CD-speler53
■ Berg CD’s onmiddellijk na het uit‐nemen uit de audiospeler op in de
betreffende hoes om ze tegen be‐
schadiging en vuil te beschermen.
■ Vuil en vloeistof op de cd's kunnen de lens van de audiospeler binnen
in het apparaat vies maken en sto‐
ringen veroorzaken.
■ Bescherm cd's tegen warmte en di‐
rect zonlicht.
■ De volgende beperkingen zijn van toepassing op gegevens die op een
mp3/wma-cd zijn opgeslagen:
Maximaal aantal bestanden/songs:
800
Maximaal aantal nestbare fol‐
ders: 8
Wma-bestanden met Digital Rights Management (DRM) van online-
muziekwinkels kunnen niet worden afgespeeld.
WMA-bestanden kunnen alleen
goed worden afgespeeld als deze
met Windows Media Player mini‐
maal versie 9 zijn aangemaakt.
Toepasbare afspeellijst-exten‐
sies: .m3u, .plsDe afspeellijstitems moeten als re‐
latieve paden zijn opgemaakt.
Let op
In dit hoofdstuk wordt alleen het af‐
spelen van mp3-bestanden behan‐
deld, omdat de werking voor mp3-
en wma-bestanden hetzelfde is. Bij
het laden van een cd met wma-be‐
standen verschijnen er mp3-gerela‐
teerde menu's.
Gebruik
Cd afspelen starten Duw een audio- of mp3-cd met de be‐ schreven kant naar boven zo ver in de cd-sleuf dat deze naar binnen wordt
getrokken.
Druk herhaaldelijk op MEDIA om de
cd-functie te activeren.
Een CD verwijderen
Druk op R. De cd wordt uit de cd-sleuf
geworpen.
Als de CD na het uitwerpen niet wordt verwijderd, wordt deze na enkele se‐
conden weer naar binnen getrokken.
Functietoetsen Cd afspelen pauzeren
Selecteer = om afspelen te pauzeren.
Selecteer l om afspelen te hervat‐
ten.
54CD-speler
Naar het vorige of volgende nummer
gaan
Selecteer t of v om het vorige of
volgende nummer af te spelen.
U kunt ook aan MENU draaien om
naar vorige of volgende nummers te gaan.
Snel vooruit of achteruit spoelen
Houd t of v ingedrukt om snel
voor- of achteruit te spoelen.
Titellijst Om de titellijst weer te geven kunt u:
■ Het scherm op een willekeurig punt
aanraken.
■ Selecteer BLADEREN aan de lin‐
kerzijde van het scherm.
■ Draai aan MENU.
De titellijst verschijnt.
Let op
Het nummer dat op dit moment
wordt afgespeeld wordt gemar‐
keerd.
Blader door de lijst en selecteer de
gewenste titel.Let op
Voor een gedetailleerde beschrij‐
ving van zoeken in mp3 cd's 3 58.
Cd-menu Gebruik MENU op de interactieve se‐
lectiebalk om het cd-menu weer te
geven.
Geluidsinstellingen
Voor een gedetailleerde beschrijving
3 40.
Willekeurige volgorde
Staat Wisselen ingesteld op Aan, dan
worden de nummers van de huidige
cd in willekeurige volgorde afge‐
speeld.
Wisselen op Aan of Uit zetten.
Automatisch volume
Voor een gedetailleerde beschrijving
3 41.
Externe apparaten57
Let op
Na het verbinden van een niet-lees‐
bare SD-kaart verschijnt er een fout‐
melding en schakelt het Infotain‐
mentsysteem automatisch terug
naar de vorige functie.
Activeer eerst een andere functie om
de SD-kaart te verwijderen. Duw de
SD-kaart vervolgens voorzichtig die‐
per in de sleuf. De SD-kaart wordt uit
de sleuf geduwd en kan worden ver‐
wijderd.
Voorzichtig
Koppel het toestel tijdens het af‐
spelen niet los. Hierdoor kan het
toestel of het Infotainmentsysteem beschadigd raken.
Audiofunctie SD
Het Infotainmentsysteem kan op de
SD-kaart opgeslagen muziekbestan‐ den afspelen.
Filmfunctie SD
Het Infotainmentsysteem kan op de SD-kaart opgeslagen films afspelen.
BluetoothBluetooth-compatibele audiobronnen(bijv. mobiele telefoons voor muziek,
mp3-spelers met Bluetooth enz.) die
de Bluetooth-muziekprofielen A2DP
en AVRCP ondersteunen, werken
draadloos op het Infotainmentsys‐
teem.
Een apparaat aansluiten
Vind een gedetailleerde beschrijving
van de Bluetooth-verbinding 3 89.
Audiofunctie Bluetooth
Het Infotainmentsysteem kan mu‐
ziekbestanden op Bluetooth-appara‐ tuur zoals een iPod of Smartphone
afspelen.
Bestandsindelingen
Er wordt alleen apparatuur onder‐
steund die volgens FAT32, NTFS of
HFS+ zijn geformatteerd.
Let op
Sommige bestanden worden wel‐
licht niet goed afgespeeld. Dit kan
worden veroorzaakt door een ander
opnameformaat of de staat van het
bestand.
Bestanden van online-winkels met digitaal rechtenbeheer (DRM) kun‐nen niet worden afgespeeld.
Het Infotainmentsysteem kan de vol‐ gende audio- en filmbestanden op ex‐ terne apparaten afspelen/weerge‐ven.
Audiobestanden
De afspeelbare audiobestandsinde‐
lingen zijn .mp3, .wma, .aac, .m4a
en .aif.
Externe apparaten59
Selecteer LIJSTEN, ARTIESTEN ,
ALBUMS , LIEDJES , GENRES of
MEER . MEER bevat de aanvullende
categorieën: Overzicht folder ,
Podcasts , Audioboeken , Video's en
Componisten .
Zoek in de categorieën tot u de ge‐
wenste track vindt. Selecteer het nummer om het afspelen te starten.
Audiomenu's Gebruik de schermtoets MENU in de
interactieve selectiebalk om het ge‐
wenste audio-menu weer te geven.
Let op
Niet alle menuopties zijn beschik‐
baar in alle audiomenu's.
Geluidsinstellingen
Voor een gedetailleerde beschrijving
3 40.
Willekeurige volgorde Is Wisselen geactiveerd, dan worden
de nummers op het actieve apparaat
in willekeurige volgorde afgespeeld.
Let op
Bij het afspelen van USB, SD of
iPod, is de shuffle-functie afhankelijk van de gekozen filtermodus voor het afspelen van muzieknummers, bv.
album, artiest, genre.
Wisselen op Aan of Uit zetten.
Automatisch volume
Voor een gedetailleerde beschrijving
3 41.
Bluetooth-apparaten beheren
(alleen beschikbaar in het Bluetooth-
muziekmenu)
Selecteer Bluetoothapparaten
beheren om de apparaatlijst weer te
geven.
Voor een gedetailleerde beschrijving
3 89.
Verkeersinformatie (TP)
Stel Traffic Program (TP) - Aan in om
voortdurend verkeersnieuws te ont‐
vangen.
Voor een gedetailleerde beschrijving
3 48.
60Externe apparatenFilms afspelen
Video afspelen starten Aansluiten van het apparaat 3 55.
Druk herhaaldelijk op MEDIA om de
gewenste mediabron te selecteren.
Selecteer BLADEREN en vervolgens
MEER . Selecteer Video's en dan het
gewenste filmbestand. De film wordt
afgespeeld.
Let op
Films kunnen alleen worden afge‐
speeld als de handrem aangetrok‐
ken is.Functietoetsen
Afspelen pauzeren
Selecteer = om afspelen te pauzeren.
Selecteer l om afspelen te hervat‐
ten.
Naar het vorige of volgende bestand
gaan
Druk op t of v om het vorige of
volgende filmbestand af te spelen.
U kunt ook aan MENU draaien om
naar het vorige of volgende filmbe‐
stand te gaan.
Snel vooruit of achteruit spoelen
Houd t of v ingedrukt om snel
voor- of achteruit te spoelen.
Videomenu Selecteer MENU op de interactieve
selectiebalk om het videomenu weer te geven.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van het menu 3 58.
70Navigatie
POI-gegevens downloaden in het
Infotainmentsysteem
Sluit het USB-apparaat met uw ge‐
bruikerspecifieke POI-gegevens aan
op de USB-poort 3 55 van het Info‐
tainmentsysteem.
Er verschijnt een bericht waarin u
wordt gevraagd het downloaden te
bevestigen.
Na het bevestigen worden de POI-
gegevens naar het Infotainmentsys‐
teem gedownload.
De gedownloade POI's zijn vervol‐
gens selecteerbaar als bestemmin‐
gen in het Mijn POIs-menu, zie "Een
markant punt selecteren" in het
hoofdstuk "Bestemmingsinvoer"
3 70.
Invoer van de bestemming De navigatietoepassing biedt diverse
opties voor het instellen van een be‐
stemming met routebegeleiding.
Druk op ; en selecteer vervolgens
het NAV -pictogram om de navigatie‐
kaart weer te geven.Een adres invoeren via het
toetsenbord Selecteer BESTEMM. op de interac‐
tieve selectiebalk en selecteer vervol‐
gens ADRES .
U kunt een adres, kruispunt of straat‐
naam invoeren.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van de toetsenborden 3 24.
Voor belangrijke informatie over de landspecifieke invoervolgordes van
bestemmingsadressen 3 61.
Let op
Wordt er een andere invoervolgorde
gebruikt dan voor het betreffende
land is gespecificeerd, dan kan het
systeem mogelijk de gewenste be‐
stemming niet vinden.
Voer het bestemmingsadres in de juiste postadresindeling van uw land
in. Voorbeeld: Laan van
Meerdervoort Den Haag .
Het navigatiesysteem accepteert in
zekere mate onvolledige invoergege‐
vens. Voorbeeld: Meerder Den Haag .
Voer aan het eind van buitenlandse
adressen de landnaam of de drielet‐
terige landcode in. Voorbeeld: Lewis
Way Southampton GBR .
Selecteer de schermtoets Gaan links‐
boven in het scherm om uw invoer te
bevestigen.
Zijn er bij de ingevoerde informatie
meerdere bestemmingen mogelijk, dan wordt er een lijst met mogelijke
bestemmingen getoond. Kies het ge‐
wenste adres.
Het scherm met de bestemmingsde‐ tails wordt weergegeven.
Navigatie75
Een bestemming bellenNa het invoeren van een bestemming
en voor het starten van de routebe‐
geleiding, worden de bestemmings‐
details weergegeven.
Selecteer Bellen om de geselec‐
teerde locatie te bellen.
Let op
De schermtoets Bellen is alleen be‐
schikbaar als er voor de betreffende locatie een telefoonnummer is op‐
geslagen.
Bestemmingen opslaan
Invoeren van contacten
Na het invoeren van een bestemming
en voor het starten van de routebe‐
geleiding, worden de bestemmings‐
details weergegeven.
Selecteer Opslaan om de bestem‐
ming in de contactenlijst op te slaan.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van het opslaan van een adres in de
contactenlijst 3 32.Let op
De schermtoets Opslaan is alleen
beschikbaar als het adres al in het systeem is opgeslagen.
Favoriet
Favorieten kunnen vanuit bijna elk
scherm worden opgeslagen. Voor
een gedetailleerde beschrijving van
het opslaan van favoriete bestemmin‐ gen 3 27.
Begeleiding Algemene informatie Het navigatiesysteem begeleidt de
route via visuele en gesproken in‐ structies (spraakbegeleiding).
Visuele instructies
De visuele instructies worden op de
displays weergegeven.
Gesproken navigatie-instructies
De gesproken navigatie-instructies
melden bij het naderen van een krui‐ sing welke richting u moet volgen.
Zie "Navigatie-spraakinstellingen"
onderstaand voor het activeren van
de gesproken instructies en het rege‐ len van het volume.
76Navigatie
Starten en beëindigen van de
routebegeleiding
Routebegeleiding starten
Selecteer in het venster bestem‐
mingsdetails Gaan om de routebege‐
leiding met een nieuwe bestemming
te starten.
Selecteer MENU op de interactieve
selectiebalk en selecteer Navigatie
herv. om de routebegeleiding naar de
laatst gekozen bestemming te hervat‐
ten.
De routebegeleiding naar de laatst
gekozen bestemming wordt hervat.
Beëindigen van de routebegeleiding
Selecteer MENU op de interactieve
selectiebalk en vervolgens Annuleer
route om de routebegeleiding te an‐
nuleren.
U kunt ook op het pijlpictogram bij de
volgende afslag of bocht rechts op het scherm tikken om het routebegelei‐
dingsmenu weer te geven (zie "Rou‐
tebegeleidingsmenu" onderstaand).Selecteer EINDE op de interactieve
selectiebalk van het routebegelei‐
dingsmenu.
Instellingen voor
routeberekening en -
begeleiding
Navigatie-spraakinstellingen
Selecteer MENU op de interactieve
selectiebalk en selecteer vervolgens
Instelling navigatiestem om het be‐
treffende submenu weer te geven.
Is Gesproken meldingen actief, dan
worden de navigatie-instructies ge‐
sproken wanneer de routebegelei‐
ding is geactiveerd.
Gesproken meldingen op Aan of Uit
zetten. Bij instellen op Uit klinkt er al‐
leen een pieptoon.
Is Waarsch. tijdens tel. gespr. actief,
dan blijven de navigatie-instructies
ook tijdens telefoongesprekken hoor‐
baar.
Waarsch. tijdens tel. gespr. op Aan of
Uit zetten.
Selecteer ─ of w om het volume van
de gesproken instructies te regelen.Route-instellingen
Selecteer MENU op de interactieve
selectiebalk en selecteer vervolgens
Routevoorkeuren om het betreffende
submenu weer te geven.Routevoorkeur
Selecteer Soort route om te bepalen
aan de hand van welke criteria een
route moet worden berekend.
Selecteer lijstoptie Snel, Milieuvrien‐
delijk of Kort .
Is Milieuvriendelijk geselecteerd, dan
kan een milieubewuste route worden afgestemd op de belading van de
auto.
Selecteer Ecoprofiel bewerken om
het betreffende submenu weer te ge‐ ven.
Kies Daklading en Aanhangwagen
om tussen de mogelijke beladingsop‐
ties te wisselen. Stel de opties naar
wens in.Wegtype-selectie
Selecteer in de lijst welke wegtypes er
in de routeberekening worden toege‐
staan.