STARTPROCEDURESDoe het volgende voordat u uw auto start: stel
uw stoel in, stel de binnen- en buitenspiegels in,
doe uw veiligheidsgordel om en verzoek even-
tuele passagiers ook hun veiligheidsgordel om
te doen.WAARSCHUWING!
Verwijder altijd uw sleutelhouder bij het
uitstappen en sluit de auto af.
Laat nooit kinderen alleen in een auto
achter of in de buurt van een auto die niet
is afgesloten. Het achterlaten van kinderen
zonder toezicht in een auto is om verschil-
lende redenen gevaarlijk. Kinderen of der-
den lopen dan het risico op ernstig of zelfs
dodelijk letsel. Waarschuw kinderen dat ze
niet aan de handrem, het rempedaal of de
schakelhendel mogen komen.
(Vervolgd)
WAARSCHUWING!
(Vervolgd)
Laat de sleutelhouder niet achter in of in
de buurt van de auto, of op een voor
kinderen bereikbare plaats, en laat het
contact van een voertuig met Keyless
Enter-N-Go™ niet in de modus ACC of
ON/RUN staan. Een kind zou de knoppen
van de elektrische raambediening of an-
dere schakelaars kunnen bedienen of de
auto in beweging kunnen zetten.Automatische versnellingsbakDe schakelhendel moet in de stand NEUTRAL
of PARK staan voordat u de motor kunt starten.
Trap het rempedaal in voordat u naar een
rijstand schakelt.LET OP!
De versnellingsbak kan beschadigd raken
indien de volgende voorzorgsmaatregelen
niet in acht genomen worden:
(Vervolgd)
LET OP!
(Vervolgd)
Schakel niet vanuit REVERSE, PARK of
NEUTRAL naar een van de rijstanden bij
een hoger motortoerental dan stationair.
Schakel alleen naar PARK als de auto
volledig stilstaat.
Schakel alleen naar of uit REVERSE, als
de auto volledig stilstaat en de motor sta-
tionair draait.
Voordat u naar een versnelling schakelt,
moet u het rempedaal stevig intrappen.
Houder met ingebouwde sleutel gebruiken
(Tipstart)
OPMERKING:
Bij normaal starten van een koude of warme
motor hoeft u het gaspedaal niet te bedie-
nen.
Druk nietop het gaspedaal. Zet de contact-
schakelaar met de houder met ingebouwde
sleutel even in de stand START en laat deze los
zodra de startmotor aanslaat. De startmotor
blijft draaien en slaat automatisch af als de
motor begint te draaien. Als de motor niet
253
aanslaat, slaat de startmotor automatisch bin-
nen 10 seconden af. Als dit gebeurt, draai dan
de contactschakelaar in de stand LOCK/OFF,
wacht 10 tot 15 seconden en herhaal dan de
procedure"Normaal starten".Keyless Enter-N-Go™
Met deze functie kan de
bestuurder de contact-
schakelaar met een
druk op de knop bedie-
nen, mits de Start op
afstand/Keyless Enter-
N-Go™ FOBIK zich in
het interieur bevindt.
Functies van de Keyless Enter-N-Go™ —
Rempedaal/koppelingspedaal niet
ingedrukt (in de stand PARK of NEUTRAL)
De werking van Keyless Enter-N-Go™ is ver-
gelijkbaar met die van een contactschakelaar.
Deze heeft drie standen: OFF, ACC en RUN.
Om de contactschakelaar in een andere stand
te zetten zonder de auto te starten en om de
accessoires te kunnen gebruiken, volgt u de onderstaande stappen, te beginnen met de
contactschakelaar in de stand OFF:
1.
Druk op de knop ENGINE START/STOP om de
contactschakelaar in de stand ACC te zetten.
2. Druk nogmaals op de knop ENGINE START/ STOP om de contactschakelaar in de stand
RUN te zetten.
3. Druk een derde keer op de knop ENGINE START/STOP om de contactschakelaar in
de stand OFF te zetten.Normaal startenGebruik van de knop ENGINE START/STOP
(motor aan/uit)
1. De schakelhendel moet in de stand PARK ofNEUTRAL staan.
2.
Houd het rempedaal ingetrapt terwijl u één
keer op de knop ENGINE START/STOP drukt.
3. Het systeem neemt het dan over en probeert de auto te starten. Als de auto niet start,
wordt de startmotor automatisch na 10 se-
conden uitgeschakeld. 4. Als u de startpogingen wilt onderbreken
voordat de motor aanslaat, drukt u nogmaals
op de knop.
OPMERKING:
Bij normaal starten van een koude of warme
motor hoeft u het gaspedaal niet te bedie-
nen.
Motor uitschakelen met de knop ENGINE
START/STOP (motor aan/uit)
1. Zet de schakelhendel in de stand PARK en druk vervolgens kort op de knop ENGINE
START/STOP.
2. De contactschakelaar keert terug naar de stand OFF.
3. Als de schakelhendel niet in de stand PARK staat, moet de knop ENGINE START/STOP
twee seconden lang worden ingedrukt of
drie keer kort achtereen bij een rijsnelheid
hoger dan 8 km/u (5 mph) voordat de motor
wordt uitgeschakeld. De contactschakelaar
blijft in de stand ACC, totdat de schakelhen-
del in de stand PARK staat en de knop twee
254
De startmotor wordt automatisch ingeschakeld,
draait gedurende 10 seconden, en wordt dan
uitgeschakeld. Als dit gebeurt, laat dan het gas-
en rempedaal los, wacht 10 tot 15 seconden, en
herhaal dan de procedure voor"Normaal star-
ten".Na het startenHet stationaire toerental wordt automatisch ge-
regeld en neemt af naarmate de motor warmer
wordt.Normaal starten — dieselmotorVoordat u het voertuig start, moet u uw stoel
verstellen, de binnen- en buitenspiegels verstel-
len en uw veiligheidsgordel vastmaken.
De startmotor mag niet langer dan 30 seconden
worden bediend om de motor te starten. Wacht
enkele minuten tussen startpogingen om de
startmotor tegen oververhitting te beschermen.
WAARSCHUWING!
Wanneer u het voertuig verlaat, moet u
zich er altijd van verzekeren dat de con-
tactschakelaar in de stand OFF staat. Ver-
wijder daarna de sleutelhouder uit de auto
en vergrendel de auto.
Laat nooit kinderen alleen in een auto
achter of in de buurt van een auto die niet
is afgesloten. Kinderen zonder toezicht
achterlaten in een auto is om verschillende
redenen gevaarlijk. Kinderen of derden
lopen dan het risico op ernstig of zelfs
dodelijk letsel. Waarschuw kinderen dat ze
niet aan de handrem, het rempedaal of de
schakelhendel mogen komen.
(Vervolgd)
WAARSCHUWING!
(Vervolgd)
Laat de sleutelhouder niet achter in of in
de buurt van de auto (of op een voor
kinderen bereikbare plaats) en laat het
contact (van een voertuig met Keyless
Enter-N-Go™) niet in de stand ACC of
ON/RUN staan. Een kind zou de knoppen
van de elektrische raambediening of an-
dere schakelaars kunnen bedienen of de
auto in beweging kunnen zetten.
OPMERKING:
Wanneer de motor wordt gestart bij een zeer
lage omgevingstemperatuur kan dit witte
rook tot gevolg hebben. Het roken houdt op
naarmate de motor warmer wordt.
256
LET OP!
De startmotor mag 30 seconden worden
bediend om de motor te starten. Als de
motor niet start binnen deze tijd, dient u
ten minste twee minuten te wachten om de
startmotor te laten afkoelen voordat u op-
nieuw start.
Als het controlelampje "Water in brandstof"
blijft branden, START de motor NIET alvo-
rens het water uit de brandstoffilters af te
tappen om schade aan de motor te voor-
komen. Raadpleeg de paragraaf
"Onderhoudsprocedures/brandstoffilter/
filter waterafscheider aftappen" in het
hoofdstuk "Onderhoud van uw auto" voor
meer informatie. Normale startprocedure — Keyless
Enter-N-Go™
Let op de lampjes op het instrumentenpaneel
tijdens het starten van de motor.
OPMERKING:
Bij normaal starten van een koude of warme
motor hoeft u het gaspedaal niet te bedienen
1. Trek altijd de handrem aan.
2. Houd het rempedaal ingetrapt terwijl u één
keer op de knop ENGINE START/STOP
drukt.
OPMERKING:
Een vertraging voor het starten van maxi-
maal vijf seconden is mogelijk onder zeer
koude omstandigheden. Het controlelampje
Wachten met starten gaat branden tijdens
het voorgloeien. Als het controlelampje
Wachten met starten uitgaat, slaat de mo-
tor automatisch aan.
LET OP!Als het controlelampje "Water in brandstof"
blijft branden, START de motor NIET alvorens
het water uit de brandstoffilters af te tappen om
schade aan de motor te voorkomen. Raad-
pleeg de paragraaf "Onderhoudsprocedures/
brandstoffilter/filter waterafscheider aftappen"
in het hoofdstuk "Onderhoud van uw auto"
voor meer informatie.3. Het systeem schakelt automatisch de start- motor in om de motor te starten. Als de auto
niet start, wordt de startmotor automatisch
na 30 seconden uitgeschakeld.
4. Als u de startpogingen wilt onderbreken voordat de motor aanslaat, druk dan nog-
maals op de knop.
5. Controleer of het waarschuwingslampje olie- druk gedoofd is.
6. Zet de handrem vrij.
257
Startvloeistoffen
De motor is uitgerust met een gloeibougiesys-
teem. Als de instructies in deze handleiding in
acht worden genomen, zou de motor onder alle
omstandigheden moeten starten en hoeft er
geen enkele startvloeistof te worden gebruikt.WAARSCHUWING!
Laat nooit kinderen of dieren achter in een
geparkeerde auto bij warm weer. De
warmte in het interieur kan ernstige ge-
zondheidsproblemen veroorzaken en zelfs
dodelijk zijn.
Wanneer u het voertuig verlaat, moet u
zich er altijd van verzekeren dat de con-
tactschakelaar in de stand OFF staat. Ver-
wijder daarna de sleutelhouder uit de auto
en vergrendel de auto.
(Vervolgd)
WAARSCHUWING!
(Vervolgd)
Laat nooit kinderen alleen in een auto
achter of in de buurt van een auto die niet
is afgesloten. Het achterlaten van kinderen
zonder toezicht in een auto is om verschil-
lende redenen gevaarlijk. Kinderen of der-
den lopen dan het risico op ernstig of zelfs
dodelijk letsel. Waarschuw kinderen dat ze
niet aan de handrem, het rempedaal of de
schakelhendel mogen komen. Laat de
sleutelhouder niet achter in of in de buurt
van de auto (of op een voor kinderen
bereikbare plaats) en laat het contact (van
een voertuig met Keyless Enter-N-Go™)
niet in de modus ACC of ON/RUN staan.
Een kind zou de knoppen van de elektri-
sche raambediening of andere schake-
laars kunnen bedienen of de auto in bewe-
ging kunnen zetten.
NORMALE WERKING —
DIESELMOTORLet op de volgende zaken als de dieselmotor
draait.
Alle lampjes in de instrumentgroep zijn uit.
Het storingslampje is uit.
Controlelampje motoroliedruk brandt niet.
Werking voltmeter:
De waarde van de voltmeter kan fluctueren bij
verschillende motortemperaturen. Dit wordt ver-
oorzaakt door het gloeibougiesysteem. Het
aantal cycli en de lengte van de cyclus worden
geregeld door de motorregelmodule. De wer-
king van de gloeibougies kan enkele minuten
duren, zodra het opwarmen voltooid is, zal de
naald van de voltmeter zich stabiliseren.
258
WAARSCHUWING!
Gebruik de stand PARK nooit als vervan-
ging voor de handrem. Trek de handrem
altijd volledig aan als u de auto parkeert,
om te voorkomen dat de auto gaat rollen
en mogelijk letsel of schade veroorzaakt.
Verwijder altijd uw sleutelhouder bij het
uitstappen en sluit de auto af.
Laat nooit kinderen alleen in een auto
achter of in de buurt van een auto die niet
is afgesloten. Het achterlaten van kinderen
zonder toezicht in een auto is om verschil-
lende redenen gevaarlijk. Kinderen of der-
den lopen dan het risico op ernstig of zelfs
dodelijk letsel. Waarschuw kinderen dat ze
niet aan de handrem, het rempedaal of de
schakelhendel mogen komen.
Wanneer u het voertuig verlaat, moet u
zich er altijd van verzekeren dat de
Keyless Ignition Node in de stand "OFF"
staat. Verwijder daarna de sleutelhouder
uit de auto en vergrendel de auto.
(Vervolgd)
WAARSCHUWING!
(Vervolgd)
Laat de sleutelhouder niet achter in of in
de buurt van de auto (of op een voor
kinderen bereikbare plaats) en laat het
contact van een voertuig met Keyless
Enter-N-Go™ niet in de stand ACC of
ON/RUN staan. Een kind zou de knoppen
van de elektrische raambediening of an-
dere schakelaars kunnen bedienen of de
auto in beweging kunnen zetten.
Controleer of de handrem volledig is vrij-
gezet voordat u gaat rijden. Als u dit niet
doet, kan dit leiden tot een defect van de
remmen, en daardoor tot een aanrijding.
Trek de handrem altijd volledig aan als u
de auto parkeert, om te voorkomen dat de
auto gaat rollen en mogelijk letsel of
schade veroorzaakt. Controleer ook of de
schakelhendel in de stand PARK staat. Als
dit wordt nagelaten kan de auto gaan
rollen en schade of letsel veroorzaken.
LET OP!
Als het waarschuwingslampje voor het rem-
systeem blijft branden nadat de handrem is
vrijgezet, duidt dit op een storing in het
remsysteem. Laat het remsysteem onmid-
dellijk controleren door een erkende dealer.ELEKTRONISCHE
REMREGELINGUw auto is uitgerust met geavanceerde elektro-
nische remregeling, die bestaat uit: ABS-
systeem, tractieregelsysteem (ASR), remassis-
tent (BAS), Electronic Roll Mitigation (ERM) en
Elektronisch stabiliteitsregelsysteem (ESP).
Deze vijf systemen werken samen om onder
verschillende rijomstandigheden de stabiliteit
en de controle over de auto te verbeteren.
Uw voertuig is mogelijk ook uitgerust met Trailer
Sway Control (TSC) (antislipregeling), Hill Start
Assist (HSA) (wegrijhulp op hellingen), Ready
Alert Braking (RAB) (anticiperend remsysteem),
Rain Brake Support (RBS) (remdroogfunctie bij
nat weer) en, als het voorzien is van vierwiel-
290
Geheugen (stoel met geheugenfunctie) . . .96
Geluidsinstallatie (radio) . . . . . . . . . . .194
Geluidsinstallaties . . . . . . . . . . . . . .194
Gevarenknipperlichten . . . . . . . . . . . .355
Gordelsystemen . . . . . . . . . . . . . . . .31
Handleiding voor het trekken van eenaanhangwagen . . . . . . . . . . . . . .339
Handrem . . . . . . . . . . . . . . . . . . .289
Hill Start Assist . . . . . . . . . . . . . . . .295
Hulpversnellingsbak, onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . .401
Indicatielampje, tractiecontrole . . . . . . . . . . . . . . .302
Inleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4
Inrijden van nieuwe auto, aanbevelingen . .66
Inrijperiode nieuw voertuig . . . . . . . . . .66
Inschuifbare bagageruimtekap . . . . . . .161
Instapruimte, verlicht . . . . . . . . . . . . .17
Instapverlichting . . . . . . . . . . . . . . . .17
Instelbare stuurkolom . . . . . . . . . .109, 110
Instructieboekje (gebruiksaanwijzing) . . . . .6
Instructies bij opkrikken . . . . . . . . . . .358
Instrumentengroep . . . . . . . . . . . . . .172
Instrumentenpaneel en bedieningsinstrumenten . . . . . . . . .170 Instrumentenpaneel, reinigen . . . . . . . .406
Interieur, verzorging en onderhoud . . . . .405
Intervalstand ruitenwissers (intervalschakeling
van de ruitenwissers) . . . . . . . . . . .107
Intervention Regeneration Strategy . .190, 388
iPod® bediening . . . . . . . . . . . . . . .218
iPod®/USB/MP3-bediening . . . . . . . . .218
iPod®/USB/MP3-bediening,
Bluetooth® Streaming Audio . . . . . .218
Keuze van olie . . . . . . . . . . . . . . . .383
Keyless Enter-N-Go . . . . . . . . . . .22, 254
Keyless Enter-N-Go™ Achterklep ontgrendelen . . . . . . . . .28
Keyless Enter-N-Go™ . . . . . . . . . . .22
Passive Entry . . . . . . . . . . . . . . .22
Passive Entry programmeren . . . . . . .22
Keyless Go . . . . . . . . . . . . . . . . . . .11
Kilometerteller . . . . . . . . . . . . . . . .176
Kilometerteller, dagteller . . . . . . . . . . . . . . . . . .176
Kindersloten . . . . . . . . . . . . . . . . . .22
Klantenservice . . . . . . . . . . . . . . . .442
Klimaatregeling . . . . . . . . . . . . . . . .233
Knipperlichten. . . . . . . . . . . . . . . . .355
Knipperlichten, richtingaanwijzer . . . . .69, 172, 417, 418 waarschuwingsknipperlichten . . . . . .355
Koelmiddel . . . . . . . . . . . . . . . . . .391
Koelsysteem . . . . . . . . . . . . . . . . .395
Koelsysteem, (antivries) kloelvloeistof bijvullen . . . .397
aftappen, spoelen, bijvullen . . . . . . .396
belangrijke punten . . . . . . . . . . . .398
controle . . . . . . . . . . . . . . .396, 398dop . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .398
inhoud koelvloeistofreservoir . . . . . .420
keuze van de koelvloeistof
(antivries) . . . . . . . . . . . . . .396, 420
koelvloeistofpeil . . . . . . . . . . . . . .398
oude koelvloeistof afvoeren . . . . . . .398
radiateurdop . . . . . . . . . . . . . . .398
Koelvloeistof (antivries) bijvullen . . . . . .397
Koelvloeistofdop (radiateurdop) . . . . . . .398
Koolstofmonoxide, waarschuwing . . . . . .67
Koplampen . . . . . . . . . . . . . . . . . .416
Koplampen, inschakelen met ruitenwissers . . . . .100
lichtsignaal . . . . . . . . . . . . . . . .106
reinigen . . . . . . . . . . . . . . . . . .405
vervangen . . . . . . . . . . . . . . . . .416
Krik, gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . .358
Laden van het voertuig . . . . . . . . . . .308
467
Ruitontdooier . . . . . . . . . . . . . . . . . .68
Schakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . .262Schakelen, automatische versnellingsbak . . .262, 264
Schema, onderhoud . . . . . . . . . .426, 432
Schone benzine . . . . . . . . . . . . . . .327
Schone brandstof. . . . . . . . . . . . . . .327
Schoudergordels . . . . . . . . . . . . . . . .33
Selec-Terrain . . . . . . . . . . . . . . . . .275
Sentry Key (startonderbreker) . . . . . . . .13
Sentry Key, vervangen . . . . . . . . . . . .14
SENTRY KEY®
Inlezen sleutel . . . . . . . . . . . . . . .14
Servicehulp . . . . . . . . . . . . . . . . . .442
Sjorrogen voor bagage. . . . . . . . . . . .162
Sleephaken . . . . . . . . . . . . . . . . . .367
Sleepogen . . . . . . . . . . . . . . . . . .367
Slepen . . . . . . . . . . . . . . . . . .336, 369
Slepen achter een camper . . . . . . . . .347
Slepen achter een camper, tussenbak naar neutraalstand (N)
schakelen . . . . . . . . . . . . . . . . .349
tussenbak uit neutraalstand (N)
schakelen . . . . . . . . . . . . . .274, 351
Slepen, handleiding . . . . . . . . . . . . . . . .339 vouwwagen of caravan . . . . . . . . .347
Sleutel, vervanging . . . . . . . . . . . . . .14
Sleutelhouder
Achterklep ontgrendelen . . . . . . . . .28
Extra afstandsbedieningen
programmeren . . . . . . . . . . . . .14, 18
Extra sleutelhouders programmeren
. .14, 18
Sleutelhouder, programmeerbare functies . . . . . . . . . . . . . . . . . . .211
Sleutels . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .11
Sleutels, Sentry Key (startonderbreking) . . .13
Sloten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .20 Stuurslot . . . . . . . . . . . . . . . . . .13
Sloten,
automatische portiersloten . . . . . . . .21
elektrische portiersloten . . . . . . . . . .21
SmartBeams . . . . . . . . . . . . . . . . .101
Smering, carosserie . . . . . . . . . . . . .392
Sneeuwkettingen . . . . . . . . . . . . . . .318
Snelheidsmeter . . . . . . . . . . . . . . . .173
Snelheidsregeling (cruisecontrol) . . .111, 114
Spanriemen bagage . . . . . . . . . . . . .162
Specificaties, olie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .383
Spiegels . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .78
Spiegels, automatisch dimmen . . . . . . . . . . .78 binnenspiegel . . . . . . . . . . . . . . .78
elektrisch bediend . . . . . . . . . . . . .79
elektrisch inklapbaar . . . . . . . . . . . .80
make-upspiegel . . . . . . . . . . . . . .80
verwarmd . . . . . . . . . . . . . . . . . .80
Stabilisatie-inrichting aanhanger (TSC) . . .295
Stabilisatieregeling, aanhanger (TSC) . . .295
Stallen van het voertuig . . . . . . . .239, 413
Starten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .253
Starten en rijden . . . . . . . . . . . . . . .253
Starten met startkabels . . . . . . . . . . .363
Starten, automatische versnellingsbak . . . . . .253
motor start niet . . . . . . . . . . . . . .255
Startonderbreking (Sentry Key) . . . . . . . .13
Startprocedures. . . . . . . . . . . . . . . .253
Sticker, band- en beladingsinformatie . . .308
Stoel met geheugenfunctie . . . . . . . . . .96
Stoelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .86
Stoelen met geheugenfunctie en
autoradio . . . . . . . . . . . . . . . . . .96
Stoelen, geheugen . . . . . . . . . . . . . . . . . .96
instaphulp . . . . . . . . . . . . . . . . .98
neerklapbare achterbank . . . . . . . . .94
verstelbaar . . . . . . . . . . . . . . . . .89
verstellen . . . . . . . . . . . . . . . . . .88
470