121
C3Picasso_nl_Chap08_securite_ed01-2014
Zijairbags
Activering
De zijairbags worden aan de desbetreffende
zijde opgeblazen bij een ernstige zijdelingse
aanrijding binnen (een gedeelte van) de
impactzone opzij (B), loodrecht op de lengteas
van de auto en vanaf de buitenzijde richting de
binnenzijde van de auto.
De zijairbag wordt opgeblazen tussen de
inzittende voorin en het desbetreffende
portierpaneel.
Windowairbags
Activering
De windowairbag wordt gelijktijdig met
de zijairbag aan de desbetreffende zijde
opgeblazen bij een ernstige zijdelingse
aanrijding binnen (een gedeelte van) de
impactzone opzij B , waarbij de krachten
loodrecht op de lengterichting van de auto en
vanaf de buitenzijde richting de binnenzijde van
de auto worden uitgeoefend.
De windowairbag wordt opgeblazen tussen de
inzittenden vóór en achter en de ruiten.
Detectiezones voor een
aanrijding
A. Impactzone vóór.
B. Imp actzone opzij.
De zijairbags beschermen de bestuurder en
de voorpassagier bij een ernstige zijdelingse
aanrijding om de kans op letsel te verkleinen.
De zijairbags zijn aangebracht in het frame van
de rugleuning, aan de portierzijde.
De windowairbags dragen bij aan de
bescherming van de bestuurder en passagiers
(uitgezonderd de middelste passagier achter)
bij een ernstige zijdelingse aanrijding, door de
kans op letsel aan de zijkant van het hoofd te
verkleinen.
De windowairbags zijn aangebracht in de stijlen
en in de hemelbekleding.
8
Veiligheid
122
C3Picasso_nl_Chap08_securite_ed01-2014
Airbags vóór
Houd het stuur wiel niet aan de spaken vast en laat uw handen niet op het stuur wielkussen rusten.
De voorpassagier mag zijn voeten niet op het dashboard laten rusten.
ro
ok niet in de auto. Als de airbag wordt opgeblazen, kunnen brandende sigaretten of een pijp
brandwonden of ander letsel veroorzaken.
Ver wijder het stuur wiel nooit, maak geen gaten in de stuur wielbekleding en sla er niet op.
be
vestig geen voor werpen of stickers op het stuur wiel of op het dashboard. Deze kunnen bij
het afgaan van de airbags letsel veroorzaken.
Zijairbags
bedek de stoelen uitsluitend met daarvoor goedgekeurde stoelhoezen, die in combinatie met
actieve zijairbags gebruikt kunnen worden. Voor informatie over de stoelhoezen die geschikt
zijn voor uw auto kunt u zich wenden tot het CI
t
ro
Ën-
netwerk.
ra
adpleeg de rubriek "Accessoires".
be
vestig nooit iets aan de rugleuning van de stoelen (kleding...): dit zou bij het afgaan van de
airbags kunnen leiden tot verwondingen aan armen of borstkas.
Ga niet onnodig dicht tegen het portierpaneel zitten.
Window-airbags
bevestig nooit iets op de hemelbekleding; dit zou bij het afgaan van de window-airbags
kunnen leiden tot hoofdletsel.
Demonteer nooit de handgrepen van het dak (indien aanwezig); deze maken deel uit van de
bevestiging van de window-airbags.
Zorg dat er zich niets bevindt tussen
de airbag en de inzittenden (kinderen,
huisdieren, objecten...). Dit kan de goede
werking van de airbag belemmeren en/of
de inzittende bij het opblazen van de airbag
verwonden.
Laat na een aanrijding of diefstal van uw
auto de airbagsystemen controleren.
Werkzaamheden aan airbagsystemen
mogen uitsluitend door het CI
t
ro
Ën-
n
etwerk of door een gekwalificeerde
werkplaats worden uitgevoerd.
Zelfs als alle bovenstaande voorschriften
worden nageleefd, blijft de kans bestaan op
letsel of lichte brandwonden aan het hoofd,
de borst of de armen als de airbag wordt
geactiveerd. De airbag wordt namelijk zeer
snel opgeblazen (binnen enkele milliseconden)
en loopt vervolgens even snel leeg, waarbij
de warme gassen via de daarvoor bestemde
openingen naar buiten stromen.
Houd u aan de volgende
veiligheidsvoorschriften voor
een maximale effectiviteit van
de airbags:
Maak er een gewoonte van om normaal
rechtop in de voorstoelen te zitten.
Draag altijd een correct afgestelde
veiligheidsgordel.
Veiligheid
173
C3Picasso_nl_Chap11_informations-pratiques_ed01-2014
Zekeringen dashboard
De zekeringkast bevindt zich aan de onderzijde
van het dashboard (linkerzijde).
Toegang tot de zekeringen
F zie de paragraaf "toegang tot het
gereedschap".
Overzicht zekeringen
Zekering Ampère Functies
FH36 5
A
tr
ekhaakmodule.
FH37 15
AVoeding accessoirestekker caravan.
FH38 20
A
na
vigatiesysteem (achteraf ingebouwd).
FH39 20
A
st
oelverwarming.
FH40 30
A
tr
ekhaakmodule.
Zekering Ampère Functies
F1 15
A
ru
itenwisser achter.
F2 -
nie
t gebruikt.
F3 5
AComputer airbags en pyrotechnische gordelspanners.
F4 10
A
s
tuurhoeksensor, airconditioning, koppelingscontact,
roetfilterpomp, diagnosestekker, luchthoeveelheidsmeter.
F5 30
A
ru
itbedieningspaneel, ruitbediening passagier, motor
ruitbediening voor.
F6 30
AMotor ruitbediening achter en motor bediening bestuurdersruit.
F7 5
APlafonnier en kaartleeslampje voor, verlichting
dashboardkastje, zaklamp, verlichting achtercompartiment.
11
Praktische informatie
174
C3Picasso_nl_Chap11_informations-pratiques_ed01-2014
Zekering AmpèreFuncties
F8 20
AMultifunctioneel display, autoradio, radio-navigatie.
F9 30
AAutoradio (inbouw achteraf), 12V-aansluiting.
F10 15
A
s
tuurkolomschakelaars.
F11 15
AContactslot, diagnosestekker.
F12 15
A
re
gen-/lichtsensor, trekhaakmodule.
F13 5
AHoofdremlichtschakelaar,
bs I.
F14 15
AParkeerhulpcomputer, display waarschuwingslampjes
autogordels, airbagmodule, instrumentenpaneel,
airconditioning, USB-box.
F15 30
AVergrendeling.
F16 -
nie
t gebruikt.
F17 40
AAchterruit- en buitenspiegelverwarming.
SH -
sh
unt tijdens opslag.
Praktische informatie
200
URGENCE-OPROEP OF A SSISTANCE - OPROEP
Citroën Urgence-oproep met lokalisatiefunctie
Druk in geval van nood langer dan 2 seconden op deze
toets. Het knipperen van het groene L e D-lampje en een
geluidssignaal bevestigen dat de oproep naar de helpdesk
van "
u rgence" is verstuurd*.
Door deze toets meteen opnieuw in te drukken, wordt de oproep
geannuleerd. Het groene L
e D-lampje dooft.
De oproep wordt ook geannuleerd door, op ieder willekeurig moment, de
toets langer dan 8
seconden in te drukken.
Citroën Assistance-oproep met lokalisatiefunctie
bij het aanzetten van het contact, gaat
het groene lampje 3 seconden branden.
Dit duidt op een goede werking van het
systeem.
Het oranje lampje knippert: er is een
storing in het systeem.
Het oranje lampje blijft branden: de
noodbatterij moet vervangen worden.
r
aadpleeg in beide gevallen het
CI
tro Ë n -netwerk.
Door deze toets meteen opnieuw in te drukken, wordt de aanvraag geannule\
erd.
Dit wordt bevestigd door een gesproken bericht. Druk langer dan 2 seconden op deze toets voor het
aanvragen van hulp bij het stranden van de auto.
e
en gesproken bericht bevestigt dat de oproep is
verstuurd.*
Werking van het systeemHet groene LeD-lampje blijft branden (zonder te knipperen) wanneer de
verbinding tot stand is gebracht. Aan het einde van het gesprek gaat het
lampje uit.
Deze oproep wordt beheerd door de helpdesk van
u rgence die de
informatie over de lokalisatie van de auto ontvangt en een waarschuwing \
kan zenden naar de gekwalificeerde hulpdiensten. In landen waar de
alarmcentrale niet operationeel is of wanneer de lokalisatie uitdrukkeli\
jk is
geweigerd, wordt de oproep meteen doorgestuurd naar de hulpdiensten
(112), zonder lokalisatie.
Wanneer de elektronische eenheid airbags een botsing heeft
waargenomen, wordt onafhankelijk van het eventueel afgaan van
de airbags, automatisch een noodoproep gedaan.
* Deze diensten zijn afhankelijk van bepaalde voorwaarden en beschikbaarhe\
id.
raadpleeg het CItroËn-netwerk. W anneer u uw auto buiten het CI tro Ë n -netwerk hebt gekocht, raden
wij u aan de aanwezigheid van deze diensten bij het netwerk te laten
controleren en eventueel configureren. In een meertalig land kunt u het
systeem laten configureren in de officiële landstaal van uw voorkeur .
o
m technische redenenen, zoals het verbeteren van de
telematicadiensten aan de klant, behoudt de constructeur zich het recht \
voor om op elk willekeurig moment het telematicasysteem in de auto te
wijzigen.
Indien u gebruik maakt van de dienst CI
tro Ë n e t
ouch, beschikt u ook
over aanvullende diensten via uw persoonlijke pagina MyCI
troen op de
CI tro Ë n -internetsite voor uw land. s urf hiervoor naar www.citroen.com.
277
C3Picasso_nl_Chap14_recherche-visuelle_ed01-2014
Voorzieningen bagageruimte 90-93
- bagageafdekking
-
v
erplaatsbare laadvloer
-
haken
-
sjorogen
Interieur
kinderzitjes 94-101
IsoF IX-kinderzitjes 102-104
Mechanisch kinderslot
1
06
el
ektrische kinderbeveiliging
1
06
Achterbank
52-53
Voorzieningen interieur
8
3-89
-
A
uX
-aansluitingen
-
middenarmsteun
-
matten
Dashboardkastje 84
Passagiersairbag uitschakelen 9 7, 120
Veiligheidsgordels
115-118
Voorstoelen
49-51
Airbags
119-122
.
Zoeken op afbeelding
280
C3Picasso_nl_Chap15_index-alpha_ed01-2014
Aanhanger................................................... 18 6
Aanhangergewichten .................. 19
0, 192, 19 4
Aansluiting 12V
................................. 8
3, 85, 87
A
b
s
m
et elektronische remdrukregelaar
.....113
Accessoires ................................................. 188
Accu
.................................................... 14 8 , 179
Accu laden
.................................................. 179
Achterbank
.................................................... 52
Achterruitverwarming
...................................42
Achteruitrijcamera
....................................... 13 9
Achteruitrijlicht
............................................ 168
Afmetingen
.................................................. 19
6
Afstandsbediening
.................................. 56, 59
Afstandsbediening, batterij
..................... 5
8, 59
Afstandsbediening, batterij vervangen
.........58
Afstandsbediening synchroniseren
..............58
Airbags
........................................................ 11 9
Airbags vóór
...............................
.........11 9 , 12 2
Airconditioning
...............................
.................8
Airconditioning, automatische
................41, 4 5
Airconditioning (handbediend)
...............41, 4 3
Alarmknipperlichten
.................................... 107
Algemeen menu
...............................
...........258
Allesdragers
................................................ 187
Allesdragers monteren
...............................187
Antiblokkeersysteem (A
b
s
) ........................11
3
Antislipregeling
..................................... 1 6 , 114
Armleuning
.................................................... 50
Armleuning achter
......................................... 87
A
udio-aansluitingen
............................262, 264
Automatische ruitenwissers
....................7 7, 7 9
Automatisch inschakelen alarmknipperlichten
..................................107
Automatisch inschakelen verlichting
......70, 73
bag
ageafdekking
...............................
...........90
bag
ageruimte
................................................65
bag
ageruimte, indeling
.................................90
ba
gageruimte openen
............................56, 65
bag
ageruimteverlichting
.......................8 2 , 170
ba
nden
............................................................8
ban
den, noodreparatie
...............................15
0
ban
denspanning
.............................8, 154, 197
ban
denspanning, detectie
....1
9, 109, 111, 154
ban
denspanningscontrole (met set)
...........150
ban
denspanning te laag (detectie)
.............10
9
ban
dreparatieset
........................................150
be
kerhouder
...........................................83, 87
be
laden
...................................................8, 187
b
enzinemotor
................................68, 143, 190
bi
nnenspiegel
...............................................55
bl
okkeren elektrisch
bedienbare ruiten achter
............................60
bl
uetooth (handsfree set)
...................2
24, 265
b
luetooth (telefoon)
.....................................224
bo
chtverlichting, statisch
..............................75bo
ordcomputer
..................................33, 37-39
br
ake Assist s
y
stem (
bAs)
........................113br andstof ...................................................
8, 68br
andstofaddititiefniveau ............................147
br
andstofniveau
............................................67
br
andstofniveaumeter
...................................67br
andstofsysteem ontluchten
.....................142
br
andstoftank
..........................................6 7, 6 9
br
andstof tanken
......................................67- 6 9
br
andstoftank (inhoud)
.................................67
br
andstoftankklep
...................................6 7, 6 9
bra
ndstoftank leeg (diesel)
.........................142
br
andstoftanklep openen
.............................67
br
andstofverbruik
...........................................8
bu
itenspiegels............................................... 54
A
B
C
Autoradio .................................... 255, 268, 270
Autoradio, bedieningen aan stuurkolom .....257
A
uX
-aansluiting
.................................. 2 41, 2 6 4
Aux-aansluitingen
...............................
........262
Aux-ingang
...............................
...241, 262, 264
CD MP3
.......................................................261
CD-/MP3 -speler
.........................................261
Centrale vergrendeling
...........................56, 63
Citroën Hulpoproep gelokaliseerd
..............200
Citroën
n
o
odoproep gelocaliseerd
............200
Claxon
.........................................................108
Configuratie van de auto
....24, 26, 29, 33, 270
Controlelampjes
...............................
.11, 14, 15
Controles
.............................143, 14 4, 148, 149
trefwoordenregister
282
C3Picasso_nl_Chap15_index-alpha_ed01-2014
oliefilter ....................................................... 148ol
iefilter (vervangen) ..................................148
ol
ieniveau
............................................. 2 2, 145
ol
iepeilstok
..............................
.............2 2, 145
oli
everbruik
................................................. 14
5
ond
erhoudsadviezen
................................. 14
3
ond
erhoudscontroles
..................................... 8
ond
erhoudsintervalindicator
........................20
ond
erhoudsintervalindicator resetten
.......... 21on
tdooien ...................................................... 42
on
tgrendelen
................................................ 56
op
berglade
................................................... 85
opb
ergvak ..................................................... 83
op
bergvakken
................................... 83, 87, 90
op
schakelindicator
..................................... 128
Panoramadak
................................................ 66
Parfumeur
..................................................... 48
P
arfumeur (element)
..................................... 48
P
arkeerhulp achter
..................................... 13
7
Parkeerlichten
............................... 7
0, 165, 168
Passagiersairbag uitschakelen
..................11 9
Plafonniers
............................................ 8 0, 170
Portieren
....................................................... 62
Portieren openen
.................................... 56, 62
Portieren sluiten
...................................... 56, 62
N
O
P
navigatiesysteem........................207, 208, 215niv
eaus controleren .............................145 -147
niv
eaus en controles
...........................143 -147
no
odbediening achterklep
............................65
no
odbediening portieren
.............................. 64
M
enustructuren display
.............
244, 268, 270
Milieu
.........................................................
8, 59
Milieubewust rijden
......................................... 8
M
istachterlicht
.......................................
71, 16 8
Mistlampen vóór
..............................
71, 75, 166
Monochroom display
.................. 2
58, 268, 270
Motoren
.......................................
19 0, 192, 19 4
Motorenoverzicht
........................
19 0, 192, 19 4
Motorkap
.....................................................
141
Motorkap, openen
.......................................
141
Motorkapsteun
...............................
.............
141
Motorolie
...............
......................................
145
Motorolieniveau, controle
.............................
22
Motorolieniveaumeter
...........................
2 2, 145
Motorruimte
.........................................
143, 14 4
M P3 (CD)
....................................................
261
Multifunctioneel display (met autoradio)
................................
26, 29, 33
Multifunctioneel display (zonder autoradio)
......................................
24
Multimediaspelers
.......................................
236
Lampen (vervangen)
...........................
163, 168
Lampen vervangen
............................. 16
3, 168
Lange voorwerpen vervoeren
......................
89
Lekke band
..................................................
150
Lichtschakelaar
............................................. 70
L
okaliseren van de auto
................................
57
LPG
.......
......................................................
192
Luchtfilter
....................................................
148
Luchtfilter (vervangen)
................................
148
Make-upspiegel
............................................ 84
Matten
........................................................... 86
Mat verwijderen
............................................ 86
L
M
kinderzitjes ......................9 4 - 9 6, 10 0, 101, 105ki
nderzitjes (conventioneel) .......................10 0
kl
embeveiliging
............................................. 60
kl
eurcode lak
.............................................. 197
kl
eurendisplay met
kaartweergave D
t ............................ 2
05, 244
ko
elvloeistofniveau
..................................... 147
ko
fferdeksel sluiten
................................56, 65
ko
ffervloer (verwijderbaar)
.....................90, 91
ko
plampen
...............................
...................163
ko
plampverstelling
....................................... 76k
rik
.............................................................. 155
trefwoordenregister