswaarschuwingen
Begeleidingswaarschuwingen mel‐ den in een uitvergroting van het be‐
treffende kaartgedeelte bij het nade‐ ren van een kruising waarop u moet
afslaan te te volgen richting.
Druk op de toets CONFIG en selec‐
teer vervolgens de menuoptie
Navigatie-instellingen .Selecteer de menuoptie
Waarschuwingen routebegeleiding
om het betreffende submenu weer te
geven.
Als u wilt dat het systeem bij het na‐ deren van de volgende afslagma‐
noeuvre automatisch de kaart weer‐
geeft, activeer dan Waarschuw.
routebeg. op voorgrond .
Als u wilt dat afslagmanoeuvres in
een uitvergroting worden weergege‐
ven, activeer dan Waarschuw. route‐
begeleiding op kaart .
Verkeersincidenten
Het TMC-verkeersinformatiesysteem
ontvangt van de TMC-radiozenders alle actuele verkeersinformatie. Deze informatie is onderdeel van de bere‐kening van een route.
Verkeersinstellingen
Druk op de toets CONFIG en selec‐
teer vervolgens de menuoptie
Navigatie-instellingen .
Selecteer de menuoptie Verkeersin‐
stellingen om het betreffende sub‐
menu weer te geven.Activeer voor gebruik van het TMC-
verkeersinformatiesysteem de menu‐
optie Verkeersgebeurtenissen .Actieve route opnieuw berekenen
Als er zich tijdens een actieve route‐
begeleiding een verkeersprobleem
voordoet, kan de route worden gewij‐ zigd.
Selecteer Waarschuwing bij betere
route om het betreffende submenu
weer te geven.
Als u wilt dat de route voortdurend
wordt aangepast aan de huidige ver‐
keerssituatie, activeer dan Route
gebaseerd op verkeerssituaties .
Kies tussen Automatisch
herberekenen en Herberekenen na
validatie van een bijbehorend bericht.Verkeersincidenten op de kaart
Verkeersincidenten kunnen door bij‐
behorende symbolen op de kaart
worden aangegeven.
Selecteer Toon verkeersevenemen‐
ten op kaart om het betreffende sub‐
menu weer te geven.
60SpraakherkenningSpraakherkenningAlgemene informatie....................60
Gebruik ........................................ 61
Overzicht spraakcommando's .....65Algemene informatie
Geïntegreerde
spraakherkenning De spraakherkenning van het Info‐
tainmentsysteem stelt u in staat om
diverse functies van het Infotainment‐
systeem met uw stem te besturen. De
spraakbesturing herkent comman‐
do's en cijferreeksen, ongeacht de
desbetreffende spreker. De instruc‐
ties en cijferreeksen kunnen zonder
pauze tussen de afzonderlijke woor‐ den worden uitgesproken.
Bij onjuist gebruik of onjuiste com‐
mando's geeft de spraakherkenning
visuele en/of akoestische feedback
en wordt u gevraagd het gewenste
commando te herhalen. Bovendien
bevestigt de spraakherkenning be‐
langrijke instructies en stelt zo nodig
een vraag hierover.
In het alegmeen zijn er verschillende
manieren voor het uitspreken van de commando's voor de taken. Voor de
meeste ervan, behalve het invoerenvan een bestemming en het stem‐
toetsenblok, is een enkel commando voldoende.
Ga als volgt te werk als voor de han‐
deling meer dan één commando no‐ dig is:
Geef in het eerste commando het te
verrichten type handeling aan, bijv.
"Navigatiebestemming invoeren".
Het systeem reageert met vragen die
u door een dialoog voor het invoeren
van de benodigde voeren. Zeg als er
een bestemming voor routebegelei‐ ding nodig is bijvoorbeeld "Navigatie" of "Bestemming invoeren".
Let op
Om te voorkomen dat gesprekken in
de auto onbedoeld de systeemfunc‐ ties beïnvloeden, start de stemher‐
kenning pas nadat deze is geacti‐
veerd.
Spraakherkenning61
Ondersteunde talen■ Niet alle talen die voor het display van het Infotainmentsysteem be‐
schikbaar zijn, zijn ook beschikbaar
voor de spraakherkenning.
■ Als de momenteel geselecteerde displaytaal niet door de spraakher‐
kenning wordt ondersteund, is de
spraakherkenning niet beschik‐
baar.
In dat geval moet u een andere taal selecteren voor het display als u het
infotainmentsysteem via spraak‐
commando's wilt bedienen. Taal
van display wijzigen, zie "Taal" in
het hoofdstuk "Systeeminstellin‐
gen" 3 22.
Adresinvoer voor bestemmingen in
het buitenland
Als u het adres van een bestemming in het buitenland via spraakcomman‐
do's wilt invoeren, moet u de taal van het infotainmentdisplay in de taal van
het betreffende land wijzigen.Als het display bijv. momenteel op
Engels is ingesteld en u de naam van
een stad in Frankrijk wilt invoeren,
moet u de displaytaal in Frans wijzi‐ gen.
Uitzonderingen: Voor het invoeren
van adressen in België kunt u de dis‐
playtaal naar keuze in Frans of Ne‐
derlands wijzigen. Voor het invoeren
van adressen in Zwitserland kunt u de displaytaal naar keuze in Frans, Duitsof Italiaans wijzigen.
Zie voor het wijzigen van de display‐
taal "Taal" in het hoofdstuk "Systeem‐ instellingen" 3 22.
Invoervolgorde voor
bestemmingsadressen
De volgorde waarin de delen van een adres met het spraakherkennings‐
systeem moeten worden ingevoerd is
afhankelijk van het land waarin de be‐
stemming ligt.
Het systeem geeft een voorbeeld van de betreffende invoervolgorde.Spraakdoorschakel-toepassing
Via de spraakdoorschakel-toepas‐
sing van het Infotainmentsysteem
hebt u toegang tot de spraakherken‐
ningscommando's op uw smart‐
phone. Raadpleeg de gebruiksaan‐
wijzing van uw smartphone om na te
gaan of uw smartphone deze functie
ondersteunt.
Gebruik
Geïntegreerde
spraakherkenning
Spraakherkenning activeren Let op
Tijdens een actief telefoongesprek is
spraakherkenning niet beschikbaar.
Druk op de knop w rechts op het
stuurwiel.
Het geluid van het audiosysteem wordt onderdrukt, het symbool w op
het display wordt gemarkeerd en een
gesproken bericht vraagt u om een
commando uit te spreken.
62Spraakherkenning
Zodra de spraakherkenning gereed is
voor gesproken commando's, klinkt
er een pieptoon.
U kunt nu een spraakcommando ge‐
ven om een systeemfunctie direct te
starten (bijv. een voorkeuzezender
afspelen) of om een dialoogreeks te
starten met een aantal dialoogstap‐
pen (bijv. het invoeren van een be‐
stemmingsadres); zie "Bediening via
spraakcommando's" verderop.
Nadat een dialoogreeks voltooid is,
wordt de spraakherkenning automa‐ tisch gedeactiveerd. Om een andere
dialoogreeks te starten moet u de
spraakherkenning weer activeren.
Volume van gesproken vragen
aanpassen
Druk op de knop w of ─ rechts op het
stuurwiel.
Een gesproken vraag onderbreken
Als ervaren gebruiker kunt u een ge‐
sproken vraag onderbreken door
even op de knop w op het stuurwiel te
drukken.Er klinkt meteen een pieptoon en u
kunt zonder te wachten een com‐
mando uitspreken.
Een dialoogreeks annuleren
Er zijn diverse mogelijkheden om een dialoogreeks te annuleren en despraakherkenning te deactiveren:
■ Zeg " Annuleren " of "Afsluiten ".
■ Druk op de knop n rechts op het
stuurwiel.
In de volgende situaties wordt een
dialoogreeks automatisch geannu‐
leerd:
■ Als u enige tijd geen commando's zegt (standaard wordt u driemaal
gevraagd een commando te zeg‐
gen).
■ Als u commando's zegt die niet door het systeem worden herkend
(standaard wordt u driemaal ge‐
vraagd een juist commando te zeg‐
gen).Bediening via spraakcommando's
De spraakherkenning kan comman‐
do's in de vorm van natuurlijke zinnen of directe commando's met de appli‐
catie en de taak begrijpen.
Voor de beste resultaten: ■ Luister naar de gesproken vraag en
wacht op de pieptoon voordat u een commando uitspreekt of antwoordt.
■ Zeg " Help" als de helpvraag voor
de huidige dialoogstap nog eens wilt horen.
■ U kunt de gesproken vraag onder‐ breken door nogmaals op de toets
w te drukken. Druk als u uw com‐
mando rechtstreeks wilt inspreken twee keer op de toets w.
■ Wacht op de pieptoon en spreek het commando op natuurlijke wijze
uit. Meestal werkt de herkenning
beter als pauzes tot een minimum
beperkt blijven. Gebruik korte en di‐
recte commando's.
Meestal kunnen telefoon- en audio‐
commando's in één keer worden uit‐
gesproken. Bijvoorbeeld "Bel Jan
Spraakherkenning63
Jansen op het werk", "Speel af" ge‐volgd door de naam van de artiets of
song of "Stem af op" gevolgd door de
radiofrequentie en het golfbereik.
Navigatiebestemmingen zijn echter
te complex voor één commando. Zeg eerst "Navigatie" en dan bijv. "Adres"
of "Markant punt". Het systeem rea‐
geert hierop door naar meer details te
vragen.
Na het commando "Markant punt"
kunt u alleen grote ketens op naam
selecteren. Ketens zijn bedrijven met
ten minste 20 locaties. Noem voor an‐
dere POI's de naam van een catego‐
rie, bijv. "Restaurants", "Winkelcen‐
tra" of "Ziekenhuizen".
Het systeem werkt gemakkelijker met
directe commando's, bijv. "Bel
01234567".
Bij het commando "Telefoon" begrijpt
het systeem dat u wilt bellen en ant‐
woordt het met nadere vragen totdat
het voldoende details heeft. Als het
telefoonnummer met een naam en
een locatie opgeslagen is, moet u inhet directe commando beide vermel‐
den, bijvoorbeeld "Bel Jan Jansen op het werk".Lijstvermeldingen selecteren
Wanneer er een lijst verschijnt, wordt
u via een gesproken bericht gevraagd om een vermelding uit die lijst te be‐
vestigen of te selecteren. U kunt een
lijstvermelding handmatig of door het
uitspreken van het regelnummer van
de vermelding selecteren.
De lijst op een spraakherkennings‐
scherm werkt net als bij een lijst op
andere schermen. Bij het handmatig
scrollen door de lijst op een scherm
tijdens een spraakherkenningssessie
wordt de huidige spraakherkenning
opgeschort en klinkt er een instructie
als "Selecteer handmatig een lijstver‐
melding of druk op de knop Terug op
de console om het nogmaals te pro‐
beren".
Als u niet binnen 15 seconden hand‐
matig een lijstvermelding selecteert,
wordt de spraakherkenningssessie
beëindigd, volgt er een bericht met
een vraag en verschijnt het eerdere
scherm weer.Het commando "Terug"
Om terug te gaan naar de vorige stap
in de dialoog kunt u ook " Terug" zeg‐
gen of op de toets BACK op het in‐
strumentenbord drukken.Het commando "Help"
Na het commando " Help" wordt de
helpvraag voor de huidige stap in de
dialoog voorgelezen.
Druk voor het onderbreken van de
helpvraag nogmaals op de toets w. Er
klinkt een pieptoon. U kunt een com‐ mando uitspreken.
Spraakdoorschakel-toepassing
Spraakherkenning
spraakdoorschakeling activeren
Houd de knop w rechts op het stuur‐
wiel ingedrukt totdat er een spraak‐
herkenningssessie wordt gestart.
Voor nadere informatie verwijzen wij
u naar de gebruiksaanwijzing van uw
smartphone.
64Spraakherkenning
Volume van gesproken vragen
aanpassen
Druk op de knop w of ─ rechts op het
stuurwiel.
Spraakherkenning
spraakdoorschakeling deactiveren
Druk op de knop n rechts op het
stuurwiel. De spraakherkenningsses‐ sie wordt beëindigd.