146KENNISMAKING MET DE AUTO
GELUIDSSIGNAAL
De informatie over de aanwezigheid en afstand van een ob-
s takel ten opzichte van de auto wordt gegeven door mid-
del van geluid ssignalen uit 2 zoemer s die in het interieur
zijn gemonteerd:
❍ de zoemer voorin waar schuwt voor de aanwezigheid van
obs takels vóór het voertuig en de zoemer achterin voor
de aanwezigheid van ob stakels achter het voertuig. Dit
informeert de be stuurder over de plaat s (voor/achter)
van de ob stakels .
De werking i s automatis ch zodra de achteruitver snelling
wordt inge schakeld.
Het geluidssignaal:
❍ neemt toe naarmate de afs tand tussen de auto en
het obs takel afneemt;
❍ wordt ononderbroken wanneer de af stand tussen
de auto en het obs takel minder dan 30 cm bedraagt en
s topt onmiddellijk al s de afs tand toeneemt;
❍ blijft cons tant als de afstand ongewijzigd blijft; als de-
ze situatie de zijs ensoren betreft, zal de zoemer na on-
geveer 3 s econden stoppen om bijvoorbeeld signalen
te voorkomen tijden s manoeuvres langs mur
en.
Voor een correcte werking van het systeem
mogen de sensoren nooit bevuild zijn met
modder, vuil, sneeuw of ijs. Zorg ervoor dat
ze tijdens het reinigen niet gekrast of beschadigd
worden. Vermijd het gebruik van droge, ruwe of har-
de doeken. de sensoren moeten met schoon water
worden gewassen, waaraan eventueel autoshampoo
is toegevoegd. Wanneer speciale reinigingsappara-
ten worden gebruikt, zoals stoomreinigers of ho-
gedrukreinigers, reinig dan de sensoren zeer snel en
houd de straal op minstens 10 cm afstand.
Voor het overspuiten van de bumpers of even-
tueel bijwerken van de laklaag in de zone van
de sensoren, dient men zich uitsluitend tot
het Lancia Servicenetwerk te richten. Als de lak on-
juist is aangebracht kan dit de werking van de par-
keersensoren negatief beïnvloeden.
WERKINGSGEBIED VAN de SENSOREN
Dankzij de sens oren kan het systeem de voorkant (ver-
s ie met 8 s ensoren) en de achterkant van het voertuig con-
troleren.
Hun plaats dekt het midden en de zijkanten van de voor-
en achterkant van de auto. Als een obstakel zich in het mid-
dels te gebied bevindt, wordt dit gedetecteerd wanneer de af-
s tand ongeveer 0,9 m (voor) en 1,30 m (achter) bedraagt.
Als het obs takel zich aan de zijkant bevindt, wordt het ge-
detecteerd op een afs tand van minder dan 0,6 m.
001-154 Delta NL 1ed 20/03/14 11:28 Pagina 146
NOODGEVALLEN227
4
F12
F12
F13
F13
F31
F33
F34
F35
F36
F37
F38
F39
F40
F417,515
7,5 15 5
20
20 5
20
7,5 10
10
30
7,539
39
39
39
39
39
39
39
39
39
39
39
39
39
ZEKERINGENTABEL
ELEKTRISCHE APPARATUUR ZEKERING AMPÈRE AFBEELDING
Dimlicht rechts
Dimlicht rechts (Xenon gasontladingslamp)
Dimlicht links, koplampverstelling
Dimlicht links (Xenon gasontladingslamp)
Relaisbobine ventilator klimaatregeling, Body Computer
Elektrische ruitbediening linksachter
Elektrische ruitbediening rechtsachter
Achteruitrijlicht, relaisbobines zekeringenkast motorruimte,
bediening rempedaal (normaal gesloten contact), water in dieselsensor,
debietmeter
Regeleenheid centrale portiervergrendeling, brandstofklepje, dead lock,
opening achterklep
Derde remlicht, instrumentenpaneel, Knooppunt Zelfaanpassende
koplampen, regeleenheid op linker gasontladingskoplamp
Plafondverlichting voor, plafondverlichting midden achter, verlichting
zonnekleppen bestuurders- en passagierszijde, bagageruimteverlichting,
verlichting dashboardkastje (Platinum uitrustingsniveau met
optioneel schuifdak)
Inbouwvoorbereiding radio/Radio/Radio-navigatiesysteem,
Knooppunt Blue&Me
TM, alarmsirene, alarmsysteem op plafondverlichting,
klimaatregeleenheid, regeleenheid bewaking bandenspanning,
stekker diagnoseaansluiting, plafondverlichting achter
Achterruitverwarming
Ontwaseming elektrische buitenspiegels, ontwaseming op ruitensproeiers
195-232 Delta NL 1ed 20/03/14 11:29 Pagina 227
39
39
39
39
39
39
39
39
39
228NOODGEVALLEN
F43
F44
F46
F47
F48
F49
F51
F52
F5330
15
20
20
205
5/7,5 (*)
15
7,5
ELEKTRISCHE APPARATUUR ZEKERING AMPÈRE AFBEELDING
Ruitenwissersysteem op stuurkolomhendel, elektrische tweewegpomp
ruitensproeier/achterruitsproeier op stuurkolomhendel
Aansteker/stopcontact op tunnel, stopcontact bagageruimte
Schuifdak motor
Elektrische ruitbediening bestuurderszijde voor
Elektrische ruitbediening passagierszijde voor
Bedieningspanelen rechts, links, midden alarmknipperlichten
(verlichting), bedieningstoetsen op het stuurwiel (verlichting),
bedieningstoetsen op plafondverlichting (verlichting), regeleenheid
volumetrisch alarmsysteem, elektrisch schuifdak (regeleenheid,
verlichting bedieningstoetsen), regen-/schemersensor,
elektrochromatische spiegel, bediening verwarming voorstoelen,
AUX-aansluiting (verlichting)
Aansteker (verlichting) inbouwvoorbereiding radio, bediening
cruise-control, knooppunt Blue&Me
TM, knooppunt parkeersensoren,
AQS sensor, klimaatregeling, verstelling elektrische buitenspiegel,
regeleenheid bewaking bandenspanning, knooppunt rijbaanwisseling,
knooppunt geregelde demping wielophanging, Eco-toets
(versies met automatische versnellingsbak), lichtgeleider bediening
automatische versnellingsbak, regeleenheid op
rechter gasontladingskoplamp
Achterruitwissersysteem op stuurkolomhendel
Instrumentenpaneel, richtingaanwijzers achter
195-232 Delta NL 1ed 20/03/14 11:29 Pagina 228
236ONDERHOUD EN ZORG
20 40 60 80 100 120 140 160 180 2001 2345678910
●●●● ●
● ●●●●●●●● ●
● ●●●●●●●● ●
●● ●
●
●●●
●●●● ●
●●●● ●
❍ ●❍●❍●❍●❍ ●
(1) Het feitelijke interval voor vervanging van de motorolie en het oliefilter hangt af van de gebruikscondities van het voertuig en wordt aangegeven met het controlelampje of een melding op het instrumentenpaneel. In geen geval mag dit langer d\
an 2 jaar bedragen. Wanneer het voertuig overwegend in de stad wordt gebruikt, moet de
motorolie en het oliefilter elk jaar worden vervangen.
(2) Voor gebieden waar weinig stof is wordt een maximale kilometerstand van 120.000 km aanbevolen. Ongeacht de ki\
lometerstand m oet de riem om de 6 jaar vervan-
gen worden.
In stoffige omgevingen en/of gebruik van het voertuig onder zware omstandigheden (koude klimaten, gebruik in de stad, periodes van langdurige stilstand): wordt
een maximale kilometerstand van 60.000 km aanbevolen. Ongeacht de kilome\
terstand, moet de riem om de 4 jaar vervangen worden.
(3) Als het voertuig op brandstof rijdt van een kwaliteit die niet vol\
doet aan de betreffende Europese specificatie, moet dit filter om de 20.000 km vervangen worden.
(4) In geval van gebruik van het voertuig in stoffige gebieden moet he\
t filter elke 20.000 km worden vervangen.
(
❍) Aanbevolen werkzaamheden.
(●) Verplichte werkzaamheden.
km x 1000
Jaren
Slag van handrem controleren en zo nodig afstellen
Conditie en slijtage remblokken van schijfremmen voor
en de werking van remblokslijtagesensor visueel inspecteren
Conditie en slijtage van de remblokken van de achterste
schijfremmen visueel inspecteren
Conditie en spanning van aandrijfriem(en) hulporganen
(alleen bij versies zonder automatische riemspanner)
visueel inspecteren
Motorolie verversen en oliefilter vervangen (versies met DPF) (1)
Aandrijfriem(en) hulporganen vervangen (2)
Getande distributieriem vervangen (2)
Brandstoffilter vervangen (3)
Luchtfilterelement vervangen (4)
Remvloeistof vervangen
Interieurfilter vervangen (4)
233-256 Delta NL 1ed 07/04/14 11:49 Pagina 236
286ALFABETISCH REGISTER
Radio
(inbouwvoorbereid ing) ....... 148
Radiozenders en mobiele telefoons ............................. 150
Reactive Suspension System ... 109
Regensensor .......................... 72
Remmen .............................. 263
Richtingaanwijzers – bedieni ng ......................... 69
– lamp vervangen ............... 216
Roetfilter (DPF) .................... 153
Rubber slangen ..................... 249
Ruiten (reinigen) .................. 255
Ruiten r einigen ..................... 70
Ruitenwisser – bedieni ng ......................... 70
– ruitenspro eiers ................. 251
– wisserbl aden ............ 249–250Safe Lock (systeem) ............. 47
SBR–systeem ........................ 157
Schuifdak ............................. 86
Sensor automatische inschakeling koplampen
(schemersensor) .................. 68
Slepen van de auto ............... 231
Smeermiddelen (specificaties) ...................... 273
Sneeuwkettingen .................. 193
Sport (functie) ...................... 77
SPORTfunctie ...................... 107
Stadslicht ............................. 69
– lamp vervangen ............... 216
Starten en rijden ................... 183
Stoelen ................................. 52
– reinigen ........................... 256
Stopcontact .......................... 85Parkeerhulp
(Magic Parki ng) .................. 134
Parkeersensor en .................... 131
– Magic Parking (Parkeerhulp) .................. 134
Parkeren ............................... 187
Plafondverlichting achter (lamp vervangen) ............... 220
Plafondverlichting voor (lamp vervangen) ............... 219
Portieren .............................. 89 – kinderslot ....................... 90
– noodvergrendeling portier voor en achter
passagierszijde ................. 91
Portiervergrendeling ............. 89
Prestaties .............................. 270
281-288 Delta NL 1ed 21/03/14 15:12 Pagina 286