Page 67 of 189
Spraakherkenning67
MenuActieSpraakcommando'sNavigatiemenuEen bestemming
invoereninvoer wegwijzing Bestemmingsadres | invoeren | ga naar | navigeer naar
wegwijzing Bestemmingsadres
Navi | Navigatie | Bestemming , Bestemming | Adres invoer | invoeren | ga naar |
navigeer naar Bestemming Adres
Navi | Navigatie | Bestemming , Kruising | KnooppuntEen POI invoerenNavi | Navigatie | Bestemming , POI | Place of Interest
Navi | Navigatie | Bestemming , (POI | (plaats | point) of interest) (in de buurt)
Navi | Navigatie | Bestemming , (POI | (plaats | point) of interest) (in de buurt van de
bestemming)
Navi | Navigatie | Bestemming , (POI | (plaats | point) of interest) op de routeHet thuisadres
invoerenNavi | Navigatie | Bestemming , [Ga] [naar] THUISNaar de huidige
locatie vragenNavi | Navigatie | Bestemming , Waar ben ik | Mijn Huidige locatie
Page 68 of 189
68Spraakherkenning
MenuActieSpraakcommando'sNavigatiemenuEen routepunt
toevoegenNavi | Navigatie | Bestemming , Routepunt naar adres toevoegen
Navi | Navigatie | Bestemming , Voeg routepunt toe ([Bestemming] Adres [invoer] |
(enter | ga naar | Navigeer naar) [Bestemming] Adres).
Navi | Navigatie | Bestemming , Voeg routepunt toe (POI | (plaats | Point) of Interest)
Navi | Navigatie | Bestemming , Routepunt toevoegen (Knooppunt | Kruising)
Navi | Navigatie | Bestemming , Routepunt [(Ga | Navigeer) naar] contact toevoegen
Navi | Navigatie | Bestemming , Routepunt [(Ga | Navigeer) [naar]] THUIS toevoegenEen routepunt
wissenNavi | Navigatie | Bestemming , Routepunt verwijderenRoutebegeleiding
annulerenNavi | Navigatie | Bestemming , (stop | cancel) (directions | route [guidance] | driving
instructions)Gesproken
aanwijzingen
activeren/
deactiverenStembegeleiding aan
Stembegeleiding uit
Page 69 of 189
Spraakherkenning69
MenuActieSpraakcommando'sMenu TelefoonApparaat koppelenVerbinding maken | Verbinden | ConnectEen telefoonnummerkiezenNummer bellen
Bellen ... | Kiezen …Laatste nummer
opnieuw kiezenOpnieuw bellen | Laatste nummer opnieuw kiezen | Nogmaals kiezen | Laatste nummer opnieuw bellen | Opnieuw kiezen | Nogmaals bellen | Nog een keer bellen
| Bel opnieuwCijfers wissenWissen | Verwijderen
Alles wissen | Alles verwijderenEen tekstbericht
lezenS M S lezen | SMS-berichten lezen | S M S-bericht lezen
... : dynamische spatie staat voor de specifieke namen die op die positie moeten komen te staan
| : verticaal balkje scheidt alternatieven
( ) : ronde haakjes omvatten alternatieven
[ ] : vierkante haakjes geven optionele gedeelten in een commando aan
, : komma scheidt noodzakelijke stappen in een reeks
Page 72 of 189

72Telefoon
Voor het koppelen verschijnt er een
zescijferige pincode op het Infotain‐ mentsysteem.
Koppelen bevestigen: ■ Als SSP (secure simple pairing) wordt ondersteund:
Vergelijk (desgevraagd) de pinco‐
des op het Infotainmentsysteem en op het Bluetooth-apparaat en be‐
vestig het bericht op het Bluetooth-
apparaat.
■ Als SSP (secure simple pairing) niet wordt ondersteund:
Voer de pincode op het Bluetooth-
apparaat in en bevestig uw invoer.
De apparaten zijn gekoppeld en het
telefoonhoofdmenu verschijnt.
Het telefoonboek en de oproeplijsten
(indien beschikbaar) worden vanaf
het Bluetooth-apparaat gedownload.
Bevestig zo nodig het bijbehorende
bericht op het Bluetooth-apparaat.
Apparatenlijst De apparatenlijst bevat alle Blue‐tooth-apparaten die aan het Infotain‐
mentsysteem gekoppeld zijn.
Als een nieuw appraat wordt gekop‐
peld, verschijnt het in de apparaten‐
lijst.
Een apparaat aansluiten
Selecteer het apparaat dat u wenst te
koppelen. Er verschijnt een submenu.
Selecteer de knop Selecteren op het
scherm.
Het eerder verbonden apparaat wordt
ontkoppeld en dit apparaat wordt ver‐
bonden.
Een apparaat wissen
Selecteer het apparaat dat u wenst te
wissen. Er verschijnt een submenu.
Selecteer de knop Verw. op het
scherm.
Het apparaat is gewist.
Noodoproep9 Waarschuwing
Het tot stand brengen van de ver‐
binding kan niet onder alle om‐
standigheden worden gegaran‐
deerd. Daarom is het belangrijk
dat u bij gesprekken van levens‐
belang (bijv. bij het inroepen van
medische hulp) niet alleen op een
mobiele telefoon vertrouwt.
Voor sommige netwerken kan het
noodzakelijk zijn dat er op de juiste manier een geldige simkaart in de
mobiele telefoon is aangebracht.
9 Waarschuwing
Denk eraan dat u met uw mobiele
telefoon kunt bellen en ontvangen indien u zich in een gebied bevindt
met een voldoende sterk signaal.
Page 73 of 189

Telefoon73Onder bepaalde omstandigheden
kunnen nooddiensten niet op alle
mobiele telefoonnetwerken wor‐
den gebeld; mogelijkerwijs kun‐
nen deze oproepen niet gedaan
worden wanneer bepaalde net‐
werkdiensten en/of telefoonfunc‐
ties actief zijn. U kunt hierover uw lokale netwerkexploitant raadple‐
gen.
Het alarmnummer kan per land en regio variëren. Wij raden u aan het juiste alarmnummer voor de rele‐
vante regio van tevoren op te vra‐
gen.
Een noodoproep maken
Vorm het noodnummer (bijv. 112).
De telefoonaansluiting met het nood‐ oproepcentrum wordt ingesteld.
Beantwoord de vragen van het per‐
soneel over de noodoproep.
9 Waarschuwing
Beëindig het gesprek pas als de
alarmcentrale u daarom vraagt.
Bediening
Zodra er een Bluetooth-verbinding
tussen uw mobiele telefoon en het in‐
fotainmentsysteem tot stand is ge‐
bracht, kunt u tal van functies van uw mobiele telefoon ook via het infotain‐
mentsysteem bedienen.
Na het tot stand brengen van een ver‐
binding tussen de mobiele telefoon
en het Infotainmentsysteem worden
de gegevens van de mobiele telefoon naar het Infotainmentsysteem ver‐
stuurd. Afhankelijk van het model te‐
lefoon kan dit enige tijd duren. Tijdens
deze periode is het bedienen van de
mobiele telefoon via het Infotainment‐ systeem slechts beperkt mogelijk.
Niet elke telefoon ondersteunt alle
functies van de telefoonapplicatie.
Daarom kan het bereik aan beschre‐ ven functies afwijken.
Hoofdmenu Telefoon
Om het hoofdmenu Telefoon weer te
geven, drukt u op de toets PHONE.
Het volgende scherm verschijnt (als
er een mobiele telefoon verbonden
is).
Telefoongesprek initiëren
Een nummer invoeren
Druk op de toets PHONE en selecteer
vervolgens de menuoptie Nummer
invoeren . Er verschijnt een toetsen‐
blok.
Page 75 of 189

Telefoon75
Gesprekkenlijsten
Druk op de toets PHONE en selecteer
vervolgens de menuoptie
Gesprekslijsten . Het Gesprekslijsten
-menu verschijnt.
Selecteer de gewenste oproeplijst.
Afhankelijk van de geselecteerde lijst worden de laatste ontvangen, uit‐
gaande of gemiste oproepen weerge‐
geven.
Selecteer de gewenste vermelding in de oproeplijst om het bellen te star‐
ten.
Binnenkomend gesprek
Bij een binnenkomende oproep ver‐
schijnt er een bericht op het scherm.
Selecteer voor het aannemen van de oproep de schermtoets Aannemen.
Selecteer voor het afwijzen van de
oproep de schermtoets Weigeren.
Functies tijdens een
telefoongesprek
Bij een actieve oproep verschijnt het
in-gesprekscherm.
Telefoongesprek beëindigen
Selecteer voor het beëindigen van de oproep de schermtoets Ophangen.
Geluid van een gesprek onderdrukken
Activeer voor het tijdelijk onderdruk‐
ken van het microfoongeluid de
schermtoets Microfoon uit.
Deactiveer de schermtoets Microfoon
uit om het microfoongeluid weer te la‐
ten klinken.
Page 76 of 189

76Telefoon
Naar handset doorschakelen
Selecteer de menuoptie
Doorverb.naar handset om het ge‐
sprek door te schakelen naar de mo‐ biele telefoon. Het Privé gesprekken
-menu verschijnt.
Selecteer de menuoptie Gesprek
doorverbinden in het menu Privé
gesprekken om het gesprek weer te‐
rug te schakelen naar het Infotain‐
mentsysteem.
Wisselgesprek Wisselgesprek initiëren
Selecteer tijdens een actieve oproep
de menuoptie Nummer invoeren op
het in-gesprekscherm. Het toetsen‐
blok verschijnt. U kunt een nummer
invoeren of een nummer uit het tele‐
foonboek selecteren, zie boven‐
staand.
Tweede inkomende oproep
Bij een wisselgesprek verschijnt er
een bericht onderaan op het scherm.
Selecteer de gewenste optie.Bij het aannemen van het gesprek
wordt het eerste gesprek in de wacht
gezet en wordt het wisselgesprek ac‐ tief.
Beide gesprekken verschijnen op het
in-gesprekscherm.
Selecteer de menuoptie Gesprekken
wisselen om te schakelen tussen de
gesprekken.
Conferentiegesprek
Selecteer de schermtoets Conferen‐
tiegesprek om beide gesprekken te‐
gelijkertijd te activeren.
De schermtoets Conferentiegesprek
verandert in Gesprek vrijgeven .
Selecteer voor het beëindigen van
een conferentiegesprek de scherm‐
toets Gesprek vrijgeven .
Telefoongesprekken beëindigen
Selecteer in een conferentiegesprek
de schermtoets Ophangen om beide
telefoongesprekken te beëindigen.
Tekstberichten Zodra er een Bluetooth-verbinding
tussen uw mobiele telefoon en het In‐ fotainmentsysteem tot stand is ge‐
bracht, hebt u via het Infotainment‐
systeem toegang tot het Postvak IN
van uw mobiele telefoon.
Niet elke telefoon ondersteunt de
tekstberichtenfunctie van het Infotain‐
mentsysteem.
Berichtenapplicatie op de
mobiele telefoon activeren Het verzenden van tekstberichtgege‐
vens naar het Infotainmentsysteem
moet op de mobiele telefoon geacti‐
veerd zijn.
Page 77 of 189

Telefoon77
Na verbinding met het Infotainment‐
systeem kan er op uw telefoon een bericht verschijnen met het verzoek
tot toegang tot de tekstberichten op
de mobiele telefoon via het Infotain‐
mentsysteem. Bevestig het bericht.
Ga als er geen bericht verschijnt naar het Bluetooth-menu op uw mobiele
telefoon, selecteer de naam van het
Infotainmentsysteem en activeer de
bijbehorende toegangsfunctie.
Let op
Raadpleeg voor nadere informatie
over toegang op verschillende mo‐
biele telefoons onze website.
Het pictogram Berichten in het menu
Start van het Infotainmentsysteem is
dan selecteerbaar.
Inkomend tekstbericht Bij het ontvangen van een nieuw
tekstbericht verschijnt er een bericht
met de naam of het nummer van de
afzender.
Selecteer één van de opties in het be‐
richt.Beluisteren
Als u het bericht door het systeem wilt laten voorlezen, selecteer dan de
schermtoets Luisteren.
Weergave
Selecteer voor het weergeven van
het bericht op het scherm de respec‐
tievelijke schermtoets.
Let op
Berichten verschijnen alleen op het
scherm wanneer de auto gepar‐
keerd is.
Weigeren
Selecteer voor het weigeren van het
bericht de respectievelijke scherm‐
toets.
Beantwoorden
Selecteer voor het beantwoorden van
het bericht de schermtoets Antwoord.
Er verschijnt een lijst met voorgedefi‐ nieerde berichten.
Selecteer het gewenste bericht en
bevestig uw invoer.
Het bericht wordt verzonden.Let op
U kunt nieuwe voorgedefinieerde
berichten in het instellingenmenu
aanmaken.
Bel
Selecteer de schermtoets Bellen om
de afzender van het tekstbericht te
bellen.
Postvak IN
Druk op de toets ; en selecteer het
pictogram Berichten om het betref‐
fende menu weer te geven.
Selecteer de menuoptie Inbox om
een lijst met alle berichten in het Post‐ vak IN weer te geven.