Page 64 of 207

54) De bij de auto geleverde
bandenreparatiekit (Fix&Go) (voor
bepaalde versies/markten) is
compatibel met de TPMS-
sensoren; als andere
afdichtmiddelen dan die in de
originele kit worden gebruikt, kan
dit de werking nadelig
beïnvloeden. Als andere dan de
originele afdichtmiddelen worden
gebruikt, wordt geadviseerd de
TPMS-sensoren te laten
controleren door een
gekwalificeerd reparatiecentrum.TANKEN
IN HET KORT
Het voertuig is voorzien van het "Fast
Fuel"-systeem, dit voorkomt dat er
onjuiste brandstoffen getankt worden
(bijv. diesel voor een benzinemotor).
Zet de motor af alvorens te tanken.
Tank uitsluitend loodvrije benzine met
een minimum octaangetal van 95
RON die aan de Europese
specificatie EN228 voldoet. De motor
van de 4C is met name ontworpen
om te voldoen aan alle
emissielimieten terwijl tegelijkertijd
minimaal brandstofverbruik en
maximale prestaties gegarandeerd
worden, wanneer loodvrije benzine
van een uitstekende kwaliteit met een
octaangetal van 98 RON of hoger
gebruikt wordt.
Om beschadiging aan de katalysator
te voorkomen, de tank nooit bijvullen,
niet in noodgevallen en evenmin
met een minimale hoeveelheid, met
loodhoudende benzine.BELANGRIJK Een beschadigde
katalysator veroorzaakt schadelijke
uitlaatgassen, met luchtvervuiling tot
gevolg.
BELANGRIJK Vul de tank nooit, ook
niet met een minimale hoeveelheid
in een noodgeval, met loodhoudende
benzine bij, dit kan leiden tot
onherstelbare schade aan de
katalysator.
TANKEN
Om de tank volledig te vullen, kan men
twee keer bijvullen nadat het
tankpistool is afgeslagen. Meer bijvullen
kan storingen in het
brandstoftoevoersysteem veroorzaken.
TANKPROCEDURE
Het voertuig is voorzien van een "Fast
Fuel"-apparaat, dat in de opening
van de brandstoftank is ingebouwd: dit
gaat automatisch open en dicht
wanneer het vulpistool wordt
geplaatst/verwijderd.
Het "Smart Fuel" systeem is uitgerust
met een blokkeersysteem dat het
tanken van het onjuiste type brandstof
voorkomt.
60
WEGWIJS IN UW AUTO
Page 123 of 207

Topsnelheid
Bij een hogere snelheid neemt het
brandstofverbruik fors toe. Rijd dus
zoveel mogelijk met een constante
snelheid, vermijd overbodig remmen en
optrekken. Dit kost alleen brandstof
en verhoogt tevens de uitstoot van
schadelijke uitlaatgassen.
Acceleratie
Bruusk optrekken kost veel brandstof
en verhoogt de uitstoot van schadelijke
uitlaatgassen: vermijd frequente en
sterke acceleraties.
GEBRUIKSOMSTAN
Koude start
Bij korte ritten en regelmatig koud
starten kan de motor niet de optimale
bedrijfstemperatuur bereiken.
Hierdoor neemt zowel het
brandstofverbruik (van +15% tot +30%
in stadsverkeer) als de uitstoot van
schadelijke uitlaatgassen toe.Verkeerssituatie en
conditie van het wegdek
Op drukke wegen, bijvoorbeeld bij
filerijden waarbij vooral lage
versnellingen worden gebruikt, of in de
stad waar zich veel verkeerslichten
bevinden, zal het brandstofverbruik
aanmerkelijk hoger zijn.
Stilstaan in het verkeer
Bij langdurig stilstaan (bijv.
spoorwegovergangen) is het raadzaam
de motor af te zetten.WINTERBANDEN
De winterbanden moeten dezelfde
maat hebben als de standaard
geleverde banden: het speciale Alfa
Romeo Servicepunt staat u bij om de
meest geschikte band te kiezen.
Gebruik winterbanden alleen in geval
van ijs of sneeuw op de wegen. In deze
omstandigheden wordt geadviseerd
de modus "All Weather" van het Alfa
DNA-systeem te selecteren.
Voor het type band, de
bandenspanning en de specificaties
van de winterbanden, de aanwijzingen
gegeven in de paragraaf “Wielen” in het
hoofdstuk “Technische gegevens”
opvolgen.
90)
De prestaties van deze banden op
oppervlakken met weinig grip zijn
aanmerkelijk minder wanneer de
profieldiepte minder is dan 4 mm. In dat
geval moeten ze vervangen worden.
Door hun specifieke eigenschappen zijn
de prestaties van winterbanden onder
normale weersomstandigheden of
wanneer lang op droog asfalt of de
snelweg wordt gereden, lager dan die
van de standaard gemonteerde
banden. Beperk het gebruik van
winterbanden daarom uitsluitend tot de
omstandigheden waarvoor ze zijn
goedgekeurd.
119
-
DIGHEDEN
Page 162 of 207

25) Verwijd dat remvloeistof, dat
uiterst corrosief is, in contact
komt met gelakte zones. Als dat
wel gebeurt, onmiddellijk
afspoelen met water.
26) Wees uiterst voorzichtig bij het
bijvullen van de remvloeistof, het
zou kunnen lekken uit de
verlengbuis en terechtkomen
onder de motorkap en op delen
van de carrosserie en de voorruit,
waardoor deze gaan roesten en
beschadigd raken. Gebruik
geschikte bescherming (bijv.
absorberend papier) om dit risico
zo veel mogelijk te beperken.
BELANGRIJK
118) De Alfa Romeo 4C is ontworpen
en gefabriceerd voor gebruik op
de weg, in overeenstemming met
de wettelijke bepalingen die op
dit gebied van kracht zijn. Het
gebruik van het voertuig op het
circuit moet beschouwd worden
als incidenteel en valt in ieder
geval onder de
verantwoordelijkheid van de
gebruiker. Er MOGEN GEEN
veranderingen aan het voertuig
worden aangebracht en er mag op
geen enkele wijze aan geknoeid
worden, dit zou van invloed zijn op
de typegoedkeuring van de
Fabrikant en/of de
veiligheidsvereisten. Het gebruik
van een voertuig waaraan
wijzigingen zijn aangebracht of
waaraan geknoeid is, ontheft de
Fabrikant van elke
aansprakelijkheid hiervoor en kan
mensen blootstellen aan ernstige
risico's.119) Rook nooit tijdens
werkzaamheden in de
motorruimte. Er kunnen
brandbare gassen en dampen
aanwezig zijn die tot brand
kunnen leiden.
120) Wees heel voorzichtig bij het
werken in de motorruimte
wanneer de motor heet is: gevaar
voor brandwonden.
121) Wacht voor het bijvullen van de
olie tot de motor is afgekoeld
alvorens de vulplug los te maken.
Dit geldt in het bijzonder voor
auto's met een aluminium vulplug
(voor bepaalde versies/markten).
WAARSCHUWING: gevaar voor
brandwonden!
122) Het koelsysteem staat onder
druk. Vervang, indien nodig, de
dop alleen door een origineel
exemplaar om de werking van het
systeem niet negatief te
beïnvloeden. Draai bij warme
motor de dop van het reservoir
niet los: gevaar voor
brandwonden.
158
ONDERHOUD EN ZORG
Page 174 of 207

IDENTIFICATIEGE
De identificatiegegevens van de auto
zijn:
❒VIN-plaat;
❒Chassisnummer;
❒Identificatieplaatje carrosserielak;
❒Motorcode.
VIN-PLAAT
Dit bevindt zich op de carrosserie
achter de leuning van de
bestuurdersstoel en bevat de volgende
gegevens fig. 133:
BNummer typegoedkeuring.
CIdentificatiecode autotype.
DChassisnummer.
EMax. toelaatbaar gewicht van
volgeladen auto.
FMax. toelaatbaar gewicht van
volgeladen auto met aanhangwagen.
GMax. toelaatbaar gewicht op eerste
(voor)as.
HMax. toelaatbaar gewicht op tweede
(achter)as.
IMotortype.
LCode van carrosserieversie.
MNummer voor onderdelen.
NCorrecte waarde van de
absorptiecoëfficiënt van de
rookgassen.
CHASSISIDENTIFICATIE
VIN (Voertuig
Identificatie Nummer)-
plaat
Deze bevindt zich op het dashboard
onder de voorruit fig. 134.Markering
Markering A fig. 135 bevindt zich op de
bodemplaat aan passagierszijde, naast
de passagiersstoel.
Deze markering bevat de volgende
gegevens:
❒type auto;
❒chassisnummer.
133A0L0088
134A0L0158
135A0L0089
170
TECHNISCHE GEGEVENS
-
GEVENS