Page 78 of 276
76
boxer_nl_Chap03_Ergo-et-confort_ed01-2015
IndelIng VAn de CABIneOpbergbak voorstoelen
Onder de bestuurdersstoel bevindt zich een
vaste opbergbak.
Centraal dashboardkastje
Als dit dashboardkastje is voorzien van een
slot, kunt u het afsluiten met behulp van de
sleutel.
Het biedt toegang tot de AUX-aansluitingen
(Jack en USB) voor de overdracht van
gegevens naar het audiosysteem. Stoelen met variabele demping
zijn echter niet voorzien van een
opbergruimte.De opbergruimte onder de passagiersstoel is
bestemd voor de gereedschapskist, met het
gereedschap voor het verwisselen van een wiel
of een lamp, of voor het trekken van de auto
enz.
Draai om de bak te verwijderen de vergrendeling
een kwart omwenteling om de bak los te maken
en trek de bak vervolgens naar voren.
Vergeet bij het weer aanbrengen van de bak niet
om de vergrendeling een kwart omwenteling in
de omgekeerde richting te draaien om de bak
weer op zijn plaats vast te zetten.
Praktische voorzieningen
Page 79 of 276

77
boxer_nl_Chap03_Ergo-et-confort_ed01-2015
Opklapbaar schrijfblad
Het schrijfblad bevindt zich in het midden
van het dashboard.
Met de klem kunnen documenten,
vrachtbrieven, enz. worden vastgezet.
Beweeg het schrijfblad aan de bovenzijde
omhoog of omlaag om het uit of in te
klappen.Om een CD in te voeren of te
verwijderen moet u eerst het schrijfblad
inklappen.
Het schrijfblad is niet beweegbaar als uw
auto is voorzien van een tweepersoons
voorpassagiersbank en een airbag voor aan
passagierszijde.
Multifunctionele steun
Hierop kan draagbare apparatuur worden
bevestigd, zoals een smartphone in verticale
positie of een tablet in horizontale positie. Trek aan de bovenzijde van de steun om
hem uit te klappen.
Kantel de hendel aan de zijkant om de
klemmen aan de boven- en onderzijde te
ontgrendelen.
Beweeg de klemmen uit elkaar om de
draagbare apparatuur te bevestigen.
Zet de hendel aan de zijkant omhoog om de
klemmen te vergrendelen.
Verwijder voordat u de steun inklapt de
draagbare apparatuur door dezelfde
handelingen nogmaals uit te voeren.
Duw op de bovenzijde van de steun om hem
in te klappen.
Praktische voorzieningen
3
eRgOnOMIe en COMFORT
Page 80 of 276
78
boxer_nl_Chap03_Ergo-et-confort_ed01-2015
gekoeld dashboardkastje
Het gekoelde dashboardkastje bevindt zich
rechts boven in het dashboard.
De lucht die de aanjager in het
dashboardkastje verspreidt, is dezelfde
als de lucht uit de ventilatieroosters in het
interieur.
dashboardkastje aan
passagierszijde
Opbergvakken in de voorportieren
Afhankelijk van het land van bestemming
kan in een van de opbergvakken van de
voorportieren de bandenreparatieset zijn
opgeborgen.
Praktische voorzieningen
Page 82 of 276

80
boxer_nl_Chap03_Ergo-et-confort_ed01-2015
De bestuurder kan met
behulp van de bediening
aan de onderzijde aan de
bestuurderszijde van het
dashboard het lampje aan
passagierszijde in-/uitschakelen.
leeslampjes
De leeslampjes kunnen met een schakelaar
worden in- en uitgeschakeld.
Met de schakelaar aan bestuurderszijde kunnen
beide leeslampjes gelijktijdig worden bediend.
Met de schakelaar aan passagierszijde kunnen de
leeslampjes aan bestuurders- en passagierszijde
afzonderlijk worden in- en uitgeschakeld.
Plafonnier
Deze kan worden ingeschakeld:
-
met de schakelaars op de plafonnier
, bij
aangezet contact (stand MAR),
-
door het openen of sluiten van de
voorportieren,
-
door het vergrendelen/ontgrendelen van
de auto.
De plafonnier gaat automatisch uit:
-
als zowel de rechter als de linker
schakelaar niet is ingedrukt,
-
in alle gevallen na 15
minuten, als de
portieren open blijven,
-
of zodra het contact is aangezet.
Opbergvak boven de voorruit
Dit opbergvak bevindt zich boven de
zonnekleppen.
Maximale belasting: ongeveer 20 kg.
Praktische voorzieningen
Page 92 of 276

90
boxer_nl_Chap04_Technologie-a-bord_ed01-2015
Via het audio-/telematicasysteem
met touchscreen
Via dit bedieningspaneel van de autoradio,
in het midden van het dashboard, hebt
u toegang tot de menu's waarin u de
persoonlijke instellingen van de uitrusting
van de auto kunt wijzigen.
De desbetreffende informatie wordt
weergegeven op het touchscreen.
U kunt kiezen uit negen talen: Duits,
Engels, Frans, Italiaans, Nederlands, Pools,
Portugees, Spaans, Turks.Om veiligheidsredenen kunnen
sommige menu's uitsluitend worden
weergegeven bij afgezet contact. Met deze toets van het
bedieningspaneel kunt u het
menu "Instellingen" openen.
Menu "Instellingen"
1. "Weergave".
2.
"Gesproken commando's".
3.
"T
ijd en datum".
4. "Veiligheid/hulp".
5. "Verlichting".
6.
"Portieren & vergrendeling".
7.
"Audio".
8. "Telefoon/Bluetooth".
9. "Radio-instellingen".
10.
"Standaardinstellingen" om terug te
gaan naar de standaardinstellingen van
de fabrikant.
11 .
"Wissen pers. geg." om al uw
persoonlijke gegevens met betrekking
tot de Bluetooth-apparatuur uit het
audiosysteem te wissen.
Met deze schermtoets
kunt u omhooggaan in de
menustructuur of een waarde
verhogen.
Met deze schermtoets kunt u
omlaaggaan in de menustructuur
of een waarde verlagen.
Voor meer informatie over het
audiosysteem, de telefoon, de radio
en het navigatiesysteem worden in
de rubriek "Audio en telematica" de
submenu's 2, 7, 8, 9
en 11 behandeld.
De parameters van de submenu's
4,
5
en 6
zijn verschillend afhankelijk van
de uitrusting van uw auto.
Configuratie van de auto
Page 103 of 276

101
boxer_nl_Chap05_Securite_ed01-2015
STABIlITeITSCOnTROleSySTeMen
Uitschakelen
De bestuurder kan dit systeem niet
uitschakelen.
dynamische stabiliteitscontrole
(C d S)
De dynamische stabiliteitscontrole grijpt in
via de remmen van één of meer wielen en
via het motorkoppel om de auto (binnen de
natuurkundige grenzen) weer in de juiste
koers te brengen.
Als uw auto is voorzien van het CDS-
systeem, stuur dan niet tegen om de auto in
de juiste koers te houden.
Inschakelen
Het CDS-systeem wordt automatisch
ingeschakeld zodra de motor wordt gestart. Storing
Als dit verklikkerlampje
brandt, in combinatie met een
geluidssignaal en een melding ter
bevestiging op het display van het
instrumentenpaneel, wijst dit op een storing
in het CDS-systeem.
Laat het systeem controleren door het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats. Inschakelen
Als de motor wordt gestart, wordt dit
systemen automatisch ingeschakeld.
Dit systeem treedt in werking als de auto
grip verliest of uit de koers dreigt te raken.
Uitschakelen
In bijzondere omstandigheden (als de auto
vastzit in de modder, sneeuw, in mulle
grond, ...) kan het nuttig zijn het ASR-
systeem uit te schakelen, zodat de wielen
kunnen spinnen en weer grip kunnen
krijgen.
-
Druk op deze knop in het midden van
het dashboard om dit systeem uit te
schakelen.
Antislipregeling (ASR)
De antislipregeling zorgt voor een optimale
tractie. Het systeem voorkomt het spinnen
van de wielen door in te grijpen op de
remmen van de aangedreven wielen en op
het motormanagement.
Als het verklikkerlampje van de knop brandt
en er een melding op het display van het
instrumentenpaneel verschijnt, is het ASR-
systeem uitgeschakeld.
Het systeem wordt geactiveerd zodra
de wielen te weinig grip hebben of de
koers van de auto afwijkt van de door
de bestuurder gewenste richting.
In dat geval gaat dit verklikkerlampje op het
instrumentenpaneel knipperen.
5
Veiligheid tijdens het rijden
VEILIGHEID
Page 105 of 276

103
boxer_nl_Chap05_Securite_ed01-2015
Intelligent Traction Control
Systeem dat zorgt voor extra tractie in
situaties met weinig grip (sneeuw, ijzel,
modder...).
Dit systeem signaleert situaties met weinig
grip en zorgt ervoor dat u onder deze
omstandigheden kunt wegrijden en kunt
blijven rijden.
In dergelijke omstandigheden neemt de
Intelligent Traction Control het over van
het ASR-systeem door de aandrijfkracht
over te brengen op het wiel met de
meeste grip, waardoor de tractie en de
bestuurbaarheid optimaal zijn. Inschakelen
Bij het starten van de auto is dit systeem
uitgeschakeld.
Druk op deze knop in het midden van het
dashboard om het systeem in te schakelen;
het lampje van de knop gaat branden.
Het systeem blijft actief tot ongeveer
30
km/h.
Zodra u sneller rijdt dan 30
km/h, wordt het
systeem automatisch uitgeschakeld, maar
blijft het lampje van de knop branden.
Het systeem wordt automatisch weer
ingeschakeld zodra u weer langzamer dan
30
km/h rijdt.Uitschakelen
Druk op deze knop in het midden van het
dashboard om het systeem uit te schakelen.
Het lampje van de knop gaat uit en de ASR
is weer actief.
Storing
Bij een storing in de Intelligent
Traction Control gaat dit lampje
branden.
Laat het systeem controleren door het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
5
Veiligheid tijdens het rijden
VEILIGHEID
Page 106 of 276

104
boxer_nl_Chap05_Securite_ed01-2015
Hill descent Control
Hulpsysteem bij het afdalen van een helling
op wegdek met weinig grip (modder, gravel
enz.) of bij het afdalen van een steile helling.
Dit systeem beperkt de kans op wegglijden
van de auto en de kans dat de auto te veel
vaart maakt tijdens een afdaling.
Door autonoom elke rem individueel te
activeren zorgt het systeem ervoor dat de
auto met een constante snelheid een helling
afdaalt.Uitschakelen
Druk op deze knop in het midden van het
dashboard om het systeem uit te schakelen.
Het verklikkerlampje van de knop gaat uit.
Als de wagensnelheid hoger wordt dan 50
km/h,
wordt de functie volledig uitgeschakeld; het
verklikkerlampje van de knop gaat uit.
Storing
Bij een storing in de Hill Descent
Control gaat dit verklikkerlampje
branden.
Laat het systeem controleren door het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Inschakelen
Bij het starten van de motor is het systeem
uitgeschakeld.
Druk, bij een wagensnelheid tot 30
km/h, op
deze knop in het midden van het dashboard
om het systeem in te schakelen; het
verklikkerlampje van de knop gaat branden.
Zodra de auto de helling begint af te dalen,
kunt u het gaspedaal en het rempedaal
loslaten; het verklikkerlampje van de knop
knippert.
De remlichten worden automatisch
ingeschakeld als de functie is geactiveerd.
Als de wagensnelheid hoger wordt dan
30
km/h, wordt het systeem automatisch
uitgeschakeld. Het verklikkerlampje van de
knop blijft echter branden.
Het systeem wordt automatisch weer
ingeschakeld zodra de wagensnelheid lager
wordt dan 30
km/h.Het systeem werkt slechts bij hellingen
van meer dan 8%.
Gebruik het systeem niet met de
versnellingsbak in de neutraalstand.
Schakel een voor de wagensnelheid
geschikte versnelling in om te voorkomen
dat de motor afslaat.
U kunt op elk gewenst moment het
gaspedaal of het rempedaal weer
intrappen. Als de remmen oververhit zijn, kan
de functie niet worden geactiveerd.
Wacht enkele minuten om de remmen te
laten afkoelen en probeer het vervolgens
opnieuw.
Veiligheid tijdens het rijden