BESCHRIJVING
2-3
2
DAU10431
Bedieningen en instrumenten
987654321
11 10
12
01000r/minxE
F
CH
F
SELECTRESET4
1
7 5 3
6
2
8
9
10
11 12
1. Achterremhendel (pagina 3-14)
2. Schakelaargroep linkerstuurzijde (pagina 3-12)
3. Snelheidsmeter
4. Waarschuwings- en controlelampje (pagina 3-3)
5. Multifunctioneel display (pagina 3-4)
6. Schakelaargroep rechterstuurzijde (pagina 3-12)
7. Voorremhendel (pagina 3-13)
8. Gasgreep (pagina 6-17)9. Voorste opbergcompartiment B (pagina 3-18)
10.Contactslot/stuurslot (pagina 3-2)
11.Kijkglas koelvloeistofniveau (pagina 6-14)
12.Voorste opbergcompartiment A (pagina 3-18)
U2DLD1D0.book Page 3 Friday, November 8, 2013 2:31 PM
WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-3
3
DAU49395
Controle- en waarschu-
wingslampjes
DAU11031
Controlelampjes
richtingaanwijzers “ ” en “ ”
Het bijbehorende controlelampje knippert
terwijl de schakelaar voor richtingaanwij-
zers naar de linker- of rechterstand is ge-
drukt.
DAU11081
Controlelampje grootlicht “ ”
Dit controlelampje brandt terwijl de kop-
lamp is ingeschakeld voor grootlicht.
DAU11354
Waarschuwingslampje
brandstofniveau “ ”
Dit waarschuwingslampje gaat branden
wanneer het brandstofniveau daalt tot be-
neden ca. 2.5 L (0.66 US gal, 0.55 Imp.gal).
Vul in dat geval zo snel mogelijk brandstof
bij.
Het elektrisch circuit voor het waarschu-
wingslampje controleert u door de sleutel
naar “ON” te draaien. Het waarschu-
wingslampje moet enkele seconden oplich-
ten en dan uitgaan.
Licht het waarschuwingslampje niet met-
een op wanneer u de sleutel naar “ON”
draait of blijft het lampje branden, laat het
elektrisch circuit dan door een Yamaha
dealer controleren.
DAU43024
Waarschuwingslampje
motorstoring“”
Dit waarschuwingslampje gaat branden
wanneer een elektrisch systeem dat de mo-
torwerking controleert, defect is. Vraag in
dat geval een Yamaha dealer het zelfdiag-
nosesysteem te controleren.Het elektrisch circuit voor het waarschu-
wingslampje controleert u door de sleutel
naar “ON” te draaien. Het waarschu-
wingslampje moet enkele seconden oplich-
ten en dan uitgaan.
Licht het waarschuwingslampje niet met-
een op wanneer u de sleutel naar “ON”
draait of blijft het lampje branden, laat het
elektrisch circuit dan door een Yamaha
dealer controleren.
OPMERKINGDit waarschuwingslampje gaat branden als
startknop wordt ingedrukt. Dit wijst echter
niet op een storing.
DAUM3381
ABS-waarschuwingslampje “ ” (voor
modellen met ABS)
Onder normale omstandigheden gaat het
ABS-waarschuwingslampje branden als de
sleutel naar “ON” wordt gedraaid en uit als
met een snelheid van 10 km/h (6 mi/h) of
hoger wordt gereden.
Als het ABS-waarschuwingslampje:
niet gaat branden wanneer de sleutel
naar “ON” wordt gedraaid
gaat branden of knipperen tijdens het
rijden
1. Controlelampjes richtingaanwijzers “ ”
en “ ”
2. Controlelampje grootlicht “ ”
3. Waarschuwingslampje motorstoring “ ”
4. Waarschuwingslampje
brandstofniveau “ ”
5. Controlelampje startblokkering “ ”
6. ABS-waarschuwingslampje “ ” (voor mo-
dellen met ABS)ZAUM1098
23456
987654321
11 10
12
0
1000r/minx
km/h
E
F
CHkm
Odo
Odo
SELECT
RESET11
ABS
ABS
U2DLD1D0.book Page 3 Friday, November 8, 2013 2:31 PM
WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-4
3
niet uitgaat wanneer met een snelheid
van 10 km/h (6 mi/h) of hoger wordt
gereden
Werkt het ABS-systeem mogelijk niet goed.
Vraag als een van de bovenstaande geval-
len zich voordoet zo snel mogelijk een
Yamaha dealer het systeem te controleren.
(Zie pagina 3-14 voor uitleg over de wer-
king van het ABS-systeem.)
WAARSCHUWING
DWA16041
Als het ABS-waarschuwingslampje niet
uitgaat zodra met een snelheid van 10
km/h (6 mi/h) of hoger wordt gereden, of
als het waarschuwingslampje tijdens
het rijden gaat branden of knipperen,
keert het remsysteem terug naar con-
ventioneel remmen. Als een van de bo-
venstaande gevallen zich voordoet, of
als het waarschuwingslampje helemaal
niet gaat branden, rij dan extra voorzich-
tig om te voorkomen dat de remmen in
noodsituaties blokkeren. Laat het rem-
systeem en de elektrische circuits zo
snel mogelijk door een Yamaha dealer
controleren.
OPMERKINGHet ABS-waarschuwingslampje kan gaan
branden wanneer er gas wordt gegeven
terwijl de scooter op de middenbok staat.
Er is dan echter geen sprake van een sto-
ring.
DAU26878
Controlelampje startblokkering“”
Het elektrisch circuit voor het controle-
lampje kan worden gecontroleerd door de
sleutel naar “ON” te draaien. Het controle-
lampje moet enkele seconden oplichten en
dan uitgaan.
Licht het controlelampje niet meteen op
wanneer u de sleutel naar “ON” draait of
blijft het lampje branden, laat het elektrisch
circuit dan door een Yamaha dealer contro-
leren.
Als de sleutel naar “OFF” wordt gedraaid,
begint het controlelampje na 30 seconden
te knipperen om aan te geven dat het start-
blokkeersysteem is ingeschakeld. Het con-
trolelampje stopt na 24 uur met knipperen,
maar het startblokkeersysteem blijft inge-
schakeld.
Het zelfdiagnosesysteem detecteert ook
storingen in de circuits van het startblok-
keersysteem. (Zie pagina 3-11 voor uitleg
over de werking van het zelfdiagnosesy-
steem.)
DAUM3313
Multifunctionele meter
WAARSCHUWING
DWA12423
Zorg dat de machine stilstaat voordat u
wijzigingen in de instellingen van de
multifunctionele meter gaat aanbren-
gen. Het aanbrengen van wijzigingen tij-
dens het rijden kan u afleiden en
vergroot het risico op een ongeval.1. Toerenteller
2. Snelheidsmeter
3. “SELECT”-toets
4. “RESET”-toets
5. Multifunctioneel display
6. Klok
7. Brandstofniveaumeter
8. “TRIP/INFO”-schakelaar
9. Weergave koelvloeistoftemperatuurZAUM1099
3
987654321
11 10
12
0
1000r/minx
km/h
E
F
CHkm
Odo
AirA
veCo
ns
OilV- Be
lt
Ti
m
eTripOdo
SELECT
RESET
F
4
6
5
7
2
18
9
INFOTRIP
U2DLD1D0.book Page 4 Friday, November 8, 2013 2:31 PM
WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-5
3
De multifunctionele meter biedt de volgen-
de voorzieningen:
een snelheidsmeter
een toerenteller
een brandstofniveaumeter
een klok
een kilometerteller en ritteller
een multifunctioneel display
een temperatuurmeter koelvloeistofOPMERKINGVergeet niet de sleutel naar “ON” te
draaien voordat u de “Select”-, “Re-
set”-, “TRIP”- en “INFO”-toets ge-
bruikt.
Als de sleutel naar “ON” wordt ge-
draaid, verschijnen alle segmenten
kort op het multifunctionele display
om het elektrische circuit te testen. De
snelheidsmeter en kilometerteller voe-
ren een displaycontrole uit en er
schuift een welkomstbericht over het
multifunctionele display.
Voor het Verenigd Koninkrijk kunnen
de rijsnelheid, afgelegde afstand en
het brandstofverbruik worden weer-
gegeven in kilometers of mijlen. Houd
om te wisselen tussen kilometers en
mijlen de “SELECT”-toets ingedrukt,
draai het contactslot naar “ON” en
houd de “SELECT”-toets nog eens 8
seconden ingedrukt.Voor andere landen worden de rijsnel-
heid, afgelegde afstand en het brand-
stofverbruik weergegeven in
kilometers.
Snelheidsmeter
De snelheidsmeter toont de actuele rijsnel-
heid.
Toerenteller
Met de elektrische toerenteller kan de be-
stuurder het motortoerental controleren en
dit binnen het ideale bereik houden.LET OP
DCAM1150
Laat de motor niet draaien in de hoge-
toerenzone van de toerenteller.Hogetoerenzone: 8000 tpm en hoger
Brandstofniveaumeter
Als de contactsleutel op “ON” staat, geeft
de brandstofniveaumeter de hoeveelheid
brandstof in de brandstoftank aan. De dis-
playsegmenten van de brandstofniveau-
meter verdwijnen richting “E” (leeg)
naarmate het brandstofniveau verder daalt.
Als het brandstofniveau het onderste seg-
ment vlakbij “E” bereikt, gaat het onderste
segment knipperen. Vul zo snel mogelijk
brandstof bij.
1. Toerenteller
2. HogetoerenzoneZAUM11361
98
7
6
54321
11 10
12
0
1000
r/min
x
km/h
E
F
2
1. Brandstofniveaumeter
2. Waarschuwingsindicator
brandstofniveau “ ”
3. Ritteller brandstofreserveZAUM1102
987654321
11 10
12
0
1000r/minkm/h
E
F
CHkm
T
ripOdo
SELECT
RESET
F
3
1
2
U2DLD1D0.book Page 5 Friday, November 8, 2013 2:31 PM
WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-7
3
Indicator olieverversing “Oil”
Deze indicator gaat knipperen zodra de
eerste 1000 km (600 mi) zijn afgelegd, dan
na 3000 km (1800 mi) en vervolgens na elke
3000 km (1800 mi) om aan te geven dat de
motorolie moet worden ververst.
Nadat de motorolie is ververst moet de in-
dicator olieverversing worden teruggesteld.
Terugstellen van de indicator olieverver-
sing
1. Draai de sleutel naar “ON”.
2. Houd de “TRIP”-toets ingedrukt tot-
dat “Oil” (ritteller olieverversing) wordt
getoond in de kilometerteller- en rittel-
lerweergave. Houd terwijl “Oil” wordt
getoond de “RESET”-toets minstens
3 seconden ingedrukt. De waarde van
de ritteller olieverversing gaat knippe-
ren.3. Houd de “RESET”-toets 15 tot 20 se-
conden ingedrukt.
4. Laat de “RESET”-toets los, de ritteller
olieverversing wordt teruggesteld op
nul.
OPMERKINGAls de motorolie werd ververst voordat de
indicator olieverversing brandde (dus voor-
dat de intervalperiode voor olieverversing
was verstreken), moet de indicator na de
olieverversing worden teruggesteld zodat
het eerstvolgende tijdstip voor olieverver-
sing weer correct wordt aangegeven. Volg
de hierboven beschreven werkwijze om de
indicator olieverversing terug te stellen
voordat de intervalperiode voor olieverver-
sing is verstreken.Het elektrisch circuit van de indicator kan
via de volgende procedure worden getest.
1.
2. Kijk of de indicator olieverversing een
paar seconden oplicht en dan dooft.
3. Als de indicator olieverversing niet
gaat branden, vraag dan een Yamaha-
dealer het elektrisch circuit te testen.
Indicator V-snaarvervanging “V-Belt”
Deze indicator gaat knipperen na elke
20000 km (12500 mi) wanneer de V-snaar
moet worden vervangen.
Stel de indicator voor V-snaarvervanging
terug nadat de V-snaar is vervangen.
1. “TRIP/INFO”-schakelaar
2. “RESET”-toets
1. “RESET”-toetsZAUM1121
CH
km
Air
Oil
Odo
1INFOTRIP
2
SELECT RESET
km
ZAUM1122
CH
km
Air
Oil
Odo
SELECT RESET
km
Oil
1
U2DLD1D0.book Page 7 Friday, November 8, 2013 2:31 PM
WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-8
3
Om de indicator V-snaarvervanging te-
rug te stellen
1. Draai de sleutel naar “ON”.
2. Druk op de “TRIP”-toets totdat “V-
belt” (ritteller V-snaarvervanging)
wordt weergegeven in de kilometer-
teller- en rittellerweergave. Houd ter-
wijl “V-belt” wordt weergegeven de
“RESET”-toets 3 seconden ingedrukt.
De waarde van de ritteller V-snaarver-
vanging begint te knipperen.
3. Houd de “RESET”-toets 15 tot 20 se-
conden ingedrukt.4. Laat de “RESET”-toets los, de ritteller
V-snaarvervanging wordt terugge-
steld op nul.
OPMERKINGAls de V-snaar wordt vervangen voordat de
indicator gaat branden, vergeet dan niet
om de indicator V-snaarvervanging terug te
stellen zodat het eerstvolgende tijdstip voor
V-snaarvervanging weer correct wordt aan-
gegeven.Het elektrisch circuit van de indicator kan
via de volgende procedure worden getest.
1.
2. Kijk of de indicator V-snaarvervanging
een paar seconden oplicht en dan
dooft.3. Als de indicator V-snaarvervanging
niet gaat branden, vraag dan een
Yamaha-dealer het elektrisch circuit
te testen.
Multifunctioneel display
Het multifunctionele display toont de vol-
gende voorzieningen:
een omgevingstemperatuurweergave
een accuspanningsweergave
een weergave voor het brandstofver-
bruik (functies voor gemiddeld en hui-
dig verbruik)
1. “TRIP/INFO”-schakelaar
2. “RESET”-toetsZAUM1139
CH
km
Air
1INFOTRIP
2
SELECT RESET
V- B el
t
1. ZAUM1140
CH
km
AirOdo
SELECT RESET
km
1
V- B el
t
V- B el
t
1. Omgevingstemperatuur
2. Gemiddelde snelheid
3. Huidig brandstofverbruik
4. Gemiddeld brandstofverbruik
5. Waarschuwingslampje gladde weg Ž
6. Accuspanning
7. ZAUM1107
CH
AirAveCons
1
2
3
4
5
6
7
INFOTRIP
AveCons
U2DLD1D0.book Page 8 Friday, November 8, 2013 2:31 PM