WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-5
3
DAU54681
Controlelampje startblokkerin g“”
Het elektrisch circuit voor het controle-
lampje kan worden ge controleerd door de
sleutel naar “ON” te draaien. Het controle-
lampje moet enkele seconden oplichten en
dan uitgaan.
Licht het controlelampje niet meteen op
wanneer u de sleutel naar “ON” draait of
blijft het lampje branden, laat het elektrisch
circuit dan door een Yamaha dealer contro-
leren.
Als de sleutel naar “OFF” wordt gedraaid,
begint het controlelampje na 30 seconden
te knipperen om aan te geven dat het start-
blokkeersysteem is ingeschakeld. Het con-
trolelampje stopt na 24 uur met knipperen,
maar het startblokkeersysteem blijft inge-
schakeld.
Het zelfdiagnosesysteem detecteert ook
storingen in de circuits van het startblok-
keersysteem. (Zie pagina 3-6 voor uitleg
over de werking van het zelfdiagnosesy-
steem.)
DAU57680
Multifunctionele meter
WAARSCHUWING
DWA12423
Zor g d at de machine stilstaat voor dat u
wijzi gin gen in d e instellin gen van de
multifunctionele meter gaat aan bren-
g en. Het aan bren gen van wijzi gin gen tij-
d ens het rij den kan u aflei den en
ver groot het risico op een on geval.De multifunctionele meter biedt de volgen-
de voorzieningen:
een snelheidsmeter
een kilometerteller
twee rittellers (die de afgelegde af-
stand aangeven sinds de tellers het
laatst werden teruggesteld op nul)
een ritteller voor brandstofreserve (die
de afstand aangeeft die wordt afge-
legd op de brandstofreserve)
een klok
een voorziening voor zelfdiagnose
OPMERKINGVergeet niet de sleutel naar “ON” te
draaien voordat u de “SELECT”- en
“RESET”-schakelaar gebruikt.
Alleen voor Groot-Brittannië: Om te
wisselen tussen de kilometer- en mij-
lenweergave van de snelheidsmeter
en de kilometerteller/ritteller houdt u
de “SELECT”-schakelaar minstens
drie seconden ingedrukt.
1. Snelheidsmeter
2. Kilometerteller/ritteller/ritteller brandstofre-
serve/klok
21
1. “SELECT”-schakelaar
2. “RESET”-schakelaar
1
2
U2DED0D0.book Page 5 Monday, June 17, 2013 3:19 PM
WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-6
3
Kilometerteller, rittellers, ritteller voor
bran dstofreserve en klok
Door indrukken van de “SELECT”-schake-
laar wisselt de weergave tussen de kilome-
tertellermodus “ODO”, de rittellermodi
“TRIP 1” en “TRIP 2” en de klokmodus, in
de onderstaande volgorde:
ODO → TRIP 1 → TRIP 2 → klok → ODO
Als het waarschuwingslampje brandstofni-
veau aangaat (zie pagina 3-3), wisselt de
weergave automatisch naar de brandstof-
reserve-rittellermodus “TRIP F” en wordt
de afgelegde afstand vanaf dat punt aan-
gegeven. In dat geval wordt door het in-
drukken van de “SELECT”-schakelaar in de
onderstaande volgorde gewisseld tussen
de diverse weergaven van rittellers en kilo-
meterteller: TRIP F →
TRIP 1 → TRIP 2 → klok → ODO
→ TRIP F
Om een ritteller op nul terug te stellen, se-
lecteert u deze door op de “SELECT”-
schakelaar te drukken en houdt u daarna
de “RESET” minstens één seconde lang in-
gedrukt. Wanneer u de brandstofreserve-
ritteller niet zelf met de hand op nul terug-
stelt, wordt deze automatisch teruggesteld
zodra na het tanken 5 km (3 mi) is gereden
en verschijnt de vorige weergavemodus
weer.
Om de klok op tijd te zetten
1. Houd de “SELECT”-schakelaar en de “RESET” tegelijkertijd ten minste drie
seconden ingedrukt. 2. Als de uuraanduiding begint te knip-
peren, druk dan op de “SELECT”-
schakelaar om de uren in te stellen.
3. Als u op de “RESET”-schakelaar drukt, gaat de minutenaanduiding
knipperen.
4. Druk op de “SELECT”-schakelaar om de minuten in te stellen.
5. Houd de “RESET”-schakelaar min- stens twee seconden ingedrukt om de
klok te starten.
Zelf dia gnosesysteem
Dit model is uitgerust met een zelfdiagno-
sesysteem voor diverse elektrische circuits.
1. Kilometerteller/ritteller/ritteller brandstofre- serve/klok
1
1. Klok
1
1. Weergave foutcode
2. Waarschuwingslampje motorstoring “ ”
3. Controlelampje startblokkering “ ”
123
U2DED0D0.book Page 6 Monday, June 17, 2013 3:19 PM
WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-8
3
Rechts
DAU12351
Lichtsignaalschakelaar “ ”
Druk deze schakelaar in om de koplamp
een lichtsignaal te laten afgeven.
DAU12401
Dimlichtschakelaar “ / ”
Zet deze schakelaar op “ ” voor groot-
licht en op “ ” voor dimlicht.
DAU12461
Richtin gaanwijzerschakelaar “ / ”
Druk deze schakelaar naar “ ” om afslaan
naar rechts aan te geven. Druk deze scha-
kelaar naar “ ” om afslaan naar links aan
te geven. Na loslaten keert de schakelaar terug naar de middenstand. Om de rich-
tingaanwijzers uit te schakelen wordt de
schakelaar ingedrukt nadat hij is terugge-
keerd in de middenstand.
DAU12501
Claxonschakelaar “ ”
Druk deze schakelaar in om een claxonsig-
naal te geven.
DAU12661
Noo
dstopschakelaar “ / ”
Zet deze schakelaar voor u de motor start
op “ ”. Zet deze schakelaar op “ ” om
de motor direct uit te schakelen in een
noodgeval, zoals wanneer de machine om-
slaat of als de gaskabel blijft hangen.
DAU12712
Startknop “ ”
Druk deze knop in om via de startmotor de
motor rond te draaien. Zie pagina 5-1 voor
startinstructies voordat u de motor start.
DAU41701
Het waarschuwingslampje voor motorsto-
ring gaat branden als de sleutel naar “ON”
wordt gedraaid en de startknop wordt inge-
drukt. Dit wijst echter niet op een storing.
DAU12734
Schakelaar alarmverlichtin g“”
Met de sleutel in de stand “ON” of “ ”
kan deze schakelaar worden gebruikt voor
het inschakelen van de alarmverlichting
(gelijktijdig knipperen van alle richtingaan-
wijzers).
De alarmverlichting wordt gebruikt in een
noodgeval of om andere verkeersdeelne-
mers te waarschuwen als uw machine stil-
staat in een mogelijk gevaarlijke
verkeerssituatie.LET OP
DCA10062
Ge bruik de alarmverlichtin g niet g ed u-
ren de lan gere tij d als d e motor niet
d raait om dat hier door de accu kan ont-
la den.
DAU55701
“SELECT”-schakelaar
Deze schakelaar wordt gebruikt om selec-
ties te maken in de kilometer-, ritteller- en
klokweergave van de multifunctionele me-
ter.
Zie “Multifunctionele meter” op pagina 3-5
voor meer informatie.
1. Noodstopschakelaar “ / ”
2. “SELECT”-schakelaar
3. “RESET”-schakelaar
4. Startknop “ ”
5. Schakelaar alarmverlichting “ ”
1
5 2
3
4
U2DED0D0.book Page 8 Monday, June 17, 2013 3:19 PM
WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-9
3
DAU55711
“RESET”-schakelaar
Deze schakelaar wordt gebruikt om de rit-
tellers terug te stellen en de klok van de
multifunctionele meter in te stellen.
Zie “Multifunctionele meter” op pagina 3-5
voor meer informatie.
DAU12821
Koppelingshen delDe koppelingshendel bevindt zich aan de
linkerstuurgreep. Trek de hendel naar het
stuur toe om de koppeling te ontkoppelen.
Laat de hendel los om de koppeling te laten
aangrijpen. Voor een soepele werking van
de koppeling moet de hendel snel ingetrok-
ken worden en langzaam worden losgela-
ten.
De koppelingshendel is voorzien van een
sperschakelaar die deel uitmaakt van het
startspersysteem. (Zie pagina 3-17.)
DAU12872
Schakelpe daalHet schakelpedaal bevindt zich aan de lin-
kerzijde van de motor en wordt in combina-
tie met de koppelingshendel gebruikt bij
het schakelen van de versnellingen van de
5-traps constant-mesh versnellingsbak op
deze motorfiets.
1. Koppelingshendel
1
1. Schakelpedaal
2. Vrijstand
1
2
5
4
3
2
N 1 5
4
3
2
N 1
U2DED0D0.book Page 9 Monday, June 17, 2013 3:19 PM
INDEX
AABS (voor modellen met ABS).............. 3-10
ABS-waarschuwingslampje (voor modellen met ABS) .............................. 3-4
Accu ..................................................... 6-26
Achterbrugscharnierpunten, smeren .... 6-24
Achterlicht/remlichtunit ........................ 6-31BBanden ................................................. 6-14
Bestuurderszadel.................................. 3-15
Bougies, controleren .............................. 6-8
Brandstof .............................................. 3-12
Brandstofverbruik, tips voor een zuinig .................................................... 5-3CClaxonschakelaar ................................... 3-8
Contactslot ............................................. 3-2
Controle- en waarschuwingslampjes ..... 3-3
Controlelampje grootlicht ....................... 3-3
Controlelampje richtingaanwijzers ......... 3-3
Controlelampje startblokkering .............. 3-5DDimlichtschakelaar ................................. 3-8
Doorbuiging aandrijfriem ...................... 6-21GGasgreep en gaskabel, controleren en smeren ............................................... 6-22
Gereedschapsset ................................... 6-2
Gloeilamp richtingaanwijzer, vervangen ........................................... 6-31IIdentificatienummers .............................. 9-1
Inrijperiode.............................................. 5-3
KKabels, controleren en smeren ............ 6-22
Kentekenverlichting.............................. 6-32
Klepspeling .......................................... 6-14
Koplampgloeilamp, vervangen ............ 6-29
Koppelingshendel .................................. 3-9
Koppelingshendel, vrije slag
afstellen.............................................. 6-16LLichtsignaalschakelaar ........................... 3-8
Luchtfilterelement, vervangen .............. 6-13MMatkleur, let op ...................................... 7-1
Modelinformatiesticker........................... 9-1
Motorolie en oliefilterpatroon ............... 6-10
Multifunctionele meter ........................... 3-5NNoodstopschakelaar .............................. 3-8OOnderhoud, uitstootcontrolesysteem .... 6-3
Ondersteunen van de motorfiets ......... 6-33PPaneel, verwijderen en aanbrengen ....... 6-8
Parkeerlichtgloeilamp, vervangen ........ 6-32
Parkeren ................................................. 5-4
Plaats van de onderdelen ...................... 2-1
Problemen oplossen ............................ 6-33RRem- en koppelingshendels, controleren en smeren ....................... 6-23
Rem- en schakelpedalen, controleren
en smeren .......................................... 6-22
Remhendel ........................................... 3-10
Remlichtschakelaars ............................ 6-18 Rempedaal............................................ 3-10
Remvloeistofniveau, controleren .......... 6-19
Remvloeistof, verversen ....................... 6-21
RESET-schakelaar .................................. 3-9
Richtingaanwijzerschakelaar .................. 3-8
SSchakelaar alarmverlichting.................... 3-8
Schakelen ............................................... 5-2
Schakelpedaal ........................................ 3-9
Schokdemperunits, afstellen ................ 3-16
SELECT-schakelaar ................................ 3-8
Smering en onderhoud, periodiek .......... 6-4
Specificaties ........................................... 8-1
Stalling .................................................... 7-3
Startblokkeersysteem ............................. 3-1
Starten van de motor .............................. 5-1
Startknop ................................................ 3-8
Startspersysteem.................................. 3-17
Storingzoekschema .............................. 6-34
Stuurschakelaars .................................... 3-7
Stuurslot ............................................... 3-14
Stuursysteem, controleren ................... 6-25TTankbeluchtingsslang/overloopslang ... 3-13
Tankdop................................................ 3-11UUitlaatkatalysator .................................. 3-14VVeiligheidsinformatie............................... 1-1
Verzorging............................................... 7-1
Voertuigidentificatienummer ................... 9-1
Voor- en achterremblokken
controleren ......................................... 6-19
Voorvork, controleren ........................... 6-24
U2DED0D0.book Page 1 Monday, June 17, 2013 3:19 PM