33
DS5_nl_Chap01_controle-de-marche_ed01-2015
Onderhoudsindicator
De afstand tot de eerstvolgende
beurt is meer dan 3000 km
Als het contact wordt aangezet, verschijnt er
geen onderhoudsinformatie op het display van
het instrumentenpaneel.
De onderhoudsindicator geeft aan hoeveel
kilometer u nog ver wijderd bent van de
eerstvolgende onderhoudsbeurt volgens het
onderhoudsschema van de fabrikant.
De afstand tot de eerstvolgende
beurt is 1000 tot 3000 km
Als het contact wordt aangezet, gaat
gedurende enkele seconden de
onderhoudssleutel branden. Een melding
op het display van het instrumentenpaneel
geeft de resterende kilometers of tijd tot de
eerstvolgende onderhoudsbeurt aan.
Voorbeeld: de afstand tot de eerstvolgende
onderhoudsbeurt bedraagt 2800 km.
Als het contact wordt aangezet, geeft het
display van het instrumentenpaneel tijdelijk het
volgende aan:
Enkele seconden na het aanzetten van het
contact verdwijnt de sleutel .
Deze afstand wordt berekend vanaf de laatste
nulstelling van de onderhoudsindicator, op
basis van het aantal afgelegde kilometers en de
verstreken tijd sinds de laatste onderhoudsbeurt.
Bij de BlueHDi-uitvoeringen met dieselmotor
(volgens land van bestemming) heeft de
mate van vervuiling van de motorolie ook
invloed op de berekening.
Controle tijdens het rijden
DS5_nl_Chap01_controle-de-marche_ed01-2015
De afstand tot de eerstvolgende
beurt is overschreden
Als het contact wordt aangezet, gaat gedurende enkele seconden de
sleutel knipperen om aan te geven dat de onderhoudswerkzaamheden
zo spoedig mogelijk uitgevoerd moeten worden.
Voorbeeld: u hebt de afstand tot de eerstvolgende onderhoudsbeurt
met 300 km overschreden.
Als het contact wordt aangezet, geeft het display van het
instrumentenpaneel het volgende aan:
De sleutel kan gaan branden als
het interval in tijd sinds de laatste
onderhoudsbeurt, zoals vermeld in het
onderhoudsschema van de fabrikant, is
overschreden.
Bij de BlueHDi-uitvoeringen met
dieselmotor kan de sleutel afhankelijk
van de mate van vervuiling van de
motorolie ook eerder gaan branden, wat
afhankelijk is van de rijomstandigheden
van de auto.
De sleutel blijft branden naast de kilometerteller
om aan te geven dat er onderhoudswerkzaamheden
uitgevoerd hadden moeten worden.
Bij de BlueHDi-uitvoeringen met dieselmotor
gaat bij het aanzetten van het contact in
combinatie met deze waarschuwing ook het
verklikkerlampje Service branden.
De afstand tot de eerstvolgende
beurt is minder dan 1000 km
Voorbeeld: de afstand tot de eerstvolgende onderhoudsbeurt
bedraagt 900 km.
Als het contact wordt aangezet, geeft het display van het
instrumentenpaneel gedurende enkele seconden het volgende aan:
Nadat de melding is verdwenen, blijft de
sleutel branden naast de kilometerteller
om aan te geven dat er binnenkort
onderhoudswerkzaamheden uitgevoerd
moeten worden.
39
DS5_nl_Chap01_controle-de-marche_ed01-2015
Monochroom display C
Afhankelijk van de context kan de volgende
informatie worden weergegeven:
-
de t
ijd,
-
de d
atum,
-
de b
uitentemperatuur (de temperatuur
knippert bij kans op gladheid),
-
de g
rafische weergave van de parkeerhulp,
-
de g
eluidsbron waarnaar geluisterd wordt,
-
de i
nformatie van de telefoon of de
handsfree kit,
-
de c
onfiguratiemenu's van het display en
de uitrusting van de auto. Druk op het bedieningspaneel van de Autoradio
op:
F
de t
oets A om te kiezen tussen weergave
van de audio-informatie op een volledig
scherm of de gecombineerde weergave
van de audiogegevens en de tijd,
F
de t
oets "MENU" voor toegang tot het
algemene menu ,
F
de t
oets "5" of " 6" om door de items op het
display te scrollen,
F
de t
oets "7" of " 8" om de waarde van een
instelling te wijzigen,
F
de t
oets "OK" om te bevestigen,
of
F
de t
oets "Terug" om de uitgevoerde
handeling af te breken. F
Dr
uk op de toets "MENU"
om het
algemene menu weer te geven:
-
"
Multimedia",
-
"
Telefoon",
-
"
Bluetooth-verbinding".
-
"P
ersoonlijke instellingen - Configuratie".
F Dr uk op de toets "
7" of " 8" om het
gewenste menu te selecteren en bevestig
door op de toets "OK" te drukken.
Weergave op het display ToetsenAlgemeen menu
Controle tijdens het rijden
DS5_nl_Chap01_controle-de-marche_ed01-2015
Als de radio is ingeschakeld, kunt u via
dit menu de functies van de radio (RDS,
Volgsysteem digitale zender, FM, RadioText
(TXT)) in- of uitschakelen en kunt u kiezen
op welke manier de media moet worden
afgespeeld (Normaal, Willekeurig, Willekeurig
alle media, Herhalen).
Raadpleeg voor meer informatie over de
functie "Multimedia" de rubriek "Audio en
datacommunicatie".
Als de radio is ingeschakeld en dit menu is
geselecteerd, kunt u de adresboeken van de
telefoon opvragen.
Raadpleeg, voor meer informatie over de
functie "Telefoon" de rubriek "Audio en
datacommunicatie".Als de autoradio is ingeschakeld, kunt u via dit
menu een Bluetooth apparaat aankoppelen
(telefoon, mediaspeler) en de aansluitmodus
ervan instellen (handsfree, audiobestanden
l eze n).
Zie voor meer informatie over de
"Bluetooth-verbinding" de rubriek "Audio en
datacommunicatie".
Als dit menu is geselecteerd, hebt u toegang tot
de volgende functies:
-
"P
arameters van auto definiëren",
-
"
Taalkeuze",
-
"C
onfiguratie beeldscherm".
Parameters van de auto instellen
Via dit menu kunnen verschillende systemen
van de auto in- en uitgeschakeld worden:
-
"T
oegang tot de auto" (zie de rubriek
"Toegang tot de auto"):
● "Afstandsbed."
(
Alleen
be
stuurdersportier ontgrendelen),
● "Alleen
a
.klep
o
ntgrendelen"
(
Alleen achterklep ontgrendelen).
Menu "Multimedia" Menu "Bluetooth-
verbinding"
Menu "Telefoon" Menu "Persoonlijke
instellingen -
Configuratie"
DS5_nl_Chap01_controle-de-marche_ed01-2015
Menu's
Druk op een van de toetsen van het bedieningspaneel
om het desbetreffende menu direct te openen.
Rijden.
Hiermee kunnen bepaalde functies
worden geconfigureerd.
Zie de desbetreffende rubriek.
Navigatie .
Zie de rubriek "Audio en
datacommunicatie".
Radio Media .
Zie de rubriek "Audio en
datacommunicatie".
Telefoon .
Zie de rubriek "Audio en
datacommunicatie".
Internet.
De internetdiensten kunnen worden
gebruikt via een Bluetooth- of een
wifi-verbinding, of via MirrorLink™.
Zie de rubriek "Audio en
datacommunicatie". Instellingen
.
Hiermee kunnen de weergave en het
systeem worden geconfigureerd. 1.
Dr
aaiknop voor het instellen van het
geluidsvolume.
2.
Aa
n / uit.
3.
Bl
ack panel (comfortweergave voor
nachtelijke ritten).
4.
Ver
anderen van geluidsbron.
5.
To
egang tot de audio-instellingen.
Zie de rubriek "Audio en datacommunicatie".
DS5_nl_Chap04_conduite_ed01-2015
Schakelindicator*
Dit systeem geeft aan welke versnelling moet worden ingeschakeld om het brandstofverbruik te reduceren.De informatie wordt in de vorm van een pijl op
het instrumentenpaneel weergegeven.Voorbeeld:
-
U ri
jdt in de derde versnelling.
-
U tr
apt het gaspedaal in.
-
He
t systeem kan u in dit geval adviseren
een hogere versnelling in te schakelen.
Bij auto's met handgeschakelde
versnellingsbak kan naast de pijl ook
de geadviseerde versnelling worden
weergegeven.
Het systeem past het schakeladvies
aan de rijomstandigheden (helling,
belading van de auto, ...) en de rijstijl van
de bestuurder (veel vermogen nodig,
accelereren, remmen, ...) aan.
Het systeem zal u nooit adviseren om:
-
de e
erste versnelling in te schakelen,
-
de
achteruitversnelling in te schakelen.
Bij een elektronisch gestuurde of automatische
versnellingsbak is dit systeem uitsluitend actief
in de handgeschakelde stand.
Werking
* Volgens motoruitvoering.
Afhankelijk van de rijomstandigheden en de
uitrusting van uw auto kan het systeem u adviseren
één of meer versnellingen op te schakelen.
U kunt deze aanwijzingen opvolgen zonder
de tussenliggende versnellingen in te hoeven
schakelen.
Het is niet verplicht om de aanbevolen versnellingen
ook daadwerkelijk in te schakelen. De keuze van
de optimale versnelling hangt namelijk altijd af van
de situatie op de weg, de verkeersdrukte en de
veiligheid. De bestuurder blijft derhalve altijd zelf
verantwoordelijk voor het al dan niet opvolgen van
een schakeladvies van het systeem.
De functie kan niet worden uitgeschakeld.
Bij de dieseluitvoeringen BlueHDi 135 en 150 met
hand geschakelde versnellingsbak kan het systeem
u onder bepaalde rijomstandigheden verzoeken
om de versnellingsbak in de neutraalstand te
zetten, om het tijdelijk afzetten van de motor
mogelijk te maken (STOP-stand van het Stop
&
Start-systeem). In dat geval wordt de letter N
weergegeven op het instrumentenpaneel.
121
DS5_nl_Chap04_conduite_ed01-2015
Stop & Start
Werking
Overgang naar de STOP-stand
Het verklikkerlampje "ECO" op het
instrumentenpaneel gaat branden en de motor
wordt automatisch in de STOP-stand gezet:
- als u, bij een handgeschakelde
v ersnellingsbak, bij een snelheid lager
dan 20 km/h of bij stilstaande auto bij de
dieseluitvoeringen BlueHDi 115 en 120, de
versnellingshendel in de neutraalstand zet
en het koppelingspedaal loslaat,
-
al
s u, bij een elektronisch gestuurde
versnellingsbak , bij een snelheid lager
dan 8 km/h het rempedaal intrapt of de
selectiehendel in de stand N zet,
-
al
s u, bij een automatische transmissie ,
bij stilstaande auto het rempedaal intrapt of
de selectiehendel in de stand N zet.
Als uw auto is uitgerust met een teller,
wordt de duur van de momenten
dat de motor afgezet is, opgeteld en
weergegeven. Elke keer als u het contact
opnieuw aanzet met de knop "START/
STOP", wordt deze teller op 0 gezet.
Tank nooit als de motor door het Stop &
St art-systeem in de STOP-stand is
gezet. Zet in dat geval altijd het contact
af met de knop "START/STOP". Het systeem werkt de eerste
10
s
econden na het inschakelen van de
achteruitversnelling niet.
Als de motor door het systeem in de
STOP-stand wordt gezet, blijven alle
andere componenten zoals de remmen
en de stuurbekrachtiging normaal
functioneren.
Het Stop & Start-systeem zet de motor tijdelijk af (STOP-stand) als u stopt (bij rood licht, opstoppingen enz.). De motor wordt automatisch gestart
(START-stand) als u weer weg wilt rijden. Het starten gebeurt direct, snel en stil.
Het Stop & Start-systeem is per fect afgestemd op stadsgebruik en zorgt voor een lager brandstofverbruik, minder uitstoot van schadelijke stoffen en
een aangename rust in het interieur tijdens het wachten.
Rijden
DS5_nl_Chap04_conduite_ed01-2015
Bijzonderheden: STOP-stand niet
beschikbaar
De STOP-stand wordt niet geactiveerd als:
- de auto op een steile helling staat
(bergopwaarts of bergafwaarts),
-
het
bestuurderportier geopend is,
-
de v
eiligheidsgordel van de bestuurder
losgemaakt is,
-
de a
uto sinds de laatste start met de knop
"START/STOP" niet sneller dan 10 km/h
heeft gereden,
-
de e
lektrische parkeerrem wordt /is
aangetrokken,
-
de k
limaatregeling in het interieur dat niet
toelaat,
-
de
voorruitontwaseming is ingeschakeld,
-
er
bepaalde bijzondere omstandigheden
zijn (laadtoestand accu, motortemperatuur,
rembekrachtiging, buitentemperatuur...).
In dit geval knippert het
verklikkerlampje "ECO" een paar
seconden, waarna het uitgaat.
Deze werking van het systeem is volkomen
normaal.
Overgang naar de START-stand
Het verklikkerlampje "ECO" gaat uit en
de motor wordt automatisch gestart:
-
al
s u, bij een handgeschakelde
versnellingsbak , het koppelingspedaal
volledig intrapt,
-
bi
j een elektronisch gestuurde
versnellingsbak :
● als
u
,
m
et
d
e
s
electiehendel
i
n
d
e
st
and
A
of M , het rempedaal loslaat,
● of
a
ls
u
,
m
et
d
e
s
electiehendel
i
n
d
e
st
and N en het rempedaal losgelaten, de
selectiehendel in de stand A of M zet,
● of
a
ls
u d
e
a
chteruitversnelling
ins
chakelt.
-
bi
j een automatische transmissie :
● als
u
,
m
et
d
e
s
electiehendel
i
n
d
e
s
tand
D o
f M , het rempedaal loslaat,
● of
a
ls
u
,
m
et
d
e
s
electiehendel
i
n
d
e
st
and N en het rempedaal losgelaten, de
selectiehendel in de stand D of M zet,
● of
a
ls
u d
e
a
chteruitversnelling
ins
chakelt. De START-stand wordt om veiligheids- of
comfortredenen automatisch geactiveerd als:
-
het
bestuurderportier wordt geopend,
-
de v
eiligheidsgordel van de bestuurder
wordt losgemaakt,
-
de s
nelheid van de auto hoger is dan
25 km/h bij een handgeschakelde
versnellingsbak (3 km/h bij de
dieseluitvoeringen BlueHDi 115 en 120),
hoger is dan 11 km/h bij een elektronisch
gestuurde versnellingsbak of hoger
is dan 3 km/h bij een automatische
versnellingsbak,
-
de e
lektrische parkeerrem wordt
aangetrokken,
-
er
bepaalde bijzondere omstandigheden
zijn (laadtoestand accu, motortemperatuur,
rembekrachtiging, instelling
airconditioning...).
Bijzonderheden: automatisch
activeren van de START-stand
Het verklikkerlampje "ECO" knippert
een paar seconden en gaat dan uit.
Dat onder deze omstandigheden de START-
stand wordt geactiveerd, is volkomen
normaal.