Wanneer het interval voor de
onderhoudsbeurt is vervallen en daarna
voor ongeveer 1000 km/600 mijl of 30
dagen, wordt een bericht hierover
weergegeven.
In-/uitschakeling
airbags aan
passagierszijde
(frontairbag
passagierzijde en
zijairbag ter
bescherming van
bekken, borst en
schouders - Zijairbag)
Deze functie zorgt voor de in-/
uitschakeling van de zijairbag aan de
passagierszijde.
Ga als volgt te werk:
❒druk op de toets SET/
en druk,
nadat het bericht (Bag pass: Off)
(voor het uitschakelen) of de melding
(Bag pass: On) (voor het inschakelen)
op het display is verschenen door
het indrukken van de knoppen
"en"", nogmaals op de
toets SET/
;
❒op de display verschijnt een
bevestigingsmelding;
❒druk op de toets
ofom
"Ja" te selecteren (om het
inschakelen/uitschakelen te
bevestigen) of "Nee" (om te
annuleren);❒druk kort op de SET/
knop, er
verschijnt een bevestigingsbericht
van de gekozen instelling en er wordt
teruggekeerd naar het menuscherm.
Houd de knop langer ingedrukt om
terug te keren naar het
standaardscherm zonder op te slaan.
Dagverlichting (DRL)
Met deze functie kan de dagverlichting
automatisch worden in- en
uitgeschakeld.
Ga als volgt te werk om de functie in-
en uit te schakelen:
❒druk kortstondig op de SET/
knop om een submenu weer te
geven;
❒druk kortstondig op de SET/
knop om "On" of "Off" op het display
te doen knipperen in functie van
wat eerder is ingesteld;
❒druk op
ofom uw keuze
te maken;
❒druk kortstondig op de SET/
knop om terug te keren naar het
menuscherm of druk langdurig op de
knop om terug te keren naar het
hoofdmenu zonder op te slaan;❒houd de SET/
knop nogmaals
ingedrukt om terug te keren naar
het standaardscherm of het
hoofdmenu in functie van waar men
zich bevindt.
AFS adaptieve lichten
(Adaptive Frontlight
System)
(voor bepaalde versies/markten)
Met deze functie kan het AFS (Adaptive
Frontlight System) ingeschakeld/
uitgeschakeld worden.
Ga als volgt te werk om de functie in-
en uit te schakelen:
❒druk kortstondig op de SET/
knop om een submenu weer te
geven;
❒druk kortstondig op de SET/
knop om "On" of "Off" op het display
te doen knipperen in functie van
wat eerder is ingesteld;
❒druk op
ofom uw keuze te
maken;
❒druk kortstondig op de SET/
knop om terug te keren naar het
menuscherm of druk langdurig op de
knop om terug te keren naar het
hoofdmenu zonder op te slaan;
99
Kinderen moeten veilig en comfortabel
op hun zitplaats blijven. Voor zover
de eigenschappen van de gebruikte
kinderzitjes dit toelaten, is het
raadzaam om kinderzitjes zo lang
mogelijk tegen de rijrichting in te
monteren (tot het kind minstens 3–4
jaar oud is), omdat die plaats bij een
ongeval de meeste bescherming biedt.
77) 78)
Om het meest geschikte kinderzitje te
kiezen, moet rekening worden
gehouden met het gewicht van het
kind; er zijn verschillende types
kinderzitjes en men dient steeds het
type te kiezen dat het meest geschikt is
voor het kind.
Kinderen langer dan 1,50 m worden
voor wat betreft beveiligingssystemen
gelijkgesteld met volwassenen en
moeten de standaard veiligheidsgordels
dragen.
In Europa vallen de eigenschappen van
kinderzitjes onder de richtlijn ECE-R44,
ze zijn onderverdeeld in vijf
gewichtsgroepen:
Groep Gewichtsgroep
Groep 0 tot 10 kg
Groep 0+ tot 13 kg
Groep Gewichtsgroep
Groep 1 9-18 kg
Groep 2 15-25 kg
Groep 3 22-36 kg
Alle beveiligingssystemen moeten de
typegoedkeuring hebben, alsook een
goed vastgehecht plaatje met het
controleteken dat nooit niet mag
worden verwijderd.
In het Alfa Romeo Lineaccessori-
assortiment zijn kinderzitjes voor elke
gewichtsgroep opgenomen. Het
gebruik van deze kinderzitjes wordt ten
zeerste aanbevolen, omdat ze speciaal
voor Alfa Romeo voertuigen ontworpen
zijn.
BELANGRIJK
77) ERNSTIG GEVAAR. Plaats NOOIT
een kinderzitje achterstevoren op
de passagiersstoel van auto's
met een actieve passagiersairbag.
Bij een ongeval, hoe klein ook,
kan de airbag ernstig letsel en
zelfs de dood van de baby tot
gevolg hebben. Het is raadzaam
kinderen altijd in kinderzitjes
op de achterbank te vervoeren: bij
een ongeval biedt de achterbank
de meeste bescherming.
78) Op de zonneklep is een etiket
met symbolen aangebracht dat
eraan herinnert dat de airbag
verplicht uitgeschakeld moet
worden als een naar achteren
gericht kinderzitje op de voorstoel
wordt gemonteerd. Neem altijd
de aanwijzingen op de zonneklep
aan passagierzijde in acht (zie
de paragraaf “Frontairbag”).
144
VEILIGHEID