41
VEILIGHEIDSTARTEN EN
RIJDENLAMPJES EN
BERICHTENNOODGEVALLENONDERHOUD
EN ZORGTECHNISCHE
GEGEVENSALFABETISCH
REGISTERDASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTEN
Tijdens de volledig automatische werking
van het systeem, moeten alleen de vol-
gende functies eventueel handmatig wor-
den ingeschakeld:❒
Ω
, luchtrecirculatie, om de recircula-
tie altijd in- of uitgeschakeld te hou-
den;
❒-
voor een snelle ontwaseming/ont-
dooiing van de ruiten voor, de achter-
ruit en de buitenspiegels;
❒
(
voor het ontwasemen/ontdooien
van de achterruit en de buitenspiegels.
❒π
voor het kiezen van de luchtver-
deling tijdens de ventilatie.
Tijdens de volledig automatische werking
van het systeem kunt u op ieder moment
de ingestelde temperaturen, de luchtver-
deling en de aanjagersnelheid wijzigen
m.b.v. de desbetreffende knoppen: het sys-
teem wijzigt automatische de instellingen
om aan de nieuwe eisen te voldoen.Draaiknoppen voor regeling
luchttemperatuur M - I
Als u de knoppen naar rechts of naar links
draait, verhoogt of verlaagt u de luchttem-
peratuur respectievelijk in het gedeelte
linksvoor (draaiknop M) en rechtsvoor
(draaiknop I) van het interieur. Omdat het
systeem het klimaat in twee zones in het in-
terieur regelt, kunnen de bestuurder en de
passagier voor verschillende temperatuur-
waarden instellen. Het maximaal toegesta-
ne verschil is 7°C. De ingestelde tempera-
turen worden op het display weergegeven
dicht bij de knoppen. Als u de knop AUTO
indrukt, wordt de automatische werking van
de airconditioning ingeschakeld waardoor
de temperatuur aan bestuurders- en passa-
gierszijde verschillend kan zijn. Als de au-
tomatische werking is ingeschakeld en u op-
nieuw op de knop AUTOdrukt, wordt de
temperatuur aan bestuurders- en passa-
gierszijde gelijkgesteld.
Als u de knoppen helemaal naar rechts of
links draait, wordt respectievelijk de func-
tie HI(maximale verwarming) of LO
(maximale koeling) ingeschakeld.
Voor het uitschakelen van deze twee func-
ties is het voldoende om de tempera-
tuurknop te draaien en de gewenste tem-
peratuur in te stellen.Drukknop voor de luchtverdeling
voor D
Als u op deze knop drukt, kunt u hand-
matig voor de linker- en de rechterzijde
in het interieur een van de zeven instel-
lingen voor de luchtverdeling kiezen:
æ
Lucht uit de luchtroosters van de
voorruit en de zijruiten voor voor
ontdooiing/ontwaseming van de rui-
ten.
ø
Lucht uit de luchtroosters in het mid-
den en aan de zijkant van het dash-
board voor een koele luchtstroom
op het lichaam en het gezicht bij
warm weer.
¿
Luchtstroom naar de luchtroosters
van de beenruimten voor en achter.
Met deze luchtverdeling kan in een
zo kort mogelijke tijd de lucht in het
interieur worden verwarmd, omdat
warme lucht opstijgt. Dit geeft snel
een behaaglijk gevoel.
020-082 SCUDO LUM NL 02/12/13 15.20 Pagina 41
42VEILIGHEIDSTARTEN EN
RIJDENLAMPJES EN
BERICHTENNOODGEVALLENONDERHOUD
EN ZORGTECHNISCHE
GEGEVENSALFABETISCH
REGISTERDASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTEN
¡
Luchtstroom verdeeld over de luch-
troosters in de beenruimten voor en
achter (warmere lucht) en de uit-
stroomopeningen in het midden en
aan de zijkant van het dashboard
(koelere lucht). Deze luchtverdeling
is bijzonder nuttig in de gematigde
seizoenen (voor- en najaar) als de zon
schijnt.
¬
Luchtstroom verdeeld over de luch-
troosters in de beenruimten en de
luchtroosters voor ontdooien/ont-
wasemen van de voorruit en de zij-
ruiten voor. Deze luchtverdeling
zorgt voor een goede verwarming
van het interieur en voorkomt het
eventuele beslaan van de ruiten.De luchtverdeling, als deze handmatig is
ingesteld, wordt aangegeven door een
brandend lampje op de geselecteerde
knoppen. Als een gecombineerde functie
is ingesteld en op een knop wordt ge-
drukt, wordt die functie ook ingeschakeld.
Als echter op een knop gedrukt wordt
waarvan de functie reeds ingeschakeld is,
wordt deze functie uitgeschakeld en gaat
de betreffende led uit. Voor het hervatten
van de automatische werking van de lucht-
verdeling na een handmatige instelling,
moet de knop AUTOworden ingedrukt.
Als de bestuurder de luchtverdeling naar
de voorruit kiest, wordt automatisch ook
aan de passagierszijde de luchtverdeling
naar de voorruit ingesteld. De passagier
kan vervolgens een andere luchtverdeling
kiezen door de betreffende knoppen in te
drukken. Drukknoppen voor regelen
aanjagersnelheid G - H
Als u de knop Gpindrukt, dan wordt de
aanjagersnelheid verlaagd en daarmee de
hoeveelheid lucht die naar het interieur
wordt gevoerd. Als u de knop Hpin-
drukt, dan wordt de aanjagersnelheid ver-
hoogd en daarmee de hoeveelheid lucht
die naar het interieur wordt gevoerd. Bei-
de knoppen werken, waarbij het doel van
het systeem blijft om de ingestelde tem-
peratuur te handhaven.
De aanjagersnelheid wordt weergegeven
door verlichte staafjes in het symbool p
van de aanjager op het display:
❒
maximum aanjagersnelheid = alle staaf-
jes verlicht;
❒
minimum aanjagersnelheid = één staaf-
je verlicht.
De aanjager kan worden uitgeschakeld,
maar alleen als u de aircocompressor hebt
uitgeschakeld met de knop A.
BELANGRIJK Voor het hervatten van de
automatische werking van de aanjager na
een handmatige instelling, moet de knop
AUTOworden ingedrukt.
020-082 SCUDO LUM NL 02/12/13 15.20 Pagina 42
43
VEILIGHEIDSTARTEN EN
RIJDENLAMPJES EN
BERICHTENNOODGEVALLENONDERHOUD
EN ZORGTECHNISCHE
GEGEVENSALFABETISCH
REGISTERDASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTEN
Knop AUTO
(in-/uitschakelen automatische
werking)
Als u de knop AUTOindrukt, regelt het
systeem automatisch, in de betreffende zo-
nes, de hoeveelheid en de verdeling van de
naar het interieur toegevoerde lucht en
worden alle voorafgaande handmatige in-
stellingen opgeheven. Als er een of meer-
dere handmatige instellingen zijn uitgevoerd
(luchtrecirculatie, luchtverdeling, aanjager-
snelheid of uitschakeling aircocompressor).
BELANGRIJK Als het systeem vanwege
handmatige instellingen de gewenste tem-
peratuur in de verschillende zones niet
meer kan garanderen en handhaven, knip-
pert de ingestelde temperatuur om aan te
geven dat het systeem een probleem heeft
gesignaleerd; na een minuut dooft het op-
schrift AUTO.Voor het hervatten van de automatische
werking van het systeem na een handma-
tige instelling (een of meerdere), moet de
knop AUTOworden ingedrukt.
Als u bij automatische werking de knop
AUTOopnieuw indrukt, wordt de tem-
peratuur aan bestuurderszijde en aan pas-
sagierszijde voor automatisch gelijkgesteld,
waardoor u in de twee zones dezelfde
temperatuur en luchtverdeling kunt in-
stellen met de draaiknop aan bestuur-
derszijde. Met deze functie kan de tem-
peratuur in het interieur makkelijk gere-
geld worden als alleen de bestuurder in de
auto zit. De gescheiden regeling van de
temperatuur en de luchtverdeling wordt
automatisch hervat, als u nogmaals de
knop AUTOindrukt.Drukknop in-/uitschakeling
recirculatiefunctie E
De luchtrecirculatie wordt als volgt ge-
regeld:
❒
automatisch ingeschakeld, door een van
de knoppen AUTOin te drukken; het
symbool AUTOop het display brandt.
❒
handmatig ingeschakeld, door de knop
Ein te drukken; het symbool
Ω
ver-
schijnt op het display;
❒
handmatig uitgeschakeld, door de knop
Ein te drukken; het symbool
Ω
op het
display dooft.
BELANGRIJK Met de recirculatiefunctie
kunnen de gewenste omstandigheden
(verwarming of koeling van het interieur)
sneller worden bereikt.
Het is echter niet raadzaam deze functie
handmatig in te schakelen op regenachti-
ge of koude dagen, omdat dan de ruiten
aan de binnenzijde aanzienlijk sneller kun-
nen beslaan, vooral als de airconditioning
niet is ingeschakeld.
020-082 SCUDO LUM NL 02/12/13 15.20 Pagina 43
44VEILIGHEIDSTARTEN EN
RIJDENLAMPJES EN
BERICHTENNOODGEVALLENONDERHOUD
EN ZORGTECHNISCHE
GEGEVENSALFABETISCH
REGISTERDASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTEN
Bij lage buitentemperaturen wordt de re-
circulatie uitgeschakeld (met luchttoevoer
van buiten) om het beslaan van de ruiten
te voorkomen.
Bij automatische werking wordt de recir-
culatie automatisch door het systeem ge-
regeld op basis van de externe klimato-
logische omstandigheden.Drukknop voor in-/uitschakelen
aircocompressor A
Als u de knop A/Cindrukt, schakelt de
aircocompressor in en kunnen op het dis-
play de letters A/Cworden weergegeven
om de inschakeling te bevestigen. Als u bij
ingeschakelde compressor opnieuw op de
knop A/Cdrukt, schakelt de aircocom-
pressor uit en verdwijnen ook de letters
van het display om de uitschakeling te be-
vestigen. Als u de aircocompressor uit-
schakelt, wordt de recirculatie uitgescha-
keld om het eventuele beslaan van de rui-
ten te voorkomen. Als het systeem de in-
gestelde temperatuur echter niet meer
kan handhaven, gaat de temperatuur knip-
peren en dooft ook het opschrift AUTO.BELANGRIJK Met uitgeschakelde airco-
compressor is het niet mogelijk lucht in
het interieur te voeren met een tempe-
ratuur die lager is dan de buitentempera-
tuur; bovendien kunnen (in bijzondere
weersomstandigheden) de ruiten zeer snel
beslaan omdat de lucht niet gedroogd kan
worden.
Het uitschakelen van de compressor blijft
ook opgeslagen als de motor wordt uit-
geschakeld. U kunt de automatische re-
geling van de aircocompressor weer in-
schakelen door nogmaals de knop A/Cin
te drukken of de knop AUTO.
Als de compressor is uitgeschakeld, kan
de aanjagersnelheid handmatig op nul wor-
den gezet.
Als de compressor is ingeschakeld bij
draaiende motor, kan de aanjagersnelheid
niet lager zijn dan een minimale waarde
(één staafje verlicht).
Bij lage buitentemperaturen
raden wij u aan om de recir-
culatiefunctie niet te gebruiken, om-
dat hierdoor de ruiten sneller kunnen
beslaan.
ATTENTIE!
020-082 SCUDO LUM NL 02/12/13 15.20 Pagina 44
45
VEILIGHEIDSTARTEN EN
RIJDENLAMPJES EN
BERICHTENNOODGEVALLENONDERHOUD
EN ZORGTECHNISCHE
GEGEVENSALFABETISCH
REGISTERDASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTEN
Drukknop voor snelle
ontwaseming/ontdooiing van de
voorruit en de zijruiten voor C
Als u deze knop indrukt, schakelt de kli-
maatregeling automatisch alle functies in
die noodzakelijk zijn voor het snel ont-
dooien/ontwasemen van de voorruit en
de zijruiten voor. D.w.z. dat het systeem:❒
de aircocompressor inschakelt wanneer
de weersomstandigheden dit toestaan;
❒
de luchtrecirculatie uitschakelt;
❒
de maximale luchttemperatuur HIop
beide displays instelt;
❒
een aanjagersnelheid inschakelt op ba-
sis van de koelvloeistoftemperatuur om
toevoer van nog te koude lucht voor de
ontwaseming van de ruiten te beperken;
❒
de luchtstroom naar de luchtroosters
voor de voorruit en de zijruiten voor
leidt;
❒
de achterruitverwarming inschakelt.
BELANGRIJK De functie voor snelle ont-
waseming/ontdooiing van de ruiten blijft
ongeveer 3 minuten ingeschakeld, nadat
de koelvloeistoftemperatuur de juiste
temperatuur heeft bereikt.Als de functie voor snel ontdooien/ont-
wasemen is ingeschakeld, gaan het lamp-
je op de betreffende knop en het lampje
op de knop van de achterruitverwarming
branden.
Als de functie voor maximaal ontwase-
men/ontdooien is ingeschakeld, kunnen al-
leen de aanjagersnelheid en de uitschake-
ling van de achterruitverwarming hand-
matig worden geregeld. Als u de knop
voor maximale ontdooiing/ontwaseming
indrukt, of de knoppen voor de luchtre-
circulatie of de uitschakeling van de com-
pressor of de knop AUTO, schakelt het
systeem de functie maximaal ontdooi-
en/ontwasemen uit en worden alle be-
drijfsomstandigheden van voor het in-
schakelen van de functie hersteld.Drukknop voor snelle
ontwaseming/ontdooiing van de
achterruit en de buitenspiegels
(indien aanwezig) F
Als u deze knop indrukt, dan wordt de
achterruitverwarming ingeschakeld.
Het lampje op de knop gaat branden als
deze functie wordt ingeschakeld.
De functie schakelt na 20 minuten auto-
matisch uit, of als opnieuw de knop wordt
ingedrukt. De functie wordt ook uitge-
schakeld als u de motor uitzet en blijft uit-
geschakeld als u de motor opnieuw start.
BELANGRIJK Plak geen stickers of ande-
re plaatjes op de elektrische weerstands-
draden aan de binnenzijde van de achter-
ruit, om beschadiging van de achterruit-
verwarming te voorkomen.
020-082 SCUDO LUM NL 02/12/13 15.20 Pagina 45
46VEILIGHEIDSTARTEN EN
RIJDENLAMPJES EN
BERICHTENNOODGEVALLENONDERHOUD
EN ZORGTECHNISCHE
GEGEVENSALFABETISCH
REGISTERDASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTEN
Systeem uitschakelen (A/C) A
Het systeem schakelt uit als u op de knop
Adrukt. Bij uitgeschakeld systeem zijn de
omstandigheden van de klimaatregeling:❒
zijn de temperatuurdisplays gedoofd;
❒
is de recirculatie ingeschakeld, waarbij
geen lucht van buiten binnenkomt;
❒
is de aircocompressor uitgeschakeld;
❒
is de aanjager uitgeschakeld.
Ook als het systeem is uitgeschakeld, kan
de achterruitverwarming worden in-/uit-
geschakeld.
BELANGRIJK De regeleenheid van de kli-
maatregeling slaat de ingestelde tempe-
raturen in het geheugen op voordat het
systeem wordt uitgeschakeld. Als u ver-
volgens op een willekeurige knop drukt
(behalve de knop van de achterruitver-
warming), worden de functies weer her-
steld. Als de functie van de ingedrukte
knop niet was ingeschakeld voor de uit-
schakeling, dan wordt deze functie ook ge-
activeerd; als deze daarentegen was inge-
schakeld, blijft de functie gehandhaafd.
Als u de volledig automatische werking
van het systeem weer wilt inschakelen,
druk dan op de knop AUTO.HULPVERWARMING
(indien aanwezig)
Dit systeem zorgt voor een snellere ver-
warming van het interieur bij koud weer.
De uitschakeling van de verwarming vindt
automatisch plaats als het gewenste com-
fort is bereikt.
Automatische tweezone-
klimaatregeling
De hulpverwarming schakelt automatisch
in nadat u de contactsleutel in stand M
hebt gezet.Handmatig regelbare verwarming
en airconditioning
De hulpverwarming wordt automatisch in-
geschakeld als u de draaiknop M of Iin het
rode gebied draait en de aanjager ten min-
ste op de eerste snelheid inschakelt (met
de knop D).
BELANGRIJK De hulpverwarming werkt
alleen bij een lage buitentemperatuur en
een lage koelvloeistoftemperatuur.
BELANGRIJK De hulpverwarming wordt
niet ingeschakeld als de accu onvoldoen-
de is opgeladen.
020-082 SCUDO LUM NL 02/12/13 15.20 Pagina 46
51
VEILIGHEIDSTARTEN EN
RIJDENLAMPJES EN
BERICHTENNOODGEVALLENONDERHOUD
EN ZORGTECHNISCHE
GEGEVENSALFABETISCH
REGISTERDASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTEN
Follow me home (indien aanwezig)
Met deze functie wordt een bepaalde pe-
riode ingesteld (45 seconden) waarin de
ruimte voor de auto wordt verlicht; de
functie worden ingeschakeld door bij con-
tactslot in stand Sof verwijderde sleutel
de linker hendel in de richting van het
dashboard te drukken. Deze functie wordt
ingesteld door de hendel binnen 2 minu-
ten na het uitschakelen van de motor te
bedienen.
Als de auto is uitgerust met automatisch
inschakelende buitenverlichting en dim-
licht, wordt de functie follow me home au-
tomatisch ingeschakeld als een portier
wordt geopend.SCHEMERSENSOR
(automatische koplampen)
(indien aanwezig)
Deze sensor is in staat om de verschillen
in sterkte van het omgevingslicht waar te
nemen op basis van de ingestelde gevoe-
ligheid: hoe hoger de gevoeligheid, hoe
minder buitenlicht er nodig is om de ver-
lichting in te schakelen.
Inschakelen fig. 58
Draai de draaiknop in stand AUTO: op
deze manier gaan, afhankelijk van de sterk-
te van het omgevingslicht, tegelijkertijd de
buitenverlichting en de dimlichten auto-
matisch branden.
fig. 58
F0P0286m
Uitschakelen fig. 58
Zet de draaiknop terug in stand å; bij uit-
schakeling van de functie verschijnt er een
bericht op het display.
De schemersensor is niet in staat om mist
te signaleren. Daarom moet bij mist de
verlichting handmatig worden ingescha-
keld.
020-082 SCUDO LUM NL 02/12/13 15.20 Pagina 51
54VEILIGHEIDSTARTEN EN
RIJDENLAMPJES EN
BERICHTENNOODGEVALLENONDERHOUD
EN ZORGTECHNISCHE
GEGEVENSALFABETISCH
REGISTERDASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTEN
Als de ruitensproeiers worden bediend bij
ingeschakelde regensensor, werkt het nor-
male reinigingsprogramma. Daarna hervat
de regensensor zijn normale automatische
werking.
Zet voor het uitschakelen van de regen-
sensor de hendel van de ruitenwissers in
stand I, 1of 2. Bij uitschakeling van de
functie verschijnt er een melding op het
display.
Voor het inschakelen van de regensensor
moet de hendel in een andere stand wor-
den gezet en daarna in stand AUTO.De regensensor kan de volgende specia-
le omstandigheden die van invloed zijn op
de gevoeligheid van de sensor signaleren
en zichzelf aanpassen:
❒
vuil op het controle-oppervlak (zou-
taanslag, vuil enz.);
❒
waterstrepen veroorzaakt door ver-
sleten wisserrubbers;
❒
verschil tussen dag en nacht (het zicht
wordt ‘s nachts sterker gehinderd door
vocht op de ruit).Als u de hendel iets naar het stuur trekt
(onvergrendelde stand), schakelen de rui-
tensproeiers in, ongeacht de stand van de
draaiknop. Als het dimlicht of grootlicht
brandt, gaan gelijktijdig ook de koplamp-
sproeiers (indien aanwezig) werken. Ver-
volgens voeren de ruitenwissers een cy-
clus van drie slagen uit.
Schakel de regensensor niet
in als de auto in een wastun-
nel wordt gereinigd.
ATTENTIE!
Voor het reinigen van de
voorruit moet altijd worden
gecontroleerd of het systeem is uitge-
schakeld.
ATTENTIE!
Schakel het systeem niet in
als er ijs op de voorruit zit.
ATTENTIE!
020-082 SCUDO LUM NL 02/12/13 15.20 Pagina 54