Page 93 of 288

KENNIS VAN HET INSTRUMENTENPANEEL
In dit deel van het instructieboek vindt u
alle informatie die u nodig hebt om het
instrumentenpaneel goed te begrijpen,
te interpreteren en te gebruiken.DISPLAY ......................................... 90
MENUOPTIES ................................. 93
INSTRUMENTENPANEEL ...............101
TRIP COMPUTER ...........................103
LAMPJES EN BERICHTEN .............107
- LAAG REMVLOEISTOFNIVEAU/
HANDREM AANGETROKKEN ............. 108
- STORING EBD .................................. 108
- STORING AIRBAG ............................ 109
- VEILIGHEIDSGORDELS NIET
VASTGEMAAKT .................................. 109
- STORING DYNAMO .......................... 109
- MOTOROLIEDRUK TE LAAG ............ 111
-UITGEWERKTE MOTOROLIE (voor
bepaalde versies/markten) .................. 112
- TE HOGE
KOELVLOEISTOFTEMPERATUUR ....... 114
- STORING ALFA TCT ......................... 115
-PORTIEREN NIET GOED
GESLOTEN ......................................... 115
-SNELHEIDSLIMIET
OVERSCHREDEN ............................... 116
- STORING DUAL PINION
STUURBEKRACHTIGING .................... 116
- STORING ALFA ROMEO CODE
SYSTEEM/STORING ALARM .............. 117
- BRANDSTOFRESERVE/BEPERKTE
ACTIERADIUS ..................................... 117
- ALGEMENE STORING ...................... 118
- ALGEMENE STORING ...................... 119
-MISTACHTERLICHTEN ...................... 120
- STORING ABS .................................. 121
-REMBLOKSLIJTAGE ......................... 121
- PASSAGIERSAIRBAG
UITGESCHAKELD ............................... 121
- STORING
INSPUIT-/EOBD-SYSTEEM ................. 122- STORING VOORGLOEIBOUGIES/
VOORGLOEISYSTEEM
(dieselmotoren) .................................... 123
-WATER IN DIESELFILTER
(dieselversies) ..................................... 123
- REINIGING DPF (roetfilter) bezig
(alleen dieselversies met DPF) .............. 125
- iTPMS-SYSTEEM .............................. 127
- ELEKTRONISCHE
STABILITEITSREGELING (ESC) ........... 129
- ELEKTRONISCHE
STABILITEITSREGELING (ESC) ........... 130
- CRUISE CONTROL (voor bepaalde
uitvoeringen/markten) ......................... 131
- STADSLICHT .................................... 131
- FOLLOW ME HOME ......................... 131
- DIMLICHT ......................................... 131
- MISTLAMPEN VOOR ........................ 132
- LINKER RICHTINGAANWIJZER ....... 132
- RECHTER RICHTINGAANWIJZER ... 132
- GROOTLICHT ................................... 132
-AFSLUITER VAN DE
BRANDSTOFTOEVOER ..................... 133
- MOGELIJKE IJSVORMING OP
WEGDEK............................................. 133
- STORING REMLICHTEN ................... 133
- STORING SCHEMERSENSOR.......... 133
- STORING REGENSENSOR ............... 134
- STORING PARKEERSENSOR ........... 134
-INSCHAKELING/UITSCHAKELING
START&STOP-SYSTEEM (voor
bepaalde versies/markten) .................. 135
-STORING START&STOP .................... 135
- WEERGAVE VAN GEKOZEN
RIJMODUS (“Alfa DNA”-systeem) ........ 136
89
Page 105 of 288
INSTRUMENTENPANEEL.
VERSIES MET MULTIFUNCTIONEEL DISPLAY
A. Snelheidsmeter – B. Multifunctioneel display – C. Toerenteller – D. Brandstofmeter met reservelampje – E. Koelvloeistoftemperatuurmeter met
waarschuwingslampje oververhitting
Waarschuwingslampjes alleen aanwezig op dieseluitvoeringen. Bij dieseluitvoeringen bedraagt de maximale
schaalwaarde 6000 t/min
BELANGRIJK De verlichting van het instrumentenpaneel kan per versie verschillen.
.
260 240
220 200 180 160
140
100120
80
60
40
20
0
120
0Giri x 1000
2
1 345
6
7
8
0
1
1/2Benzina
50
130Acqua°C90
Mon15 Mar
101A0K2300
101
Page 106 of 288
VERSIES MET HERCONFIGUREERBAAR MULTIFUNCTIONEEL DISPLAY
A. Snelheidsmeter – B. Herconfigureerbaar multifunctioneel display – C. Toerenteller – D. Brandstofmeter met reservelampje – E.
Koelvloeistoftemperatuurmeter met waarschuwingslampje oververhitting
Waarschuwingslampjes alleen aanwezig op dieseluitvoeringen. Bij dieseluitvoeringen bedraagt de maximale
schaalwaarde 6000 t/min
BELANGRIJK De verlichting van het instrumentenpaneel kan per versie verschillen.
260 240
220 200 180 160
140
100120
80
60
40
20
0
120
0Giri x 1000
2
1 345
6
7
8
0
1
1/2Benzina
50
130Acqua°C90
20:30
20 C°2
Monday
15
March
123456 km
102A0K2301
102
KENNIS VAN HET INSTRUMENTENPANEEL
Page 107 of 288

SNELHEIDSMETER
Geeft de snelheid van de auto aan.
TOERENTELLER
Geeft het motortoerental aan.
BRANDSTOFMETER
Geeft de hoeveelheid brandstof in de
tank aan.
Het reservelampje op de meter gaat
branden wanneer er nog8à10liter
brandstof in de tank is; tank in dat geval
brandstof bij zodra dit mogelijk is.
Rijd niet met een bijna lege tank: een
onregelmatige brandstoftoevoer kan de
katalysator schade toebrengen.KOELVLOEISTOF
De wijzer geeft de
koelvloeistoftemperatuur aan en meldt
de gebruiker wanneer de
koelvloeistoftemperatuur hoger is dan
circa 50°C.
Onder normale omstandigheden kan de
wijzer op verschillende standen staan,
afhankelijk van de
gebruiksomstandigheden.
Het waarschuwingslampje gaat
branden wanneer de
koelvloeistoftemperatuur te hoog is. Zet
in dit geval de motor af en neem
contact op met het Alfa Romeo
Servicenetwerk.TRIP COMPUTER
IN HET KORT
De Trip computer geeft informatie
over de werking van het voertuig
weer op de display, wanneer de
contactsleutel in de stand MAR staat.
Met deze functie kunnen twee
afzonderlijke reizen worden
aangemaakt, “Trip A” en Trip B”
genaamd, waarmee "volledige reizen"
van de auto worden bewaakt. Beide
functies werken onafhankelijk van
elkaar.
Beide geheugens kunnen gereset
worden: reset - begin van een nieuwe
rit.
“Trip A” geeft informatie over:
❒Actieradius
❒Afgelegde afstand
❒Gemiddeld brandstofverbruik
❒Huidig brandstofverbruik
❒Gemiddelde snelheid
❒Reistijd.
“Trip B” geeft informatie over:
❒Afgelegde afstand B
103
TEMPERATUURMETER
Page 111 of 288

LAMPJES EN BERICHTEN
WAARSCHUWING Het waarschuwingslampje gaat branden en er verschijnt een speciaal bericht en/of er klinkt een
geluidssignaal, wanneer van toepassing. Deze meldingen zijn korte waarschuwingen en mogen vanwege hun beknopte
karakter niet worden beschouwd als volledig en/of een alternatief voor de informatie die is opgenomen in het Instructieboek.
Het wordt daarom geadviseerd het instructieboek altijd aandachtig te lezen. Zie de informatie in dit hoofdstuk in de gevallen dat
een storing wordt gemeld.
WAARSCHUWING De storingen die op het display worden weergegeven, kunnen worden onderverdeeld in twee categorieën:
ernstige storingen en minder ernstige storingen. Ernstige storingen worden langdurig herhaald weergegeven. Minder ernstige
storingen worden kort herhaald weergegeven. De herhaaldelijke weergave op het display van beide categorieën kan
onderbroken worden. Het waarschuwingslampje op het instrumentenpaneel blijft branden tot de oorzaak van de storing is
verholpen.
107
Page 112 of 288

WAARSCHUWINGSLAMPJES OP INSTRUMENTENPANEEL
Waarschuwingslampjesop
instrumentenpaneelWat het betekent Wat te doen
roodLAAG REMVLOEISTOFNIVEAU/HANDREM
AANGETROKKEN
Het waarschuwingslampje gaat branden wanneer
de contactsleutel naar de stand MAR wordt
gedraaid en moet enkele seconden later doven.
Remvloeistofniveau te laag
Het lampje (of symbool op het display) gaat
branden wanneer het remvloeistofniveau in het
reservoir zich onder het minimumpeil bevindt,
bijvoorbeeld door een lek in het remcircuit.
Op het display verschijnt een speciaal bericht.Herstel het remvloeistofniveau, controleer daarna
of het lampje gedoofd is.
Als het waarschuwingslampje blijft branden,
neem dan contact op met het Alfa Romeo
Servicenetwerk.
Aangetrokken handrem
Het lampje (of symbool op het display) gaat
branden wanneer de handrem wordt
aangetrokken. Als de auto in beweging is, klinkt
er ook een geluidssignaal.Zet de handrem los, controleer daarna of het
lampje gedoofd is.
Als het waarschuwingslampje blijft branden (of
het symbool op het display blijft staan), neem dan
contact op met het Alfa Romeo Servicenetwerk.
rood
geelSTORING EBD
Wanneer de lampjes
(rood) en(geel) bij
draaiende motor tegelijk gaan branden, dan is er
een storing in het EBD-systeem of is het systeem
niet beschikbaar. In dit geval kunnen de
achterwielen bij hard remmen plotseling blokkeren
waardoor de auto begint te slippen.
Op het display verschijnt een speciaal bericht.Rijd zeer voorzichtig naar het dichtstbijzijnde Alfa
Romeo Servicepunt om het systeem onmiddellijk
te laten controleren.
108
KENNIS VAN HET INSTRUMENTENPANEEL
Page 113 of 288

Wat het betekent Wat te doen
roodSTORING AIRBAG
Als de contactsleutel naar de stand MAR wordt
gedraaid, gaat dit lampje branden. Na enkele
seconden moet het doven.
Als het lampje vast blijft branden, dan is er een
storing in het airbagsysteem.
Op het display verschijnt een speciaal bericht.
63) 64)
roodVEILIGHEIDSGORDELS NIET
VASTGEMAAKT
(voor bepaalde versies/markten)
Het waarschuwingslampje blijft continu branden
bij stilstaande auto als de veiligheidsgordel van de
bestuurder niet is vastgemaakt.
Wanneer met de auto wordt gereden met niet
goed omgelegde veiligheidsgordels, gaat het
lampje knipperen en klinkt er een geluidssignaal.Neem contact op met het Alfa Romeo
Servicenetwerk om de zoemer van het SBR-
systeem (Seat Belt Reminder) permanent te laten
uitschakelen. Het systeem kan weer worden
ingeschakeld in het Setup-menu.
roodSTORING DYNAMO
Wanneer de contactsleutel in de stand MAR
wordt gedraaid, gaat het lampje branden. Het
moet doven nadat de motor is gestart (als de
motor stationair draait, kan het voorkomen dat
het lampje iets later dooft).Als het waarschuwingslampje blijft branden (of
het symbool op het display blijft staan), neem dan
zo snel mogelijk contact op met het Alfa Romeo
Servicenetwerk.
109
Waarschuwingslampjesop
instrumentenpaneel
Page 114 of 288

BELANGRIJK
63) Als hetwaarschuwingslampje niet dooft wanneer de sleutel naar MAR wordt gedraaid of als het blijft branden
tijdens het rijden (terwijl er ook een bericht op het display wordt weergegeven), dan kan er iets mis zijn met de
veiligheidssystemen; in dit geval worden de airbags misschien niet opgeblazen of werken de gordelspanners niet
goed indien een ongeval optreedt of, in een zeer beperkt aantal gevallen, werken ze op het verkeerde moment. Laat
het systeem onmiddellijk controleren door het Alfa Romeo Servicenetwerk alvorens verder te rijden.
64) Een storing van het waarschuwingslampje
wordt aangegeven als het waarschuwingslampje(op het paneeltje
boven de achteruitkijkspiegel) langer dan de gebruikelijke 4 seconden blijft knipperen. Bovendien schakelt het
airbagsysteem de airbag aan passagierszijde automatisch uit. In dat geval kan het lampje
mogelijk geen storingen
in de veiligheidssystemen aangeven. Laat het systeem onmiddellijk controleren door het Alfa Romeo Servicenetwerk
alvorens verder te rijden.
110
KENNIS VAN HET INSTRUMENTENPANEEL