Page 145 of 183

Inleiding145
1 RADIO................................. 153
Radio inschakelen of van
frequentiebereik wisselen ...153
2 CD ....................................... 162
Cd/mp3/wma-weergave
starten ................................. 163
3 Achterwaarts zoeken ..........153
Radio: achterwaarts
zoeken ................................ 153
Cd/mp3/wma: naar vorige
titel springen ........................ 163
4 m......................................... 147
Drukken: in-/uitschakelen ..147
Infotainment-systeem ......... 147
Draaien: volume
aanpassen .......................... 147
5 Voorwaarts zoeken .............153
Radio: voorwaarts zoeken ..153
Cd/mp3/wma: naar
volgende titel springen ........1636Radiozendertoetsen 1...6 ....154
Lang drukken: station
opslaan ............................... 154
Kort drukken: station
selecteren ........................... 154
7 FAV 1/2/3 ............................ 154
Lijst met favorieten
(voorkeuzezenders) ............154
8 AS 1/2 ................................. 154
Automatische
geheugenniveaus
(voorkeuzezenders) ............154
Kort drukken: selecteren
lijst automatisch opslaan .....154
Lang drukken: station
automatisch opslaan ...........154
9 TP ....................................... 158
Activeren of deactiveren
verkeersberichten ...............158
Als het Infotainment‐
systeem uitgeschakeld is:
weergave van tijd en datum 158
10 Cd uitwerpen ....................... 16311 CONFIG.............................. 152
Openen instellingenmenu ...152
12 INFO ................................... 144
Radio: informatie over de
momenteel afspelende
zender ................................. 153
Cd/mp3/wma: informatie over de momenteel
geplaatste cd ...................... 163
13 Cd-sleuf ............................... 163
14 Multifunctionele toets ..........148
Draaien: menuopties
markeren of numerieke
waarden instellen ...............148
Drukken: selecteren/
activeren van
gemarkeerde optie;
bevestigen ingestelde
waarde; functie in-/
uitschakelen ........................ 148
15 BACK .................................. 148
Menu: een niveau terug ......148
Invoer: wissen laatste
teken of gehele invoer ........148
Page 146 of 183

146Inleiding
16 TONE.................................. 151
Geluidsinstellingen ..............151
17 7 / i ................................... 171
Openen hoofdmenu
telefoon ............................... 175
Demping activeren/
deactiveren ......................... 147
18 AUX ..................................... 165
Wisselen naar externe
audiobron ............................ 165Audiobedieningsknoppen aan
stuurwiel
1 qw
Kort drukken:
telefoongesprek aannemen 171
of nummer bellen in
oproeplijst ............................ 175
Lang drukken: oproeplijst
tonen ................................... 175
2 SRC (bron).......................... 147
Drukken: selecteren
audiobron ............................ 147
Bij actieve radio: omhoog/
omlaag zetten om
volgende/vorige
voorkeurszender te
selecteren ........................... 153
Bij actieve cd-speler:
omhoog/omlaag zetten
om volgende/vorige cd/
mp3/wma-track te
selecteren ........................... 163
Bij actief telefoonportaal:
omhoog/omlaag draaien
om volgende/vorige optie
in oproepenlijst te
selecteren ........................... 175
Bij actief telefoonportaal
en gesprekken in de
wacht: omhoog/omlaag
draaien om tussen
gesprekken te wisselen ......175
3 w
Volume verhogen ................147
4 ─
Volume verlagen .................147
Page 147 of 183

Inleiding147
5xn
Kort drukken: gesprek
beëindigen/weigeren ...........175
of oproeplijst sluiten ............175
of geluidsonderdrukking
activeren/deactiveren ..........147Gebruik
Bedieningselementen
Het Infotainmentsysteem wordt be‐
diend met behulp van functietoetsen,
een multifunctionele knop en menu's
op het display.
Invoer kan naar keuze plaatsvinden via:
■ het bedieningspaneel op het Info‐ tainmentsysteem 3 144
■ audioknoppen op het stuurwiel 3 144
Het Infotainmentsysteem in- of
uitschakelen
Druk kort op X. Na het inschakelen
wordt de laatst geselecteerde Info‐
tainmentbron actief.
Druk opnieuw op X om het systeem
uit te schakelen.
Automatisch uitschakelen
Wanneer u het Infotainmentsysteem,
terwijl het contact uitgeschakeld is,
met behulp van X inschakelt, danwordt het 10 minuten na de laatste in‐
voer automatisch weer uitgescha‐
keld.
Volume instellen
Draai m. De actuele instelling ver‐
schijnt op het display.
Bij het inschakelen van het Infotain‐
mentsysteem wordt automatisch het
laatst geselecteerde volume inge‐
steld mits deze instelling het maxi‐
male volume bij het starten niet over‐ schrijdt (zie onderstaand).
U kunt het volgende afzonderlijk in‐
voeren:
■ het maximale inschakelvolume 3 152
■ het volume van verkeersberichten 3 152
Voor snelheid gecompenseerd
volume
Na inschakelen van het voor snelheid
gecompenseerd volume 3 152 wordt
het volume automatisch zodanig aan‐
gepast dat u geen geluid van het weg‐
dek of van de rijwind hoort.
Page 148 of 183

148Inleiding
Stiltefunctie
Druk op 7 / i of i (indien het tele‐
foonportaal beschikbaar is: enkele
seconden indrukken) om het geluid
van audiobronnen te onderdrukken.
Geluidsonderdrukkingsfunctie annu‐ leren: draai m of druk op 7 / i (als
het telefoonportaal beschikbaar is:
enkele seconden indrukken) of weer
op i.
Volumebeperking bij hoge
temperaturen
Bij erg hoge temperaturen binnen de
auto beperkt het Infotainmentsys‐
teem het maximaal instelbare vo‐
lume. Indien nodig wordt het maxi‐
male volume automatisch verlaagd.
Bedieningsstanden Radio
Druk op RADIO om het radiohoofd‐
menu te openen of te wisselen tussen
de verschillende frequentiebereiken.
Druk op de multifunctionele knop om
naar de frequentiebereikmenu's met
opties voor zenderselectie te gaan.Voor een gedetailleerde beschrijving
van de radiofuncties 3 153.
Audiospelers
Druk één of meerdere keren op CD of
AUX om naar het hoofdmenu USB,
iPod of AUX (indien beschikbaar) te
gaan of om tussen deze menu's te
wisselen.
Druk op de multifunctionele knop om
naar de betreffende menu's met op‐ ties voor trackselectie te gaan.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van CD-spelerfuncties 3 162, AUX-
functies 3 165, USB-poortfuncties
3 166 en functies voor streaming au‐
dio via Bluetooth 3 169.
Telefoon
Druk kort op 7 / i om het telefoon‐
menu te openen.
Druk op de multifunctionele knop om
naar het telefoonmenu met opties
voor het invoeren en selecteren van
nummers te gaan.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van het telefoonportaal 3 171.Systeeminstellingen
De taal aanpassen
De menuteksten op het display van
het Infotainmentsysteem zijn be‐
schikbaar in diverse talen.
Druk op CONFIG om het menu
Instellingen te openen.
Selecteer de menuoptie Talen
(Languages) in het menu
Instellingen om het betreffende menu
weer te geven.
Kies de gewenste taal voor de menu‐ teksten.
Let op
Voor een gedetailleerde beschrij‐
ving van de menubediening 3 148.
Tijd- en datuminstellingen
Raadpleeg het Instructieboekje voor een gedetailleerde beschrijving.
Basisbediening Multifunctionele toets
De multifunctionele knop is het cen‐
trale bedieningselement voor de me‐
nu's.
Page 149 of 183

Inleiding149
Draai aan de multifunctionele knop:■ een menuoptie markeren
■ een numerieke waarde instellen
Druk op de multifunctionele knop: ■ de gemarkeerde optie selecteren of
inschakelen
■ een ingestelde waarde bevestigen
■ een systeemfunctie in- of uitscha‐ kelen
BACK-toets Druk kort op BACK:
■ om een menu te verlaten
■ om van een submenu naar het vol‐
gende, hogere menuniveau te gaan
■ om het laatste teken van een te‐ kenreeks te wissen
Houd BACK enkele seconden inge‐
drukt om de hele invoer te wissen.Voorbeelden van de
menubediening
Selecteren van een optie
Draai aan de multifunctionele knop
om de cursor (= gekleurde achter‐
grond) naar de gewenste optie te ver‐ plaatsen.
Druk op de multifunctionele knop om
de gemarkeerde optie te selecteren.
Submenu's
Een pijltje aan de rechterkant van het menu geeft aan dat na er na het se‐
lecteren van die optie een submenu met verdere opties verschijnt.
Een instelling activeren
Draai aan de multifunctionele knop
om de gewenste instelling te marke‐
ren.
Druk op de multifunctionele knop om de instelling te activeren.
Page 150 of 183
150Inleiding
Instellen van een waarde
Draai aan de multifunctionele knop
om de actuele waarde van de instel‐
ling te wijzigen.
Druk op de multifunctionele knop om de ingestelde waarde te bevestigen.
De cursor gaat daarna naar de vol‐
gende waarde. Als alle waarden zijn
ingesteld, gaat u automatisch terug
naar het naasthogere menuniveau.
Een instelling aanpassen
Draai aan de multifunctionele knop
om de instelling aan te passen.
Druk op de multifunctionele knop om de instelling te bevestigen.
In- of uitschakelen van een functie
Draai aan de multifunctionele knop
om de functie die u in of uit wilt scha‐
kelen te markeren.
Druk op de multifunctionele knop om
tussen de instellingen Aan en Uit te
wisselen.
Page 151 of 183

Inleiding151
Invoeren van een tekenreeks
Tekenreeksen invoeren, bijv. pinco‐
des of telefoonnummers:
Draai aan de multifunctionele knop
om het gewenste teken te markeren.
Druk op de multifunctionele knop om het gemarkeerde teken te bevesti‐
gen.
Het laatste teken in de tekenreeks
kan worden gewist met k op het dis‐
play of door op BACK op het instru‐
mentenpaneel te drukken. Door
BACK ingedrukt te houden wordt de
complete invoer verwijderd.
Wijzig de positie van de cursor in de
al ingevoerde tekenreeks door ◀ of ▶
op het display te selecteren.
Geluidsinstellingen In het geluidsinstellingenmenu kunt u
voor elk radiofrequentiebereik en
voor elke audiospeler afzonderlijk de
geluidskarakteristieken instellen.
Druk op TONE om het geluidsinstel‐
lingenmenu te openen.
Lage, middelhoge en hoge
tonen instellen
Blader door de lijst en selecteer Bas,
Midrange of Treble .
Stel voor de geselecteerde optie de
gewenste waarde in.
Volumeverdeling voor en achter instellen
Blader door de lijst en selecteer
Fader .
Stel de gewenste waarde in.Volumeverdeling rechts en links
instellen Blader door de lijst en selecteer
Balans .
Stel de gewenste waarde in.
Een geluidsstijl selecteren
Blader door de lijst en selecteer EQ
(equalizer). Het menu EQ-
instellingen wordt weergegeven.
De getoonde opties bieden voor de
desbetreffende muziekstijl geoptima‐
liseerde voorkeursinstellingen voor
de lage, middelhoge en hoge tonen.
Selecteer de gewenste optie.
Page 152 of 183

152Inleiding
Terugzetten van een
persoonlijke instelling op "0"
Selecteer de gewenste optie en druk
enkele seconden op de multifunctio‐
nele knop.
De waarde wordt teruggezet op "0".
Alle instellingen op "0" of "UIT"
zetten
Druk enkele seconden op TONE.
Alle waarden worden op "0" terugge‐
zet, de EQ-voorkeuzeinstelling wordt
op " UIT" gezet.
Volume-instellingen
Snelheidsgecompenseerd volume aanpassen
Druk op CONFIG om het menu
Instellingen te openen.
Selecteer Radio-instellingen en ver‐
volgens Autom. volumeregeling .
De functie Autom. volumeregeling
kan worden gedeactiveerd of de mate van volumeaanpassing kan worden
geselecteerd in het getoonde menu.
Selecteer de gewenste optie.Maximaal opstartvolume
aanpassen Druk op CONFIG om het menu
Instellingen te openen.
Selecteer Radio-instellingen en ver‐
volgens Maximaal startvolume .
Stel de gewenste waarde in.
Volume van verkeersberichten aanpassen Het volume van verkeersberichtenkan zodanig vooraf worden ingesteld
dat het met het normale audiovolume toe- of afneemt.
Druk op CONFIG om het menu
Instellingen te openen.
Selecteer Radio-instellingen , RDS-
opties en vervolgens TA-volume.
Stel de gewenste waarde in.
Volume van de beltoon
aanpassen
Druk op CONFIG om het menu
Instellingen te openen.
Selecteer Telefooninstellingen ,
Geluid & Signalen en vervolgens
Belvolume .Stel de gewenste waarde in.