Page 77 of 841
Deactiveringsschakelaar van voorpassagiersairbagí
WAARSCHUWING
De voorpassagiersairbag niet onnodig deactiveren:
Onnodig uitschakelen van de voorpassagiersairbag is gevaarlijk. Als de airbag
onnodig wordt uitgeschakeld, zal de voorpassagier niet de extra beveiliging van de
airbag kunnen ontvangen. Dit kan ernstig letsel met mogelijk dodelijke afloop
veroorzaken. Behalve bij het installeren van een kinderzitje op de
voorpassagierszitting, de deactiveringsschakelaar van de airbag niet in de stand OFF
zetten.
De deactiveringsschakelaar voor de voorpassagiersairbag dient gebruikt te worden wanneer
een kinderzitje op de voorpassagierszitting wordt geïnstalleerd om de voor- en zij-airbags
en ook het systeem van de veiligheidsgordelvoorspanner van de voorpassagierszitting
buiten werking stellen.
Belangrijke veiligheidsuitrusting
SRS airbags
2-53íBepaalde modellen.
Page 78 of 841

Wanneer het contact op ON wordt gezet, gaan beide indikatielampjes van de
deactiveringsschakelaar van de voorpassagiersairbag branden, ongeacht de stand van de
deactiveringsschakelaar van de voorpassagiersairbag. Het indikatielampje gaat na een
bepaalde periode uit en gaat vervolgens aan/uit afhankelijk van de condities zoals
aangegeven in onderstaande tabel.
Deactiveringsschakelaar van
voorpassagiersairbagWerkingstoestand van
voorpassagiersairbag/zij-airbag,
veiligheidsgordelvoorspanner van
voorpassagierszittingIndikatielampje van de
deactiveringsschakelaar van de
voorpassagiersairbag
OFF stand
Deactiveren
ON stand
Gereed
Deze worden na een korte periode
van tijd uitgeschakeld.
OPMERKING
Laat de deactiveringsschakelaar van de voorpassagiersairbag door een deskundige
reparateur, bij voorkeur een officiële Mazda reparateur inspecteren wanneer een van deze
gevallen zich voordoet:
lHet indikatielampje van de deactiveringsschakelaar van de voorpassagiersairbag gaat
niet gedurende een bepaalde periode branden wanneer het contact op ON gezet wordt.
lHet indikatielampje van de deactiveringsschakelaar van de voorpassagiersairbag gaat
niet na een korte periode van tijd uit wanneer het contact op ON gezet wordt
(deactiveringsschakelaar van de voorpassagiersairbag staat in de stand ON).
2-54
Belangrijke veiligheidsuitrusting
SRS airbags
Page 79 of 841

qSchakelaarstanden
Controleer alvorens te gaan rijden altijd met de hulpsleutel of de deactiveringsschakelaar
van de voorpassagiersairbag in de juiste stand staat al naargelang uw vereisten.
WAARSCHUWING
Laat de sleutel niet in de deactiveringsschakelaar van de voorpassagiersairbag zitten:
Onbedoeld uitschakelen van de deactiveringsschakelaar van de voorpassagiersairbag
is gevaarlijk. Bij een ongeluk zal de voorpassagier niet goed beveiligd zijn. Dit kan
ernstig letsel met mogelijk dodelijke afloop veroorzaken. Gebruik om onbedoeld
uitschakelen te voorkomen voor het bedienen van de deactiveringsschakelaar van de
voorpassagiersairbag altijd de hulpsleutel die bewaard wordt in de zenderbehuizing
die op dat moment gebruikt wordt. Plaats na het deactiveren van de airbag de
hulpsleutel terug in de zenderbehuizing. Op deze manier blijft de sleutel niet in de
deactiveringsschakelaar van de voorpassagiersairbag zitten.
OPMERKING
Plaats na het bedienen van deactiveringsschakelaar van de voorpassagiersairbag de
hulpsleutel terug in de zenderbehuizing.
OFF
De voorpassagiersvoorairbag, zij-airbag en veiligheidsgordelvoorspanner van
voorpassagierszitting zijn buiten werking.
Overschakelen naar de OFF positie
1. Steek de sleutel in de deactiveringsschakelaar van de voorpassagiersairbag en draai de
sleutel rechtsom totdat de sleutel naar OFF wijst.
2. Verwijder de sleutel.
3. Kijk of het airbag-uitgeschakeld indikatielampje blijft branden wanneer het contact op
ON staat.
De voor- en zij-airbags van de voorpassagierszitting en ook het voorspannersysteem van de
veiligheidsgordels blijven uitgeschakeld totdat de deactiveringsschakelaar van de
voorpassagiersairbag naar de stand ON gedraaid wordt.
ON
De voorpassagiersvoorairbag, zij-airbag en veiligheidsgordelvoorspanner van
voorpassagierszitting zijn in werking. Activeer het systeem enkel wanneer op de
voorpassagierszitting geen kinderzitje is geïnstalleerd.
Belangrijke veiligheidsuitrusting
SRS airbags
2-55
Page 101 of 841

OPMERKING
lDe buitensluitingpreventiefunctie
voorkomt dat u uwzelf uit de auto
kunt buitensluiten.
(Europees model)
Alle portieren en de achterklep/het
kofferdeksel zullen automatisch
ontgrendeld worden als deze
vergrendeld worden met behulp van
de centrale portiervergrendeling
wanneer een van de portieren
geopend is.
Als alle portieren gesloten zijn zullen
alle portieren vergrendeld worden,
alhoewel de achterklep/het
kofferdeksel open staat.
(Behalve Europese modellen)
Alle portieren en de achterklep/het
kofferdeksel zullen automatisch
ontgrendeld worden als deze
vergrendeld worden met behulp van
de centrale portiervergrendeling
wanneer een van de portieren of de
achterklep geopend is.
OPMERKING
l(Portierontgrendel(regel)systeem
met collisiedetectie)í
Dit systeem ontgrendelt automatisch
de portieren in het geval de auto bij
een ongeluk is betrokken om de
passagiers in staat te stellen het
voertuig onmiddellijk te verlaten en
te voorkomen dat zij binnenin
opgesloten raken. In het geval de
auto een botsing te verwerken krijgt
die krachtig genoeg is om de airbags
op te blazen en het contact is
ingeschakeld, worden ongeveer 6
seconden na het tijdstip van het
ongeval alle portieren automatisch
ontgrendeld.
Het is mogelijk dat de portieren niet
ontgrendelen afhankelijk van hoe de
botsing wordt opgevangen, de kracht
van de botsing en andere
omstandigheden die zich bij het
ongeval voordoen.
Als systemen die verband houden
met de portieren of de accu defect
zijn geraakt, zullen de portieren niet
ontgrendelen.
Alvorens te gaan rijden
Portieren en sloten
3-13íBepaalde modellen.
Page 221 of 841
Signaal Waarschuwings/indikatielampjes Pagina
Waarschuwingslampje elektrische handrem 4-51
Laadsysteemwaarschuwingsindikatie/waarschuwingslampje 4-52
Motoroliewaarschuwingslampje 4-52
Motorwaarschuwingslampje 4-53
Waarschuwingslampje voor hoge motorkoelvloeistoftemperatuur (Rood) 4-54
i-stop waarschuwingslampje (Oranje)/indikatielampje (Groen) 4-54
Rijstrookassistentindikatie 4-56
Rijstrookassistent OFF indikatie 4-57
Rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem (LDWS) indikatie 4-56
Rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem (LDWS) OFF indikatie 4-57
4WD waarschuwingsindikatie 4-58
Waarschuwingsindikatie voor automatische transmissie 4-58
Stuurbekrachtiging defect indikatie 4-59
Waarschuwingslampje voor systeem van airbag/voorspanners van voorste
veiligheidsgordels4-60
Waarschuwingslampje voor laag brandstofpeil 4-60
Veiligheidsgordelwaarschuwingslampje 4-60
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
4-43
Page 225 of 841

Signaal Waarschuwings/indikatielampjes Pagina
Waarschuwingslampje voor hoge motorkoelvloeistoftemperatuur (Rood) 4-54
i-stop waarschuwingslampje (Oranje)/indikatielampje (Groen) 4-54
Waarschuwingslampje van rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem
(LDWS)4-56
Indikatielampje van rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem (LDWS) OFF 4-57
Waarschuwingslampje voor automatische transmissie 4-58
Indikatielampje voor defecte stuurbekrachtiging 4-59
Waarschuwingslampje voor systeem van airbag/voorspanners van voorste
veiligheidsgordels4-60
Waarschuwingslampje voor laag brandstofpeil 4-60
Veiligheidsgordelwaarschuwingslampje 4-60
Open-portier waarschuwingslampje 4-62
120 km/h waarschuwingslampje 4-63
Rijsnelheidwaarschuwingsindikatie 4-31
Waarschuwingslampje voor laag sproeiervloeistofniveau 4-63
Waarschuwingslampje van bandenspanningcontrolesysteem 4-63
KEY waarschuwingslampje (Rood)/indikatielampje (Groen) 4-66
Koplampregelsysteem (HBC) waarschuwingslampje
(Oranje)/indikatielampje (Groen)4-69
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
4-47
Page 238 of 841

qWaarschuwingslampje voor
systeem van airbag/voorspanners
van voorste veiligheidsgordels
Indien het systeem van airbag/
voorspanners van de voorste
veiligheidsgordels in orde is, gaat het
waarschuwingslampje branden wanneer
het contact op ON gezet wordt of nadat de
motor is gestart. Het
waarschuwingslampje wordt na een
bepaalde periode van tijd uitgeschakeld.
Een defect in het systeem wordt
aangeduid als het waarschuwingslampje
constant knippert, constant brandt of
helemaal niet brandt wanneer het contact
op ON gezet wordt. Bij elk van deze
gevallen dient u zo spoedig mogelijk een
deskundige reparateur, bij voorkeur een
officiële Mazda reparateur te raadplegen.
Het systeem zal dan wellicht in het geval
van een aanrijding niet in werking treden.
WAARSCHUWING
Sleutel nooit zelf aan de airbag/
voorspannersystemen en laat altijd
alle onderhoud en reparatie door een
deskundige reparateur, bij voorkeur
een officiële Mazda reparateur
uitvoeren:
Het zelf uitvoeren van onderhoud of
sleutelen aan de systemen is
gevaarlijk. De kans bestaat dat een
airbag/voorspanner onvoorzien
geactiveerd of buiten werking gesteld
wordt.
qWaarschuwingslampje voor laag
brandstofpeil
Dit waarschuwingslampje geeft aan dat de
brandstoftank spoedig leeg zal zijn.
Zo spoedig mogelijk bijtanken.
qVeiligheidsgordelwaarschuwingslampje
Bestuurdersstoel
4-60
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
Page 267 of 841

WAARSCHUWING
Houd uw handen op de rand van het
stuurwiel wanneer u met uw vingers
de stuurversnellingschakelaars
bedient:
Het plaatsen van uw handen binnen
de rand van het stuurwiel bij gebruik
van de stuurversnellingschakelaars is
gevaarlijk. Als de bestuurdersairbag
bij een botsing geactiveerd zou
worden, zou deze tegen uw handen
kunnen slaan en letsel veroorzaken.
OPMERKING
lTijdens langzaam rijden is het
mogelijk dat de versnellingen niet
automatisch opgeschakeld worden.
lLaat in de handbediende
overschakelfunctie de motor niet met
de naald van de toerentalmeter in de
RODE ZONE draaien. Wanneer het
motortoerental hoog is, bestaat de
kans dat automatisch een versnelling
hoger ingeschakeld wordt om de
motor te beschermen.
lWanneer het gaspedaal volledig
wordt ingedrukt, zal de transmissie
terugschakelen naar een lagere
versnelling, afhankelijk van de
rijsnelheid.
lDe stuurversnellingschakelaar kan
tijdelijk gebruikt worden als de
keuzehendel tijdens het rijden in de
stand D staat. De automatische
overschakelfunctie wordt weer terug
ingesteld wanneer de UP schakelaar
(
/OFF) voldoende lang naar
achteren getrokken wordt.Handbediend terugschakelen
(M6→M5→M4→M3→M2→M1)
Voor terugschakelen naar een lagere
versnelling, de keuzehendel eenmaal naar
voren (
) verplaatsen.
Voor het terugschakelen naar een lagere
versnelling met behulp van de
stuurversnellingschakelaars, de DOWN
schakelaar (
) eenmaal met uw vingers
naar u toe trekken.
DOWN schakelaar (-)
Tijdens het rijden
Transmissie
4-89