DS4_nl_Chap08_conduite_ed02-2015
Noodprocedure voor het
afzetten van de motor
In noodgevallen kan de motor
geforceerd worden afgezet door de
knop "START/STOP" ongeveer drie
seconden ingedrukt te houden.
In dat geval wordt het stuurslot ingeschakeld
zodra de auto stilstaat.
Als de elektronische sleutel
niet wordt herkend
Als de elektronische sleutel zich niet meer in
het detectiegebied bevindt tijdens het rijden of
wanneer u (op een later moment) de motor wilt
afzetten, wordt een melding weergegeven. F
H
oud de knop "START/STOP"
ongeveer drie seconden
ingedrukt als u de motor
geforceerd wilt afzetten (let op:
zonder de sleutel kan de motor
niet meer gestar t worden) .
Contact aanzetten
(zonder te starten)
Druk, met de sleutel van het Keyless entry
and start-systeem in het interieur van de auto,
zonder een pedaal in te trappen op de knop
" START/STOP " om het contact aan te zetten.
F
D
ruk op de knop " START/STOP ":
de verlichting en lampjes van
het instrumentenpaneel gaan
branden zonder dat de motor
wordt gestart.
F
D
ruk nogmaals op de knop om het
contact af te zetten en de auto te kunnen
vergrendelen.
Bij aangezet contact gaat het systeem
automatisch over op de eco-mode om
te voorkomen dat het laadniveau van
de accu te ver zakt.
233
DS4_nl_Chap09_verifications_ed02-2015
BrandstoftankInhoud van de brandstoftank: ongeveer 60 liter.
Minimumbrandstofvoorraad
Als de minimumbrandstofvoorraad
is bereikt, gaat dit
waarschuwingslampje branden in
combinatie met een geluidssignaal
Ta n k e n
F Druk de toets A in tot u de tankklep hoort openen.
D
it is gedurende enkele minuten na het
afzetten van het contact mogelijk. Zet het
contact nog een keer aan om deze functie
opnieuw te activeren (indien nodig).
F
K
ies bij het tankstation de juiste
brandstofpomp.
Tank nooit als de motor door het
Stop & Start-systeem in de STOP-
stand is geschakeld; zet in dat geval
altijd het contact af met de sleutel of
met de knop "START/STOP" indien uw
auto is voorzien van het Keyless entry
and start-systeem.
Als er minder dan 5
liter brandstof
getankt wordt, wordt deze stijging van het
brandstofniveau niet weergegeven op de
brandstofmeter.
Tijdens het openen van de tankdop kan een
geluid van aangezogen lucht hoorbaar zijn.
Dit wordt veroorzaakt door de onderdruk
die ontstaat door de afdichting van het
brandstofcircuit. Dit geluid is normaal.
en een waarschuwingsmelding op het display.
Als dit lampje gaat branden, zit er nog
ongeveer 6
liter brandstof in de tank.
Zolang er niet voldoende brandstof is
getankt, gaat elke keer dat het contact wordt
aangezet dit waarschuwingslampje branden,
vergezeld van het geluidssignaal en de
waarschuwingsmelding. Dit geluidssignaal en
deze waarschuwingsmelding worden tijdens
het rijden steeds vaker herhaald naarmate het
niveau dichter bij 0
komt.
Ga zo snel mogelijk tanken om te voorkomen
dat u zonder brandstof komt te staan.
Als u zonder brandstof komt te staan
(auto met dieselmotor), raadpleeg dan de
desbetreffende rubriek.
Onderhoud
257
DS4_nl_Chap09_verifications_ed02-2015
Voer de lege AdBlue®-flacons niet als
huisvuil af, maar deponeer ze in de
daartoe bestemde containers of breng
de flacons naar uw verkooppunt.
Belangrijk: als het AdBlue
®-
reservoir van uw auto helemaal leeg
is - dit wordt aangegeven door de
waarschuwingsmeldingen en u kunt in
dat geval de motor niet meer opnieuw
starten - moet u het reservoir vullen
met minimaal 3,8
liter additief
(twee flacons van 1,89
liter). Spoel gemorst additief onmiddellijk
weg met koud water of veeg het weg
met een vochtige doek.
Als het additief is gekristalliseerd,
ver wijder het dan met een spons en
warm water.
Belangrijk:
als u additief hebt
bijgevuld nadat het reservoir
leeg is geraakt , dient u ongeveer
5 minuten te wachten voordat u het
contact weer aanzet, zonder het
bestuurdersportier te openen, de
auto te ontgrendelen, de sleutel in
het contactslot te steken of de sleutel
van het Keyless entr y and star t-
systeem in het interieur te houden .
Zet vervolgens het contact aan en start
na 10 seconden wachten de motor.
F
P
ak een flacon AdBlue
®. Controleer de
houdbaarheidsdatum en lees vervolgens
aandachtig de gebruiksaanwijzing op het
etiket voordat u de inhoud van de flacon in
het AdBlue
®-reservoir van uw auto giet. F
V
eeg nadat u de flacon leeg hebt gegoten
met behulp van een vochtige doek
eventuele vloeistofsporen van de rand van
de vulopening van het reservoir.
F
B
reng de blauwe dop aan op de vulopening
van het reservoir en draai de dop een
zesde omwenteling rechtsom tot hij stuit.
F
B
reng de zwarte plastic dop aan door hem
op de opening vast te klikken.
F
M
aak het koord los van de haak van de
steun van de hoedenplank en laat de
vloerplaat van de bagageruimte zakken.
Onderhoud
DS4_nl_Chap13_index-alpha_ed02-2015
Lampen (vervangen) .............................2 74, 279
Lampen vervangen ............................... 2
74, 279
Lane Departure Warning System (LDWS)
...216
Lange voorwerpen vervoeren
......................121
Lekke band
.................................................... 260
Lichtschakelaar
..................................... 12
8, 131
Lokaliseren van de auto
............................63, 68
Luchtfilter
...................................................... 245
Luchtfilter (vervangen)
..................................245
Massagefunctie
............................................. 10 0
Matten
........................................................... 118
Mat verwijderen
............................................ 11
8
Menu
................................... 330, 332 , 336 , 344 ,
346 , 348, 358 , 360, 362, 372 , 374
Menu's (audio)
.............................. 344, 346 , 348
Menu's (Touchscreen)
.......................... 325,
329
Menustructuren display
......330, 332 , 336 , 344 ,
346 , 348, 358 , 360,
362, 372 , 374, 410, 411
Menustructuur
..... 33
0, 332 , 336 , 344 , 346 , 348,
358 , 360 , 362, 372 , 374
Middenconsole
.............................................. 113
Milieu
......................................................... 14, 72
Milieubewust rijden
......................................... 14
M
istachterlicht
............................... 13 0, 279 , 281
Mistlampen vóór
....................13 0, 13 6 , 275 , 278
Monochroom display
............................... 43,
410
Motoren
................................................. 308, 312
Motorenoverzicht
.................................. 308, 312
Motorkap
....................................................... 238
Motorkap, openen
......................................... 238
Jack ........
.......................................................
354
JACK-aansluiting .......................... 11
2 , 354 , 400
Jack-kabel
..................................................... 354
Jukebox (beluisteren)
.................................... 357
Jukebox (kopie)
............................................. 3
57
Kaartenhouder
.............................................. 11 0
Kaartleeslampjes
.......................................... 142
Kentekenplaatverlichting
.............................. 28
0
Keyless entry and start
....................... 66, 68 , 72
Kilometerteller
................................................. 40
K
inderbeveiliging
.......................................... 162
Kinderen
......................................... 155, 157-16 0
Kinderen (veiligheid)
..................................... 162
Kinderen (veiligheidsvoorzieningen)
......... 148, 149 , 153 ,
155 , 157-16 0 , 176
Kinderzitjes
.................... 14
8 , 149 , 153 -155 , 161
Kinderzitjes (conventioneel)
......................... 15 4
Klembeveiliging
............................................... 82
Kleurcode lak
................................................ 319
Kleurendisplay met kaartweergave DT
.......... 20
Klokje (instellen)
...............................
......... 43, 51
Koelvloeistofniveau
....................................... 243
Kofferdeksel sluiten
.................................. 62, 80
Koplampsproeiers
......................................... 13 9
Koplampverstelling
....................................... 13
4
Krik
................................................................ 265Motorkapsteun ..............................................238
Motorolie ............... ........................................ 2 41
Motorolieniveau, controle
...............................35
Motorolieniveaumeter
.......................35, 39 , 2 41
Motorruimte
........................................... 239, 240
M P3 (CD)
.............................................. 397, 398
Multifunctioneel display (met autoradio)
...................................... 43, 392
Navigatiesysteem .........................330, 332 , 336
Niveaus controleren
...............................241-244
Niveaus en controles
............................239 -244
Noodbediening achterklep
..............................81
Noodbediening portieren
.......................... 64,
69
Noodprocedure starten
.................................289
Oliefilter
......................................................... 245
Oliefilter (vervangen)
.................................... 245
Olieniveau
............................................... 35, 2 41
Oliepeilstok
..............................
...............35, 2 41
Olieverbruik
................................................... 2
41
Onderhoudscontroles
..................................... 14
Onderhoudsintervalindicator
....................36, 39
Onderhoudsintervalindicator resetten
............ 38
O
ntdooien ................................................ 96, 104
Ontgrendelen
.................................................. 66