114VerlichtingMistachterlicht
Bediening met toets r.
Lichtschakelaar in stand AUTO: bij
het inschakelen van het mistachter‐
licht worden de koplampen automa‐
tisch ingeschakeld.
Lichtschakelaar in stand 8: mistach‐
terlicht kan alleen in combinatie met
voorste mistlampen worden inge‐
schakeld.
Achteruitrijlichten
Het achteruitrijlicht gaat branden
wanneer het contact aanstaat en de
auto in de achteruitversnelling staat.
Beslagen lampglazen
De binnenkant van de lampenglazen
kan bij koud en vochtig weer, bij he‐
vige regen of na een wasbeurt korte
tijd beslaan. De condens verdwijnt na
korte tijd vanzelf, om dit te versnellen
de verlichting inschakelen.Binnenverlichting
Regelbare
instrumentenverlichting
Wanneer de rijverlichting aanstaat,
kunt u de lichtsterkte van de volgende lampen regelen:
■ Instrumentenverlichting
■ Stuurbedieningsknoppen
Draai aan het kartelwiel A en houd dit
vast totdat de gewenste lichtsterkte is bereikt.
226TrefwoordenlijstAAanbevolen vloeistoffen en smeermiddelen ..............208, 212
Aanduidingen op banden ..........186
Aanhanger trekken ....................162
Accessoires en modificaties van auto ........................................ 164
Accu ........................................... 170
Achterlichten .............................. 176
Achterruitverwarming ................... 32
Achteruitkijkcamera ...................148
Achteruitrijlichten .......................114
Adaptief rijlicht (AFL) .................111
Adaptive Forward Lighting ...........92
Afmetingen auto ........................217
Airbag deactiveren ....................... 48 Airbag-deactivering ...................... 87
Airbag en gordelspanners ...........87
Airbaglabel.................................... 43
Airbagsysteem ............................. 43
Airconditioning ........................... 119
Airconditioning regelmatig aanzetten ............................... 124
Alarmknipperlichten ...................113
Algemene informatie .................. 162
Algemene richtlijnen voor het rijden ....................................... 125
All-wheel drive ........................... 136
Andere auto slepen ...................203Antiblokkeersysteem .................137
Antiblokkeersysteem (ABS) .........89
Autogegevens ............................ 212
Autokrik....................................... 185
Automatische dimfunctie .............30
Automatische verlichting ............ 108
Automatische versnellingsbak ...132
Automatisch vergrendelen ...........24
Auto ontgrendelen .........................6
Auto slepen ................................ 201
Auto stallen ................................. 164
B Bagageruimte ........................ 25, 69
Bagageruimte-afdekking .............71
Banden ...................................... 185
Bandenreparatieset ...................192
Bandenspanning .......................186
Bandenspanningscontrolesys‐ teem .................................. 90, 187
Bandenspanningswaarden ........220
Batterijspanning .........................100
Bedieningsorganen ......................75
Bekerhouders .............................. 57
Bekleding .................................... 206
Beladingsinformatie .....................73
Beslagen lampglazen ................114
Bestuurdersondersteuningssys‐ temen ...................................... 141
Beveiliging van de auto ................26