
Instrumenten en bedieningsorganen73Instrumenten en
bedieningsorganenBedieningsorganen ......................73
Waarschuwingslampen, meters
en controlelampen .......................78
Informatiedisplays ........................89
Boordinformatie ........................... 90
Tripcomputer ................................ 91
Tachograaf ................................... 93Bedieningsorganen
Stuurwielverstelling
Hendel omlaagbewegen, stuurwiel
instellen, hendel omhoogbewegen en
vergrendelen.
Stuurwiel uitsluitend bij stilstaande
auto en ontgrendeld stuurslot verstel‐ len.
Stuurbedieningsknoppen
De cruisecontrol en de snelheidsbe‐
grenzer werken via de toetsen op het stuurwiel.
Cruise control en snelheidsbegrenzer
3 133.

90Instrumenten en bedieningsorganen
■ Boordinformatie 3 90
■ Boordcomputer 3 91
Sommige weergegeven functies ver‐
schillen onderweg ten opzichte van
stilstand van de auto. Sommige func‐ ties zijn alleen onderweg beschik‐
baar.
Triple-Info-Display
Toont de tijd, de buitentemperatuur
en de datum als het contact aan is.
Boordinformatie
Er verschijnen berichten in het Driver
Information Center, in combinatie met
controlelamp A of C.
InformatieberichtenInformatieberichtenSPAARSTAND ACCUANTISLIP-SYSTEEM UITLICHTAUTOMAAT NIET CTIEFOLIEPEIL CORRECT
Storingsmeldingen Verschijnen in combinatie met con‐
trolelampje A. Rijd voorzichtig door
en raadpleeg een werkplaats.
Druk op de knop aan het uiteinde van
de ruitenwisserhendel om de sto‐
ringsmelding te wissen. Na enkele
seconden verdwijnt de melding auto‐
matisch en blijft A in beeld. De sto‐
ring wordt daarna opgeslagen in het
on board-systeem.
StoringsmeldingenCONTROLEER ESPVERVANG DIESELFILTERTRANSMISSIE CONTROLERENCONTROLEER VERLICHTING
Waarschuwingsmeldingen
Deze kunnen verschijnen bij contro‐
lelampje C of in combinatie met an‐
dere waarschuwingsmeldingen, con‐
trolelampen of een akoestisch sig‐
naal. Motor onmiddellijk afzetten en
de hulp van een werkplaats inroepen.
WaarschuwingsmeldingenDEFECTE INSPUITINGMOTOR TE HEETTRANSMISSIE TE HEET

Instrumenten en bedieningsorganen91GeluidssignalenBij het starten van de motor oftijdens het rijden Er klinkt slechts één geluidssignaal
tegelijk.
Het geluidssignaal voor niet gedra‐
gen veiligheidsgordels geniet de pri‐
oriteit boven alle andere geluidssig‐ nalen.
■ Als de veiligheidsgordel niet omge‐
daan is 3 48.
■ Als u met aangetrokken handrem een bepaalde snelheid overschrijdt
3 129.
■ Wanneer de parkeerhulp een ob‐ stakel herkent 3 136.
■ Als de auto een geautomatiseerde versnellingsbak heeft en de koppe‐
lingstemperatuur te hoog is 3 124.
■ Als de snelheid korte tijd een inge‐ stelde limiet overschrijdt 3 78.
■ Tijdens het sluiten van de elektri‐ sche schuifdeur 3 26.■ Als de schuifdeur open is en de
handrem losgezet is 3 26.
■ Tijdens het in- en uitschakelen van de alarmbewaking van de kantelingvan de auto 3 30.
Bij het parkeren van de auto en/ of het openen van hetbestuurdersportier ■ Als de contactsleutel nog in het contactslot steekt.
■ Bij ingeschakelde rijverlichting. ■ Als de auto een geautomatiseerde versnellingsbak heeft 3 124, de
handrem niet aangetrokken is, de
neutrale stand niet geselecteerd is
of het rempedaal niet ingetrapt is.
Ook kan een betreffend bericht op
het Driver Information Center ver‐
schijnen 3 89.
■ Als de motor in een Autostop maar niet uitgeschakeld is. Stop-start‐
systeem 3 117.Tripcomputer
De boordcomputer geeft informatie
over rijgegevens die voortdurend ge‐
registreerd en elektronisch verwerkt
worden.
Afhankelijk van het specifieke model
kunnen de volgende functies worden
geselecteerd door de knop op het uit‐ einde van de wisserhendel meerdere
malen in te drukken.
■ Brandstofverbruik
■ Gemiddeld verbruik
■ Momentaan verbruik

218
Spiegelverstelling ..........................8
Sproeiervloeistof ........................150
Startbeveiliging ............................ 32
Starten en bedienen ...................115
Starthulp gebruiken ...................179
Stoelpositie .................................. 40
Stoelverstelling ........................7, 41
Stoelverwarming ........................... 44
Stop/Start-systeem ...............16, 117
Stop-startsysteem......................... 88
Storing ....................................... 127
Storingsindicatielamp ..................85
Stroomonderbreking ..................128
Sturen ......................................... 115
Stuurbedieningsknoppen .............73
Stuurbekrachtigingsvloeistof ......149
Stuurwiel instellen .......................... 9
Stuurwielverstelling ...................... 73
Symbolen ....................................... 4
T Tachograaf ............................. 89, 93
Tanken ....................................... 140
Technische gegevens ................194
Te laag brandstofpeil ...................88
Toerenteller ................................. 79
Top-Tether-bevestigingsogen ......63
Traction Control .........................130
Trekhaak .................................... 143
Trekken....................................... 142Trekken van een aanhanger ......142
Trekstang.................................... 142
Tripcomputer ............................... 91
Triple-Info-Display .......................90
Typeplaatje ................................ 191
U Uitlaatgassen .............................. 122
Uitrol-brandstofafsluiter .............117
Uitstapverlichting .......................100
Uittrekbare handrem ...................129
Uw autogegevens ..........................3
V
Van banden- en velgmaat veranderen ............................. 170
Vaste luchtroosters ....................113
Veiligheidsgordel ...........................8
Veiligheidsgordels .......................47
Veiligheidsnet .............................. 70
Velgen en banden .....................166
Ventilatie ..................................... 101
Ventilatieopeningen ....................112
Verbanddoos ............................... 70
Vergrendelingssysteem ...............30
Verlichting ..................................... 94
Verlichtingsfuncties..................... 100
Versnellingsbak ........................... 16
Versnellingsbakdisplay ........81, 124
Verstelbare luchtroosters ........... 112Verwarmbare achterruit ................14
Verwarmbare buitenspiegels ........14
Verwarmde spiegels ....................33
Verwarming ................................. 44
Verwarming achterin .................. 106
Verwarmings- en ventilatiesysteem .................... 101
Verwerking van sloopauto .........146
Verzorging .................................. 183
Verzorging exterieur ..................183
Verzorging interieur ...................185
Voertuiggewicht .........................196
Voertuigidentificatienummer ......190
Voordat u wegrijdt ........................ 16
Voorruit ......................................... 35
Voorstoelen .................................. 40
Voorverwarmen .......................... 116
Voorverwarming .......................... 87
W
Waarschuwingslampen ................78
Werkzaamheden uitvoeren .......146
Wieldophaak ............................... 165
Wieldoppen ................................ 171
Wielsleutel .................................. 165
Wiel verwisselen ........................175
Winterbanden ............................ 166
Wis-/wasinstallatie .......................14
Wis-/wasinstallatie voorruit ..........74
Wisserblad vervangen ...............153