Page 319 of 760
319
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)
Toyota Parking Assist-sensor
Hoeksensoren achter
Middelste sensoren achter
Hiermee wordt de Toyota Parking
Assist-sensor in- of uitgeschakeld
Als de schakelaar aan is, gaat het
controlelampje branden om de
bestuurder te informeren dat het
systeem geactiveerd is.
: Indien aanwezig
De afstand van uw auto tot obstakels bij het fileparkeren en ach-
teruit inparkeren in een garage wordt gemeten door sensoren en
wordt doorgegeven via het controlelampje en een zoemer. Con-
troleer bij gebruik van dit systeem ook altijd zelf de omgeving.
Soorten sensoren
1
2
Schakelaar Toyota Parking Assist-sensor
Page 320 of 760
3204-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)
Als een sensor een obstakel signaleert worden de richting van en de
afstand tot het obstakel bij benadering weergegeven en klinkt de zoe-
mer.
■Controlelampje Toyota Parking Assist-sensor
Controlelampje auto
Controlelampje hoeken ach-
ter
Controlelampje midden ach-
ter
■Werking sensor en afstand tot een obstakel
Het systeem werkt wanneer de auto een obstakel nadert, zoals
hieronder aangegeven.
Als er gelijktijdig 2 of meer obstakels worden gesignaleerd, reageert het
zoemersysteem op het dichtstbijzijnde obstakel.
Hoeksensoren achter
Middelste sensoren achter
Controlelampje en zoemer
1
2
3
Globale afstand tot obstakelControlelampje en zoemer
50 cm - 40 cmIntermitterend
40 cm - 30 cmSnel intermitterend
Minder dan 30 cmContinu
Globale afstand tot obstakelControlelampje en zoemer
150 cm - 60 cmIntermitterend
60 cm - 45 cmSnel intermitterend
45 cm - 35 cmZeer snel intermitterend
Minder dan 35 cmContinu
Page 321 of 760
3214-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)■
Detectiebereik sensoren
Ongeveer 150 cm
Ongeveer 50 cm
Het schema toont het detectie-
bereik van de sensoren. Houd
er rekening mee dat de senso-
ren obstakels die zich extreem
dicht bij de auto bevinden,
mogelijk niet kunnen signaleren.
Het bereik van de sensoren kan
verschillend zijn, afhankelijk van
bijvoorbeeld de vorm van het
object.
■De Toyota Parking Assist-sensor kan worden gebruikt als
Auto's zonder Smart Entry-systeem en startknop
Het contact AAN is en de selectiehendel in stand R staat.
Auto's met Smart Entry-systeem en startknop
Het contact AAN is en de selectiehendel in stand R staat.
1
2
Page 322 of 760

3224-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)■Detectie-informatie sensoren
●Het detectiegebied van de sensoren is beperkt tot het gebied rond de ach-
terbumper van de auto.
●De staat van de auto en de omgeving kunnen van invloed zijn op de capaci-
teit van de sensor om een obstakel correct te signaleren. Specifieke situa-
ties waarin dit voor kan komen ziet u hieronder.
• De sensor is bedekt met vuil, sneeuw of ijs. (Het reinigen van de senso-
ren zal het probleem oplossen.)
• De sensor is bevroren. (Het ontdooien van de sensor zal het probleem
oplossen.)
• Een sensor wordt ergens door afgedekt.
• De auto helt sterk over naar één zijde.
• De auto rijdt op een bijzonder hobbelige weg, op een helling, op grind of
op gras.
• Er is veel omgevingslawaai rond de auto van claxons, motorfietsmotoren,
luchtremmen van vrachtwagens of andere geluidsbronnen die ultrasone
geluidsgolven produceren.
• Er is een andere auto uitgerust met Parking Assist-sensoren in de nabije
omgeving.
• Een sensor is bedekt met een waterfilm of er is sprake van zware regen-
val.
• De auto is uitgerust met een staafantenne of een radioantenne.
• Een bumper of sensor krijgt een harde klap.
• De auto nadert een hoge of rechthoekige stoeprand.
• In fel zonlicht of zeer koud weer.
• Objecten direct onder de bumper worden niet gesignaleerd.
• Als het obstakel zich te dicht bij de sensor bevindt.
• Als er geen originele Toyota-wielophanging is gemonteerd (verlaagde
wielophanging, enz.).
• Mogelijk worden mensen die bepaalde soorten kleding dragen niet gesig-
naleerd.
Naast bovenstaande voorbeelden zijn er situaties waarin verkeersborden en
andere objecten vanwege hun vorm door de sensor dichterbij worden gezien
dan ze in werkelijkheid zijn.
Page 324 of 760

3244-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)
WAARSCHUWING
■Waarschuwing bij het gebruik van de Toyota Parking Assist-sensor
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Anders kan een ongeval het gevolg zijn.
●Rijd als het systeem is ingeschakeld niet harder dan 10 km/h.
●Het detectiegebied van de sensoren en de reactietijden zijn beperkt. Con-
troleer tijdens achteruitrijden of de omgeving (vooral naast de auto) veilig
is en rijd langzaam. Regel de snelheid met het rempedaal.
●Monteer geen accessoires binnen het bereik van de sensor.
OPMERKING
■Bij gebruik van de Toyota Parking Assist-sensor
In onderstaande situaties werkt het systeem mogelijk niet goed vanwege
een storing in een sensor, enz. Laat uw auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
●Er klinkt geen piepsignaal als u de hoofdschakelaar AAN zet.
●De controlelampjes voor de hoeken en het midden knipperen en er klinkt
een pieptoon terwijl er geen obstakel is gesignaleerd.
●Als het gedeelte rond de sensor in aanraking komt met iets of wordt bloot-
gesteld aan een krachtige schok.
●Als de bumper ergens tegenaan komt.
●Als de controlelampjes voor de hoeken en het midden continu branden en
er geen piepsignaal klinkt.
●Controleer eerst de sensor als er een signaleringsfout optreedt.
Als de fout zich voordoet terwijl er geen ijs, sneeuw of modder op de sen-
sor zit, is de sensor waarschijnlijk defect.
■Opmerkingen bij het wassen van de auto
Stel de omgeving van de sensoren niet bloot aan sterke waterstralen of
stoom.
Hierdoor kan de sensor defect raken.
Page 339 of 760

339
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)
Hill Star t Assist Control
Schakel de Hill Start Assist Con-
trol in door het rempedaal hele-
maal in te trappen wanneer de
auto volledig stilstaat.
Er klinkt eenmaal een zoemer om
aan te geven dat het systeem is
ingeschakeld. Ook gaat het contro-
lelampje Traction Control knippe-
ren.
■Voorwaarden voor werking Hill Start Assist Control
●Het systeem werkt onder de volgende omstandigheden:
• De selectiehendel staat in een andere stand dan stand P (auto's met
automatische transmissie of Multidrive CVT).
• De parkeerrem is niet geactiveerd.
• Het gaspedaal wordt niet ingetrapt.
●De Hill Start Assist Control werkt niet wanneer het controlelampje van de
Traction Control brandt.
■Hill Start Assist Control
●Wanneer de Hill Start Assist Control in werking is, blijven de remmen auto-
matisch geactiveerd nadat de bestuurder het rempedaal heeft losgelaten.
De remlichten en het derde remlicht gaan branden.
●De Hill Start Assist Control werkt gedurende ongeveer 2 seconden nadat
het rempedaal is losgelaten.
●Als het controlelampje Traction Control niet gaat knipperen en de zoemer
niet klinkt wanneer het rempedaal volledig wordt ingetrapt, verminder dan
licht de druk op het rempedaal (laat de auto niet achteruitrollen) en trap het
vervolgens weer stevig in. Als het systeem dan nog niet werkt, controleer
dan of aan de hiervoor behandelde voorwaarden voor werking is voldaan.
Assisteert bij het wegrijden en houdt zelfs na het loslaten van
het rempedaal kort de remdruk vast bij het wegrijden op een
(gladde) helling.
Page 340 of 760

3404-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)■Zoemer Hill Start Assist Control
●Wanneer de Hill Start Assist Control wordt geactiveerd, klinkt de zoemer
eenmaal.
●In de volgende situaties wordt de Hill Start Assist Control uitgeschakeld en
klinkt de zoemer tweemaal.
• Er wordt binnen ongeveer 2 seconden nadat het rempedaal is losgelaten
niet weggereden.
• De selectiehendel wordt in stand P gezet (auto's met automatische trans-
missie of Multidrive CVT).
• De parkeerrem wordt geactiveerd.
• Het rempedaal wordt weer ingetrapt.
• Het rempedaal werd gedurende ten minste 3 minuten ingetrapt.
■Als het controlelampje Traction Control gaat branden
Dit kan duiden op een storing in het systeem. Neem contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
WAARSCHUWING
■Hill Start Assist Control
●Vertrouw niet uitsluitend op de Hill Start Assist Control. De Hill Start Assist
Control werkt mogelijk niet effectief op steile hellingen en op met ijs
bedekte wegen.
●In tegenstelling tot de parkeerrem is de Hill Start Assist Control niet
bedoeld om de auto gedurende langere tijd op zijn plaats te houden.
Gebruik de Hill Start Assist Control niet om de auto op een helling op zijn
plaats te houden omdat dat kan leiden tot een ongeval.
Page 585 of 760

5856-3. Zelf uit te voeren onderhoud
6
Onderhoud en verzorging
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)
15WIP FR25Ruitenwissers, ECU ruitenwisser met
regensensor
16SFT LOCK-ACC5ECU schakelblokkeersysteem
17P/OUTLET NR. 215Accessoireaansluitingen
18ACC7,5
Accessoireaansluitingen, audiosysteem,
buitenspiegels, hoofd-body-ECU, ECU
Stop & Start-systeem, klok, stroomsensor
19PA N E L7,5
Schakelaar extra verwarming, schake-
laar VSC OFF, instrumentenpaneel (con-
trole- en waarschuwingslampjes), hoofd-
schakelaar BSM, vergrendelschakelaar
vierwielaandrijving, schakelaar voorruit-
verwarming, schakelaar DAC, (sequenti-
eel) multipoint brandstofinspuitsysteem,
ECU Toyota Parking Assist-sensor, stoel-
verwarmingsschakelaars, draaiknop kop-
lampverstelling, accessoireaansluitin-
gen, schakelaars elektrisch bedienbare
achterklep, airconditioningschakelaars,
schakelaar achterruit- en buitenspiegel-
verwarming, audiosysteem, uitschakel-
knop Stop & Start-systeem, verlichting
bekerhouders, stuurwieltoetsen, schake-
laar bestuurdersmodule
20TA I L10
Parkeerlichten voor, achterlichten, mist-
lampen voor, mistachterlicht, kenteken-
plaatverlichting
21EPS-IG5Elektrische stuurbekrachtiging
22ECU-IG NR. 110
ECU Dynamic Torque Control AWD-sys-
teem, stuurhoeksensor, ECU automati-
sche verticale koplampverstelling,
instrumentenpaneel (controle- en waar-
schuwingslampjes), schakelaar schakel-
regeling
ZekeringAmpèreCircuit