Verzorging van de auto165
Lekke bandEen lekke band of een veel te lagebandenspanning wordt aangegeven door het oplichten van controlelamp
w samen met C 3 89 en een bijbe‐
horend bericht op het Driver Informa‐
tion Center. Stop de auto en schakel
de motor uit.
Bandenspanning 3 195, Bandenre‐
paratieset 3 167, Reservewiel
3 172, Wiel verwisselen 3 170.
Afhankelijkheid van
temperatuur De bandenspanning hangt af van detemperatuur van de band. Onderweg
lopen de temperatuur en de spanning
van de band op.
De druk die u in het Driver Information Center ziet, is de daadwerkelijke ban‐
denspanning. Daarom is het belang‐
rijk de bandenspanning bij koude
banden te controleren.Inleerfunctie
Wanneer de wielen zijn verwisseld,
moet het TPMS opnieuw worden in‐
geleerd.
Selecteer met een stilstaande auto
het menu Bandenspanning op het
Driver Information Center door de
knop op het uiteinde van de wisser‐ hendel in te drukken. Houd de knop
gedurende ongeveer 3 seconden in‐
gedrukt om het systeem opnieuw te
laten berekenen. Een bijbehorend be‐ richt verschijnt in het Driver Informa‐
tion Center.
Om het inleren te voltooien moet u wellicht enkele minuten rijden.
Wanneer tijdens het inleren proble‐
men optreden, blijft controlelamp w
branden en wordt een waarschu‐
wingsbericht op het Driver Informa‐
tion Center weergegeven.
Driver Information Center 3 93.
Boordinformatie 3 94.
Algemene informatie Gebruik van in de handel verkrijgbare
vloeibare bandenreparatiesets kan
de werking van het systeem nadelig
beïnvloeden. Gebruik door de fabriek
goedgekeurde bandenreparatiesets.
Bandenreparatieset 3 167.
Externe zendinstallaties met een hoog vermogen kunnen storingen in
het bandenspanningscontrolesys‐
teem tot gevolg hebben.
Wanneer de banden zijn verwisseld,
moeten de TPMS-sensoren altijd
door een werkplaats worden gede‐
monteerd en nagekeken.
201
Motor afzetten ............................ 121
Motorgegevens .......................... 187
Motor-ID...................................... 184
Motorkap .................................... 144
Motorluchtfilter ............................ 146
Motorolie .................... 145, 181, 186
Motorolieadditieven ....................181
Motoroliedruk ............................... 91
Motoroliepeil ................................ 95
Motorolieviscositeitsindexen .......181
Motor starten ........................ 18, 120
N
Neerklapbare rugleuning midden. 71
Nieuwe auto inrijden ..................117
O
Obstakeldetectiesystemen .........135
Octaangetal ................................ 187
Olie ............................................. 145
Oliedruk ........................................ 91
Olie, motor .......................... 181, 186
Ontwasemen en ontdooien ..........16
Opbergruimte................................ 70
Opbergruimte plafond ..................73
Opbergruimte voor........................ 71
Opbergvak .................................... 72
Opbergvakken .............................. 70
Opbergvakken instrumentenpaneel ..................70Opbergvak onder passagiersstoel 72
Opschakelen................................. 90 Opwarmen van de turbomotor ....120
Overzicht instrumentenpaneel .....11
P
Panne ......................................... 175
Parkeerhulp ............................... 135
Parkeerrem - zie Handrem .........127
Parkeren .............................. 20, 123
Park pilot met ultrasoonsensoren 135
Partikelfilter ................................. 124
Passagiersstoel middenvoor neerklappen .............................. 48
Pollenfilter .................................. 114
Portieren ....................................... 32
Portier open ................................. 93
Portiersloten ................................. 25
Profieldiepte ............................... 166
R
Radiofrequentie-identificatie (RFID) ..................................... 197
Regelbare instrumentenverlichting ...........101
Regeling stationair toerental .......120
Registratie van voertuigdata en privacy ..................................... 196
Remassistentie .......................... 127
Rem- en koppelingsvloeistof ......181Remmen ............................ 126, 148
Remsysteem ................................ 90
Remvloeistof .............................. 148
Reservewiel ............................... 172
Reservewielbevestiging ..............161
Richtingaanwijzer ........................88
Richtingaanwijzers ..................... 100
Richtingaanwijzers vooraan ......153
Ritverslag...................................... 95
Roetfilter .................................... 124
Rugleuning neerklappen .............48
Ruimte voor lang materiaal........... 72
Ruiten ..................................... 41, 42
Rijgedrag en aanhangertips ......141
Rijregelsystemen ........................128
Rijverlichting .......................... 13, 92
S
Schakel motor uit ..........................89
Schuifdeur ................................... 32
Service ............................... 115, 179
Service-display ............................ 85
Service-indicatie ..........................89
Service-informatie ...................... 179
Sjorogen ...................................... 74
Sleepoog ............................ 161, 175
Sleutels ........................................ 21
Sleutels, sloten ............................. 21
Sneeuwkettingen .......................167
Snelheidsbegrenzer .............83, 134