Page 73 of 104

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-25
6
DAU23115
Controleren en smeren van gas-
g reep en gaskab elDe werking van de gasgreep hoort vooraf-
gaand aan elke rit te worden gecontroleerd.
Daarnaast moet de kabel door een Yamaha
dealer worden gesmeerd volgens de inter-
valperioden vermeld in het periodieke on-
derhoudsschema.
De gaskabel is voorzien van een rubber af-
dekking. Zorg ervoor dat de afdekking ste-
vig is aangebracht. Zelfs als de afdekking
correct is aangebracht, is de kabel niet vol-
ledig beschermd tegen binnendringend
water. Let er daarom op dat er geen water
direct op de afdekking of kabel komt bij het
wassen van de machine. Als de kabel of de
afdekking vies wordt, wrijf deze dan
schoon met een vochtige doek.
DAU44275
Rem- en schakelped alen contro-
leren en smerenDe werking van het re m- en het schakelpe-
daal moet voorafgaand aan elke rit worden
gecontroleerd en de pedaalscharnierpun-
ten moeten indien nodig worden ge-
smeerd.
Rempe daal
Schakelped aal
Aanbevolen smeermi ddel:
Lithiumvet
U1WSD1D0.book Page 25 Monday, January 6, 2014 5:39 PM
Page 74 of 104
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-26
6
DAU23144
Rem- en koppelingshen dels con-
troleren en smerenDe werking van de rem- en de koppelings-
hendel moet voorafgaand aan elke rit wor-
den gecontroleerd en de
hendelscharnierpunten moeten indien no-
dig worden gesmeerd.
Remhen del
Koppelin gshen del
DAU23203
Zijstan daar d controleren en
smerenDe werking van de zijstandaard moet voor-
afgaand aan elke rit worden gecontroleerd
en het scharnierpunt en de metaal-op-me-
taal contactvlakken moeten indien nodig
worden gesmeerd.
WAARSCHUWING
DWA10732
Als de zijstan daar d niet soepel omhoo g
en omlaag beweeg t, vraa g dan een
Yamaha dealer deze te controleren of te
repareren. Een slecht functioneren de
zijstan daar d kan het we gdek raken en u
aflei den, waar door u de controle over de
machine kunt verliezen.
Aan bevolen smeermi ddelen:
Remhendel:
Siliconenvet
Koppelingshendel: Lithiumvet
Aan bevolen smeermi ddel:
Lithiumvet
U1WSD1D0.book Page 26 Monday, January 6, 2014 5:39 PM
Page 75 of 104

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-27
6
DAU23252
Smeren van de achterwielophan-
g in gDe scharnierpunten in de achterwielophan-
ging moeten worden gesmeerd door een
Yamaha dealer volgens de intervalperioden voorgeschreven in het periodieke smeer-
en onderhoudsschema.
DAUM1653
Achter bru gscharnierpunten
smerenDe achterbrugscharnierpunten moeten
worden gesmeerd door een Yamaha dealer
volgens de intervalperioden vermeld in het
periodieke smeer- en onderhoudsschema.
DAU23273
Voorvork controlerenDe conditie en de werking van de voorvork
moeten als volgt worden gecontroleerd vol-
gens de intervalperioden vermeld in het pe-
riodieke smeer- en onderhoudsschema.
Om de con ditie te controleren
Controleer de binnenste vorkbuizen op
krassen, beschadigingen en overmatige
olielekkage.
Om de werkin g te controleren
1. Zet de machine op een vlakke onder- grond en houd deze rechtop.
WAARSCHUWING! On dersteun de
machine zor gvul dig om omvallen
en mo gelijk letsel te voorkomen.
[DWA10752]
2. Bekrachtig de voorrem en druk het
stuur een paar keer stevig naar bene-
den om te controleren of de voorvork
soepel in- en uitveert.
Aan
bevolen smeermi ddel:
Lithiumvet
Aan bevolen smeermi ddel:
Lithiumvet
U1WSD1D0.book Page 27 Monday, January 6, 2014 5:39 PM
Page 76 of 104

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-28
6
LET OP
DCA10591
Als schade wor dt gevon den of de voor-
vork niet soepel beweeg t, vraag d an een
Yamaha dealer te repareren of te con-
troleren.
DAU23284
Stuursysteem controlerenLosse of versleten balhoofdlagers kunnen
gevaarlijk zijn. De werking van het stuursy-
steem moet als volgt worden gecontroleerd
volgens de intervalperioden vermeld in het
periodieke smeer- en onderhoudsschema. 1. Plaats een standaard onder de motor
zodat het voorwiel los is van de grond.
(Zie pagina 6-36 voor meer informa-
tie.) WAARSCHUWING! On dersteun
d e machine zor gvul dig om omval-
len en mo gelijk letsel te voorkomen.
[DWA10752]
2. Houd de voorvorkpoten aan het on-
derste uiteinde beet en probeer ze
naar voren en achteren te bewegen.
Als speling wordt gevoeld, vraag dan
een Yamaha dealer het stuursysteem
te inspecteren of repareren.
DAU23292
Controleren van wiella gersDe voor- en achterwiellagers moeten wor-
den gecontroleerd volgens de intervalperi-
oden voorgeschreven in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema. Als de wiel-
naaf speling vertoont of het wiel niet soepel
draait, vraag dan een Yamaha dealer de
wiellagers te controleren.
U1WSD1D0.book Page 28 Monday, January 6, 2014 5:39 PM
Page 77 of 104

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-29
6
DAU50211
AccuDe accu bevindt zich onder het zadel. (Zie
pagina 3-19.)
Dit model is voorzien van een VRLA (Valve
Regulated Lead Acid)-accu. De elektrolyt
hoeft niet te worden gecontroleerd en er
hoeft geen gedistilleerd water te worden
bijgevuld. Het is echter wel nodig om de ac-
cukabelverbindingen te controleren en, in-
dien nodig, vast te zetten.
WAARSCHUWING
DWA10761
Elektrolyt is giftig en gevaarlijk om-
dat het zwavelzuur bevat, een stof
die ernstige brandwonden veroor-
zaakt. Vermijd contact met de huid,
ogen of kleding en bescherm uw ogen altijd bij werkzaamheden na-
bij accu’s. Voer als volgt EERSTE
HULP uit als er lichamelijk contact
is geweest met elektrolyt.
• UITWENDIG: Spoel overvloedig
met water.
• INWENDIG: Drink grote hoeveel- heden water of melk en roep di-
rect de hulp in van een arts.
• OGEN: Spoel gedurende 15 mi- nuten met water en roep direct
medische hulp in.
Accu’s produceren het explosieve
waterstofgas. Houd daarom von-
ken, open vuur, sigaretten e.d. uit
de buurt van de accu en zorg voor
voldoende ventilatie bij acculaden
in een afgesloten ruimte.
HOUD DEZE EN ALLE ACCU’S BUI-
TEN BEREIK VAN KINDEREN.
Om de accu op te laden
Vraag zo snel mogelijk een Yamaha dealer
de accu te laden als deze ontladen lijkt te
zijn. Vergeet niet dat de accu sneller ontla-
den raakt als de machine is uitgerust met
optionele elektrische accessoires.
LET OP
DCA16522
Voor het opladen van een VRLA (Valve
Regulated Lead Acid)-accu is een speci-
ale acculader (met constante spanning)
vereist. Bij gebruik van een conventione-
le acculader raakt de accu beschadigd.Om de accu op te bergen
1. Verwijder de accu als het voertuig lan-
ger dan een maand niet wordt ge-
bruikt, laad hem volledig bij en zet dan
weg op een koele en droge plek. LET
OP: Draai voordat u de accu verwij-
dert de sleutel naar “OFF” en haal
dan eerst de negatieve kabel en
daarna de positieve kabel los.
[DCA16303]
2. Als de accu langer dan twee maanden wordt weggeborgen, moet deze min-
stens eenmaal per maand worden ge-
controleerd; laad de accu dan indien
nodig steeds volledig bij.
3. Laad de accu volledig bij alvorens te installeren. LET OP: Draai voordat u
de accu plaatst de sleutel naar
“OFF” en sluit vervolgens eerst de
positieve kabel en daarna de nega-
tieve kabel aan.
[DCA16841]
1. Accu
2. Negatieve accukabel (zwart)
3. Positieve accukabel (rood)
2
3
1
U1WSDRD0.book Page 29 Monday, September 1, 2014 8:57 AM
Page 78 of 104
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-30
6
4. Controleer na installatie of de accuka-bels correct zijn aangesloten op de
accupolen.LET OP
DCA16531
Hou d d e accu stee ds op gelad en. Stallen
van een ontla den accu kan lei den tot
permanente accuscha de.
DAU59870
Zekerin gen vervan genDe hoofdzekering en de kastjes met zeke-
ringen voor afzonderlijke circuits bevinden
zich onder het bestuurderszadel. (Zie pagi-
na 3-19.)OPMERKINGOm toegang te krijgen tot de hoofdzekering
verwijdert u de kap van het startmotorrelais
zoals getoond.
MT07
1. Kap van startmotorrelais
2. Zekeringenkastje
3. Reservehoofdzekering
4. Hoofdzekering
2
3
4
1
1. Zekering ontstekingssysteem
2. Zekering signaleringssysteem
3. Koplampzekering
4. Zekering brandstofinjectiesysteem
5. Backup-zekering (voor klok en startblok-
keersysteem)
6. Zekering radiatorkoelvin
7. Zekering parkeerlichten
8. Circuitzekering
9. Reservezekering
7
8
1
2
3
4
5
699
U1WSD1D0.book Page 30 Monday, January 6, 2014 5:39 PM
Page 79 of 104

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-31
6
MT07A
Vervang een zekering als volgt als deze is
doorgebrand.1. Draai de contactsleutel naar “OFF” en schakel het betreffende elektrische
circuit uit. 2. Verwijder de doorgebrande zekering
en breng een nieuwe zekering met de
voorgeschreven ampèrewaarde aan.
WAARSCHUWING! Ge bruik geen
zekerin gen met een ho gere ampe-
ra ge dan aan bevolen om ernsti ge
scha de aan het elektrische systeem
en mo gelijk bran d te voorkomen.
[DWA15132]
3. Draai de contactsleutel naar “ON” en
schakel het betreffende elektrische
circuit in om te zien of de apparatuur
werkt.
1. Zekering ontstekingssysteem
2. Zekering signaleringssysteem
3. Koplampzekering
4. Zekering brandstofinjectiesysteem
5. Backup-zekering (voor klok en startblok-keersysteem)
6. Zekering radiatorkoelvin
7. Zekering van de ABS-solenoïdeklep
8. Zekering ABS-motor
9. Zekering parkeerlichten
10.Circuitzekering
11.Zekering ABS-regeleenheid
12.Reservezekering
7
8
9
10
11
1
2
3
4
5
61212
Voor geschreven zekerin gen:
Hoofdzekering:
30.0 A
Circuitzekering: 2.0 A
Koplampzekering: 15.0 A
Zekering signaleringssysteem:
10.0 A
Zekering ontstekingssysteem: 10.0 A
Zekering parkeerlichtcircuit: 7.5 A
Zekering radiatorkoelvin:
10.0 A
Zekering ABS-motor: MT07A 30.0 A
Zekering van de ABS-solenoïde-
klep: MT07A 20.0 A
Zekering brandstofinjectiesysteem: 10.0 A
Zekering ABS-regeleenheid:
MT07A 7.5 A
Backup-zekering: 7.5 A
U1WSD1D0.book Page 31 Monday, January 6, 2014 5:39 PM
Page 80 of 104

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-32
6
4. Als de zekering direct opnieuw door-brandt, vraag dan een Yamaha dealer
het elektrisch systeem te controleren.
DAU59881
Koplampg loeilamp vervan genDe koplamp op dit model heeft een halo-
geen gloeilamp. Vervang de koplampgloei-
lamp als volgt als deze is doorgebrand.LET OP
DCA10651
Pas op en zor g d at de vol gen de on der-
d elen niet wor den bescha digd:
Koplampg loeilamp
Raak het glas van d e koplamp gloei-
lamp niet aan zo dat dit vetvrij b lijft,
an ders kan d e doorzichti ghei d van
het glas, de lichtintensiteit en de le-
vens duur na deli g wor den beïn-
vloe d. Wrijf eventuele
verontreini gin gen en vin geraf druk-
ken op het g loeilampglas we g met
een doekje ged renkt in alcohol of
thinner.
Koplamplens
Plak geen kleurfolie of stickers op
d e k
oplamplens.
Ge bruik geen koplamp gloeilamp
met een ho ger watta ge dan is voor-
g eschreven.
1. Verwijder de koplampunit door aan
beide zijden de bout en onderlegring
los te halen.1. Raak het glas van de gloeilamp niet aan.
1. Bout en ring1
U1WSD1D0.book Page 32 Monday, January 6, 2014 5:39 PM