Verlichting109Achteruitrijlichten
Het achteruitrijlicht gaat branden
wanneer de ontsteking is ingescha‐
keld en de auto in de achteruitver‐
snelling staat.
Beslagen lampglazen De binnenkant van de lampenglazen
kan bij koud en vochtig weer, bij he‐
vige regen of na een wasbeurt korte
tijd beslaan. De condens verdwijnt na
korte tijd vanzelf, om dit te versnellen
de verlichting inschakelen.Binnenverlichting
Regelbare
instrumentenverlichting
Wanneer de rijverlichting aanstaat,
kunt u de lichtsterkte van de volgende lampen regelen:
■ instrumentenverlichting
■ sfeerverlichting
■ plafondverlichting
■ Info-Display
■ verlichte schakelaars en bedie‐ ningselementen
Draai aan het kartelwiel A en houd dit
vast totdat de gewenste lichtsterkte is bereikt.
Binnenverlichting Voorste interieurverlichting
De interieurverlichting wordt bij het in-
en uitstappen vanzelf ingeschakeld
en dooft met enige vertraging.
Bedien de wipschakelaar:
w=automatisch in- en uit‐
schakelendruk op u=aandruk op v=uit
222TrefwoordenlijstAAanbevolen vloeistoffen en smeermiddelen ..............206, 210
Aanduidingen op banden ..........179
Aansteker .................................... 79
Accessoires en modificaties van auto ........................................ 155
Accu ........................................... 160
Achterlichten .............................. 167
Achterruitverwarming ................... 30
Achteruitrijlichten .......................109
Afmetingen auto ........................216
Airbag deactiveren ....................... 45 Airbag-deactivering ...................... 86
Airbag en gordelspanners ...........86
Airbaglabel.................................... 40
Airbagsysteem ............................. 40
Airconditioning ........................... 114
Airconditioning regelmatig aanzetten ............................... 122
Alarmknipperlichten ...................107
Algemene richtlijnen voor het rijden ....................................... 123
Andere auto slepen ...................200
Antiblokkeersysteem .................129
Antiblokkeersysteem (ABS) .........87
Asbakken ..................................... 79
Autogegevens ............................ 210
Autokrik....................................... 177Automatische dimfunctie .............28
Automatische verlichting ............ 106
Automatisch vergrendelen ...........23
Auto ontgrendelen .........................6
Auto slepen ................................ 198
Auto stallen ................................. 155
B Bagageruimte ........................ 24, 64
Bagageruimte-afdekking .............65
Bandenreparatieset ...................185
Bandenspanning .......................179
Bandenspanningscontrolesys‐ teem .................................. 88, 180
Bandenspanningswaarden ........218
Batterijspanning .........................100
Bedieningsorganen ......................72
Bekerhouders .............................. 52
Bekleding .................................... 204
Beladingsinformatie .....................70
Beslagen lampglazen ................109
Bestuurdersondersteuningssys‐ temen ...................................... 134
Beveiliging van de auto ................25
Binnenspiegels ............................. 28
Binnenverlichting ...............109, 171
Blindehoeksysteem ....................146
Bolle vorm .................................... 27
Boordgereedschap .....................177
Boordinformatie ........................... 97