Motorkoelvloeistof
qControleren van het
motorkoelvloeistofniveau
WAARSCHUWING
Geen lucifers of open vuur in de
motorruimte gebruiken. VUL GEEN
MOTORKOELVLOEISTOF BIJ
WANNEER DE MOTOR HEET IS:
Een hete motor is gevaarlijk. Als de
motor gedraaid heeft, kunnen delen
van de motorruimte bijzonder heet
worden. U kunt daardoor
brandwonden oplopen. Inspecteer
voorzichtig de motorkoelvloeistof in
het koelvloeistofreservoir, het reservoir
echter niet openen.
Zet het contact uit en let er op dat
de ventilator niet draait alvorens te
proberen in de buurt van de
koelventilator te werken:
Werken in de buurt van de
koelventilator wanneer deze draait is
gevaarlijk. Als de motor is stopgezet en
de temperatuur in de motorruimte
hoog is, kan de ventilator gedurende
onbepaalde tijd blijven draaien. U zou
door de ventilator ernstige
verwondingen kunnen oplopen.
WAARSCHUWING
Geen van de
koelsysteemdoppen verwijderen
wanneer de motor en de radiateur heet
zijn:
Wanneer de motor en de radiateur
heet zijn, kan kokend hete
koelvloeistof en stoom onder druk
naar buiten spuiten en ernstig letsel
veroorzaken.
OPMERKING
Het verversen van de koelvloeistof
dient door een deskundige reparateur,
bij voorkeur een officiële Mazda
reparateur te worden gedaan.
Controleer de anti-vries bescherming en
het koelvloeistofniveau in het reservoir
tenminste éénmaal per jaar―aan het
begin van het winterseizoen―en alvorens
naar streken te reizen waar de
temperaturen tot onder het vriespunt
kunnen dalen.
Controleer de toestand en aansluitingen
van alle slangen van het koelsysteem en
alle verwarmingsslangen.
Vernieuw eventuele uitgezette of
verouderde slangen.
De radiateur dient volledig met
koelvloeistof gevuld te zijn en het
koelvloeistofniveau dient zich tussen de F
en L streepjes op het
koelvloeistofreservoir te bevinden
wanneer de motor koud is.
6-34
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
Model met links stuur
Model met rechts stuur
Ruitensproeier- en
koplampsproeiervloeistof
qControle van het
sproeiervloeistofniveau
WAARSCHUWING
Gebruik steeds gewoon water of
ruitensproeiervloeistof in het
reservoir:
Gebruik van radiateur-antivries in
plaats van sproeiervloeistof is
gevaarlijk. Als dit op de voorruit
gesproeid wordt, zal de voorruit
hierdoor verontreinigd worden en uw
uitzicht belemmerd worden. Dit kan
een ongeluk tot gevolg hebben.
Controleer het vloeistofniveau in het
sproeierreservoir en vul indien nodig
vloeistof bij.
L F
In orde
De bovenkant van de vlotter dient tussen
F en L te staan.
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
6-37
Volg bij gebruik van een chemisch
reinigingsmiddel of poetsmiddelalle
aanwijzingen op het etiket en de
container. Lees alle waarschuwingen en
voorzorgsmaatregelen.
qOnderhoud van de lak
Wassen
OPGELET
lWanneer de ruitenwisserhendel in de
stand AUTO staat en het contact op
ON wordt gezet, is het mogelijk dat
de ruitenwissers in de volgende
gevallen automatisch in beweging
gezet worden:
lAls de voorruit boven de
regensensor wordt aangeraakt of
met een doek wordt afgeveegd.
lAls vanaf de buitenzijde of
binnenzijde van de auto met een
hand of ander voorwerp tegen de
voorruit wordt gestoten.
Houd handen en ruitenkrabbers uit
de buurt van de voorruit wanneer de
ruitenwisserhendel in de stand
AUTO staat en het contact op ON
gezet is, aangezien vingers beklemd
kunnen raken of de ruitenwissers en
wisserbladen beschadigd kunnen
worden wanneer de ruitenwissers
automatisch in werking gesteld
worden.
Als u de voorruit gaat reinigen, er op
letten dat de ruitenwissers volledig
zijn uitgeschakeld―dit is vooral
belangrijk bij het verwijderen van ijs
en sneeuw―wanneer de kans het
grootst is dat u de motor laat draaien.
OPGELET
lSpuit geen water in de motorruimte.
Anders kan dit motorstartproblemen
veroorzaken of beschadiging van de
elektrische onderdelen.
lWees voorzichtig bij het wassen en
in de was zetten van het voertuig niet
teveel kracht uit te oefenen op één
enkel deel van het dak of de antenne.
Anders bestaat de kans op indeuken
van het voertuig of beschadiging van
de antenne.
Om de laklaag tegen aantasting en
roestvorming te beschermen, dient u uw
Mazda regelmatig (tenminste éénmaal per
maand) grondig met lauw of koud water
te wassen.
Als de auto op de verkeerde manier wordt
gewassen, bestaat de kans op het ontstaan
van krassen op de laklaag. Hier volgen
enkele voorbeelden hoe krassen kunnen
ontstaan.
Krassen kunnen ontstaan op de laklaag,
wanneer:
lDe auto wordt gewassen zonder dat
vuil en overige vreemde bestanddelen
eerst afgespoeld worden.
lDe auto wordt gewassen met een ruwe,
droge of vuile doek.
lDe auto wordt gewassen in een auto-
wasinstallatie waarvan de borstels vuil
of te hard zijn.
lWanneer er een reinigingsmiddel of
was gebruikt wordt die polijstmiddelen
bevat.
Onderhoud en verzorging
Verzorging van het uiterlijk
6-77
qAls het waarschuwingslampje van
het
bandenspanningcontrolesysteem
gaat knipperen
Als het bandenspanningcontrolesysteem
defect is, gaat het waarschuwingslampje
voor de bandenspanning gedurende
ongeveer 1 minuut knipperen wanneer het
contact op ON gezet wordt en vervolgens
continu branden. Laat uw auto zo spoedig
mogelijk door een deskundige reparateur,
bij voorkeur een officiële Mazda
reparateur controleren.
qAls de KEY indikatie/
waarschuwingslampje (rood)
wordt aangegeven
Type A
“Storing in Keyless systeem”wordt op
de display getoond
Dit bericht wordt getoond als er een
probleem is met de geavanceerde
afstandbediende portiervergrendeling &
startdrukknopsysteem.
Raadpleeg een deskundige reparateur, bij
voorkeur een officiële Mazda reparateur.
OPGELET
Als bovenstaand bericht wordt
aangegeven of het
startdrukknopindikatielampje (oranje)
knippert, bestaat de kans dat de motor
niet start. Als de motor niet gestart kan
worden, deze proberen te starten met
behulp van de noodprocedure voor het
starten van de motor en de auto zo
spoedig mogelijk door een deskundige
reparateur, bij voorkeur een officiële
Mazda reparateur laten inspecteren.
Zie Noodbediening voor het starten van
de motor op pagina 4-11.
“Zet contactslot op UIT”wordt op de
display getoond
Dit bericht wordt getoond wanneer het
bestuurdersportier wordt geopend zonder
het contact uit te zetten.
“Sleutel niet gevonden”wordt op de
display getoond
Dit bericht wordt getoond wanneer een
van de volgende handelingen wordt
uitgevoerd wanneer de sleutel buiten het
werkingsbereik is of zich op plaatsen in
de cabine bevindt waar de sleutel moeilijk
bespeurd kan worden.
lDe startdrukknop wordt ingedrukt
terwijl het contact uit staat
lHet contact wordt aan gezet
lAlle portieren zijn gesloten zonder dat
het contact is uitgezet
Type B
In het geval van een defect in het
afstandbediende
portiervergrendelingssysteem, gaat het
lampje continu branden.
7-46
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indikatielampjes en waarschuwingszoemers
Informatie voor gebruikers betreffende het inzamelen en
opruimen van afgedankte apparatuur en gebruikte batterijen
Zie voor het opruimen van uw oude batterijen onderstaande informatie.
qInformatie over opruimen in de Europese Unie
Deze afbeelding van een doorgekruiste afvalbak op producten, verpakking, en/of
bijbehorende documenten betekent dat gebruikte elektronische producten en batterijen niet
samen met ongesorteerd huishoudafval mogen worden afgedankt. Voor een juiste
verwerking, hergebruik en recycling van afgedankte producten en gebruikte batterijen,
brengt u deze naar de aangewezen inzamelpunten, overeenkomstig uw nationale wetgeving
en de richtlijnen 2006/66/EC.
Door deze producten en batterijen op correcte wijze op te ruimen, helpt u waardevolle
natuurlijke hulpbronnen te behouden en voorkomt u mogelijk negatieve effecten op de
gezondheid en het milieu die anders het gevolg zouden kunnen zijn van een onjuiste
afvalverwerking.
Neem contact op met uw plaatselijke gemeente, afvalverwerkingsbedrijf of verkooppunt
waar u de producten heeft gekocht voor meer informatie over inzameling en hergebruik
van afgedankte producten en batterijen.
OPMERKING
Het is mogelijk dat de onderstaande twee letters gebruikt worden in combinatie met de
afbeelding van de doorgekruiste afvalbak. In dit geval voldoet deze aan de eis welke
bepaald is door de richtlijn voor de betreffende chemische stof.
“Pb”en“Cd”betekenen respectievelijk lood en cadmium.
8-22
Informatie voor de eigenaar
Inzamelen/opruimen van afgedankte apparatuur/gebruikte batterijen
qElektrische systeem
OnderwerpClassificatie
SKYACTIV-G 2.0, SKYACTIV-G 2.5 SKYACTIV-D 2.2
AccuQ-85
*1T- 1 1 0*112V-55Ah/20UUR*2of 12V-65Ah/20UUR*2
BougienummerOriginele Mazda
bougie*3PE5R-18-110 of PE5S-18-110―
*1 Q-85 of T-110 is bestemd voor het i-stop systeem (FOR STOP & START). Voor de juiste werking van het i-
stop systeem mag enkel gebruik gemaakt worden van Q-85 of T-110 (FOR STOP & START). Raadpleeg een
deskundige reparateur, bij voorkeur een officiële Mazda reparateur voor bijzonderheden.
*2 Niet voor i-stop systeem.
*3 De bougies zorgen er voor dat de SKYACTIV-G optimale prestaties kan leveren. Raadpleeg een deskundige
reparateur, bij voorkeur een officiële Mazda reparateur voor bijzonderheden.
OPGELET
Gebruik voor het reinigen van iridium bougies geen draadborstel. De fijne deeltjeslaag
op de iridiumlegering en de platina punten kunnen beschadigd worden.
qAanbevolen smeermiddelen
Motorolie*1Europa Behalve Europa
SKYACTIV-G 2.0,
SKYACTIV-G 2.5Aanbevolen olies*2Oliekwaliteit
Originele Mazda Olie Supra 0W-20
API SG/SH/SJ/SL/SM/SN of
ILSAC GF-II/GF-III/GF-IV/GF-V Originele Mazda Olie Ultra 5W-30
Alternatieve oliekwaliteit
*3
API SL/SM/SN*4of ACEA
A3/A50W-20
5W-30
SKYACTIV-D 2.2Aanbevolen olies
*2Oliekwaliteit
Originele Mazda Olie Supra DPF 0W-30
ACEA C3
0W-30/5W-30 Originele Mazda Olie Ultra DPF 5W-30
Alternatieve oliekwaliteit
*3
ACEA C30W-30
5W-30
*1 Zie Aanbevolen olie op pagina 6-28.
*2 Originele Mazda olie is speciaal bestemd/getest voor de respektievelijke motor. Voor optimale prestaties wordt
het aanbevolen altijd gebruik te maken van originele Mazda olie.
*3 Als er geen originele Mazda olie beschikbaar is, kunt u ook gebruik maken van alternatieve olie die
overeenkomt met de aangegeven specificatie.
*4 Gebruik API SM/SN in Kazachstan.
Gebruik geen olie die niet voldoet aan de hierboven vermelde specificaties of vereisten. Gebruik van ongeschikte
olie kan motorschade veroorzaken welke niet door de Mazda garantie wordt gedekt.
9-6
Technische gegevens
B
Banden .............................................. 6-49
Bandenspanning ......................... 6-50
Noodreservewiel ........................ 6-53
Onderling verwisselen van de
banden ........................................ 6-51
Sneeuwbanden ........................... 3-67
Sneeuwkettingen ........................ 3-68
Technische gegevens .................. 9-11
Vernieuwen van een band .......... 6-52
Vernieuwen van een velg ........... 6-53
Bandenspanningcontrolesysteem .... 4-232
Bediening van de handgeschakelde
versnellingsbak ................................. 4-77
Bekerhouder .................................... 5-165
Beveiligingssysteem
Anti-diefstal beveiligingssysteem
(behalve Europese modellen) ..... 3-59
Anti-diefstal beveiligingssysteem
(Europese modellen) .................. 3-54
Start-blokkeersysteem ................ 3-51
Bevestigingsriem voor
gevarendriehoek .................................. 7-3
Binnenspiegel ................................... 3-40
Bluetooth® ....................................... 5-93
Bluetooth® Audio
(Type B audio) ......................... 5-140
Bluetooth® Audio
(Type C/Type D audio) ............ 5-143
Bluetooth® handsfree
(Type B audio) ......................... 5-121
Bluetooth® handsfree
(Type C/Type D audio) ............ 5-130
Oplossen van problemen .......... 5-155
Boordcomputer ................................. 4-31
B
Brandstof
Meter .......................................... 4-27
Tankinhoud .................................. 9-8
Tankklep en -dop ....................... 3-35
Vereisten (SKYACTIV-D 2.2) .... 3-31
Vereisten
(SKYACTIV-G 2.0, SKYACTIV-G
2.5) ............................................. 3-30
Brandstofbesparing en
milieubescherming ............................ 3-63
Brandstofverbruikdisplay ................ 4-131
Brandstofverbruikmonitor ............... 4-127
Bedrijfstoestanddisplay ............ 4-128
Brandstofverbruikdisplay ......... 4-131
Eindschermweergave ............... 4-132
Energiebesparingsdisplay ......... 4-131
Buitenspiegels ................................... 3-38
Buitentemperatuurdisplay ................. 4-29
C
Claxon ............................................. 4-110
Contact
Schakelaar .................................... 4-2
Controle van het motoroliepeil ......... 6-32
Controle van het niveau van de rem/
koppelingsvloeistof ........................... 6-36
Controle van het
sproeiervloeistofniveau ..................... 6-37
Controleren van het
motorkoelvloeistofniveau ................. 6-34
D
Dagteller ............................................ 4-25
Dakconsole ..................................... 5-167
Dieseldeeltjesfilter ........................... 4-237
Dodehoekmonitorsysteem (BSM) ... 4-155
Index
10-3
P
Parkeersensorsysteem ..................... 4-255
Sensordetectiebereik ................ 4-257
Plafondlampen ................................ 5-160
Portiersloten ...................................... 3-12
Probleem
Parkeren in noodgevallen ............. 7-2
R
Radarsensor (Voor) ......................... 4-217
Radarsensoren (Achter) .................. 4-223
Registratie van de auto in het
buitenland ........................................... 8-2
Registratie van voertuiggegevens ....... 8-5
Remmen
Handrem ................................... 4-113
Profielslijtage-indicator ............ 4-116
Rembekrachtiging .................... 4-117
Voetrem .................................... 4-112
Reservewiel ......................................... 7-6
Richtingaanwijzers en signalen voor
rijbaanverandering .......................... 4-101
Rijden in de winter ............................ 3-67
Rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem
(LDWS)
............................................. 4-149
LDWS schakelaar ..................... 4-152
Rijstrookassistent ............................ 4-185
R
Rijtips
Automatische transmissie ........... 4-89
Brandstofbesparing en
milieubescherming ..................... 3-63
Doorwaden van water ................ 3-69
Inrijden ....................................... 3-63
Modellen met turbolader
(SKYACTIV-D 2.2) ................... 3-70
Moeilijke rijomstandigheden ..... 3-64
Op eigen kracht lostrekken van de
auto ............................................ 3-66
Rijden in de winter ..................... 3-67
Vloermat .................................... 3-65
Ruiten
Elektrische ruitbediening ........... 3-42
Ruitenwisser
Vernieuwen van de
ruitenwisserbladen van de
voorruit ....................................... 6-39
Vernieuwen van het ruitenwisserblad
van de achterruit ......................... 6-41
S
Signalen voor rijbaanverandering.... 4-101
Sleepmethoden .................................. 7-32
Slepen
Haak ........................................... 7-34
Trekken van een caravan en
aanhanger
(Europa/Rusland/Turkije/Israël/Zuid-
Afrika) ........................................ 3-71
Slepen in noodgevallen
Sleephaken ................................. 7-34
Sleepmethoden ........................... 7-32
Sleutels ................................................ 3-2
Sleutel-uit functie ......................... 3-9
Zender .......................................... 3-5
Index
10-7