C te hoge spanning: overmatige
slijtage in het midden van het
loopvlak;
Banden moeten worden vervangen
wanneer de profieldiepte van het
loopvlak minder dan 1,6 mm bedraagt.
Houd u in ieder geval aan de wettelijke
voorschriften van het land waarin wordt
gereden.
BELANGRIJK
Voor bepaalde versies/markten kan de
4C uitgerust zijn met banden die hoge
prestaties leveren en die een betere grip
kunnen garanderen; dit leidt echter
wel tot snellere slijtage. Alfa Romeo
heeft, in samenwerking met Pirelli,
inderdaad speciale banden voor de 4C
ontwikkeld: een speciale serie Pirelli
PZero, aanvankelijk aangegeven met de
letters AR, die voldoen aan de
technische specificaties die
noodzakelijk zijn voor de beste
prestaties van de auto.
Tref de volgende voorzorgsmaatregelen
om schade aan de banden te
voorkomen:
❒vermijd harde stoten tegen de
stoeprand, kuilen of obstakels
evenals langdurig rijden over een
slecht wegdek;❒controleer de banden regelmatig op
scheuren in de wangen,
oneffenheden of onregelmatige
slijtage op het loopvlak;
❒rijd niet met een te zwaar beladen
auto. Stop onmiddellijk bij een lekke
band en verwissel het wiel;
❒banden verouderen, ook als ze
weinig gebruikt zijn. Scheurtjes in het
loopvlak en op de wangen betekenen
dat de band verouderd is. Laat de
banden door gespecialiseerd
personeel controleren als ze langer
dan 6 jaar onder de auto zijn
gemonteerd;
❒monteer, bij vervanging altijd nieuwe
banden, vermijd het gebruik van
banden van dubieuze oorsprong;
❒bij de montage van een nieuwe band
moet ook een het ventiel worden
vervangen.
BELANGRIJK
131) De wegligging van de auto
hangt ook af van de juiste
bandenspanning.
132) Als de bandenspanning te laag
is, kan de band oververhit raken
en als gevolg daarvan ernstig
beschadigd raken.
133) Verwissel de banden niet van
de linkerzijde naar de rechterzijde
en andersom, om omkering van
de draairichting te vermijden.
134) Voer geen
lakspuitwerkzaamheden op de
lichtmetalen velgen uit op een
temperatuur hoger dan 150°C. De
mechanische kenmerken van de
wielen kunnen hierdoor
veranderen.
135) Het voertuig is altijd uitgerust
met voor- en achterwielen van
verschillende afmetingen. Daarom
kunnen de achterwielen niet aan
de voorzijde gemonteerd worden
en andersom.
162
ONDERHOUD EN ZORG
RUITENWISSER
Het is raadzaam het wisserblad
ongeveer jaarlijks te vervangen.
136)
Met enkele eenvoudige
voorzorgsmaatregelen kan de
beschadiging van het wisserblad
worden gereduceerd:
❒bij temperaturen onder het vriespunt
moet men controleren of het
wisserblad niet op de ruit is
vastgevroren. Gebruik zo nodig een
antivriesmiddel om het wisserblad vrij
te maken;
❒verwijder eventuele sneeuw van de
ruit;
❒laat de ruitenwisser nooit op een
droge ruit werken.
BELANGRIJK Til de arm van de
ruitenwisser nooit op wanneer deze
zich in zijn ruststand bevindt. Zie de
volgende aanwijzingen om het
wisserblad op de juiste wijze van de
voorruit op te tillen.Wisserblad optillen
Als het wisserblad van de voorruit
opgetild moeten worden (bijv. in geval
van sneeuw of als de bladen vervangen
moeten worden), ga dan als volgt te
werk:
❒zet de draaischakelaar A fig. 129 op
(wisser uit).
❒draai de contactsleutel naar de stand
MAR en daarna naar STOP.
❒plaats, nadat de contactsleutel op
STOP is gezet, de rechterhendel
binnen 2 minuten minstens een halve
seconde in de onstabiele ("anti-
paniek") stand naar boven. De
ruitenwisser voert vervolgens een
gedeelte van een slag uit; bij elk
commando wordt circa 1/3 van een
normale wisserslag uitgevoerd.❒de vorige handeling kan maximaal 3
keer herhaald worden om het
wisserblad in de geschiktste stand te
zetten;
❒til het wisserblad van de voorruit op
en voer de vereiste werkzaamheid
uit;
❒laat het wisserblad zakken en breng
het weer in contact met de voorruit;
❒breng het wisserblad weer in de
ruststand door de contactsleutel naar
MAR te draaien.
28)
Wisserblad voorruit
vervangen
Ga als volgt te werk:
❒til het wisserblad op volgens de
eerder gegeven aanwijzingen;
❒druk op lipje A fig. 130 van de
koppelingsveer en verwijder het
wisserblad van de arm;
❒monteer het nieuwe wisserblad door
het lipje in de speciale zitting op de
wisserarm te blokkeren;
❒breng de wisserarm voorzichtig tegen
de ruit.
129A0L0021
163
TIPS VOOR HET BEHOUD
VAN DE CARROSSERIE
Lakwerk
5)29) 30)
Werk krassen en schuurplekken
onmiddellijk bij.
Het normale onderhoud van de lak
beperkt zich tot het wassen van de
auto: de frequentie is afhankelijk van
het gebruik van de auto en van de
omgeving. Zo is het bijvoorbeeld
raadzaam de auto vaker te wassen in
gebieden met sterke
luchtverontreiniging of bij het rijden over
wegen met strooizout.
Ga als volgt te werk om de auto correct
te wassen:
❒maak de carrosserie eerst nat met
een waterstraal onder lage druk.
Onthoud dat stagnerend water op
lange termijn de auto kan
beschadigen;
❒was de carrosserie met een zachte
spons met een lichte zeepoplossing
en spoel de spons regelmatig uit;
❒spoel goed af met schoon water en
droog met een luchtstraal of een
zeemleren lap.Droog de minder zichtbare delen (bijv.
randen van portieren, motorkap,
koplampranden) zorgvuldig, aangezien
in deze zones water makkelijker kan
stagneren. De auto moet na het
wassen niet onmiddellijk binnengezet
worden, maar even buiten gelaten
worden zodat waterresten kunnen
verdampen.
Was de auto nooit als hij in de zon heeft
gestaan of als de achterklep nog warm
is: de glans van de lak kan afnemen.
De kunststof carrosseriedelen moeten
op dezelfde wijze als de rest van de
auto gewassen worden.
Parkeer de auto zo min mogelijk onder
bomen: de hars die uit de bomen
druppelt, maakt de lak mat.
BELANGRIJK Vogelpoep moet zo snel
en zo goed mogelijk verwijderd worden,
omdat hierin bijzonder agressieve
zuren aanwezig zijn.
Ruiten
Gebruik specifieke
schoonmaakmiddelen en schone,
zachte doeken om krassen en
beschadigingen te voorkomen.Koplampen
Gebruik een zachte, vochtige doek die
in water met een specifiek
autowasmiddel is gedrenkt.
BELANGRIJK Gebruik nooit
aromatische stoffen (bijv. benzine) of
ketonen (bijv. aceton) om de plastic
lampglazen van de koplampen te
reinigen.
Motorruimte
Aan het einde van de winter moet de
motorruimte zorgvuldig worden
gewassen, zonder de straal op de
regeleenheden te richten. Laat deze
werkzaamheden uitvoeren door een
gespecialiseerd bedrijf.
BELANGRIJK Voor het uitspuiten van
de motorruimte moet de contactsleutel
in de stand STOP staan en de motor
koud zijn. Controleer na het reinigen of
de verschillende beschermingen (bijv.
rubberen doppen en kappen) niet
verwijderd of beschadigd zijn.
165
RICHTLIJNEN VOOR DE BEHANDELING VAN HET VOERTUIG AAN
HET EINDE VAN DE LEVENSDUUR
Al jaren zet Alfa Romeo zich in voor de bescherming en het respect voor het milieu door voortdurend haar productieprocessen
te verbeteren en producten te ontwikkelen die steeds milieuvriendelijker zijn. Om de klanten de best mogelijk service te
garanderen in overeenstemming met de milieuwetgeving en conform de Europese Richtlijn 2000/53/EG inzake de behandeling
van voertuigen aan het einde van hun levensduur, biedt Alfa Romeo haar klanten de mogelijkheid hun voertuigen (*) aan het
einde van hun levensduur zonder extra kosten in te leveren.
De Europese richtlijn bepaalt namelijk dat het voertuig kan worden ingeleverd zonder kosten voor de laatste houder of eigenaar
als het voertuig geen marktwaarde heeft. In bijna alle landen van de Europese Unie konden tot 1 januari 2007 alleen auto’s
kosteloos worden ingeleverd die na 1 juli 2002 op kenteken waren gezet; vanaf 2007 is het kosteloos inleveren van de auto niet
meer afhankelijk van het jaar van kentekenregistratie, als het voertuig maar de essentiële voertuigonderdelen (met name de
motor en de carrosserie) en geen extra afval bevat.
Voor de kosteloze inlevering van het voertuig aan het einde van zijn levensduur kunt u zich tot een van onze dealers of tot een
bevoegd Alfa Romeo inzamelings- en verwerkingsbedrijf wenden. Deze bedrijven zijn zorgvuldig geselecteerd en bieden
kwaliteitservice voor de inzameling, verwerking en recycling van afgedankte auto’s met respect voor het milieu.
Voor meer informatie over deze inzamelings- en verwerkingsbedrijven kunt u zich wenden tot een speciaal Alfa Romeo
Servicepunt of het gratis nummer 00800 2532 4200 bellen of de Alfa Romeo website bezoeken.
(*) Auto voor personenvervoer met maximaal negen zitplaatsen en een maximaal toelaatbaar gewicht van 3,5 t.
192
TECHNISCHE GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
A
ansteker ..................................... 36
ABS ............................................... 44
– Ingreep van het systeem ........... 44
Accu .............................................. 160
– advies voor verlengen
levensduur ................................ 160
– vervangen ................................. 160
Accu (opladen) ............................... 144
Achterruitsproeier
– vloeistofniveau
achterruitsproeier ...................... 155
Achteruitkijkspiegels ....................... 18
– Binnenspiegel............................ 18
Afmetingen..................................... 183
Afsluiter van de brandstoftoevoer ... 34
Alarmknipperlichten........................ 34
Alfa DNA -systeem ...................... 48
– All Weather modus .................... 50
– “Dynamic” modus ..................... 48
– “Natural” modus ........................ 48
– “Race” modus ........................... 49
– Rijmodi ...................................... 48
lfa Romeo code systeem ............ 10
Asbak ............................................ 37
ASR-systeem (AntiSlip
Regulation) ................................... 45
Bagageruimte
– Openen ..................................... 40Bagageruimte / Motorkap .............. 40
Bagageruimteverlichting
– lamp vervangen ......................... 139
Banden
– bandenspanning ....................... 182
– Fix&Go automatic (kit) ............... 125
– standaard banden ..................... 181
– verklaring van de bandcodes..... 179
– winterbanden ............................ 181
Banden - onderhoud ...................... 161
Bedieningselementen ..................... 34
Bedieningsknoppen ....................... 67
Bekerhouder .................................. 37
Bougies (type) ................................ 173
Brandblusser.................................. 37
Brandstofbesparing........................ 118
Brandstofmeter .............................. 66
Brandstoftoevoer ........................... 174
Brandstofverbruik........................... 190
Buitenspiegels
– Buitenspiegels ........................... 18
Buitenverlichting ............................. 28
Carrosserie
– bescherming tegen
atmosferische invloeden ............ 164
– carrosseriecodes ....................... 172
– garantie ..................................... 164
– onderhoud ................................ 165Carrosserieversies .......................... 172
CBC-systeem (Cornering Brake
Control) ........................................ 44
Centrale portiervergrendeling ......... 34
CO2-emissie .................................. 191
Contactslot .................................... 15
– Stuurslot ................................... 15
Cruise-control ................................ 31
Dagrijlichten (DRL) ........................ 28
De motor starten ............................ 124
– Rollend starten .......................... 124
– Starten met hulpaccu ................ 124
Derde remlicht
– lamp vervangen ......................... 138
De sleutels ..................................... 11
– Sleutel met
afstandsbediening ..................... 11
– Sleutel zonder
afstandsbediening ..................... 11
Diefstalalarm .................................. 13
Dimlicht
– lamp vervangen ......................... 136
DTC-systeem (Drag Torque
Control) ........................................ 45
EBD-systeem................................ 44
Een lamp vervangen....................... 132
– Algemene instructies ................. 132
Een wiel vervangen ........................ 129
Electronic Q2-systeem
(“E-Q2”) ....................................... 46
ALFABETISCH REGISTER
A