Telefoon127
■ De Bluetooth-functie van het info‐tainmentsysteem moet geactiveerd
zijn.
■ De Bluetooth-functie van de Blue‐ tooth-compatibele mobiele telefoonmoet worden geactiveerd (zie ge‐
bruiksaanwijzing van de mobiele
telefoon).
■ Afhankelijk van de mobiele telefoon
kan het nodig zijn om het apparaat
op "zichtbaar" in te stellen (zie de
bedieningsinstructies van de mo‐
biele telefoon).
■ De mobiele telefoon moet aan/op het Infotainmentsysteem gekop‐
peld en aangesloten zijn.
Bluetooth-functie van het
Infotainmentsysteem activeren
R15 BT USB, R16 BT USB,
CD16 BT USB, CD18 BT USB -
Bluetooth activeren
Om het Infotainmentsysteem een
Bluetooth-compatibele mobiele tele‐
foon te laten herkennen en bedienenmoet de Bluetooth-functie eerst ge‐
activeerd zijn. Deactiveer de functie
als deze niet nodig is.
Druk op de toets TEL en selecteer
Bluetooth door de draaiknop OK te
draaien en in te drukken.
Selecteer AAN of UIT en bevestig
door op de knop te drukken.
CD35 BT USB - Bluetooth activeren
Om het Infotainmentsysteem een
Bluetooth-compatibele mobiele tele‐ foon te laten herkennen en bedienen
moet de Bluetooth-functie eerst ge‐
activeerd zijn. Deactiveer de functie
als deze niet nodig is.
Druk op de toets SETUP / TEXT en
selecteer Telefooninstellingen door
de centrale draaiknop te draaien en in te drukken.
Selecteer Bluetooth geactiveerd of
Bluetooth gedeactiveerd en bevestig
door op de knop te drukken.
NAVI 50 - Bluetooth activeren
Druk op de knop Start ;, gevolgd
door INSTELLINGEN op het display‐
scherm.Selecteer Bluetooth voor de volgende
opties:
■ Bluetooth-apparatenlijst bekijken
■ Bluetooth-apparaat zoeken
■ Extern apparaat goedkeuren
■ Wachtwoord wijzigen
Als het Bluetooth -scherm wordt weer‐
gegeven, kunnen apparaten met in‐
geschakelde Bluetooth worden ge‐
koppeld met het infotainmentsys‐
teem.
NAVI 80 - Bluetooth activeren
Om vanuit de startpagina naar het
menu Telefooninstellingen te gaan,
drukt u op MENU, gevolgd door
Telefoon en Instellingen op het dis‐
playscherm.
De volgende opties worden getoond: ■ Apparaten beheren
■ Geluidsniveaus
■ Voicemail
■ Bluetooth in-/uitschakelen
■ Telefoongegevens automatisch
downloaden (aan/uit)
128Telefoon
Druk op Bluetooth inschakelen om
het vakje ☑ ernaast te selecteren. Ap‐
paraten met ingeschakelde Bluetooth
kunnen nu met het infotainmentsys‐
teem worden gekoppeld.
Raadpleeg (NAVI 80) "Telefoonin‐
stellingen" in het hoofdstuk "Bedie‐
ning" voor meer informatie 3 132.
Mobiele telefoon koppelen aan
het handsfree-telefoonsysteem Om uw handsfree-telefoonsysteem te
kunnen gebruiken, moet er een ver‐
binding tot stand worden gebracht
tussen de mobiele telefoon en het
systeem via Bluetooth, d.w.z. de mo‐
biele telefoon moet vóór gebruik aan
de auto gekoppeld worden. Daarom
moet de mobiele telefoon Bluetooth
ondersteunen. Raadpleeg de bedie‐
ningsinstructies van uw mobiele tele‐
foon.
Om een Bluetooth-verbinding tot
stand te brengen, moet het hands‐
free-telefoonsysteem ingeschakeld
en moet Bluetooth op de mobiele te‐
lefoon geactiveerd zijn.Let op
Als een andere telefoon tijdens een
nieuwe koppelingsprocedure auto‐
matisch wordt aangesloten, wordt
deze automatisch losgekoppeld om
de nieuwe koppelingsprocedure te laten plaatsvinden.
Door het koppelen kan het handsfree-
telefoonsysteem een mobiele tele‐
foon herkennen en in de apparaten‐
lijst opslaan. Er kunnen maximaal
5 mobiele telefoons 1)
gekoppeld en in
de apparatenlijst opgeslagen worden,
maar er kan er maar één tegelijkertijd
verbonden zijn.
Wanneer het koppelen voltooid is,
wordt een bericht met de naam van
de gekoppelde telefoon op het dis‐ playscherm van het infotainmentsys‐
teem getoond en wordt de telefoon
automatisch met het handsfree-tele‐
foonsysteem verbonden. De mobiele
telefoon kan dan via de bedienings‐
elementen van het het infotainment‐
systeem worden bediend.Let op
Wanneer een Bluetooth-verbinding
actief is, wordt bij gebruik van het
handsfree-telefoonsysteem de bat‐
terij van de mobiele telefoon sneller
ontladen.
R15 BT USB, R16 BT USB,
CD16 BT USB, CD18 BT USB - Een
mobiele telefoon koppelen
Koppel een telefoon aan het hands‐
free-telefoonsysteem door op de
toets TEL te drukken en selecteer
Apparaat koppelen door de draaiknop
OK te draaien en in te drukken. Het
scherm Gereed voor koppelen ver‐
schijnt.
Zoek op de mobiele telefoon naar
Bluetooth-apparaten in de buurt van
het apparaat.
Selecteer My Radio (d.w.z. de naam
van het handsfree-telefoonsysteem)
uit de lijst op de mobiele telefoon en
voer via het toetsenbord van de mo‐
biele telefoon de koppelingscode in
die op het displayscherm van het In‐
fotainmentsysteem staat weergege‐
ven.1) Maximaal 8 mobiele telefoons met NAVI 50.
Telefoon129
Als het koppelen mislukt, gaat het
systeem terug naar het vorige menu en verschijnt er een dienovereenkom‐ stig bericht. Herhaal de procedure zo
nodig.
CD35 BT USB - Een mobiele telefoon
koppelen
Om een telefoon aan het handsfree-
telefoonsysteem te koppelen, drukt u op de toets SETUP / TEXT en selec‐
teert u Bluetooth-verbinding uit het in‐
stellingenmenu. Selecteer een lege
sleuf door aan de centrale draaiknop
te draaien en druk op de knop om het volgende menu weer te geven.
Selecteer Nieuwe GSM aansluiten
door aan de centrale draaiknop te
draaien en in te drukken en zoek ver‐
volgens op de mobiele telefoon naar
Bluetooth-apparatuur in de omgeving van de telefoon.
Selecteer My_Radio (d.w.z. de naam
van het handsfree-telefoonsysteem)
uit de lijst op de mobiele telefoon en
voer via het toetsenbord van de mo‐
biele telefoon de koppelingscode indie op het displayscherm van het In‐
fotainmentsysteem staat weergege‐
ven.
Als het koppelen mislukt, verschijnt
het bericht Koppelen mislukt . Herhaal
de procedure zo nodig.
NAVI 50 - Een mobiele telefoon
koppelen
Druk op de knop Start ;, gevolgd
door INSTELLINGEN op het display‐
scherm.
Selecteer Bluetooth, gevolgd door
Bluetooth-apparaat zoeken of Extern
apparaat goedkeuren .
Het is ook mogelijk om in het menu‐
scherm Telefoon op het display op
z te drukken.
Zoek op de mobiele telefoon naar
Bluetooth-apparaten in de buurt van
het apparaat.
Selecteer MEDIA-NAV (d.w.z. de
naam van het handsfree-telefoonsys‐ teem) uit de lijst op de mobiele tele‐
foon en voer, indien nodig, via het
toetsenbord van de mobiele telefoonde koppelingscode in die op het dis‐
playscherm van het infotainmentsys‐
teem staat weergegeven.
De standaard koppelingscode is
0000 . Selecteer Wachtwoord
wijzigen om deze koppelingscode te
wijzigen voordat de koppelingsproce‐
dure wordt gestart.
Herhaal zo nodig de procedure als
het koppelen mislukt.
NAVI 80 - Een mobiele telefoon
koppelen
Om vanuit de startpagina naar het
menu Telefooninstellingen te gaan,
drukt u op MENU, gevolgd door
Telefoon en Instellingen op het dis‐
playscherm.
Selecteer Apparaten beheren uit de
lijst met opties. Op het display ver‐
schijnt een bericht waarin u wordt ge‐
vraagd om een Bluetooth-verbinding
tussen uw apparaat en het infotain‐
mentsysteem tot stand te brengen.
Selecteer Ja om door te gaan. Het in‐
fotainmentsysteem gaat zoeken naar
132Telefoon
Wanneer het scherm Waar ben ik?
verschijnt, drukt u op Opties, gevolgd
door Landinformatie op het display‐
scherm: Het alarmnummer ( bijv. 112)
verschijnt op het display.
Bediening Inleiding Wanneer een Bluetooth-verbinding
tot stand is gebracht tussen uw mo‐ biele telefoon en het handsfree-tele‐
foonsysteem, kunnen bepaalde func‐ ties van uw mobiele telefoon via de
bedieningselementen van het info‐
tainmentsysteem of het display wor‐
den bediend.
Het is bijvoorbeeld mogelijk om de contacten en telefoonnummers die in
uw mobiele telefoon zijn opgeslagen, in het handsfree-telefoonsysteem te
importeren.
Nadat de verbinding tot stand is ge‐
bracht, worden de gegevens van de
mobiele telefoon naar het handsfree-
telefoonsysteem gezonden. Afhanke‐ lijk van het model telefoon kan dit
enige tijd duren. Tijdens deze periodeis het bedienen van de mobiele tele‐
foon via het Infotainmentsysteem
slechts beperkt mogelijk.
Let op
Niet elke mobiele telefoon onder‐
steunt de functies van het hands‐
free-telefoonsysteem. Daarom kan
het bereik aan beschreven functies afwijken.
Menu Telefoon
Het Telefoon -menu weergeven:
■ Druk op de toets 6TEL
- of -
■ Druk op de toets TEL
- of -
■ Druk op de knop Start ;, gevolgd
door TELEFOON op het display‐
scherm (NAVI 50)
■ Druk vanuit de startpagina op MENU , gevolgd door Telefoon op
het displayscherm (NAVI 80).Volumeregeling
R15 BT, R16 BT USB, CD16 BT,
CD18 BT USB - Volumeregeling
Draai tijdens een oproep aan de draaiknop m of druk op ! of # (op de
knoppen op de stuurkolom) om het
volume van de oproep te wijzigen.
CD35 BT USB - Volumeregeling
Om het volume voor gesprekken,
stemherkenning of de beltoon vooraf
in te stellen, drukt u op de toets
SETUP / TEXT en selecteert u Tele‐
fooninstellingen uit het instellingen‐
menu, gevolgd door Volume.
Selecteer de gewenste optie (bijv.
Beltoonvolume ) en stel het volume af
met de centrale draaiknop.
Draai tijdens een oproep aan de vo‐
lumedraaiknop of druk op ! of # (op
de knoppen op de stuurkolom) om het
volume van de oproep te wijzigen.
NAVI 50 - Volumeregeling
Druk tijdens een gesprek op de knop
< of ] van het infotainmentsysteem
om het gespreksvolume te wijzigen.
Telefoon133
Druk eventueel (met de knoppen op
de stuurkolom) op de toets ! of #.
NAVI 80 - Volumeregeling
Draai tijdens een gesprek aan de
draaiknop X van het infotainmentsys‐
teem om het gespreksvolume te wij‐
zigen.
Druk eventueel (met de knoppen op
de stuurkolom) op de toets ! of #.
Een telefoonnummer bellen
Er zijn verschillende opties beschik‐
baar voor het bellen van telefoon‐
nummers, waaronder het bellen van
een contact in het telefoonboek of
vanuit een gesprekkenlijst. Nummers kunnen natuurlijk ook handmatig wor‐
den gekozen.
Handmatig een nummerinvoeren
R15 BT USB, R16 BT USB,
CD16 BT USB, CD18 BT USB -
Handmatig een nummer invoeren
Terwijl het Telefoon-menu wordt
weergegeven, selecteert u Kiezen uit
de lijst.Voer het gewenste nummer in met
het numerieke toetsenbord ( 3 121)
en selecteer 7 om het kiezen te star‐
ten.
Kies het laatste nummer opnieuw
door de toets TEL ingedrukt te hou‐
den.
CD35 BT USB - Handmatig een
nummer invoeren
Terwijl het Telefoon-menu wordt
weergegeven, selecteert u Nummer
kiezen uit de lijst.
Voer het gewenste nummer in met
het numerieke toetsenbord ( 3 121)
en selecteer het pictogram y op het
display. Druk op de centrale draai‐ knop om het kiezen te starten.
NAVI 50 - Handmatig een nummer
invoeren
Als het menu Telefoon wordt weerge‐
geven, drukt u op S in de linkerbo‐
venhoek en selecteert u Kiezen uit de
lijst.
Voer het gewenste nummer in met
het numerieke toetsenbord en selec‐
teer g om het kiezen te starten.Raadpleeg (NAVI 50) "Toetsenbor‐
den op het display bedienen" in het
hoofdstuk "Algemene informatie"
3 121.
Ingevoerde gegevens kunnen wor‐
den gecorrigeerd met het toetsen‐
bordteken k. Houd k ingedrukt om
alle nummers tegelijk te wissen.
NAVI 80 - Handmatig een nummer invoeren
Druk in de startpagina op MENU, ge‐
volgd door Telefoon en Een nummer
kiezen op het displayscherm.
Voer het gewenste nummer in met
het numerieke toetsenbord en druk
op Bellen om het kiezen te starten.
Ingevoerde gegevens kunnen wor‐
den gecorrigeerd met het toetsen‐
bordteken k.
Telefoon135
NAVI 50 - Telefoonboek
Nadat de mobiele telefoon aan het in‐
fotainmentsysteem is gekoppeld,
wordt de contactlijst van de mobiele
telefoon naar het handsfree-telefoon‐
systeem gedownload.
Als het menu Telefoon wordt weerge‐
geven, drukt u op S in de linkerbo‐
venhoek en selecteert u
Telefoonboek uit de lijst.
Om een nummer uit het telefoonboek te kiezen, selecteert u de gewenste
contactpersoon uit de lijst.
In plaats daarvan kunt u op het dis‐
play op Zoeken op naam drukken en
vervolgens de naam van de contact‐
persoon invoeren met behulp van het
toetsenbord.
Raadpleeg (NAVI 50) "Toetsenbor‐
den op het display bedienen" in het
hoofdstuk "Algemene informatie"
3 121.NAVI 80 - Telefoonboek
Nadat de mobiele telefoon aan het in‐
fotainmentsysteem is gekoppeld,
wordt de contactlijst van de mobiele
telefoon naar het handsfree-telefoon‐
systeem gedownload.
Let op
Het delen van gegevens moet wor‐
den toegestaan op uw telefoon.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing
van uw mobiele telefoon of neem
contact op met uw netwerkprovider.
De functie "Telefoongegevens auto‐ matisch downloaden" moet even‐
eens worden ingeschakeld in het
menu Telefooninstellingen van het
infotainmentsysteem. Raadpleeg
(NAVI 80) "Telefooninstellingen"
hieronder.
Druk in de startpagina op MENU, ge‐
volgd door Telefoon en
Telefoonboek op het displayscherm.
Om een nummer uit het telefoonboek
te kiezen, selecteert u de gewenste
contactpersoon uit de lijst. Als een
contactpersoon meer dan één opge‐slagen nummer heeft, selecteer dan
het gewenste nummer wanneer daar
om wordt gevraagd.
Na de eerste koppeling van de tele‐
foon met het infotainmentsysteem,
kan het systeem worden bijgewerkt
met de nieuwste contacten op uw mo‐
biele telefoon. Druk op < om een pop-
upmenu te openen en selecteer
Telefoongegevens bijwerken . Selec‐
teer zo nodig Help in het pop-upmenu
voor ondersteuning.
Om een contactpersoon aan uw fa‐
vorietenlijst toe te voegen, drukt u op
< en selecteert u Contact aan de
favorietenpagina toevoegen .
Let op
U hebt op elk moment toegang tot de
favorieten door op de startpagina op f te drukken.
Ga voor meer informatie naar
(NAVI 80) "Favorieten" in het hoofd‐
stuk "Inleiding" 3 23.
136Telefoon
Gesprekkenlijsten
R15 BT USB, R16 BT USB,
CD16 BT USB, CD18 BT USB -
Gesprekkenlijsten
Om een nummer uit de gesprekken‐
lijsten te kiezen (bijv. gekozen num‐
mers, ontvangen oproepen, gemiste
oproepen), selecteert u de relevante optie, bijv. Recente oproepen uit het
menu Gesprekkenlijst . Selecteer het
gewenste contact en druk op de
draaiknop OK om het kiezen te star‐
ten.
CD35 BT USB - Gesprekkenlijsten Om een nummer uit de gesprekken‐
lijsten (bijv. gekozen nummers, ont‐
vangen oproepen, gemiste oproe‐ pen) te kiezen, selecteert u de rele‐
vante optie, bijv. Gekozen nummers
uit het menu Geschiedenis . Selecteer
het gewenste contact en druk op de
centrale draaiknop om het kiezen te
starten.NAVI 50 - Gesprekkenlijsten
Nadat de mobiele telefoon aan het in‐
fotainmentsysteem is gekoppeld,
wordt de lijst met gekozen nummers,
ontvangen oproepen en gemiste op‐
roepen in de mobiele telefoon auto‐
matisch naar het handsfree-telefoon‐
systeem verzonden.
Als het menu Telefoon wordt weerge‐
geven, drukt u op S in de linkerbo‐
venhoek en selecteert u
Gesprekkenlijsten uit de lijst.
Om een nummer uit de gesprekken‐
lijsten te kiezen, selecteert u een van
de volgende opties op het display:
■ Alle : Toont een overzicht van alle
oproepen in de onderstaande lijs‐
ten.
■ a: Gekozen nummers.
■ c: Ontvangen oproepen.
■ ê: Gemiste oproepen.
De meest recente oproepen worden
bovenaan weergegeven. Selecteer
het gewenste contact uit de gekozen
lijst om het kiezen te starten.NAVI 80 - Gesprekkenlijsten
Nadat de mobiele telefoon aan het in‐ fotainmentsysteem is gekoppeld,
wordt de lijst met gekozen nummers,
ontvangen oproepen en gemiste op‐
roepen in de mobiele telefoon auto‐
matisch naar het handsfree-telefoon‐
systeem verzonden.
Let op
Het delen van gegevens moet wor‐
den toegestaan op uw telefoon.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing
van uw mobiele telefoon of neem
contact op met uw netwerkprovider.
De functie "Telefoongegevens auto‐ matisch downloaden" moet even‐
eens worden ingeschakeld in het
menu Telefooninstellingen van het
infotainmentsysteem. Raadpleeg
(NAVI 80) "Telefooninstellingen"
hieronder.
Druk in de startpagina op MENU, ge‐
volgd door Telefoon en
Gesprekkenlijsten op het display‐
scherm.
Telefoon137
Om een nummer uit de gesprekken‐
lijsten te kiezen, selecteert u een van de volgende opties op het display:
■ Alle : Toont een overzicht van alle
oproepen in de onderstaande lijs‐
ten.
■ c: Ontvangen oproepen.
■ c : Gemiste oproepen.
■ a: Gekozen nummers.
De meest recente oproepen worden
bovenaan weergegeven. U kunt ook
op 4 of 1 drukken om in het display
omhoog of omlaag te bladeren.
Selecteer het gewenste contact uit de
gekozen gesprekkenlijst om het kie‐
zen te starten.
Let op
Druk indien nodig op < (om een pop-
upmenu te openen) en selecteer
Telefoongegevens bijwerken om de
gesprekkenlijsten bij te werken.Voicemailbox
R15 BT USB, R16 BT USB,
CD16 BT USB, CD18 BT USB,
CD35 BT USB - Voicemailbox
Wanneer de mobiele telefoon is ver‐
bonden, kunt u voicemailberichten
van de telefoon beluisteren via het in‐
fotainmentsysteem. Selecteer hier‐
voor het menu Voicemailbox.
NAVI 80 - Voicemailbox
Om voicemailberichten van de mo‐
biele telefoon via het infotainmentsys‐
teem te beluisteren als de telefoon is verbonden, drukt u in de startpagina
op MENU , gevolgd door Telefoon en
Voicemail op het displayscherm.
Het configuratiescherm verschijnt als
de voicemailbox nog niet is geconfi‐
gureerd. Voer het nummer in op het
numerieke toetsenbord en bevestig
de invoer.Inkomende oproepen
R15 BT USB, R16 BT USB,
CD16 BT USB, CD18 BT USB -
Inkomende oproepen
Het gesprek aannemen, afhankelijk
van de configuratie van de auto:
■ Druk kort op de knop 7 (op de
knoppen op de stuurkolom)
■ Selecteer het pictogram 7 op het
display (door de draaiknop OK te
draaien en in te drukken)
Het gesprek niet aannemen, afhan‐
kelijk van de configuratie van de auto:
■ Houd de knop 8 (op de knoppen op
de stuurkolom) ingedrukt
■ Selecteer het pictogram } op het
display (door de draaiknop OK te
draaien en in te drukken)
Wanneer een oproep wordt ontvan‐ gen, kan het nummer van de beller
worden weergegeven op het display‐
scherm van het infotainmentsysteem.
Wanneer het nummer is opgeslagen
in het systeemgeheugen, wordt in dat