Berlingo-2-VP_nl_Chap03_Pret-a-partir_ed01-2015Berlingo-2-VP_nl_Chap03_Pret-a-partir_ed01-2015
29
Middenconsole met display
Instrumentenpaneel zonder display
-
Linksom draaien: tijdsaanduiding in
24H of 12H.
-
r echtsom draaien: 24H of 12H
selecteren.
-
Linksom draaien: ingestelde tijd
bevestigen.
Als er ongeveer 30
seconden geen
handelingen worden uitgevoerd,
verschijnt de huidige weergave.
DATUM EN TIJD
Middenconsole zonder display
De tijdweergave is afhankelijk
van de uitvoering. De
toegang tot "Datum" is alleen
actief als de datum geheel in
letters wordt weergegeven
(volgens uitvoering).
Met de knop aan de
linkerzijde kan het klokje
worden ingesteld.
-
Linksom draaien: de minuten
knipperen.
-
r
echtsom draaien: minuten
verhogen (houd de knop naar
rechts om de tijd in een sneller
tempo in te stellen).
-
Linksom draaien: de uren
knipperen.
-
r
echtsom draaien: uren verhogen
(houd de knop naar rechts om
de tijd in een sneller tempo in te
stellen).
Cockpit
VoorDAt u GAAt rIjDen
3
Berlingo-2-VP_nl_Chap03_Pret-a-partir_ed01-2015
30
Display C
Druk op de toets MENU.
s
electeer met de pijltoetsen
de functie PERSOONLIJ
k
E
INSTELLING -
CONFIGURATIE.
Druk op de toets om de
selectie te bevestigen.
s
electeer met de pijltoetsen
de functie CONFIGURATIE
BEELDSCHERM.
Druk op de toets om de
selectie te bevestigen.
s
electeer met de pijltoetsen
de functie DATUM EN TIJD
INSTELLEN. Druk op de toets om de
selectie te bevestigen.
s
tel de parameters één
voor één in door deze te
bevestigen met de toets O
k .
s
electeer vervolgens de knop
ok
op het display en bevestig
de instellingen.
Cockpit
Berlingo-2-VP_nl_Chap03_Pret-a-partir_ed01-2015
32
VERkLIkkERLAMPJES
Verklikkerlampje status signaleertOplossing - actie
STOP
brandt, in
combinatie
met een ander
verklikkerlampje
en een melding
op het display.
ernstige storingen
in combinatie met
de verklikkerlampjes
" r emvloeistofniveau",
"Motoroliedruk
en -temperatuur",
"
k oelvloeistoftemperatuur",
"
e lektronische
remdrukregelaar",
"
s tuurbekrachtiging". Stop onmiddellijk. Zet het contact af. Laat de
auto controleren door het CITROËN-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
Handrem /
Remvloeistofniveau
/ EBD
brandt.
een aangetrokken of niet
goed vrijgezette handrem. Zet de handrem vrij, het verklikkerlampje zal
uitgaan.
brandt. een te laag vloeistofniveau. Vul de door CI
tro Ë n voorgeschreven
remvloeistof bij.
blijft branden,
ondanks correct
niveau, in
combinatie met het
verklikkerlampje ABS.een storing in
de elektronische
remdrukregelaar (
e BD).Stop onmiddellijk. Zet het contact af.
Laat de auto controleren door het CITROËN-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Motoroliedruk en
motorolietemperatuur
gaat branden
tijdens het
rijden.
een te lage druk of een te
hoge temperatuur.Zet de auto stil, zet het contact af en laat de motor afkoelen.
Controleer het niveau met de peilstok.
Zie in rubriek 7
het gedeelte " n iveaus".
blijft branden,
ondanks
correct niveau. een ernstige storing.
Laat de auto controleren door het CI
tro Ë n -
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Bij elke start gaat een aantal verklikkerlampjes branden ter controle. D\
eze lampjes gaan meteen weer uit.
Als een verklikkerlampje bij draaiende motor blijft branden of gaat knip\
peren, wordt het een waarschuwing.
Dit kan gebeuren in combinatie met een geluidssignaal en een melding op \
het display.
n
egeer deze waarschuwingen niet.
Cockpit
Berlingo-2-VP_nl_Chap03_Pret-a-partir_ed01-2015Berlingo-2-VP_nl_Chap03_Pret-a-partir_ed01-2015
33Verklikkerlampje status signaleertOplossing - actie
koelvloeistoftemperatuur
en -niveau
brandt en
wijzer in het
rode gebied. een abnormale verhoging
van de temperatuur. Zet de auto stil, zet het contact af en laat de
koelvloeistof afkoelen. Controleer visueel het
niveau.
knippert. een te laag
koelvloeistofniveau. Zie in rubriek 7
het gedeelte " n iveaus".
n
eem contact op met het CI tro Ë n -netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats.
Service blijft kort
branden.
kleine storingen of
waarschuwingen.
r
aadpleeg het "Logboek meldingen" op het
display.
Als uw auto is voorzien van een boordcomputer
of een display: zie in rubriek 4
het gedeelte
"
s tuurkolomschakelaars".
n
eem contact op met het CI tro Ë n -netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats.
blijft branden. ernstige storingen.
Veiligheidsgordel
niet vastgemaakt
brandt en gaat
vervolgens
knipperen. dat de bestuurder en/
of de voorpassagier de
veiligheidsgordel niet
hebben vastgemaakt.
Doe de gordel om en steek de gesp in de
gordelsluiting.
knippert in
combinatie met een
geluidssignaal en blijft
vervolgens branden.dat de bestuurder en/
of de voorpassagier de
veiligheidsgordel niet hebben
vastgemaakt terwijl de auto rijdt.trek aan de gordel om de vergrendeling van de
gesp te controleren.
Zie in rubriek 5
het gedeelte "Veiligheidsgordels".
ECO brandt
permanent.
dat de functie stop & start
de motor in de sto P-stand
heeft gezet nadat de auto
tot stilstand is gekomen
(verkeerslichten, files, overig...).Zodra u wilt wegrijden, gaat het lampje uit en
wordt de motor automatisch opnieuw gestart
(
st
A
rt
-stand).
knippert
enkele
seconden
en gaat
vervolgens uit. dat de
sto
P-stand tijdelijk
niet beschikbaar is.
of
dat de
st
A
rt
-
stand automatisch is
ingeschakeld. Zie in rubriek 3
het gedeelte " s top & s tart".
Cockpit
VoorDAt u GAAt rIjDen
3
Berlingo-2-VP_nl_Chap03_Pret-a-partir_ed01-2015
+
ABS
Berlingo-2-VP_nl_Chap03_Pret-a-partir_ed01-2015
35Verklikkerlampje statussignaleertOplossing - actie
Stuurbekrachtigingbrandt.een storing in het
systeem.De conventionele werking van de stuurinrichting,
zonder bekrachtiging, blijft behouden.Laat de auto controleren door het CItroËn-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
Geopend
portier brandt in combinatie
met melding op het
display. een niet goed
gesloten portier.
Controleer of alle portieren goed zijn gesloten.
ABS blijft branden. een storing in het
antiblokkeersysteem.De conventionele werking van het remsysteem
blijft behouden.
n
eem contact op met het CI tro Ë n -netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats.
ESP knippert.
een ingreep van de
A
sr of de es C.
Het systeem verdeelt de aandrijfkracht optimaal over de
wielen en verbetert zo de koersvastheid van de auto.
Zie in rubriek 5 het gedeelte "Veilig rijden".
blijft branden. een storing in het
systeem.
Bijv
.: een te lage
bandenspanning. Bijv.: controleer de bandenspanning.
Laat de auto controleren door het CI
tro Ë n -
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats
(wielsensor, hydraulisch regelorgaan, ...).
Bandenspanning
te laag
brandt. een te lage spanning
van een of meerdere
banden.Controleer zo snel mogelijk de bandenspanning.
De controle dient bij voorkeur bij koude banden
te worden uitgevoerd.
knippert en brandt
vervolgens permanent,
in combinatie met het
verklikkerlampje
Service
en, afhankelijk van de
uitrusting, de weergave
van een melding.
een storing in het
bandenspanningscontrolesysteem
of het niet-detecteren van de
sensor van een van de wielen.De bandenspanning wordt niet meer
gecontroleerd.
Laat het systeem controleren door het CI
tro Ë n -
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Roetfilter brandt.
een storing in het
roetfilter (niveau
brandstofadditief, kans
op verstopping, ...).Laat het filter controleren door het CITROËN-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Zie in rubriek 7
het gedeelte " n iveaus".
Cockpit
VoorDAt u GAAt rIjDen
3
Berlingo-2-VP_nl_Chap03_Pret-a-partir_ed01-2015Berlingo-2-VP_nl_Chap03_Pret-a-partir_ed01-2015
37
Pictogram op het
displaystatus signaleert
Oplossing - actie
Snelheidsregelaarbrandt.dat de snelheidsregelaar is
geselecteerd Handmatig selecteren.
Zie in rubriek 4
het gedeelte
"
s tuurkolomschakelaars".
Snelheidsbegrenzerbrandt.dat de snelheidsbegrenzer
is geselecteerd. Handmatig selecteren.
Zie in rubriek 4
het gedeelte
"
s tuurkolomschakelaars".
Opschakelindicatorbrandt.
een schakeladvies, waarbij
geen rekening wordt gehouden
met de omstandigheden van
de weg of de verkeersdrukte.om het brandstofverbruik te verlagen, schakelt u de
aanbevolen versnelling in (handgeschakelde versnellingsbak).
De bestuurder is zelf verantwoordelijk voor het
wel of niet opvolgen van deze aanwijzing.
Voorgloeien
dieselmotor brandt.dat voorgloeien van de
dieselmotor noodzakelijk is
(koude omstandigheden). Wacht tot het lampje uit is alvorens de motor te
starten.
Water in het
brandstoffilterbrandt, in
combinatie met
een melding
op het display.de aanwezigheid van water
in het brandstoffilter.Laat het filter onmiddellijk aftappen door het
CITROËN-netwerk of eengekwalificeerde werkplaats.
Zie in rubriek 7 het gedeelte "Controles".
V olgens land van bestemming.
Onderhoudssleutelbrandt. een bijna verstreken
onderhoudsinterval. Zie het overzicht met controlepunten in het
garantie- en onderhoudsboekje.Maak een afspraak voor een onderhoudscontrole bij het
CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
klok
knippert. het instellen van de tijd. Gebruik de linkerknop van het
instrumentenpaneel.
Zie in rubriek 3
het gedeelte "Cockpit".
Cockpit
VoorDAt u GAAt rIjDen
3
+
Berlingo-2-VP_nl_Chap03_Pret-a-partir_ed01-2015
38
Additief AdBlue®
Zie in rubriek 7 het gedeelte "Additief AdBlue" voor meer informatie over het bijvullen.
WaarschuwingenInformatieOplossing - actie
1
e waarschuwingsniveau
Bij het aanzetten van het contact klinkt een geluidssignaal.
De tijdelijke waarschuwingen worden altijd weergegeven
bij het aanzetten van het contact en tijdens het rijden.
De afnemende actieradius wordt weergegeven,
van 2400 km (1500 mijl) tot 600 km (375 mijl).
De actieradius wordt elke 300 km (200 mijl) bijgewerkt.
De actieradius van de resterende vloeistof in het
additiefreservoir bedraagt minder dan 2400 km
(1500
mijl).
Vul de benodigde hoeveelheid additief AdBlue
® bij
met een bidon of meerdere flacons.
2
e waarschuwingsniveau
Bij het aanzetten van het contact klinkt een
geluidssignaal.
De tijdelijke waarschuwingen (elke 30
seconden)
worden altijd weergegeven bij het aanzetten van
het contact en tijdens het rijden.
De actieradius wordt weergegeven, van 600
km
(375
mijl) tot 0 km, en wordt vervolgens elke 50 km
(30
mijl) bijgewerkt. Vul zo snel mogelijk het additief AdBlue
® bij
en wacht niet tot de motor niet meer kan worden
gestart.
o
p het
display.
tijdelijk weergegeven: "
no
st
A
rt
I
n
".
o
p het
touchscreen.
s
electeer: -
"
r
ijhulpsysteem".
-
"Diagnose". De actieradius wordt weergegeven.
3
e waarschuwingsniveau
Het reservoir van het additief AdBlue® is leeg. De motor kan niet meer worden gestart.
Vul minimaal 3,8
liter AdBlue® bij.
Cockpit
Berlingo-2-VP_nl_Chap03_Pret-a-partir_ed01-2015Berlingo-2-VP_nl_Chap03_Pret-a-partir_ed01-2015
43
ONDERHOUDSINDICATOR
De onderhoudsindicator informeert de bestuurder
over de afstand tot de volgende onderhoudscontrole,
afhankelijk van het gebruik van de auto.
De afstand tot de eerstvolgende
onderhoudscontrole is meer dan 1000 km
Voorbeeld: de afstand tot de eerstvolgende
onderhoudscontrole bedraagt 4800 km. Als
het contact wordt aangezet geeft het display
gedurende enkele seconden het volgende aan:
enkele seconden na het aanzetten
van het contact geeft de teller eerst het
oliepeil (afhankelijk van de uitvoering)
en vervolgens weer de normale
kilometerstand en de stand van de
dagteller aan.
De afstand tot de eerstvolgende
onderhoudscontrole is minder dan 1000 km
elke keer dat het contact wordt aangezet
knippert de sleutel en de resterende
kilometers worden aangegeven:
enkele seconden na het aanzetten van
het contact, wordt het oliepeil aangegeven
(afhankelijk van de uitvoering), geeft
de teller vervolgens weer de normale
kilometerstand en de stand van de
dagteller aan en blijft de sleutel branden.
Dit om aan te geven dat er binnenkort
onderhoudswerkzaamheden uitgevoerd
moeten worden.
De afstand tot de eerstvolgende
onderhoudscontrole is overschreden
Werking
Als het contact wordt aangezet,
gaat gedurende enkele seconden
het sleutelsymbool branden. De
kilometerteller geeft de resterende
kilometers (afgerond) tot de
eerstvolgende onderhoudscontrole
aan.
Het onderhoudsinterval wordt
berekend vanaf de laatste nulstelling
van de onderhoudsindicator op basis
van twee parameters:
-
het aantal afgelegde kilometers,
-
de verstreken tijd sinds de laatste
onderhoudscontrole. Afhankelijk van de
gebruiksgewoonten van de
bestuurder kan de factor tijd
worden meegewogen bij de nog af
te leggen kilometers. Bij draaiende motor blijft de sleutel
branden totdat de onderhoudscontrole
is uitgevoerd.
Bij de uitvoeringen met een BlueHDi-
dieselmotor brandt in dit geval, als het
contact aan staat, het verklikkerlampje
s
ervice permanent.
elke keer als het contact
wordt aangezet, gaat de
sleutel gedurende enkele
seconden knipperen en geeft
de teller het aantal kilometers
aan dat er te veel gereden is.
Bij de uitvoeringen met een
BlueHDi-dieselmotor kan de
sleutel ook eerder gaan branden,
afhankelijk van de mate van vervuiling
van de motorolie. De vervuiling van
de motorolie is afhankelijk van de
gebruiksomstandigheden van de auto.
Cockpit
VoorDAt u GAAt rIjDen
3