KENNISMAKING MET DE AUTO131
1
PARKEERSENSOREN
(voor bepaalde versies/markten)
De parkeersensoren bevinden zich in de achterbumper
fig. 77, zij detecteren de aanwezigheid van ob stakels ach-
ter het voertuig en waar schuwen de be stuurder met een ge-
luidssignaal.
INSCHAKELEN/UITSCHAKELEN
De sens oren worden automatis ch ingeschakeld zodra
de achteruitvers nelling wordt inge schakeld. de frequentie
van het geluidssignaal neemt toe naarmate het voertuig
dichter bij het obs takel komt.
fig. 77L0E0059m
GELUIDSSIGNAAL
Wanneer de achteruitver snelling is ingeschakeld en er be-
vindt zich een ob stakel achter de auto, klinkt er een ge-
luidssignaal met een frequentie die varieert op ba sis van
de afs tand van het ob stakel ten opzichte van de bumper.
De frequentie van het geluid ssignaal:
❍ neemt toe naarmate de afs tand tussen de auto en
het obs takel afneemt;
❍ wordt ononderbroken wanneer de af stand tussen
de auto en het obs takel minder dan 30 cm bedraagt en
s topt onmiddellijk al s de afs tand toeneemt;
❍ is cons tant als de afstand onveranderd blijft.
Meetbereik
Meetbereik in het midden 140 cm
Meetbereik aan de zijkanten 60 cm
Wanneer de sens oren meerdere obs takels s ignaleren, dan
wordt alleen rekening gehouden met het dicht stbijzijnde
obs takel.
001-154 Delta NL 1ed 20/03/14 11:28 Pagina 131
132KENNISMAKING MET DE AUTO
STORINGSMELDINGEN
Eventuele storingen in het parkeer sens orensysteem wor-
den aangegeven, wanneer de achteruitvers nelling wordt
inges chakeld, door het aangaan van het waar schuwings -
lampje
èop het in strumentenpaneel en het ver schijnen
van een s peciaal bericht op het multifunctionele di splay .
WERKING MET AANHANGER
De werking van de sens oren wordt automati sch uitge-
schakeld zodra de elektrische stekker van de aanhanger
in het s topcontact van de trekhaak van de auto wordt ge-
stoken.
De sens oren worden automatis ch ingeschakeld zodra
de stekker van de aanhangerkabel verwijderd wordt.
Voor een correcte werking van het systeem
mogen de sensoren nooit bevuild zijn met
modder, vuil, sneeuw of ijs. Zorg ervoor dat
ze tijdens het reinigen niet gekrast of beschadigd
worden. Vermijd het gebruik van droge, ruwe of har-
de doeken. de sensoren moeten met schoon water
worden gewassen, waaraan eventueel autoshampoo
is toegevoegd. Wanneer speciale reinigingsappara-
ten worden gebruikt, zoals stoomreinigers of ho-
gedrukreinigers, reinig dan de sensoren zeer snel en
houd de straal op minstens 10 cm afstand.
BELANGRIJKE INFORMATIE
❍ Let tijdens parkeermanoeuvres op obstakels die zich
boven of onder de sens oren kunnen bevinden.
❍ Soms kunnen voorwerpen in de buurt van de auto niet
gedetecteerd worden en kunnen zo schade aan de au-
to veroorzaken of zelf be schadigd raken.
De volgende oms tandigheden kunnen de werking van
het parkeerhulpsysteem beïnvloeden:
❍ Verminderde gevoeligheid van de sens or en afname van
de pres taties van het parkeerhulpsysteem kunnen te
wijten zijn aan de aanwezigheid op het oppervlak van
de sens or van: ij s, sneeuw, modder, dikke laklaag.
❍ De sens or kan een niet-bes taand voorwerp (echoge-
luid) wegens mechanische geluiden detecteren, bij-
voorbeeld tijdens het wassen van het voertuig, in ge-
val van regen (s terke wind), hagel.
001-154 Delta NL 1ed 20/03/14 11:28 Pagina 132
KENNISMAKING MET DE AUTO133
1
❍De door de s ensor verzonden aanwijzingen kunnen ook
gewijzigd worden door de aanwezigheid van ultra-
s oonsystemen (bijv. pneumati sche remsystemen of
pneumatis che hamers ) in de buurt van de auto.
❍ De pres taties van het parkeerhulp systeem kunnen ook
beïnvloed worden door de plaats van de sensoren, bijv.
verandering van hoogte (vanwege s lijtage van de schok-
dempers en wielophanging) of wanneer er banden ver-
wisseld worden, overbelas ting van de auto of het ma-
ken van s peciale ins tellingen die het verlagen van de au-
to vereis en. De verantwoordelijkheid voor de parkeer-
manoeuvres ligt echter altijd bij de bestuur-
der. Controleer tijdens deze manoeuvres al-
tijd of er geen mensen (vooral kinderen) of dieren in
het betreffende gebied aanwezig zijn. de parkeer-
sensoren zijn ontworpen om de bestuurder te assi-
steren die echter nooit zijn aandacht mag laten ver-
slappen tijdens potentieel gevaarlijk manoeuvres,
ook al worden ze op lage snelheid uitgevoerd.
001-154 Delta NL 1ed 20/03/14 11:28 Pagina 133
134KENNISMAKING MET DE AUTO
De uiteindelijke verantwoordelijkheid tijdens
het parkeren ligt altijd bij de bestuurder. Tij-
dens het inparkeren moet altijd gecontroleerd
worden of er geen mensen of dieren in de ruimte waar
gemanoeuvreerd wordt aanwezig zijn.
Parkeersensoren zijn een hulpmiddel voor
de bestuurder, die altijd op moet letten tijdens
mogelijk gevaarlijke manoeuvres, zelf op la-
ge snelheid: het Magic Parkingsysteem PAST
de voertuigsnelheid NIET AAN tijdens manoeuvres;
de bediening van gas- en rempedaal blijft de ver-
antwoordelijkheid van de bestuurder.
MAGIC PARKING
(voor bepaalde ver sies/markten)
Het Magic Parking systeem meldt de bes tuurder een vrije
parallelle parkeerplek die ges chikt is voor de lengte van
de auto; het helpt de be stuurder bij het inparkeren door
automatis ch de beweging van het stuurwiel aan te pas -
s en. Tijdens
deze manoeuvre wordt de bes tuurder ook geassi-
s teerd door de parkeer sens oren (4 voor en 4 achter) die in-
formatie over de afs tand ten opzichte van obs takels voor
of achter het voertuig ver schaffen.
Tijdens het zoeken naar een parkeerplek zijn de sens oren
voor en achter niet geactiveerd, tijdens het inparkeren wor-
den de s ensoren voor en achter automati sch geactiveerd
zodra de achteruitvers nelling wordt ingeschakeld.
001-154 Delta NL 1ed 20/03/14 11:28 Pagina 134
KENNISMAKING MET DE AUTO135
1
SENSOREN
Tijdens het zoeken naar een parkeerplaats , maakt het sys-
teem gebruik van de sens oren aan de zijkant (zie fig. 78).
Deze sens oren worden automati sch inges chakeld bij s nel-
heden rond de 30 km/h; al s de bes tuurder in deze fa se
langs een ruimte rijdt die ges chikt wordt geacht als par-
keerplek, kan de functie opgevraagd worden met de spe-
ciale knop; dan worden de aanwijzingen voor het uitvoe-
ren van de manoeuvre weergegeven op het dis play. Als
de functie niet met de speciale knop door de bes tuurder
wordt opgevraagd, wordt er geen informatie op het in s-
trumentenpaneel weergegeven. WERKING
De geassi
steerde parkeermanoeuvre kan alleen geacti-
veerd worden bij inges chakeld instrumentenpaneel en
s nelheden onder 30 km/h. de manoeuvre be staat uit
de volgende fases:
❍ Inschakeling : het indrukken van de knop fig. 79 scha-
kelt de zoekfas e in.
❍ Zoeken: via de zijs ensoren zoekt het systeem voort-
durend naar een vrije parkeerplek die ge schikt is voor
de afmetingen van het voertuig. de be stuur
der bepaalt met
behulp van de richtingaanwijzers aan welke kant van
de weg hij wil parkeren (al s er geen informatie van de rich-
tingaanwijzer s of de alarmknipperlichten be schikbaar i s,
vindt het zoeken aan pa ssagierszijde plaats ).
fig. 78L0E0296mfig. 79L0E0241m
001-154 Delta NL 1ed 20/03/14 11:28 Pagina 135
136KENNISMAKING MET DE AUTO
BELANGRIJK de ZOEK-fase in de systeemlogica wordt
na ongeveer 10 minuten uitges chakeld als er geen ge-
s chikte parkeerplaat s gevonden i s.
❍ Identificatie: als het systeem een vrije parkeerruim-
te identificeert die ge schikt is voor de afmetingen van
de auto, meldt het De aanwezigheid hiervan en geeft
het De handelingen aan die voor het s tarten van het in-
parkeren zijn verei st.
❍ Manoeuvre : de bestuurder wordt gevraagd de ach-
teruit in te s chakelen, het s tuurwiel los te laten en het gas -
pedaal, het rempedaal en het koppeling spedaal te bedie-
nen (bij een handge schakelde ver snellings bak) of het gas -
en het rempedaal (bij een automati sche vers nellingsbak).
Tijdens het inparkeren in de achteruitvers nelling, bedient
het systeem het s tuurwiel automati sch.
Het suggereert dat de manoeuvre uitgevoerd kan worden
in de achteruitvers nelling (als de oms tandigheden dat toe-
laten) wanneer de zoemer voor de sens oren achter conti-
nu te horen is .
BELANGRIJK de MANOEUVRE-fa se in de sys teemlogi-
ca wor
dt na ongeveer 3 minuten uitges chakeld als de par-
keermanoeuvre niet i s uitgevoerd. ❍
Einde manoeuvre : als de parkeerplaat s groot genoeg
i s , wordt de parkeermanoeuvre door het systeem in een en-
kele beweging uitgevoerd; het parkeren van het voertuig
vergt geen andere interventie van de bes tuurder. Indien
verdere corrigerende manoeuvre s vereis t zijn, geeft het sys-
teem de controle terug aan de be stuurder die het parke-
ren handmatig moet voltooien.
BELANGRIJK Na het achteruitrijden wordt de stuurin-
richting rechtgezet zodra de achteruitver snelling wordt
uitges chakeld. de bes tuurder moet de manoeuvre hand-
matig voltooien.
De werking van het parkeerhulpsysteem is
gebaseerd op verschillende componenten:
❍ parkeersensoren voor en achter;
❍ sensoren aan de zijkant;
❍ stuurinrichting;
❍ wielen en remsysteem;
❍ instrumentenpaneel.
Denk eraan dat een storing in een van deze syste-
men de werking van het Magic Parkingsysteem in
gevaar kan brengen.
001-154 Delta NL 1ed 20/03/14 11:28 Pagina 136
144KENNISMAKING MET DE AUTO
VOOR EN ACHTER PARKEERSENSOREN
(gecombineerd met Ma gic Parking)
(voor bepaalde ver sies/markten)
De parkeersensoren geven de bestuurder informatie over
de afs tand bij het naderen van ob stakels voor of achter
het voertuig (ver sies met 4 s ensoren voor en 4 achter).
de sensoren zijn altijd gecombineerd met de Magic Par-
kingfunctie. het systeem voorziet daarom in een extra
hulp tijdens parkeermanoeuvre s want het maakt de iden-
tificatie van obs takels buiten het zicht van de bes tuur-
der mogelijk. De aanwezigheid en de af
stand van het ob stakel worden
aan de bes tuurder gemeld door een geluid ssignaal, waar-
van de frequentie al naar gelang de af stand ten opzichte
van het voertuig varieert (hoe korter de af stand is , des te
frequenter i s het geluidssignaal).
S ENS OREN
Om de afs tand te kunnen meten maakt het systeem ge-
bruik van 4 sensor
en die in de voorbumper zitten (voor
bepaalde vers ies/markten) fig. 82 en 4 s ensoren die in
de achterbumper zitten fig. 83.
fig. 82L0E0059mfig. 83L0E0298m
001-154 Delta NL 1ed 20/03/14 11:28 Pagina 144
KENNISMAKING MET DE AUTO145
1
Versie met 8 sensoren
Bij de versie met 4 s ensoren voor en 4 sens oren achter,
wordt het systeem inges chakeld wanneer de achteruit-
vers nelling wordt inge schakeld of wanneer de knop fig.
84 wordt ingedrukt. Al s er om ins chakeling van de Ma-
gic Parkingfunctie i s verzocht, worden de sens oren voor
en achter niet automatis ch ingeschakeld tijdens het zoe-
ken naar een parkeerplek, maar kunnen ze inge schakeld
worden door op de speciale knop
tte drukken of de ach-
teruitvers nelling in te s chakelen bij een s nelheid van on-
geveer 15 km/h.
Wanneer de achteruit wordt uitge schakeld, blijven de sen-
s oren voor en achter geactiveerd totdat een snelheid van
circa 15 km/h wordt over schreden, om voltooiing van
de parkeermanoeuvre toe te staan.
Het systeem kan ook inges chakeld worden door op de knop
top het middelste paneel te drukken: in de knop gaat
een lampje branden wanneer het systeem ingeschakeld is. De
sens oren worden uitges chakeld door nogmaal s op
de knop
tte drukken of wanneer een snelheid van 15
km/h wordt overs chreden: de led in de knop i s uit wan-
neer het systeem niet actief is .
Bij ins chakeling van de s ensoren, begint het systeem ge-
luidssignalen uit de voor ste of achters te zoemers af te ge-
ven zodra een ob stakel wordt gedetecteerd. de frequentie
neemt toe naarmate het ob stakel dichterbij komt.
Wanneer het obs takel zich op minder dan 30 cm bevindt,
wordt het geluid ononderbroken. Afhankelijk van de plaat s
van het obs takel (voor of achter) wordt het geluid door
de bijbehorende zoemer s (voor of achter) geproduceerd.
het obs takel dat zich het dichts t bij de auto bevindt wordt
ges ignaleerd.
Het geluidssignaal stopt onmiddellijk wanneer de afs tand
ten opzichte van het ob stakel toeneemt. de geluid sc y clus
blijft cons tant als de door de middel ste sens oren gemeten
afs tand ongewijzigd blijft. Al s deze s ituatie optreedt voor
de zijs ensoren, wordt het s ignaal na ongeveer 3 seconden
onderbroken (bijvoorbeeld om signalen te voorkomen tij-
dens manoeuvr
es langs muren).
fig. 84L0E0249m
De aansprakelijkheid voor het parkeren en
andere gevaarlijke manoeuvres ligt altijd
en in elk geval bij de bestuurder. Controleer tij-
dens deze manoeuvres altijd of er geen mensen
(vooral kinderen) of dieren in het manoeuvrege-
bied aanwezig zijn. de parkeersensoren zijn ont-
worpen om de bestuurder te assisteren die echter
nooit zijn aandacht mag laten verslappen tijdens
potentieel gevaarlijk manoeuvres, ook al worden
ze op lage snelheid uitgevoerd.
001-154 Delta NL 1ed 20/03/14 11:28 Pagina 145