Page 9 of 345
Kort en bondig7
3-deurs hatchback
Om de achterklep te openen drukt u
op het merkembleem op de onderste
helft.
Druk op x op de afstandsbediening
om de achterklep te ontgrendelen en
te openen. De portieren blijven ver‐
grendeld.
4-deurs notchback
Druk minstens 2 seconden op x op
de afstandsbediening en de kofferbak
gaat lichtjes open.
Handzender 3 23, centrale vergren‐
deling 3 24, bagageruimte 3 27.
Stoelverstelling
Zitpositie
Aan handgreep trekken, stoel ver‐
schuiven, handgreep loslaten. Pro‐
beer de stoel heen en weer te bewe‐
gen om na te gaan of deze op zijn
plaats zit.
Stoelpositie 3 42, stoelverstelling
3 42.
Page 10 of 345
8Kort en bondig9Gevaar
Altijd op minstens 25 cm afstand
van het stuurwiel zitten zodat de
airbag veilig in werking kan treden.
Rugleuning voorstoelen
Trek aan de hendel, stel de rugleu‐
ning in en laat de hendel los. Laat de
stoel hoorbaar vastklikken.
Stoelpositie 3 42, Stoelverstelling
3 42, Rugleuning neerklappen
3 45.
Zithoogte
Pompbeweging van de hendel
omhoog=stoel omhoogomlaag=stoel omlaag
Stoelpositie 3 42, stoelverstelling
3 42.
Page 11 of 345
Kort en bondig9
Zithoek
Pompbeweging van de hendel
omhoog=voorkant omhoogomlaag=voorkant omlaag
Stoelpositie 3 42, stoelverstelling
3 42.
Elektrische stoelverstelling
Schakelaar 1 als volgt bedienen:
vooruit/
achteruit=lengteverstellingomhoog/
omlaag=hoogteverstellingomhoog/
omlaag aan
voorkant=hoekverstelling
Schakelaar 2 als volgt bedienen:
vooruit/
achteruit
aan de
bovenkant=verstelling van rugleu‐
ningElektrische stoelverstelling 3 47,
Rugleuning neerklappen 3 45.
Page 12 of 345
10Kort en bondigHoofdsteunverstelling
Druk op de ontgrendelingsknop, stel
de hoogte in en klik deze vast.
Hoofdsteunen 3 40.
Veiligheidsgordel
Veiligheidsgordel afrollen en in gor‐
delslot vastklikken. De veiligheidsgor‐ del mag niet gedraaid zitten en moet
strak tegen het lichaam aanliggen. De
rugleuningen mogen niet te ver naar
achteren hellen (maximaal ca. 25°).
Om de gordel los te maken, de rode
knop van het gordelslot indrukken.
Stoelpositie 3 42, veiligheidsgor‐
dels 3 50, airbagsysteem 3 53.
Spiegelverstelling
Binnenspiegel
Om verblinding te verminderen, de
hendel aan de onderkant van de spie‐ gelbehuizing bijstellen.
Binnenspiegel 3 34, automatisch
dimmende binnenspiegel 3 34.
Page 13 of 345
Kort en bondig11
Buitenspiegels
Desbetreffende buitenspiegel selec‐
teren en verstellen.
Bolle buitenspiegels 3 32, elektri‐
sche verstelling 3 32, inklapbare
buitenspiegels 3 33, verwarmde
buitenspiegels 3 33.
Stuurwiel instellen
Hendel omlaagbewegen, stuurwiel
instellen, hendel omhoogbewegen en
vergrendelen.
Stuurwiel uitsluitend bij stilstaande
auto en ontgrendeld stuurslot verstel‐ len.
Airbagsysteem 3 53, contactslot‐
standen 3 168.
Page 14 of 345
12Kort en bondigOverzicht instrumentenpaneel
Page 15 of 345

Kort en bondig13
1Elektrisch bediende ruiten ....35
2 Buitenspiegels ......................32
3 Cruise control .....................188
Snelheidsbegrenzer ............189
Adaptieve cruise control .....191
Frontaanrijdingswaar‐
schuwing ............................. 198
4 Zijdelingse luchtroosters .....165
5 Richtingaanwijzers,
lichtsignaal, dimlicht en
grootlicht, grootlichtassis‐
tentie ................................... 150
Omgevingsverlichting ......... 155
Parkeerlichten .....................152
Knoppen voor Driver
Information Center ..............124
6 Instrumenten ...................... 112
7 Stuurbedieningsknoppen ...105
8 Driver Information Center .... 1249Voorruitenwisser, wis-/
wasinstallatie voor,
koplampsproeiers, achter‐
ruitenwisser, wis-/
wasinstallatie achter ...........107
10 SPORT-modus ................... 185
Centrale vergrendeling .........24
Brandstofkeuzeschakelaar . 114
Alarmknipperlichten ...........150
Controlelamp airbag-
deactivering ........................ 118
Controlelamp
veiligheidsgordel
voorpassagier ....................118
Tour-modus ........................ 185
11 Info-Display ........................ 129
12 Status-led alarmsysteem .....30
13 Middelste luchtroosters ......165
14 Handschoenenkastje ...........63
15 Traction Control-systeem
(TC) ..................................... 183
Elektronische stabiliteits‐
regeling (ESC) ....................183Parkeerhulpsystemen .........204
Lane Departure Warning ...219
Eco-knop voor Stop/Start-
systeem ............................... 170
Ontgrendelknop voor
motorkapdeksel ..................... 27
16 Verwarming en ventilatie ....157
17 AUX-ingang, USB-ingang,
SD Card-sleuf ....................... 12
18 Stekkerdoos ........................ 111
19 Schakelpook,
handgeschakelde
versnellingsbak ..................179
Automatische
versnellingsbak ..................175
20 Elektrische handrem ...........181
21 Contactslot met stuurslot ...168
22 Claxon ................................ 106
Bestuurdersairbag ...............53
23 Ontgrendelingshandgreep
motorkap ............................ 235
24 Opbergvak,
zekeringenkast ...................264
Page 16 of 345
14Kort en bondig
25Stuurwiel instellen ..............105
26 Lichtschakelaar ..................143
Koplampverstelling ............145
Mistlampen ......................... 151
Mistachterlicht ....................151
Instrumentenverlichting ......152Rijverlichting
Lichtschakelaar draaien:
7=verlichting uit8=zijmarkeringslichten9=dimlicht
Automatisch dimlicht
AUTO=automatische verlichting: rij‐
verlichting wordt automa‐
tisch in- en uitgeschakeldm=activering of deactivering
van de automatische ver‐
lichting8=zijmarkeringslichten9=dimlicht
Mistlampen
Druk op de lichtschakelaar:
>=mistlampenr=mistachterlicht
Verlichting 3 143.