Page 224 of 367
PLAATS VAN DE
ZEKERINGEN
De zekeringen van het voertuig zijn in
drie zekeringenkasten opgenomen;
deze bevinden zich in het dashboard, in
het interieur in de rechter stijl en in de
motorruimte.
Zekeringenkast in het
dashboard
Draai, om toegang te krijgen tot de
zekeringenkast in het dashboard, fig.
225 de drie schroeven A fig. 224 los en
verwijder het deksel.
224F1A0213
225F1A0214
220
NOODGEVALLEN
Page 225 of 367
Zekeringenkast in
motorruimte
Verwijder het beschermdeksel fig. 227
voor toegang tot de zekeringenkast
fig. 226.
Ga als volgt te werk:
❒draai de tapbout met behulp van de
speciale bijgeleverde Phillips
schroevendraaier helemaal vast;
❒draai de bout langzaam linksom tot
weerstand wordt ervaren (niet te
vast draaien);
❒draai de bout langzaam los;
❒het openen wordt aangegeven als de
kop van de bout volledig uit zijn
behuizing is gekomen;
❒verwijder de afdekking.
Ga als volgt te werk om de afdekking
weer te monteren:
❒zet het deksel goed op de doos;
❒draai de tapbout met behulp van de
speciale bijgeleverde Phillips
schroevendraaier helemaal vast;
❒draai de bout langzaam rechtsom tot
weerstand wordt ervaren (niet te vast
draaien);
❒draai de bout langzaam los;❒het sluiten wordt aangegeven als de
kop van de bout volledig in de
behuizing zit.
226F1A0334
227F1A0216
221
Page 226 of 367

Zekeringenkast in rechter stijl in
interieur
(voor bepaalde versies/markten)
Verwijder het beschermdeksel fig. 229
voor toegang tot de zekeringenkast
fig. 228.
BELANGRIJK
46) Vervang een doorgebrande
zekering nooit door metalen
draden of ander materiaal.
BELANGRIJK
165) Vervang een zekering nooit
door een exemplaar met een
hogere stroomsterkte (ampère);
BRANDGEVAAR. Als een
hoofdzekering (MEGA-FUSE,
MIDIFUSE) doorbrandt, neem dan
contact op met het Fiat
Servicenetwerk.
166) Alvorens een zekering te
vervangen, moet men controleren
of de contactsleutel uit het slot
is genomen en of alle
stroomverbruikers uit staan en/of
zijn uitgeschakeld.
167) Als de zekering opnieuw
doorbrandt, neem dan contact op
met het Fiat Servicenetwerk.
168) Als een hoofdzekering voor
veiligheidssystemen
(airbagsysteem, remsysteem),
motorsystemen (motorsysteem,
transmissiesysteem) of de
stuurinrichting doorbrandt, neem
dan contact op met het Fiat
Servicenetwerk.
228F1A0217
229F1A0218
222
NOODGEVALLEN
Page 227 of 367

Zekeringenkast in het dashboard
fig. 224 - fig. 225
STROOMVERBRUIKER ZEKERING AMPÈRE
Rechter dimlichtF12 7,5
Linker dimlichtF13 7,5
Relais zekeringenkast motorruimte, relais zekeringenkast dashboard (+sleutel) F31 5
Plafondverlichting inzittendenruimte (+accu) F32 7,5
Sensor accubewaking voor Start&Stop versies (+accu) F33 7,5
Interieurverlichting minibus (nood) F34 7,5
Radio, klimaatregeling, alarm, tachograaf, regeleenheid accuschakelaar,
Webasto timer (+accu)F36 10
Bediening remlichten (hoofd), derde remlicht, instrumentenpaneel (+sleutel) F37 7,5
Portiervergrendeling (+accu) F38 20
Ruitenwisser (+sleutel) F43 20
Elektrische ruitbediening bestuurderszijde F47 20
Elektrische ruitbediening passagierszijde F48 20
Regeleenheid parkeersensor, radio, bedieningsorganen op het stuurwiel,
middelste bedieningspaneel, linker bedieningspaneel, extra paneel, regeleenheid
accuschakelaar (+sleutel)F49 5
Klimaatregeling, regeleenheid stuurbekrachtiging, achteruitrijlichten, sensor water
in dieselfilter, debietmeter, tachograaf (+sleutel)F51 5
Instrumentenpaneel (+accu) F53 7,5
AfwezigF89 -
223
Page 228 of 367
STROOMVERBRUIKER ZEKERING AMPÈRE
Linker grootlichtF90 7,5
Rechter grootlicht F91 7,5
Linker mistlampF92 7,5
Rechter mistlamp F93 7,5
224
NOODGEVALLEN
Page 229 of 367
Zekeringenkast in motorruimte
fig. 226 - fig. 227
STROOMVERBRUIKER ZEKERING AMPÈRE
Contactslot (+accu) F03 30
Verwarmd filterF04 40
Verstuiver voor Puma motor/ventilatie interieur met Webasto, pomp
gerobotiseerde versnellingsbak (+accu)F05 20/50
Hoge snelheid ventilator motorkoeling (+accu) F06 40/60
Lage snelheid ventilator motorkoeling (+accu) F07 40/50/60
Ventilator inzittendenruimte (+sleutel) F08 40
Stopcontact achter (+accu) F09 15
ClaxonF10 15
Stopcontact (+accu) F14 15
Aansteker (+accu) F15 15
Motorregeleenheid, regeleenheid gerobotiseerde versnellingsbak (+accu) F18 7,5
AircocompressorF19 7,5
RuitenwisserF20 30
Extra bedieningspaneel voor verstellen en neerklappen spiegels (+sleutel) F24 7,5
Spiegelverwarming F30 15
225
Page 230 of 367
Zekeringenkast in rechter stijl in interieur
fig. 228 - fig. 229
STROOMVERBRUIKER ZEKERING AMPÈRE
AfwezigF54 –
StoelverwarmingF55 15
Stopcontact inzittenden achter F56 15
Extra verwarming onder de stoel F57 10
Achterruitverwarming links F58 15
Achterruitverwarming rechts F59 15
AfwezigF60 –
AfwezigF61 –
AfwezigF62 –
Bediening extra verwarming passagiers F63 10
AfwezigF64 –
Ventilator extra verwarming passagiers F65 30
226
NOODGEVALLEN
Page 255 of 367

Werk beschadigingen van de laklaag,
zoals krassen en schuurplekken,
onmiddellijk bij om roestvorming te
voorkomen. Voor het bijwerken mogen
uitsluitend originele lakproducten
worden gebruikt (zie “Plaatje met
informatie over de carrosserielak” in het
hoofdstuk “Technische gegevens”).
Het normale onderhoud van de lak
beperkt zich tot het wassen van de
auto: de frequentie is afhankelijk van
het gebruik van de auto en van de
omgeving.
Zo is het bijvoorbeeld raadzaam de
auto vaker te wassen in gebieden met
sterke luchtverontreiniging of bij het
rijden over wegen met strooizout.
Ga als volgt te werk om het voertuig
correct te wassen:
❒maak de carrosserie eerst nat met
een waterstraal onder lage druk;
❒was de carrosserie met een zachte
spons met een lichte zeepoplossing
en spoel de spons regelmatig uit;
❒spoel goed af met schoon water en
droog met een luchtstraal of een
zeemleren lap.Ga als volgt te werk om het voertuig
correct te wassen in een wastunnel:
❒verwijder de antenne van het dak om
beschadiging ervan te voorkomen;
❒het voertuig moet gewassen worden
met water toegevoegd aan een
reinigingsoplossing;
❒spoel goed af met schoon water om
zeepresten op de carrosserie en de
minder zichtbare delen te
verwijderen.
55)
Droog de minder zichtbare delen (bijv.
randen van portieren, motorkap,
koplampranden) zorgvuldig, aangezien
in deze zones water makkelijker kan
stagneren. Laat het voertuig na het
wassen een tijdje buiten staan zodat
waterresten kunnen verdampen.
Was het voertuig nooit als het in de zon
heeft gestaan of als de motorkap nog
warm is: de glans van de lak kan
afnemen.
De kunststof carrosseriedelen moeten
op dezelfde wijze als de rest van het
voertuig gewassen worden. Parkeer het
voertuig zo min mogelijk onder bomen:
de hars die uit de bomen druppelt,
maakt de lak mat en vergroot de kans
op roestvorming.BELANGRIJK Vogelpoep moet zo snel
en zo goed mogelijk verwijderd worden,
omdat hierin bijzonder agressieve
zuren aanwezig zijn.
5)
Ruiten
Gebruik specifieke
schoonmaakmiddelen voor ruiten.
Gebruik tevens schone doeken om
krassen en beschadigingen te
voorkomen.
BELANGRIJK Veeg het
binnenoppervlak van de achterruit
voorzichtig met een doek af, en volg
hierbij de richting van de elektrische
weerstandsdraden om de
achterruitverwarming niet te
beschadigen.
Motorruimte
Spuit de motorruimte na het
winterseizoen zorgvuldig uit: hierbij mag
de waterstraal niet rechtstreeks op de
elektronische regeleenheden en het
kastje met zekeringen en relais aan de
linkerzijde van de motorruimte
(rijrichting) worden gericht. Laat deze
werkzaamheden uitvoeren door een
gespecialiseerd bedrijf.
251