94Instrumenten en bedieningsorganen
Het Uplevel-display of
Uplevel-Combi-display geeft de res‐
terende levensduur van de olie aan in het Informatie- menu voertuig .
Het Midlevel-display geeft via contro‐
lelamp I de resterende levensduur
van de olie aan. Het contact moet in‐
geschakeld zijn maar de motor moet
niet draaien.
U selecteert het menu en de functie
met de toetsen op de richtingaanwij‐
zerhendel.
Om de resterende levensduur van de motorolie te bekijken:Druk op MENU om Informatie- menu
voertuig te selecteren.
Draai het stelwiel naar de stand Resterende levensduur olie .
Bij het verversen van de olie moet het
systeem altijd worden teruggezet om
goed te kunnen werken. De hulp van
een werkplaats inroepen.
Druk voor het resetten op de toets
SET/CLR . Het contact moet inge‐
schakeld zijn maar de motor moet niet draaien.
Wanneer het systeem heeft berekend
dat de gebruiksduur van de motorolie is verstreken, verschijnt Motorolie
spoedig verversen of een waarschu‐
wingscode op het Driver Information
Center. Laat de motorolie en het olie‐ filter binnen een week of 500 km door
een werkplaats vervangen (wat het
eerst voorkomt).
Driver Information Center 3 103.
Service-informatie 3 224.
Controlelampen
De beschreven controlelampen zijn
niet in alle auto's aanwezig. Deze be‐
schrijving geldt voor alle instrument‐
uitvoeringen.
Afhankelijk van de apparatuur kan de
plaats van de Controlelampen varië‐
ren.
Bij het inschakelen van de ontsteking lichten de meeste controlelampen
korte tijd op bij wijze van functietest.
Betekenis kleuren controlelampen:Rood=gevaar, belangrijke herinne‐
ringGeel=waarschuwing, aanwijzing,
storingGroen=inschakelbevestiging