2015 OPEL INSIGNIA sensor

[x] Cancel search: sensor

Page 112 of 329

OPEL INSIGNIA 2015  Gebruikershandleiding (in Dutch) 110Instrumenten en bedieningsorganenElektronische stabiliteits‐
regeling en Traction
Control-systeem
b  brandt of knippert geel.
Brandt
Er zit een storing in het systeem. Ver‐
der rijden is mogeli

Page 129 of 329

OPEL INSIGNIA 2015  Gebruikershandleiding (in Dutch) Instrumenten en bedieningsorganen127
Voertuig■ Klimaat- en luchtkwaliteit
Max. snelheid autoventilator : Ver‐
andert het niveau van het luchtde‐
biet van de klimaatregeling in het
interieur in a

Page 133 of 329

OPEL INSIGNIA 2015  Gebruikershandleiding (in Dutch) Verlichting131
Extra verlichting in het
achterklepframe, Sports Tourer/
Country Tourer
De extra achterlichtgroepen, be‐
staande uit achterlichten en alarm‐
knipperlichten, zitten in het achter‐

Page 134 of 329

OPEL INSIGNIA 2015  Gebruikershandleiding (in Dutch) 132Verlichting
Deze functie maakt dat het grootlicht's avonds en wanneer u sneller rijdt
dan 40 km/u als hoofdrijverlichting
kan worden gebruikt.
Het systeem schakelt automatisch
naar dimlicht wan

Page 135 of 329

OPEL INSIGNIA 2015  Gebruikershandleiding (in Dutch) Verlichting133Koplampverstelling
Handmatige
koplampverstelling 
U kunt de lichtbundelhoogte aanpas‐
sen aan de belading om verblinding
te voorkomen: draai het kartelwiel‐
tje  ? in de gewenste sta

Page 136 of 329

OPEL INSIGNIA 2015  Gebruikershandleiding (in Dutch) 134VerlichtingAdaptief rijlicht (AFL)
De functies voor adaptief rijlicht (AFL) zijn alleen aanwezig in combinatie
met bi-xenonkoplampen. De reik‐
wijdte, lichtverdeling en lichtsterkte
worden variab

Page 140 of 329

OPEL INSIGNIA 2015  Gebruikershandleiding (in Dutch) 138VerlichtingAchteruitrijlichtenHet achteruitrijlicht gaat branden
wanneer het contact aanstaat en de
auto in de achteruitversnelling staat.
Aangeslagen
lampenglazen
De binnenkant van de lampenglazen

Page 155 of 329

OPEL INSIGNIA 2015  Gebruikershandleiding (in Dutch) Klimaatregeling153
De airconditioning koelt en ontvoch‐
tigt (droogt) zo nodig de lucht in de
cabine. Er kan zich dan condens vor‐ men en onder de auto op de grond
druppelen.
Als geen koeling of d