180Rijden en bediening
■ Sleutel in het slot steken en kogel‐stang ontgrendelen.
■ Draaiknop op de kogelstang indruk‐
ken en ingedrukt rechtsom draaien
totdat deze vastklikt. Sleutel blijft in het slot zitten.
Kogelstang monteren
Aangespannen kogelstang in de ko‐
gelstangopening steken en stevig
omhoogduwen totdat deze hoorbaar vastklikt.
De draaiknop springt automatisch te‐
rug in de uitgangspositie en rust zon‐
der speling tegen de kogelstang.
9 Waarschuwing
Draaiknop bij het monteren niet
aanraken.
Groene markering op de draaiknop is
zichtbaar.
Kogelstang vergrendelen en sleutel
verwijderen.
Verzorging van de auto227
Vogeluitwerpselen, dode insecten,
boomhars en stuifmeel e.d. onmid‐
dellijk verwijderen. Hierin zitten
agressieve bestanddelen bevatten
die lakschade kunnen veroorzaken.
Bij een bezoek aan een wasstraat, de aanwijzingen van de exploitant opvol‐
gen. De voorruitwisser en achterruit‐ wisser moeten worden uitgescha‐keld. Antenne en accessoires op de
buitenkant van de auto zoals een dak‐ dragersysteem verwijderen.
Bij handmatig wassen erop letten dat
ook de binnenkant van de wielkasten
grondig schoongespoten wordt.
Randen en naden van geopende por‐
tieren, achterklep en motorkap en de gebieden die erdoor bedekt worden
reinigen.Voorzichtig
Gebruik altijd een reinigingsmid‐
del met een pH-waarde van 4 tot 9.
Gebruik reinigingsmiddelen niet
op warme oppervlakken.
Laat alle portierscharnieren door een
werkplaats smeren.
Reinig de motorruimte niet met een
stoomcleaner of hogedrukreiniger.
Daarna de auto grondig afspoelen en afzemen. Zeemlap vaak uitspoelen.
Voor de carrosserie en de ruiten ver‐
schillende zeemlappen gebruiken:
wasresten op de ruiten belemmeren
het zicht.
Teervlekken niet met harde voorwer‐
pen verwijderen. Op gelakte opper‐
vlakken een spray voor het verwijde‐
ren van teervlekken gebruiken.
Buitenverlichting De afdekking van de koplampen en
de overige verlichting zijn gemaakt
van kunststof. Geen schurende, bij‐ tende of agressieve middelen of ijs‐
krabbers gebruiken en ze niet droog reinigen.
Polijsten en in de was zetten Breng op het lakwerk van de auto re‐ gelmatig was aan (uiterlijk wanneer
het water geen parels meer vormt).
Zo niet, droogt de lak uit.Polijsten is alleen nodig als de laklaag
mat geworden is of aanslag vertoont.
Autopolish met siliconen vormt een
vuilwerende laag, waardoor in de was
zetten overbodig is.
Ongelakte kunststof carrosseriedelen mogen niet met autowas of polijstmid‐
delen worden behandeld.
Matgelakte carrosserieonderdelen of
sierstrippen mogen niet worden ge‐ polijst, om glanzen te voorkomen.
Gebruik als de auto is uitgerust met
deze onderdelen in wasstraten geen
programma's met hete was.
Matgelakte carrosserieonderdelen,
bijv. kap spiegelbehuizing, mogen niet worden gepolijst. Anders zouden deze onderdelen gaan glanzen of zoude kleur vervangen.
Ruiten en ruitenwisserbladen
Een zachte, pluisvrije doek of een
zeemleer en een ruitenreiniger en in‐
sectenverwijderaar gebruiken.
Wrijf bij het reinigen van de achterruit van de binnenkant altijd parallel aan
het verwarmingselement om schade
te voorkomen.
240Technische gegevensPrestatiesMotorB10XFLB10XFTB12XELB14XEJB14XELB14NEJMaximumsnelheid4)
[km/u]Handgeschakelde versnellingsbak180195162167175185Geautomatiseerde versnellingsbak––––175–Automatische versnellingsbak––––170–4) De aangegeven topsnelheid is te bereiken bij leeggewicht (zonder bestuurder) plus 200 kg aan belading. Bij montage van extra uitrusting en accessoires
geldt een lagere topsnelheid dan gespecificeerd.
Motor
B13DTCB13DTE
55kWB13DTE
70kWB13DTRMaximumsnelheid 5)
[km/u]Handgeschakelde versnellingsbak164182182177Geautomatiseerde versnellingsbak––––Automatische versnellingsbak––––5) De aangegeven topsnelheid is te bereiken bij leeggewicht (zonder bestuurder) plus 200 kg aan belading. Bij montage van extra uitrusting en accessoires
geldt een lagere topsnelheid dan gespecificeerd.