177
DS4_nl_Chap07_securite_ed02-2015
Uitschakelen
Alleen de airbag aan passagierszijde kan
worden uitgeschakeld:
F
s
teek de sleutel in de schakelaar voor
het uitschakelen van de airbag aan
passagierszijde,
F
d
raai deze in de stand "OFF" ,
F
v
er wijder de sleutel zonder de stand van
de schakelaar te veranderen.
Afhankelijk van de uitvoering van uw
auto brandt dit waarschuwingslampje
op het instrumentenpaneel
en/of op het display voor de
waarschuwingslampjes van de
veiligheidsgordels en de airbag aan
passagierszijde, bij aangezet contact
en zolang de airbag is uitgeschakeld. Schakel voor de veiligheid van uw kind
de airbag aan passagierszijde altijd uit
als u een kinderzitje met de rug in de
rijrichting op de voorstoel plaatst.
Anders kan een kind bij het afgaan
van de airbag levensgevaarlijk gewond
raken.
Opnieuw inschakelen
Als u het kinderzitje hebt ver wijderd, zet dan
de schakelaar weer op "ON"
om de airbag
opnieuw in te schakelen en zo de veiligheid van
uw passagier te garanderen.
Als het contact is aangezet en
de airbag aan passagierszijde
opnieuw wordt ingeschakeld, gaat dit
waarschuwingslampje op het display
van de waarschuwingslampjes van
de veiligheidsgordels en de airbag
aan passagierszijde gedurende
ongeveer 1
minuut branden.
Storing
Als dit waarschuwingslampje
op het instrumentenpaneel gaat
branden, laat het systeem dan altijd
controleren door het CITROËN-
netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats. De kans bestaat dat de
airbags bij een ernstige aanrijding
niet worden geactiveerd.
Veiligheid
Zijairbags
De zijairbags beschermen de bestuurder en
de voorpassagier bij een ernstige zijdelingse
aanrijding om de kans op letsel te verkleinen.
De zijairbags zijn aangebracht in het frame van
de rugleuning, aan de portierzijde.Activering
De zijairbags worden aan de desbetreffende
zijde opgeblazen bij een ernstige zijdelingse
aanrijding binnen (een gedeelte van) de
impactzone opzij (B), loodrecht op de lengteas
van de auto en vanaf de buitenzijde richting de
binnenzijde van de auto.
De zijairbag wordt opgeblazen tussen de
inzittende voorin en het desbetreffende
portierpaneel.
Detectiezones voor een
aanrijding
A. Impactzone vóór.
B. Imp actzone opzij.
179
DS4_nl_Chap07_securite_ed02-2015
Window-airbags
De window-airbags dragen bij aan de
bescherming van de bestuurder en passagiers
(uitgezonderd de middelste passagier achter)
bij een ernstige zijdelingse aanrijding, door de
kans op letsel aan de zijkant van het hoofd te
verkleinen.
De window-airbags zijn aangebracht in de
stijlen en in de hemelbekleding.
Activering
De window-airbag wordt gelijktijdig met
de zijairbag aan de desbetreffende zijde
opgeblazen bij een ernstige zijdelingse
aanrijding binnen (een gedeelte van) de
impactzone opzij B, waarbij de krachten
loodrecht op de lengterichting van de auto en
vanaf de buitenzijde richting de binnenzijde van
de auto worden uitgeoefend.
De window-airbag wordt opgeblazen tussen de
inzittenden vóór en achter en de ruiten.
Veiligheid
Adviezen
Airbags vóór
Houd het stuur wiel niet aan de spaken
vast en laat uw handen niet op het
stuurwielkussen rusten.
De voorpassagier mag zijn voeten niet op het
dashboard laten rusten.
Rook niet in de auto. Als de airbag afgaat,
kunnen brandende sigaretten of een pijp
brandwonden of ander letsel veroorzaken.
Ver wijder het stuur wiel nooit, maak geen
gaten in de stuur wielbekleding en sla er niet
op.
Bevestig geen voor werpen of stickers op
het stuur wiel of op het dashboard. Deze
kunnen bij het afgaan van de airbags letsel
veroorzaken.
Zijairbags
Bedek de stoelen uitsluitend met daarvoor
goedgekeurde stoelhoezen, die in combinatie
met actieve zijairbags gebruikt kunnen
worden. Voor informatie over de stoelhoezen
die geschikt zijn voor uw auto kunt u zich
wenden tot het CITROËN-netwerk.
Raadpleeg de rubriek "Accessoires".
Bevestig nooit iets aan de rugleuning
van de stoelen (kleding...): dit zou bij het
afgaan van de airbags kunnen leiden tot
verwondingen aan armen of borstkas.
Ga niet onnodig dicht tegen het
portierpaneel zitten.
Maak er een gewoonte van om normaal
rechtop in de voorstoelen te zitten.
Draag altijd een correct afgestelde
veiligheidsgordel.
Zorg dat er zich niets bevindt tussen
de airbag en de inzittenden (kinderen,
huisdieren, objecten...) en bevestig niets in
de buurt van de airbags of in het gebied waar
de airbags afgaan. Dit kan de inzittende bij
het afgaan van de airbag ver wonden.
Verander niets aan de oorspronkelijke
uitvoering van uw auto, voer met name geen
wijzigingen door aan de onderdelen in de
directe nabijheid van de airbags.
Laat na een aanrijding of diefstal van uw auto
de airbagsystemen controleren.
Werkzaamheden aan airbagsystemen mogen
uitsluitend door het CITROËN-netwerk of
door een gekwalificeerde werkplaats worden
uitgevoerd.
Window-airbags
Bevestig nooit iets op de hemelbekleding;
dit zou bij het afgaan van de window-
airbags kunnen leiden tot hoofdletsel.
Demonteer nooit de handgrepen van het
dak (indien aanwezig); deze maken deel uit
van de bevestiging van de window-airbags.
Zelfs als alle bovenstaande voorschriften
worden nageleefd, blijft de kans bestaan
op letsel of lichte brandwonden aan het
hoofd, de borst of de armen als de airbag
wordt geactiveerd. De airbag wordt namelijk
zeer snel opgeblazen (binnen enkele
milliseconden) en loopt vervolgens even
snel leeg, waarbij de warme gassen via de
daarvoor bestemde openingen naar buiten
stromen.
Houd u aan de onderstaande veiligheidsvoorschriften voor een maximale effectiviteit van de airbags:
185
DS4_nl_Chap08_conduite_ed02-2015
Hang geen zware voor werpen aan de
sleutel of de afstandsbediening: dit kan
namelijk storingen aan het contactslot
veroorzaken.
Bovendien kunnen deze voorwerpen
bij het activeren van de airbag vóór
ernstige verwondingen veroorzaken.
Starten - afzetten van de motor met de sleutel
Het contactslot heeft 3 standen:
- stand 1
(Stop): sleutel in het contactslot
steken en uit het contactslot verwijderen,
stuurslot vergrendeld,
-
stand 2
(Contact): stuurslot ontgrendeld,
aanzetten van het contact, voorgloeien
dieselmotor, draaien van de motor,
-
stand 3
(Star ten).
Contactslot
Stand Contact
In deze stand werkt de elektrische uitrusting
van de auto en kan externe apparatuur worden
opgeladen.
Als het laadniveau van de accu een bepaalde
minimale grenswaarde heeft bereikt,
schakelt het systeem over op de eco-mode:
de elektrische voeding wordt automatisch
uitgeschakeld zodat de accu voldoende
opgeladen blijft.
Bij het afzetten van de motor is de
rembekrachtiging niet meer actief.
Rijden
DS4_nl_Chap12b_BTA_ed02-2015
Noodoproep of Pechhulp
Wanneer de elektronische
eenheid airbags een botsing heeft
gedetecteerd, wordt onafhankelijk van
het eventueel afgaan van de airbags,
automatisch een noodoproep gedaan.
Noodoproep met lokalisatiefunctie
Druk in geval van nood langer
dan 2 seconden op deze toets.
Het knipperen van het groene
LED-lampje en een gesproken
bericht bevestigen dat de
oproep naar de helpdesk
van "Noodoproep met
lokalisatiefunctie" is verstuurd*.
Door deze toets meteen opnieuw in te drukken,
wordt de oproep geannuleerd.
Het groene LED-lampje dooft.
De oproep wordt ook geannuleerd door, op
ieder willekeurig moment, de toets langer dan
8
seconden in te drukken.
Het groene LED-lampje blijft branden (zonder
te knipperen) wanneer de verbinding tot stand
is gebracht.
Aan het einde van het gesprek gaat het lampje uit.
Deze oproep wordt beheerd door de helpdesk
van "Noodoproep met lokalisatiefunctie" die
de informatie over de lokalisatie van de auto
ontvangt en een waarschuwing kan zenden
naar de gekwalificeerde hulpdiensten.
In landen waar de helpdesk niet operationeel
is of wanneer de lokalisatie uitdrukkelijk
is geweigerd, wordt de oproep meteen
doorgestuurd naar de hulpdiensten (112),
zonder lokalisatie. *
D
eze diensten zijn afhankelijk van bepaalde
voorwaarden en beschikbaarheid.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk. Indien u gebruik maakt van de dienst
DS Connect BOX met SOS-pakket,
beschikt u ook over aanvullende
diensten via uw persoonlijke pagina
MyCITROËN op de CITROËN-
internetsite voor uw land. Ga hiervoor
naar www.citroen.com.
DS4_nl_Chap13_index-alpha_ed02-2015
Aanhanger..................................................... 297
Aanhangergewichten ............................ 3
08, 312
Aansluiten MirrorLink
.................................... 3
71
Aansluiting 12V
...................... 11
2, 113 , 121 , 124
Aansteker
...................................................... 11
2
ABS met elektronische remdrukregelaar
..... 16
8
Accessoires ........................................... 19 0, 304
Accessoirestand
........................................... 19
0
Accu
.............................................. 245, 288 -291
Accu laden
............................................ 290, 291
Achterbank
.................................................... 102
Achterruitverwarming
.............................96, 104
Achteruitrijlicht
.............................................. 279
Actieradius AdBlue
....................................... 249
AdBlue
® ......................................................... 24 8
AdBlue®-niveau ............................................. 248
AdBlue®-reservoir ................................. 248, 255
Additief AdBlue ............................... 28, 248 , 254
Afmetingen
.................................................... 31
8
Afstandsbediening
.................. 60, 62, 66-68 , 72
Afstandsbediening, batterij
.................. 65,
70 -72
Afstandsbediening, batterij vervangen
...............................
..........65, 70 , 71
Afstandsbediening synchroniseren
....65, 70 , 71
Afzetten van de motor
................................... 18
5
Airbags
..................................................... 27, 175
Airbags vóór
...............................
...........176, 180
Airconditioning
...............................
.................14
Airconditioning, automatische
............87, 88 , 91
Airconditioning (handbediend)
..................87- 8 9
Alarmknipperlichten
.............................. 166, 167
Alarmsysteem
................................................. 75
Algemeen menu
...............................
.............392
Allesdragers
.................................................. 294
Allesdragers monteren
................................. 294
Antiblokkeersysteem (ABS)
.......................... 16
8
Antislipregeling
............................................. 169
Apple
®-speler ................................................ 356Armleuning achter
.........................................
12
1
Armleuning vóór
...............................
......
115, 11 6
Asbak (uitneembaar)
......................................
111
Audio-aansluitingen
......................
112, 399 , 400
Audiokabel
....................................................
354
Automatische ruitenwissers
...................
137, 13 8
Automatisch inschakelen alarmknipperlichten
....................................
167
Automatisch inschakelen verlichting
....
129 , 132
Autoradio
.................................................
43, 389
AUX-aansluiting
....................................
354, 400
Aux-aansluitingen
...............................
..........
112
Aux-ingang
...............................
.............
354, 400
Bagageruimte
..................................................
80
Bagageruimte, indeling
.................................
12 2
Bagageruimte ontgrendelen
...........................
60
Bagageruimte openen
..............................
66, 80
Bagageruimteverlichting
.......................
124, 14 4
Banden
............................................................
14
Banden, noodreparatie
................................. 26
0
Bandenreparatieset
......................................
260
Bandenspanning
.....................................
14, 319
Bandenspanning, detectie
............................ 2
10
Bandenspanningscontrole (met set)
.............
260
Bandenspanning te laag (detectie)
............... 2
10
Bandreparatieset
..........................................
260
Bekerhouder
.................................................
113
Beladen
...................................................
14, 294
Benzine
...............
..........................................
235
Benzinemotor
...............................
235, 239 , 308
Bestuurdersplaats (instellingen) ...................
101
Binnenspiegel ...............................................10 6CD
.........................................................
354, 397
CD MP3 .........................................
354, 397 , 398
CD-/MP3 -speler
...........................
354, 397 , 398
Centrale vergrendeling
.......................
62, 67, 73
CHECK
................
......................................
19, 39
Citroën Noodoproep gelocaliseerd
..............
322
Claxon
...........................................................
167
Configuratie van de auto ....................
20, 43 , 49
Contact
..................................................
187, 19 0
Contact aangezet ..........................................
19 0
Black panel...................................................... 42
Blue HDi .......................................... 39, 209 , 248
Bluetooth (handsfree set)
............. 376,
377, 402
Bluetooth (telefoon)
...............................376, 377
Bluetooth-verbinding
.....................368, 376 , 377
Bochtverlichting
............................. 13
4 -13 6, 275
Boordcomputer
................................... 52, 54-56
Brake Assist System (BAS)
..................168, 169
Brandstof
................................................. 14, 235
Brandstofaddititiefniveau
..............................244
Brandstofniveau
............................................ 233
Brandstofniveaumeter
................................... 23
3
Brandstofsysteem ontluchten
.......................237
Brandstoftank
........................................ 233, 236
Brandstof tanken
..........................233, 235 , 236
Brandstoftank (inhoud)
.................................233
Brandstoftankklep
................................. 233, 236
Brandstoftank leeg (diesel)
...........................237
Brandstofverbruik
........................................... 14
Buitenspiegels ............................... 104, 105 , 217
423
DS4_nl_Chap13_index-alpha_ed02-2015
Panoramische voorruit ..................................120
Parkeerhulp achter ....................................... 2
28
Parkeerhulp vóór
........................................... 229
Parkeerlichten
....................... 12
8, 131 , 275 , 279
Passagiersairbag uitschakelen
....................176
Persoonlijke instellingen
................................. 42
P
lafonniers
............................................ 13 3, 142
Portieren
......................................................... 79
Portieren ontgrendelen
...................................60
Portieren openen
...................................... 66, 79
Portieren sluiten
.................................. 62, 67, 79
Radio ..................................... 350, 3 51 , 354 , 393
Radiozender .......................................... 350, 3 51
RDS
............................................................... 3 51
Regelmatig onderhoud
...................................14
Regeneratie roetfilter
.................................... 246
Rembekrachtigingsysteem
........................... 16
8
Remblokken
.................................................. 247
Remlichten
.................................................... 279
Opberglade ................................................... 11 9
Opbergnet ..................................................... 12 2
Opbergvak ............................................. 113, 125
Opbergvakken
.........11 0, 111 , 113 , 115 , 11 6 , 12 2
Opbergvakken portieren
...............................11 0
Opschakelindicator
....................................... 209Remmen
........................................................247
Remschijven .................................................. 247
Remvloeistofniveau
...................................... 2
42
Reservewiel
..................................................267
Resetten van het traject
..................................55
R
ichtingaanwijzers
.........131, 166 , 275 -277 , 279
Riem
...............
...............................................12 2
Rijadviezen
...................................................18 4
Rijstrookcontrolesystemen
...........................169
Risicozones (update)
....................................3 41
Roetfilter
................................................244, 246
Ruitbediening
..................................................82
Ruitbediening resetten
....................................82
Ruitensproeier achter
...................................141
Ruitensproeiers vóór ..................................... 13 9
Ruitenwisser achter
......................................141
Ruitenwisserbladen (vervangen)
..........140, 293
Ruitenwisserbladen vervangen
............ 14
0, 293
Ruitenwissers
.................................. 32,
137, 13 8
Ruitenwisserschakelaar
................. 13
7, 13 8 , 141
Schakelen automatische versnellingsbak ........ 20 4
Schakelen elektronisch bediende versnellingsbak
.......................................... 19 9
SCR (Selective Catalytic Reduction)
............248
SCR-systeem
.......................................... 29, 248
Selectiehendel elektronisch gestuurde versnellingsbak
................. 20
0, 246
Serienummer auto
..............................
..........319
Sfeerverlichting
............................................. 143
Sjorogen
........................................................ 12 2
Skiluik
............................................................ 121
Slepen van een auto
..................................... 295Sleutel
...........................................
66, 67 , 71 , 72
Sleutel met afstandsbediening
......... 60,
62, 191
Sleutel niet herkend
...................................... 18
9
Sneeuwkettingen
..........................................
273
Sneeuwscherm
............................................. 2
93
Snelheidsbegrenzer
..............................
220, 222
Snelheidsregelaar
.................................
220, 225
Spaarfase
......................................................
292
Startblokkering, elektronische
................ 7
2
, 191
Starten ........................................................... 289
Starten van de auto...... 185, 188 , 189, 200 , 204
Starten van de motor ....................................
185
Stilzetten van de auto ....
185 , 188 , 189, 200 , 204
Stoelen verstellen
.....................................
97, 98
Stoelverwarming
.............................................
99
Stoelverwarming, schakelaars
.......................
99
Stop & Start
................................
56, 92 , 95 , 212 ,
233 , 238 , 245, 288
Streaming audio Bluetooth
.....
354 , 356 , 400, 403
Stuurbekrachtigingsvloeistofniveau
.............
242
Stuurkolomschakelaars
........................
328, 391
Stuurslot
........................................................
191
Stuurverstelling
.............................................
103
Stuurwiel (verstellen)
....................................
103
Synchroniseren afstandsbediening
....
65, 70 , 71
Tankbeveiliging
...............................
..............236
Technische gegevens
...........................308, 312
Telefoon
.................................372, 374 , 376 -378
Te l l e r
..........................................................18, 19
Tijd instellen
..............................................43, 51
TMC (verkeersinformatie)
.............................342
Toerenteller
................................................ 18
-20
Trefwoordenregister