235
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
YARIS_F_WE_52D53E
Ondersteunende systemen
◆ABS (antiblokkeersysteem)
Helpt het blokkeren van de wielen te voorkomen bij plotseling rem-
men of remmen op een glad wegdek
◆Brake Assist
Zorgt voor een grotere remkracht nadat het rempedaal is ingetrapt
als het systeem oordeelt dat er sprake is van een noodstop
◆Vehicle Stability Control (VSC) (indien aanwezig)
Helpt de bestuurder de auto onder controle te houden bij uitwijkma-
noeuvres en het maken van bochten op een glad wegdek
◆TRC (Traction Control) (indien aanwezig)
Zorgt ervoor dat de aandrijfkracht behouden blijft en voorkomt dat
de aandrijvende wielen gaan doorslippen bij het wegrijden met de
auto of bij het accelereren op gladde wegen
◆EPS (elektrische stuurbekrachtiging)
Maakt gebruik van een elektromotor om de benodigde kracht voor
het ronddraaien van het stuurwiel te verminderen
◆Noodstopsignaal
Als het rempedaal plotseling wordt ingetrapt, gaan de alarmknip-
perlichten automatisch knipperen om het achteropkomende ver-
keer te waarschuwen.
Om de veiligheid en de prestaties tijdens het rijden te verbeteren
is uw auto uitgerust met de volgende systemen die automatisch
in werking treden als de omstandigheden daar om vragen. Houd
er echter rekening mee dat dit aanvullende systemen zijn en ver-
trouw niet in al te sterke mate op deze systemen als u de auto
bedient.
2374-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
YARIS_F_WE_52D53E
■Zowel TRC als VSC uitschakelen
Houd de schakelaar VSC OFF meer dan 3 seconden ingedrukt, terwijl de
auto stilstaat, om de TRC en VSC uit te schakelen.
De controlelampjes TRC OFF en VSC OFF gaan branden.
Druk nogmaals op de toets om het systeem weer in te schakelen.
■Wanneer het controlelampje TRC OFF zelfs gaat branden als de toets
VSC OFF niet is ingedrukt
De TRC kan niet worden bediend. Neem contact op met een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
■Bijgeluiden en trillingen veroorzaakt door het ABS, de Brake Assist, de
TRC en de VSC
●Het is mogelijk dat u tijdens het starten van de motor of bij het wegrijden een
geluid in de motorruimte hoort wanneer het rempedaal herhaaldelijk wordt
ingetrapt. Dit duidt niet op een storing in een van deze systemen.
●De volgende verschijnselen kunnen zich voordoen als bovenstaande syste-
men in werking zijn. Geen van deze verschijnselen duidt op een storing.
• Er kunnen trillingen gevoeld worden in de carrosserie en de stuurinrich-
ting.
• Nadat de auto tot stilstand is gekomen, kan het geluid van een elektro-
motor hoorbaar zijn.
• Er kan een lichte trilling in het rempedaal voelbaar zijn als het antiblok-
keersysteem geactiveerd is.
• Het rempedaal kan iets verder naar beneden bewegen als het antiblok-
keersysteem geactiveerd is.
■Geluid EPS
Wanneer het stuurwiel bediend wordt, kan het geluid van een elektromotor
(zoemend geluid) hoorbaar zijn. Dit is normaal en duidt niet op een storing.
■Automatisch opnieuw inschakelen van de TRC- en VSC-systemen
Als de TRC- en VSC-systemen zijn uitgeschakeld, worden deze automatisch
opnieuw ingeschakeld in de volgende situaties:
●Wanneer het contact UIT wordt gezet
●Als alleen het TRC-systeem wordt uitgeschakeld, wordt de TRC weer inge-
schakeld zodra de rijsnelheid toeneemt.
Als zowel het TRC- als het VSC-systeem is uitgeschakeld, worden deze niet
automatisch weer ingeschakeld als de rijsnelheid toeneemt.
■Beperkte bekrachtiging door EPS-systeem
De mate van bekrachtiging door het EPS-systeem wordt gereduceerd om het
systeem tegen oververhitting te beschermen als er gedurende langere tijd
veel stuurbewegingen worden uitgevoerd. Hierdoor kan de besturing zwaar
aanvoelen. Probeer als dat het geval is minder frequent te sturen of breng de
auto tot stilstand en zet de motor UIT. Het EPS-systeem moet binnen 10
minuten weer normaal werken.
4068-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
YARIS_F_WE_52D53E
Waarschuwingslampje lage oliedruk
Geeft aan dat de oliedruk te laag is.
Breng de auto onmiddellijk op een veilige plaats tot
stilstand en neem contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige.
(Rood waarschu-
wingslampje
knippert of gaat
branden)
Waarschuwingslampje hoge koelvloeistoftemperatuur
Geeft aan dat de motor oververhit raakt.
Als de koelvloeistoftemperatuur stijgt, stopt het lampje met
knipperen en gaat het onafgebroken branden.
Blz. 458
Motorcontrolelampje
Geeft aan dat er een storing is in:
• Het elektronische motorregelsysteem;
• Het elektronische gaspedaal;
• Het elektronische regelsysteem Multidrive CVT (indien
aanwezig);
• Het emissieregelsysteem; of
• Het roetfilter (indien aanwezig).
Laat uw auto direct controleren door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige.
Waarschuwingslampje SRS
Geeft aan dat er een storing is in:
• Het airbagsysteem; of
• Het gordelspannersysteem.
Laat uw auto direct controleren door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige.
Waarschuwingslampje ABS
Geeft aan dat er een storing is in:
• Het ABS; of
• Het Brake Assist-systeem.
Laat uw auto direct controleren door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige.
Waarschu-
wingslampjeWaarschuwingslampje/details/handelingen
4318-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
8
Bij problemen
YARIS_F_WE_52D53E
WAARSCHUWING
■Bij gebruik van het normale reservewiel
●Vervang het reservewiel zo snel mogelijk door een wiel met een stan-
daardband.
●Vermijd plotseling accelereren, abrupte stuuracties, plotseling remmen en
schakelhandelingen die een plotselinge motorremwerking veroorzaken.
■Bij gebruik van het compacte reservewiel
●Houd er rekening mee dat het reservewiel speciaal ontworpen is voor
gebruik onder uw auto. Gebruik uw reservewiel daarom niet onder een
andere auto.
●Monteer niet gelijktijdig meer dan één compact reservewiel onder uw auto.
●Vervang het reservewiel zo snel mogelijk door een wiel met een stan-
daardband.
●Vermijd plotseling sterk accelereren, sturen, remmen en vermijd schakel-
acties die voor plotseling veel motorremwerking zorgen.
■Bij het opbergen van het compacte reservewiel
Zorg ervoor dat er geen vingers of andere lichaamsdelen tussen het com-
pacte reservewiel en de carrosserie bekneld raken.
■Na gebruik van gereedschap en krik
Controleer voor het rijden of het gereedschap en de krik weer goed zijn
opgeborgen en bevestigd. Dit om te voorkomen dat een van deze voorwer-
pen bij een aanrijding of bij hard remmen letsel veroorzaakt.
■Bij gebruik van het compacte reservewiel
Het kan voorkomen dat de rijsnelheid niet goed wordt weergegeven en dat
de volgende systemen niet goed werken:
●ABS
●Brake Assist
●VSC (indien aanwezig)
●TRC (indien aanwezig)
●Cruise control (indien aanwezig)
●Navigatiesysteem (indien aanwezig)
■Snelheidsbeperking bij gebruik van het compacte reservewiel
Rijd niet harder dan 80 km/h als er een compact reservewiel onder de auto
is gemonteerd.
Het compacte reservewiel is niet ontworpen voor gebruik bij hoge snelhe-
den. Het niet opvolgen van deze voorzorgsmaatregel kan leiden tot een
ongeval en ernstig letsel.
502Alfabetische index
YARIS_F_WE_52D53E
Bandenspannings-
waarschuwingssysteem ....... 348
Functie .................................. 348
Initialisatie ............................. 348
Plaatsen van banden-
spanningssensoren en
-zenders.............................. 348
Registreren van
identificatiecodes ................ 350
Resetknop bandenspannings-
waarschuwingssysteem...... 349
Waarschuwingslampje .......... 409
Bekerhouders........................... 303
Bevestigingspunten .................. 67
Binnenspiegel .......................... 149
Blokkeerschakelaar
ruitbediening.......................... 155
Bougie....................................... 480
Bovenste gordel......................... 68
Brake Assist ............................. 235
Brandstof
Als de brandstof opraakt
en de motor afslaat ............. 462
Brandstofmeter ....................... 88
Capaciteit .............................. 473
Informatie .............................. 487
Tanken .................................. 216
Type .............................. 216, 473
Uitschakelsysteem
brandstofpomp.................... 404
Waarschuwingslampje .......... 408
Brandstoffilter .................. 346, 407
Brandstofverbruik
Actueel brandstofverbruik ....... 92
Gemiddeld brandstofverbruik .. 92
Buitenspiegels ......................... 152
Buitenspiegelverwarming
.................................... 283, 291
Verstellen en inklappen......... 152
Verwarming ................... 283, 291
Buitentemperatuur, display ...... 94CD-speler.................................. 257
Claxon....................................... 147
Condensor................................ 341
Contact (startknop) ......... 182, 185
Contactslot ...................... 182, 185
Contactslotverlichting ............ 299
Controlelampje
achterpassagiersgordel........ 408
Controlelampje
bestuurdersgordel ................ 408
Controlelampje
voorpassagiersgordel........... 408
Controlelampjes ........................ 85
CRS (baby- en kinderzitjes) ...... 53
Cruise control .......................... 220
Waarschuwingslampjes ........ 407
Curtain airbags .......................... 37C