44
C3Picasso_nl_Chap03_confort_ed01-2014
4. Toevoer van buitenlucht/luchtrecirculatie
De toevoer van buitenlucht voorkomt het
beslaan van de voorruit en zijruiten.
De recirculatiestand dient om de luchttoevoer
af te sluiten bij stank en stofoverlast.
sc
hakel zo snel mogelijk de toevoer van
buitenlucht weer in om te voorkomen dat de
luchtkwaliteit in het interieur achteruitgaat en
de ruiten beslaan.
F
D
ruk op deze toets om de
lucht in het interieur te laten
recirculeren. Het lampje
brandt om aan te geven
dat de luchtrecirculatie is
ingeschakeld.
F
D
ruk nogmaals op de toets om de toevoer
van buitenlucht weer in te schakelen. Het
lampje gaat uit.
5. Airconditioning aan/uit
Het systeem stelt u in staat:
- d e temperatuur in het interieur 's zomers te
verlagen,
-
i
n de winter bij temperaturen boven 3°C
beslagen ruiten snel te ontwasemen.
Uit
F Druk nogmaals op de toets "A /C " : het
lampje van de toets gaat uit.
Door het uitschakelen van de airconditioning
kan hinder ontstaan (vocht, beslaan van ruiten). De airconditioning kan tijdens
alle seizoenen effectief gebruikt
worden, mits de ruiten zijn gesloten.
Aan
F Druk op de toets "A /C "
: het lampje van de
toets gaat branden.
De airconditioning werkt niet als de
aanjagerknop 2
in de stand "0" staat.
om d
e toevoer van koele lucht te versnellen
kunt u gedurende enkele ogenblikken de
recirculatie van de interieurlucht inschakelen.
sc
hakel daarna weer over op de toevoer van
buitenlucht.
Comfort
45
C3Picasso_nl_Chap03_confort_ed01-2014
De airconditioning werkt uitsluitend bij draaiende motor.De bestuurder en de voorpassagier
kunnen de temperatuur afzonderlijk
naar wens instellen.
F
D
raai de knop 2 of 3
naar links of naar rechts
om deze waarde te verlagen of te verhogen.
Voor een optimaal comfort wordt de waarde
21
aanbevolen. n
i
ettemin is afhankelijk van uw
wensen een afstelling tussen 18
en 24
gebruikelijk.
Voor een optimaal comfort is het raadzaam
dat het verschil in instelling links en rechts niet
meer dan 3
bedraagt.
Automatische werking
F Druk op de toets "AUTO".
Het lampje van de toets gaat
branden.
2. Regeling bestuurderszijde
Automatische airconditioning met gescheiden regeling
Het is raadzaam deze stand te gebruiken:
het systeem regelt de temperatuur, de
luchtopbrengst, de luchtverdeling naar
de luchtroosters en de luchtrecirculatie
automatisch en optimaal aan de hand van de
door u ingestelde waarde.
Het systeem kan tijdens alle seizoenen effectief
gebruikt worden, mits de ruiten zijn gesloten. De op het display weergegeven waarde heeft
betrekking op een bepaald comfortniveau en
niet op de werkelijke temperatuur in graden
Celsius of Fahrenheit.
1. Automatisch programma
"comfort" 3. Regeling passagierszijde
Als de temperatuur in de auto bij
het instappen veel lager of hoger
is dan de ingestelde waarde, heeft
het geen zin om voor het gewenste
comfort de ingestelde waarde te
wijzigen. Het systeem compenseert
automatisch en zo snel mogelijk het
temperatuurverschil.om b
ij koude motor de toevoer van
koude lucht te beperken, wordt de
aanjagerregeling geleidelijk op het
optimale niveau gebracht.
bi
j koud weer wordt de warme lucht
uitsluitend naar de voorruit, de zijruiten
en de beenruimte van de passagiers
verdeeld.
3
Comfort
46
C3Picasso_nl_Chap03_confort_ed01-2014
4. Automatisch programma "zicht"
In sommige gevallen kan het
programma "comfort" niet
toereikend blijken om de ruiten
condens- en ijsvrij te houden
(vocht, veel inzittenden, vorst...).
F
D
ruk nogmaals op deze toets of op
"AUTO" om het systeem af te sluiten. Het
lampje van de toets gaat uit en dat van de
toets "AUTO" gaat branden.
bij auto's met een st op & st art-systeem geldt
dat zolang de voorruitontwaseming in werking
is, de
sto
P
-functie niet beschikbaar is.
F Druk op deze toets om het automatische programma "zicht" in te schakelen. Het
lampje van de toets gaat branden.
Het systeem regelt automatisch de
airconditioning, de luchtopbrengst, de
luchttoevoer en de luchtverdeling naar de
luchtroosters voor een optimale ontwaseming
van de voorruit en zijruiten. Al naar gelang uw wensen kunt u de
automatische bediening van het systeem
handmatig aanpassen. De overige functies
worden automatisch geregeld.
F
D
ruk op de toets "AUTO"
om het systeem
weer volledig automatisch te laten
functioneren.
Om het interieur maximaal te verkoelen
of te ver warmen is het mogelijk de
minimale waarde 14 of de maximale
waarde 28
te overschrijden.
F
D
raai de knop 2of 3
naar links
totdat "LO" verschijnt of naar
rechts totdat "HI" verschijnt.
Handmatig verstellen
F Druk op deze toets om de
airconditioning uit te schakelen.
5. Airconditioning aan/uit
Als de airconditioning wordt uitgeschakeld,
wordt het thermische comfort niet meer
geregeld (vocht, beslagen ruiten).
F
D
ruk de toets nogmaals in zodra dit
mogelijk is om de automatische werking
van de airconditioning te hervatten. Het
lampje van de toets "A /C " gaat branden
Comfort
47
C3Picasso_nl_Chap03_confort_ed01-2014
6. Regeling luchtverdeling
F Druk op één of meer toetsen om de luchtstroom te verdelen
naar:
7. Regeling luchtopbrengst
F Draai deze knop naar links om de luchtopbrengst te
verminderen of naar rechts om
deze te verhogen.
8. Toevoer van buitenlucht/luchtrecirculatieF Draai de knop van de luchtopbrengst naar
links tot alle lampjes uitgaan.
Alle functies van de airconditioning en het
ventilatiesysteem worden dan uitgeschakeld.
De temperatuur wordt dan niet meer
geregeld, maar er blijft een kleine luchtstroom
gehandhaafd.
F
D
raai de knop van de luchtopbrengst naar
rechts of druk op de toets "AUTO" om het
systeem weer met de laatst ingestelde
waarden in te schakelen.
F
D
ruk op deze toets om de
lucht in het interieur te laten
recirculeren. Het lampje van de
toets gaat branden.
-
d
e voorruit en de zijruiten (ontwasemen of
ontdooien),
- de voorruit, de zijruiten en de ventilatieroosters,- de voorruit, de zijruiten, de ventilatieroosters en de beenruimte van de
passagiers,
-
d
e ventilatieroosters en de beenruimte van
de passagiers,
-
d
e ventilatieroosters,
-
d
e beenruimte van de passagiers,
-
d
e voorruit, de zijruiten en de beenruimte
van de passagiers.
De lampjes van de luchtopbrengst, tussen
de twee propellers, gaan afhankelijk van de
ingestelde waarde geleidelijk branden. F
D
ruk de toets, zodra de luchtrecirculatie
niet meer nodig is, nogmaals in om de
toevoer van buitenlucht te hervatten en het
beslaan van de ruiten te voorkomen. Het
lampje van de toets gaat uit.
9. Centrale regeling/gescheiden regeling
F Druk op deze toets om
de instellingen van de
passagierszijde af te stemmen
op die van de bestuurderszijde
(centrale regeling). Het lampje
van de toets gaat branden.
De luchtrecirculatie dient om de toevoer van
buitenlucht bij stank en stofoverlast af te
sluiten.
Vermijd het te lang rijden met
ingeschakelde luchtrecirculatie of
een uitgeschakeld systeem om te
voorkomen dat de ruiten beslaan of de
luchtkwaliteit vermindert.
Uitschakelen van het
systeem
3
Comfort
48
C3Picasso_nl_Chap03_confort_ed01-2014
ParfumeurDe par fumeur, die voor een aangename geur in de auto zorgt, kan met een draaiknop naar wens
worden ingesteld. Het geurelement is in verschillende geuren leverbaar.
Geurelement plaatsen
F Verwijder de houder van het element.
F P laats het element (met de bloem
r e c ht s b ove n).
F
D
ruk de knop in en draai deze een kwart
omwenteling met de wijzers van de klok mee.
De regelknop is geïntegreerd in het dashboard
of in het bovenste opbergvak van het
dashboard.
Met behulp van deze knop kunt u de sterkte
van de geur instellen.
F
D
raai de knop naar rechts om de geur in de
auto te verspreiden.
F
D
raai de knop naar links om de par fumeur
af te sluiten.
Geurelement
Geurelement verwijderen
F Druk het element in en draai het een kwart omwenteling tegen de wijzers van de klok in.
F
V
erwijder het element
F
s
l
uit het element af met de houder.
Voer om veiligheidsredenen handelingen
met het geurelement uitsluitend uit bij
stilstaande auto.
Haal geurelementen niet uit elkaar.
Probeer de par fumeur of de
geurelementen niet bij te vullen.
Vermijd elk contact met de huid en
met de ogen.
Houd de geurelementen buiten het
bereik van kinderen en huisdieren. Gooi het originele element niet weg: dit
moet worden gebruikt om het systeem
af te sluiten als de geurelementen niet
worden gebruikt.
Draai de knop voor een langere
levensduur van het geurelement naar
links zodra de sterkte van de geur in het
interieur voldoende is.
Houd de middelste ventilatieroosters
geopend.
De geursterkte is mede afhankelijk van
de instellingen van de ventilatie en de
airconditioning.
Regelknop
Het geurelement kan zeer eenvoudig worden
vervangen.
u
kunt het geurelement op elk moment
ver wisselen en buiten de auto bewaren, dankzij
de houder waarmee het element kan worden
afgesloten als het reeds is gebruikt.
bi
j het CI
t
ro
Ën-
netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats zijn verschillende
geuren leverbaar.
Comfort
131
C3Picasso_nl_Chap09_conduite_ed01-2014
Overgang naar de START-stand
Het controlelampje "ECO" gaat uit en
de motor wordt automatisch gestart
(EGS-versnellingsbak) :
-
m
et de selectiehendel in de stand A of M ,
wanneer u het rempedaal loslaat,
-
m
et de selectiehendel in de stand N en het
rempedaal niet ingetrapt, wanneer u de
selectiehendel in de stand A of M zet,
-
o
f wanneer u de achteruitversnelling
inschakelt.
Bijzonderheden: automatisch
activeren van de START-stand
uit veiligheids- of comfortover wegingen kan
de stAr t- stand automatisch worden
geactiveerd als:
-
he
t bestuurderportier wordt geopend,
-
d
e autogordel van de bestuurder wordt
losgemaakt,
-
d
e snelheid van de auto hoger is dan
11
km/h (
eGs-v
ersnellingsbak),
-
e
r bepaalde bijzondere omstandigheden
zijn (laadtoestand accu, motortemperatuur,
rembekrachtiging, instelling
airconditioning...).
Het controlelampje "ECO" knippert
een paar seconden en gaat
vervolgens uit.
Dat onder deze omstandigheden de START-
stand wordt geactiveerd, is volkomen
normaal.
Uitschakelen
u kunt deze functie op elk willekeurig moment
u itschakelen door de schakelaar "ECO OFF" in
te drukken.
Het controlelampje in de schakelaar gaat
branden en er verschijnt een melding op het
display.
Als het systeem in de
sto
P
-stand
wordt uitgeschakeld, dan wordt de
motor direct weer gestart.
9
rijden
148
C3Picasso_nl_Chap10_verification_ed01-2014
Roetfilter (diesel)
Als het roetfilter vervuild is, wordt
u hierop geattendeerd door het
tijdelijk branden van dit lampje in
combinatie met een melding op
het multifunctionele display.
bi
j een nieuwe auto kunt u de
eerste paar keer dat het roetfilter
geregenereerd wordt een brandlucht
ruiken; dit is volkomen normaal.
Als langdurig met zeer lage snelheid
wordt gereden of de motor langdurig
stationair draait, kan bij gasgeven
soms rook uit de uitlaat waargenomen
worden. Dit heeft geen invloed op de
prestaties en heeft geen gevolgen voor
het milieu.
Controles
12V-accu
De accu is onderhoudsvrij.ni ettemin is het raadzaam om
regelmatig te controleren of de
accupolen en -klemmen schoon zijn,
vooral bij warm weer en in de winter.
Luchtfilter en interieurfilter
Laat de filters periodiek vervangen
volgens de in het garantie- en
onderhoudsboekje aangegeven
intervallen.
Oliefilter
Laat bij het olie verversen tevens het
oliefilter vervangen.
ra
adpleeg het garantie- en
onderhoudsboekje voor het
vervangingsinterval van dit
onderdeel.
r
aadpleeg, tenzij anders aangegeven, de bladzijden in het garantie- en onderhoudsboekje die betrekking hebben op de motoruitvoering van uw auto
voor het controleren van bepaalde onderdelen.
Laat de controles eventueel uitvoeren door het CI
t
ro
Ën-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
ra
adpleeg voordat u de accukabels losneemt
de rubriek "12V-accu" voor meer informatie
over de te nemen voorzorgsmaatregelen.
Deze sticker, die hoort bij het
s
t
op &
st
art-systeem, geeft aan dat er een
speciale 12V-loodaccu is gebruikt die alleen
losgekoppeld en/of vervangen mag worden
door het CI
t
ro
Ën-
netwerk of door een
gekwalificeerde werkplaats. Als de omgeving (veel stof...) en het gebruik
(veel stadsverkeer...) daartoe aanleiding
geven, moeten de filters twee keer zo vaak
worden vervangen
.
ee
n verstopt interieur filter kan de prestaties
van de airconditioning verstoren en
onaangename geuren veroorzaken. Ga om het roetfilter te regenereren, zodra de
omstandigheden het toelaten, met een snelheid
van minimaal 60 km/h rijden tot het lampje dooft.
Als het lampje blijft branden is het minimum
brandstofadditiefniveau bereikt: raadpleeg de
paragraaf "
ni
veau brandstofadditief".
onderhoud
173
C3Picasso_nl_Chap11_informations-pratiques_ed01-2014
Zekeringen dashboard
De zekeringkast bevindt zich aan de onderzijde
van het dashboard (linkerzijde).
Toegang tot de zekeringen
F zie de paragraaf "toegang tot het
gereedschap".
Overzicht zekeringen
Zekering Ampère Functies
FH36 5
A
tr
ekhaakmodule.
FH37 15
AVoeding accessoirestekker caravan.
FH38 20
A
na
vigatiesysteem (achteraf ingebouwd).
FH39 20
A
st
oelverwarming.
FH40 30
A
tr
ekhaakmodule.
Zekering Ampère Functies
F1 15
A
ru
itenwisser achter.
F2 -
nie
t gebruikt.
F3 5
AComputer airbags en pyrotechnische gordelspanners.
F4 10
A
s
tuurhoeksensor, airconditioning, koppelingscontact,
roetfilterpomp, diagnosestekker, luchthoeveelheidsmeter.
F5 30
A
ru
itbedieningspaneel, ruitbediening passagier, motor
ruitbediening voor.
F6 30
AMotor ruitbediening achter en motor bediening bestuurdersruit.
F7 5
APlafonnier en kaartleeslampje voor, verlichting
dashboardkastje, zaklamp, verlichting achtercompartiment.
11
Praktische informatie