11 0
boxer_nl_Chap05_Securite_ed01-2015
AlgeMene InFORMATIe OVeR AIRBAg S
De airbags zijn speciaal ontworpen voor een
betere veiligheid van de inzittenden bij een
ernstige aanrijding: ze vormen een aanvulling
op de werking van de veiligheidsgordels met
gordelkrachtbegrenzers.
De elektronische schoksensoren registreren
een plotselinge vertraging van de auto:
-
bij een zware aanrijding worden de airbags
onmiddellijk opgeblazen om de inzittenden
van de auto optimaal te beschermen.
Direct na de aanrijding lopen de airbags
snel leeg om het zicht niet te beperken
en ervoor te zorgen dat de inzittenden de
auto ongehinderd kunnen verlaten,
-
bij een lichte aanrijding, bij een
aanrijding van achteren en in bepaalde
gevallen als de auto over de kop slaat, worden de airbags niet opgeblazen; in
deze gevallen biedt de veiligheidsgordel
voldoende bescherming.
d
e airbags werken alleen als het contact
aan is.Airbags voor
Deze zijn voor de bestuurder in het midden
van het stuurwiel en voor de voorpassagiers in
het dashboard aangebracht. Ze worden bij een
aanrijding beide geactiveerd, behalve als de
airbag aan passagierszijde is uitgeschakeld.
Het afgaan van de airbag(s) gaat gepaard
met een lichte rookontwikkeling en een
knal; dit wordt veroorzaakt door de activering
van de pyrotechnische lading van het systeem.
Het bij het afgaan van de airbags
ontsnappende gas is onschadelijk, maar
kan irriterend zijn voor mensen die hiervoor
gevoelig zijn.
De knal die bij het afgaan wordt
geproduceerd, kan het gehoor gedurende
een korte periode enigszins verminderen. Storing
Als dit verklikkerlampje gaat
branden, laat het systeem dan
controleren door het PEUGEOT-
netwerk.
Airbags
11 2
boxer_nl_Chap05_Securite_ed01-2015
gebruiksvoorschrift
Houd u aan de onderstaande veiligheidsvoorschriften voor een maximale ef\
fectiviteit van de airbags (volgens uitvoering):
Draag altijd een correct afgestelde
veiligheidsgordel.
Maak er een gewoonte van om normaal
rechtop te zitten.
Zorg dat er zich niets bevindt tussen
de airbag en de inzittenden (kinderen,
huisdieren, objecten...). Bevestig geen
voorwerpen vlak bij of op de plaats waar de
airbags naar buiten komen. Deze kunnen
als de airbags worden geactiveerd ernstige
verwondingen veroorzaken.
Wijzig niets aan het oorspronkelijke ontwerp
van uw auto, vooral niet in de directe
omgeving van de airbags.
Werkzaamheden aan airbagsystemen
mogen alleen door het PEUGEOT-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats worden
uitgevoerd.
Laat na een aanrijding of diefstal van uw
auto de airbagsystemen controleren.Airbags voor
Houd het stuurwiel niet aan de spaken
vast en laat uw handen niet op het
stuurwielkussen rusten.
Laat aan passagierszijde uw voeten niet op
het dashboard rusten.
Tracht roken in de auto zoveel mogelijk te
vermijden. Als de airbag wordt opgeblazen,
kunnen brandende sigaretten of een pijp
brandwonden of ander letsel veroorzaken.
Verwijder het stuurwiel nooit, maak geen gaten
in de stuurwielbekleding en sla er niet op.
Zij-airbags
Bedek de stoelen alleen met goedgekeurde
stoelhoezen die het opblazen van de zij-
airbags niet hinderen. Neem contact op met
het PEUGEOT-netwerk voor meer informatie
over het gamma van voor uw auto geschikte
stoelhoezen.
Bevestig nooit iets aan de rugleuning van de
stoelen, dit zou bij het opblazen van de zij-
airbags kunnen leiden tot verwondingen aan
armen of middel.
Ga niet onnodig dicht tegen het
portierpaneel zitten.Window-airbags
Bevestig nooit iets op de stijlen of op de
hemelbekleding, dit zou bij het afgaan
van de window-airbags kunnen leiden tot
hoofdletsel.
Schroef nooit de handgrepen van het dak
los; deze maken deel uit van de bevestiging
van de window-airbags.
Airbags
127
boxer_nl_Chap07_Verifications_ed01-2015
Binnenzijde
Deze handeling mag alleen worden uitgevoerd
als de auto stilstaat en het bestuurdersportier
geopend is.
Trek aan de hendel aan de zijkant van het
dashboard.
Buitenzijde
Duw de veiligheidshaak aan de bovenzijde
van de grille omhoog en til de motorkap op.Plaats de motorkapsteun in de houder
alvorens de motorkap te sluiten.
Laat de motorkap voorzichtig zakken en laat
deze aan het einde van de slag in het slot
vallen.
MOTORkAP
OP enen
Open de motorkap niet als het hard
waait.
Wees bij warme motor voorzichtig met het
bedienen van de veiligheidshaak en de
motorkapsteun (kans op brandwonden).
Zet het contact altijd met de sleutel af
als u handelingen onder de motorkap
wilt uitvoeren om letsel door het automatisch
activeren van de START-stand van het Stop
& Start-systeem te voorkomen.
MOTORkAP S l UIT en
Motorkapsteun
Maak de motorkapsteun los en steek deze
in de eerste en vervolgens de tweede
uitsparing van de motorkap.
In verband met de aanwezigheid
van elektrische uitrustingen in
de motorruimte wordt geadviseerd om
blootstelling aan water (regen, wassen, ...)
te beperken.
7
Motorruimte
ONDERHOUD
135
boxer_nl_Chap07_Verifications_ed01-2015
OndeRBRekIng
BRA
nd STOFTO e VO e R
Controleer om brand te voorkomen
voordat u na de aanrijding de
brandstoftoevoer en elektrische voeding
herstelt of er geen brandstof lekt en of er
geen vonken zichtbaar zijn. Bij een aanrijding worden de
brandstoftoevoer en de elektrische voeding
van de auto automatisch onderbroken.
Bovendien worden de alarmknipperlichten
en de plafonniers ingeschakeld en worden
de portieren ontgrendeld. Herstel de brandstoftoevoer door op de
eerste knop onder het dashboardkastje te
drukken.
Druk vervolgens op de tweede knop in
het accucompartiment onder de vloer aan
bestuurderszijde (minibus) om de elektrische
voeding te herstellen.
Bij de andere uitvoeringen is de tweede
knop vervangen door een zekering.
Neem in dat geval contact op met het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Brandstof
7
ONDERHOUD
145
boxer_nl_Chap08_Aide-Rapide_ed01-2015
De drie zekeringkasten bevinden zich links
in het dashboard, in de rechter stijl en in de
motorruimte.
De weergegeven zekeringen betreffen alleen
de zekeringen die door de gebruiker kunnen
worden vervangen. Raadpleeg voor alle
overige werkzaamheden het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Vervangen van een zekering
Voordat u een zekering vervangt, dient
u eerst de oorzaak van de storing op te
sporen en te (laten) verhelpen. De nummers
van de zekeringen zijn aangegeven op de
zekeringkast.
Vervang een defecte zekering altijd door
een zekering met dezelfde stroomsterkte.
ZekeRIngen VeRVAngenPEUGEOT is niet aansprakelijk voor
kosten die voortvloeien uit storingen
veroorzaakt door het monteren van extra
accessoires die niet door PEUGEOT
aanbevolen en geleverd worden, of
door voorzieningen die niet volgens de
voorschriften van het merk zijn gemonteerd.
Dit geldt met name voor apparatuur met
een totaal stroomverbruik van meer dan
10
milliampère.
g
oed
d
efect
Voor professionele autobedrijven:
raadpleeg voor een compleet overzicht
van de zekeringen en relais de schema's
van de "Methodes" via het PEUGEOT-
netwerk.
Zekeringen dashboard (links)
Verwijder de schroeven en kantel de
zekeringkast omlaag om bij de zekeringen
te komen.
Defecte zekering
SNEL WEER OP WEG
8
146
boxer_nl_Chap08_Aide-Rapide_ed01-2015
ZekeringA (Ampère) Functie
12 7,5Dimlicht rechts
13 7,5Dimlicht links
31 5Relais elektronische eenheid motorruimte - Relais elektronische eenheid \
dashboard (+ sleutel)
32 7,5Interieurverlichting (+ accu)
33 7,5Sensor accucontrole Stop & Start-uitvoering (+ accu)
34 7,5Interieurverlichting Minibus - Alarmknipperlichten
36 10Autoradio - Bediening airconditioning - Inbraakalarm - Tachograaf - Elektronische eenheid
stroomonderbreker - Programmeereenheid standkachel (+ accu)
37 7,5Remlichtschakelaar - Derde remlicht - Instrumentenpaneel (+ sleutel)
38 20Centrale portiervergrendeling (+ accu)
42 5Elektronische eenheid en sensor ABS - Sensor ASR - Sensor CDS - Remlichtschakelaar
43 20Motor ruitenwissers vóór (+ sleutel)
47 20Motor ruitbediening bestuurderszijde
48 20Motor ruitbediening passagierszijde
49 5Elektronische eenheid parkeerhulp - Autoradio - Bediening aan de stuurkolom - Schakelaarpanelen (centraal
en aan de zijkant) - Extra schakelaarpaneel - Elektronische eenheid str\
oomonderbreker (+ sleutel)
50 7,5Elektronische eenheid airbags en gordelspanners
51 5Tachograaf - Elektronische eenheid stuurbekrachtiging - Airconditioning - Achteruitrijlichten - Sensor water in
brandstoffilter - Luchthoeveelheidsmeter (+ sleutel)
53 7,5Instrumentenpaneel (+ accu)
89 -Niet gebruikt
90 7,5Grootlicht links
91 7,5Grootlicht rechts
92 7,5Mistlamp links
93 7,5Mistlamp rechts
Defecte zekering
161
boxer_nl_Chap08_Aide-Rapide_ed01-2015
BAndenRePARATIeSeTReparatie van een band
- Trek de handrem aan.
-
Haal het dopje van het ventiel van de te
repareren band, monteer de vulslang B
en schroef de ring
e
vast op het ventiel. -
Start de motor
.
- Sluit stekker g aan op de dichtstbijzijnde
12V-aansluiting in de auto.
-
Schakel de compressor in door de
schakelaar F in de stand "I" (aan) te
zetten.
-
Breng de band op een spanning van
5
bar.
Voor een betrouwbaardere meting van de
druk wordt aangeraden om de druk met de
compressor uitgeschakeld af te lezen op de
manometer H.
-
Controleer of de schakelaar
F van de
compressor in de stand "0" (uit) staat.
Deze set voor tijdelijke bandenreparatie
bevindt zich in een tas die is opgeborgen
in een van de portiervakken van de
voorportieren.
Deze bevat:
-
een patroon
A , met daarin het
afdichtmiddel, voorzien van:
●
een vulslang
B ,
●
een sticker
C "max. 80
km/h", die de
bestuurder op een zichtbare plaats op
het dashboard moet plakken nadat de
band gerepareerd is,
-
een beknopte gebruiksaanwijzing voor
de bandenreparatieset,
-
een compressor
d
voorzien van een
manometer en aansluitingen,
-
aansluitnippels om verschillende
onderdelen op spanning te brengen.
Lekke band
SNEL WEER OP WEG
8