Page 115 of 329

Instrumenten en bedieningsorganen113Verkeersbordherkenning
L geeft gedetecteerde verkeersbor‐
den als controlelampje weer.
Verkeersbordherkenning 3 208.
Portier open h brandt rood.
Een portier of de achterklep staat open.Informatiedisplays
Driver Information Center
Het Driver Information Centre (DIC) is
ondergebracht in de instrumenten‐
groep.
Afhankelijk van de versie en de in‐
strumentengroep is het Driver Infor‐
mation Center verkrijgbaar als Base‐
level-display, Midlevel-display of
Uplevel-display.
Afhankelijk van de uitrusting geeft het DIC aan:
■ kilometerteller en dagteller
■ boordinformatie
■ reis-/brandstofinformatie
■ verbruiksinformatie
■ prestatiegegevens
■ boord- en waarschuwingsinforma‐ tie
■ audio- en Infotainmentinformatie
■ telefooninformatie
■ navigatie-informatie
■ auto-instellingenBaselevel-display
De menupagina's op het Baselevel-
display worden geselecteerd door op
de toets MENU op de richtingaanwij‐
zer te drukken. Hoofdmenusymbolen
verschijnen op de bovenste regel van
het display:
■ W Menu Info
■ X Menu Instellingen
■ s Menu Verbruik
Sommige van de weergegeven func‐
ties variëren tussen rijdende en stil‐
staande auto, andere functies zijn al‐
leen actief als de auto rijdt.
Page 116 of 329

114Instrumenten en bedieningsorganen
Persoonlijke instellingen 3 125. Op‐
geslagen instellingen 3 23.
Menu's en functies selecteren
U selecteert de menu's en functies met de toetsen op de richtingaanwij‐
zerhendel.
Druk op de toets MENU om tussen de
hoofdmenu's te schakelen of om van‐
uit een submenu één niveau terug te
gaan.
Draai aan het stelwiel om een subpa‐ gina van het hoofdmenu te selecterenof om een numerieke waarde in te
stellen.
Druk op de toets SET/CLR om een
functie te selecteren en te bevesti‐
gen.
Eventueel verschijnt er boord- en on‐
derhoudsinformatie op het DIC. Be‐
vestig berichten door op de toets SET/CLR te drukken. Boordinforma‐
tie 3 123.
Midlevel- en Uplevel-display
Menupagina's verschijnen door op de stuurwielknop p te drukken. Druk op
Q of P om een menu te selecteren,
druk op 9 om te bevestigen. Selec‐
teerbare menupagina's zijn:■ Menu Info
■ Menu Prestaties
■ Menu Audio
■ Menu Telefoon
■ Menu Navigatie
■ Menu Instellingen
Sommige weergegeven functies ver‐
schillen onderweg ten opzichte van
stilstand van de auto. Sommige func‐
ties zijn alleen onderweg beschik‐
baar.
Instrumentengroep Uplevel kan wor‐
den weergegeven als Sportmodus of
Tourmodus. Zie hieronder: Menu In‐
stellingen, displayonderwerpen.
Persoonlijke instellingen 3 125. Op‐
geslagen instellingen 3 23.
Menu's en functies selecteren
De menu's en functies kunnen wor‐
den geselecteerd met de knoppen
rechts in het stuurwiel.
Page 121 of 329

Instrumenten en bedieningsorganen119
Afhankelijk van de instellingen van
het Uplevel-display worden "Olietem‐ peratuur", "Oliedruk", "Batterijspan‐
ning" of "Temperatuur transmissie‐
olie" ook links of rechts van de snel‐
heidsmeter aangegeven.
Aanduiding G-kracht
Geeft de kracht van de autoprestaties
aan. De hoeveelheid positieve/nega‐
tieve kracht in langsrichting en dwars‐
kracht wordt weergegeven. De een‐
heid voor de G-krachtwaarde wordt
berekend en als een numerieke
waarde weergegeven.
Wrijvingsluchtbel
Een visuele weergave met vier kwa‐
dranten, voor elke hoek van de auto
één, met een "luchtbel" die aangeeft
waar de meeste massatraagheid op
de auto wordt uitgeoefend.
Accelereren en remmen
Toont de hoeveelheid rem- of acce‐
leratiedruk door de bestuurder als
percentage in een balkweergave
rondom de buitenkant van de DIC-
zone. De linkerzijde is voor accelera‐
tie en de rechterzijde is voor remmen.Motorvuldruk
Geeft de huidige absolute hoeveel‐
heid turbolaaddruk aan die wordt toe‐ gevoegd.
Olietemperatuur
Geeft de olietemperatuur in graden Celsius weer.
Oliedruk
Geeft de oliedruk in kPa weer.
Batterijspanning
Geeft de accuspanning weer.
Temperatuur transmissieolie
Geeft de temperatuur van de trans‐
missieolie in graden Celsius weer.
Menu Audio In het menu Audio kunt u naar muziek
zoeken, uit favorieten selecteren of
van audiobron wisselen.
Zie handleiding bij het infotainment-
systeem.Menu Telefoon
In het menu Telefoon kunt u telefoon‐
gesprekken beheren en voeren, door
contactpersonen scrollen of hands‐
free telefoneren.
Zie handleiding bij het infotainment-
systeem.
Menu Navigatie
In het menu Navigatie kunt u route‐
begeleiding inschakelen.
Zie handleiding bij het infotainment-
systeem.
Menu Instellingen
De onderstaande lijst bevat alle mo‐ gelijke pagina's van het menu Instel‐
lingen. Sommige zijn voor uw speci‐
fieke auto wellicht niet beschikbaar.
Afhankelijk van het display zijn som‐
mige functies weergegeven als sym‐
bool.
Draai aan het stelwiel of druk op Q of
P om een pagina te selecteren en
volg de instructies in de submenu's
op:
■ Eenheden
■ Displayonderwerpen