4. Draai de audioregelknop en selecteer
de naam van de gepaarde apparatuur
die u wilt verwijderen.
Apparatuurnaam 1
Apparatuurnaam 2
Apparatuurnaam 3
Apparatuurnaam 4
Apparatuurnaam 5
Apparatuurnaam 6
Apparatuurnaam 7
OPMERKING
Enkel de namen van de gepaarde
apparatuur kunnen getoond worden. Als
enkel één stuks apparatuur is gepaard,
wordt enkel de naam van deze
apparatuur getoond.
5. Als een andere selectie dan“GO
BACK”is gemaakt en de
audioregelknop wordt ingedrukt, wordt
“SURE ? NO”getoond.
6. Draai de audioregelknop rechtsom en
schakel de display over naar“SURE ?
YES”.
OPMERKING
De display verandert als volgt
afhankelijk van of de audioregelknop
rechtsom of linksom wordt gedraaid.
- Rechtsom:“SURE ? YES”wordt op
de display getoond
- Linksom:“SURE ? NO”wordt op de
display getoond
7. Druk de audioregelknop in voor het
verwijderen van de gekozen
apparatuur.
OPMERKING
Selecteer“GO BACK”en druk de
audioregelknop in om terug te keren
naar de“PAIR DELETE”display.
8.“Nadat het verwijderen is voltooid,
wordt“PAIR DELETED”gedurende
drie seconden getoond en keert de
display vervolgens terug naar de
normale display.
OPMERKING
Als zich tijdens het verwijderen van de
gepaarde apparatuur een fout voordoet,
knippert“Err”gedurende drie seconden
op de display en keert de display terug
naar“LINK DELETE”.
5-110
Interieurvoorzieningen
Bluetooth®
Informatiedisplay van Bluetooth®
audioapparatuur
1. Selecteer met behulp van de
audioregelknop de modus voor
weergave van
paringapparatuurinformatie“DEVICE
INFO”in de“BT SETUP”modus. (Zie
voor bijzonderheden“Instellen van
Bluetooth
®audioapparatuur”.)
2. Druk op de audioregelknop voor het
bepalen van de modus.
3. De naam van de Bluetooth® eenheid
wordt getoond.
4. Draai de audioregelknop voor het
selecteren van de informatie voor de
Bluetooth
®eenheid die u wilt zien.
Apparatuurnaam
BT adres
OPMERKING
Wanneer“GO BACK”wordt
geselecteerd en de audioregelknop
wordt ingedrukt, keert de display terug
naar“DEVICE INFO”.
qBeschikbare talen (Type A/Type B)
De beschikbare talen zijn Engels, Frans,
Spaans, Italiaans, Duits, Nederlands en
Portugees. Als de taalinstelling wordt
veranderd, worden alle gesproken
begeleiding en spraakinvoeropdrachten in
de gekozen taal gedaan.
OPMERKING
lAls de taalinstelling wordt
veranderd, blijft de
apparatuurregistratie behouden.
lTelefoonboekgegevens worden niet
gewist, echter voor elke taal is er een
apart telefoonboek. Dus gegevens
die in één taal zijn ingevoerd,
moeten opnieuw in het telefoonboek
van de nieuwe taal ingevoerd
worden.
lVoer deze stappen uit alvorens u
begint te rijden. Deze minder
gebruikte functies zijn te zeer
afleidend om tijdens het rijden
gebruikt te worden, totdat u volledig
vertrouwd bent met het systeem.
(Methode 1)
1. Druk de opnementoets of sprekentoets
kort in.
2.Zeg:[Geluidssignaal]“Setup”
3.Prompt:“Selecteer één van de
volgende Koppelingsopties,
Bevestiging Prompts, Taal,
Wachtwoord, Selecteer Telefoon, of
Selecteer muziekspeler .”
4.Zeg:[Geluidssignaal]“Taal”
Interieurvoorzieningen
Bluetooth®
5-111
OPMERKING
lHet Bluetooth®handsfree systeem is
gebruiksklaar enkele seconden nadat
het contact op ACC of ON is gezet
(minder dan 15 seconden vereist).
lBij bediening van de audio-installatie
of de airconditioning kunnen tijdens
het gebruik van Bluetooth
®
handsfree de pieptonen of de
gesproken begeleiding (audio-
installatie) niet worden gehoord.
Begeleiding
In de begeleiding wordt het gebruik van
Bluetooth
®handsfree verklaard. Doe het
volgende om de begeleiding te activeren:
1. Druk de opnementoets of sprekentoets
kort in.
2.Zeg:[Geluidssignaal]“Handleiding”
3. Volg de prompts voor het verkrijgen
van de juiste gesproken begeleiding.
Opdrachten die tijdens
spraakherkenning steeds gebruikt
kunnen worden
“Help”of“Terug”zijn opdrachten die
tijdens spraakherkenning steeds kunnen
worden gebruikt.
Gebruik van de helpfunctie
De helpfunctie informeert de gebruiker
over alle beschikbare spraakopdrachten
onder de huidige omstandigheden.
1.Zeg:[Geluidssignaal]“Help”
2. Volg de prompts voor het verkrijgen
van de juiste gesproken begeleiding.Terug naar vorige bedieningsmodus
Deze opdracht is om vanuit de
spraakherkenningsmodus terug te keren
naar de vorige bedieningsmodus.
Zeg:[Geluidssignaal]“Terug”
Let op de volgende punten om
vermindering van de spraakherkenning
en spraakkwaliteit te voorkomen:
lTijdens de gesproken begeleiding of
het klinken van de zoemer is gebruik
van de spraakherkenning niet
mogelijk. Wacht totdat de gesproken
begeleiding of de pieptoon is
beëindigd alvorens uw opdrachten
uit te spreken.
lDialecten of een andere bewoording
dan de handsfree oproepen kunnen niet
door de spraakherkenning worden
herkend. Spreek in de bewoording
zoals voorgeschreven door de
spraakopdrachten.
lHet is niet nodig recht voor de
microfoon te gaan zitten of er naar toe
over te leunen. Spreek de
spraakopdrachten uit en houd daarbij
een veilige rijpositie aan.
lSpreek niet te langzaam of te luid.
lSpreek duidelijk, zonder te pauzeren
tussen woorden en getallen.
lSluit bij gebruik van Bluetooth®
handsfree de ramen en/of het schuifdak
om harde geluiden van buiten de auto
te verminderen of stel de luchtstroming
van het airconditioningsysteem lager
af.
lZorg er voor dat de luchtroosters de
luchtstroom niet omhoog naar de
microfoon richten.
Interieurvoorzieningen
Bluetooth®
5-113
4.Zeg:[Geluidssignaal]“Opnieuw
inspreken”
5.Prompt:“Dit moet u doen in een stille
omgeving terwijl de auto stilstaat. Zie
de eigenaarshandleiding voor de lijst
met benodigde trainingsuitdrukkingen.
Druk even op de knop Spraak als u wilt
beginnen. U kunt op elk gewenst
moment stoppen door op de knop
Ophangen te drukken.”
6. Druk de sprekentoets in met een korte
druk.
7. De gesproken begeleiding leest het
spraakinvoeropdrachtnummer op (zie
de lijst met spraakinvoeropdrachten
voor spraakherkenningleren). (Bijv.
“Lees zin 1”)
8.Zeg:[Geluidssignaal]“0123456789”
(Zeg de spraakinvoeropdrachten voor
spraakherkenningleren (1 tot 8)
overeenkomstig de gesproken
begeleiding.)
9.Prompt:“Spraakregistratie is
compleet.”
OPMERKING
Als zich een fout heeft voorgedaan bij
het spraakherkenning leren, is opnieuw
leren mogelijk door de sprekentoets
kort in te drukken.
Lijst met spraakinvoeropdrachten voor
spraakherkenningleren
Bij het oplezen dienen de volgende
punten in acht genomen te worden:
lLees de nummers één voor één correct
en natuurlijk op. (Bijvoorbeeld,“1234”
moet opgelezen worden als“eén, twee,
drie, vier”, niet“twaalf, vierendertig”.)
lLees geen haakjes op.“(”en
koppeltekens“-”worden gebruikt
voor het scheiden van nummers in een
telefoonnummer.
Bijv.
“(888) 555-1212”moet worden uitgesproken als
“Acht, acht, acht, vijf, vijf, vijf, eén, twee, eén,
twee.”
Zin Opdracht
1 0123456789
2 (888) 555-1212
3 Bel
4 Nummer keuze
5 Setup
6 Annuleer
7 Doorgaan
8 Help
OPMERKING
lDe zin van toepassing verschijnt in
de audiodisplay.
lNadat de gebruikerspraakregistratie
is voltooid, wordt door de gesproken
begeleiding“Spraakregistratie is
compleet”aangekondigd.
Spraakherkenning leren aan/uit
1. Druk de opnementoets of sprekentoets
kort in.
2.Zeg:[Geluidssignaal]“Inspreken”
3.Prompt:“Registratie is geactiveerd/
gedeactiveerd. Wilt u deze deactiveren/
activeren, of opnieuw inspreken?”
4.Zeg:[Geluidssignaal]“Deactiveren”of
“Activeren”.
Interieurvoorzieningen
Bluetooth®
5-117
5. Wanneer“Deactiveren”wordt
uitgesproken, wordt het
spraakherkenning leren uitgeschakeld.
Wanneer“Activeren”wordt
uitgesproken, wordt het
spraakherkenning leren ingeschakeld.
6.Prompt:“Spraakregistratie is
gedeactiveerd/geactiveerd.”
qGereed maken van Bluetooth®
(Type C/Type D)
Paren van apparatuur
Voor het gebruik van Bluetooth
®audio en
handsfree moet de apparatuur uitgerust
met Bluetooth
®aan de hand van de
volgende procedure met de eenheid
gepaard worden. Maximaal zeven
apparaten zoals Bluetooth
®
audioapparatuur en handsfree mobiele
telefoons kunnen gepaard worden.
OPMERKING
Het is mogelijk dat het Bluetooth®
systeem gedurende 1 of 2 minuten
nadat het contact op ACC of ON is
gezet niet functioneert. Dit duidt echter
niet op een probleem. Controleer dat de
Bluetooth
®instelling op het apparaat in
orde is en probeer het Bluetooth®
apparaat vanaf de auto opnieuw in te
stellen als het Bluetooth®systeem na 1
of 2 minuten niet automatisch
verbinding maakt.
Paringprocedure
1. Selecteer het
pictogram op het
thuisscherm en toon het Instellingen
scherm.
2. Selecteer het
tabblad.3. Selecteer
.
4. Schakel de Bluetooth
®instelling in.
5. Selecteer
om het
bericht te tonen en over te schakelen
naar gebruik van de apparatuur.
6. Voer met behulp van uw apparatuur
een zoekopdracht voor de Bluetooth
®
apparatuur (randapparatuur) uit.
7. Kies“Mazda”uit de lijst met
apparatuur die door de apparatuur
wordt afgezocht.
8.(Apparaat met Bluetooth
®versie 2.0)
Voer de getoonde 4-cijferige
paringcode op de apparatuur in.
(Apparaat met Bluetooth
®versie 2.1
of hoger)
Controleer dat de getoonde 6-cijferige
code op de audio-installatie ook op de
apparatuur wordt getoond en raak
aan.
Afhankelijk van het mobiele apparaat
is het mogelijk dat toestemming voor
verbinding en telefoonboektoegang is
vereist.
9. Als paring gelukt is, worden de
functies van het apparaat dat
aangesloten is op Bluetooth
®getoond.
10.(Apparatuur dat compatibel is met
de Mazda e-mail/SMS functie)
SMS (korte berichtenservice)
berichten en e-mail worden
automatisch op het apparaat
gedownload. Afhankelijk van het
apparaat dient er mogelijk een
downloadtoestemming voor uw
apparaat ingesteld te worden.
5-118
Interieurvoorzieningen
Bluetooth®
OPMERKING
Voor het automatisch downloaden van
de belhistorie en berichten, moeten alle
automatische downloadinstellingen zijn
ingeschakeld. Zie Communicatie-
instellingen op pagina 5-142.
Nadat apparatuur is geregistreerd, wordt
de apparatuur automatisch door het
systeem geïdentificeerd. Door Bluetooth
®
handsfree nogmaals te activeren of door
Bluetooth®handsfree eerst te activeren
nadat het contact van OFF op ACC is
gezet, wordt de verbindingsstatus van het
apparaat getoond op de middendisplay.
BELANGRIJK Opmerking over
paring en automatische herverbinding:
lAls paring op dezelfde mobiele
telefoon opnieuw wordt uitgevoerd,
dient u eerst“Mazda”dat op het
Bluetooth
®instelscherm van het
mobiele apparaat verschijnt eenmaal
te wissen.
lBij het updaten van het
besturingssysteem van de apparatuur
bestaat de kans dat de paringinformatie
gewist wordt. Herprogrammeer in dit
geval de paringinformatie in de
Bluetooth
®eenheid.
lControleer alvorens u uw apparaat
paart, dat Bluetooth®op zowel uw
telefoon als op de auto“AAN”zijn.
Selectie van apparatuur
Als meerdere apparatuur wordt gepaard,
verbindt de Bluetooth
®eenheid de laatst
gepaarde apparatuur. Als u andere
gepaarde apparatuur wilt verbinden, is het
nodig de verbinding te wijzigen. Na het
wijzigen van de verbinding blijft de
volgorde van prioriteit van de apparatuur
behouden, ook wanneer het contact wordt
uitgezet.
Aansluiten van overige apparatuur
1. Selecteer het
pictogram op het
thuisscherm en toon het Instellingen
scherm.
2. Selecteer het
tabblad.
3. Selecteer
.
4. Schakel de Bluetooth
®instelling in.
5. Selecteer de naam van het apparaat dat
u wilt verbinden.
6.Selectie
Beide apparaten worden verbonden als
handsfree en Bluetooth®audio.
Selectie
Wordt verbonden als een handsfree
apparaat.
Selectie
Wordt verbonden als Bluetooth®audio.
OPMERKING
De volgende functies zijn voor
handsfree bellen of audiobediening
beschikbaar.
lHandsfree: Telefoongesprekken en e-
mail/SMS
lAudio: Bluetooth®audio, Aha™,
Stitcher™radio
Interieurvoorzieningen
Bluetooth®
5-119
lBedien de commanderschakelaar of de
middendisplay (alleen wanneer de auto
stilstaat).
Overslaan van de gesproken
begeleiding (voor sneller gebruik)
Druk de sprekentoets in en laat deze los.
Storingzoeken voor spraakherkenning
Zeg“Instructieprogramma”of“Help”als
u in de spraakherkenningsmodus een
bedieningsmethode niet begrijpt.
Opdrachten die tijdens
spraakherkenning steeds gebruikt
kunnen worden
“Ga terug”en“Annuleren”zijn
opdrachten die tijdens spraakherkenning
steeds kunnen worden gebruikt.
Terug naar vorige bedieningsmodus
Zeg“Ga terug”in de
spraakherkenningsmodus om terug te
keren naar de vorige bediening.
Annuleren
Zeg“Annuleren”in de
spraakherkenningsmodus om het
Bluetooth
®handsfree-systeem op de
standbymodus in te stellen.
Let op de volgende punten om
vermindering van de spraakherkenning
en spraakkwaliteit te voorkomen:
lTijdens de gesproken begeleiding of
het klinken van de zoemer is gebruik
van de spraakherkenning niet
mogelijk. Wacht totdat de gesproken
begeleiding of de pieptoon is
beëindigd alvorens uw opdrachten
uit te spreken.
lOpdrachten die verband houden met de
telefoon zijn alleen beschikbaar
wanneer uw telefoon is aangesloten via
Bluetooth
®. Zorg er voor dat uw
telefoon via Bluetooth®is aangesloten
alvorens u gesproken opdrachten geeft
die verband houden met de telefoon.
lOpdrachten voor muziekweergave,
zoals Artiest afspelen en Album
afspelen kunnen alleen in de USB
audiomodus gebruikt worden.
lSpreek niet te langzaam of te luid (geen
luide stem).
lSpreek duidelijk, zonder te pauzeren
tussen woorden en getallen.
lDialecten of een andere bewoording
dan de handsfree oproepen kunnen niet
door de spraakherkenning worden
herkend. Spreek in de bewoording
zoals voorgeschreven door de
spraakopdrachten.
lHet is niet nodig recht voor de
microfoon te gaan zitten of er naar toe
over te leunen. Spreek de
spraakopdrachten uit en houd daarbij
een veilige rijpositie aan.
lSluit bij gebruik van Bluetooth®
handsfree de ramen en/of het schuifdak
om harde geluiden van buiten de auto
te verminderen of stel de luchtstroming
van het airconditioningsysteem lager
af.
lZorg er voor dat de luchtroosters de
luchtstroom niet omhoog naar de
microfoon richten.
Interieurvoorzieningen
Bluetooth®
5-121
qBediening van de audio-installatie met behulp van spraakherkenning (Type
C/Type D)
Hoofdaudiobediening
Onderstaande opdrachten zijn voorbeelden van de beschikbare opdrachten.
Wanneer de sprekentoets wordt ingedrukt en de volgende opdracht wordt uitgesproken,
kan de audio worden bediend. De opdrachten tussen ( ) kunnen worden weggelaten. De
betreffende naam en het nummer worden tussen de {} ingevoerd.
Spraakopdracht FunctieCorresponderende
audiobron
(ga naar) AM (radio)/AM
(radio) afspelenVoor overschakelen van de audiobron naar AM radio. Alle
(ga naar) FM (radio)/FM
(radio) afspelenVoor overschakelen van de audiobron naar FM radio. Alle
(Ga naar/Afspelen) DAB
(Radio)Schakelt de audiobron over naar DAB radio. Alle
(ga naar ) bluetooth (audio)/
bluetooth (audio) afspelenVoor overschakelen van de audiobron naar Bluetooth
®
audio.Alle
(ga naar) aha (radio)/aha (radio)
afspelenVoor overschakelen van de audiobron naar Aha
™. Alle
(ga naar) stitcher/stitcher
afspelenVoor overschakelen van de audiobron naar Stitcher
™
Radio.Alle
(ga naar) USB 1/USB 1
afspelenVoor overschakelen van de audiobron naar USB 1. Alle
(ga naar) USB 2/USB 2
afspelenVoor overschakelen van de audiobron naar USB 2. Alle
afspeellijst afspelen {Naam van
playlist}Voor afspelen van de geselecteerde playlist. USB
artiest afspelen {Naam van
artiest}Voor afspelen van de geselecteerde artiest. USB
album afspelen {Naam van
album}Voor afspelen van het geselecteerde album. USB
genre afspelen {Naam van
genre}Voor afspelen van het geselecteerde genre. USB
map afspelen {Naam van map} Voor afspelen van de geselecteerde map. USB
OPMERKING
lBepaalde opdrachten kunnen niet worden gebruikt, afhankelijk van de apparatuur en
de gebruiksomstandigheden.
lAls het Bluetooth®apparaat, USB, of AUX niet is verbonden, kunnen de daarmee
verband houdende opdrachten niet worden gebruikt.
Interieurvoorzieningen
Bluetooth®
5-123